NIEUWE BRUG TE WEENEN
De avontuurlijke
opdracht
De Vrijwillige Brandweer te Oudewater vieide Maandag haar zilveren bestaansjubileum, ter gelegen»
heid waarvan voor de plaatselijke autoriteiten gedemonstreerd werd
De Hertog van Kent inspecteert met Lord Baden Powell de eerewacht aan boord
van de .Discovery*, welke bestemd is tot opleidingsschip der Engelsche zee
verkenners
De nieuwe Rijksbrug over de Donau te Weenen, één Je grootste kettingbruggen van Europa, is Zondag otticiee)
geopend. Na de opening trokken de arbeiders, die aan den bouw hebben medegewerkt, over de nieuwe brug
De commissie tot geldinzameling voor de pluimveehouders, die op 16 September door een windhoos onder de gemeente Landsmeer
werden getroffen, heeft thans de aangerichte schade in oogenschouw genomen
Het moment der explosie bij het op
blazen van den Lekdijk bij Wijk bij
Duurstede voor de verbinding Lek
Amsterdam Rijnkanaal
De Lekdijk bij Wijk bij Duurstede, het laatste obstakel in de verbinding LekAmsterdam
Rijnkanaal, is Maandag met medewerking van de Genie opgeblazen. Dr. J. F. van Beeck
Calkoen. Hoogheemraad van den Lekdijk, brengt langs electrischen weg het trotyl tot ontploffing
FEUILLETON
Naar het Engelsch bewerkt
door
J. VAN DER SLUYS.
(Nadruk verboden).
3)
Ook Lindsay leunde achterover in zijn
hoekje. Hij was er zelf verbaasd over, hoe
de verleiding hem had meegesleept. Een
gevaarlijk karwei! Het was alsof de klok
eensklaps twaalf jaar teruggezet was! In
zijn geest doemden beelden op van zijn
werk onder Gar rat bij den Geheimen
Dienst. De beelden kwamen met zoo'n
vaart dat ze over elkaar hen rolden, tril
lend, verblindend, uiteenvallend, maar
ieder gebroken stuk vormde een levend
geheel. Als het niet om Marian geweest
was....
De trein danderde Waterloo Station bin
nen. Mr. Smith stak zijn stukgelezen boek
in zijn zak en stapte uit. Op het perron
keerde hij zich om en stak zijn hand uit.
Als u soms nog van gedachten veran
derd.... zei hij zacht maar dringend.
Ik wilde dat ik het kon.
De woorden waren er uit voor Lindsay
het wist. Hfj was heelemaal niet van plan
geweest ze te zeggen en hij voelde iets als
berouw. Maar mr. Smith had zich reeds
omgedraaid en liep het perron af, een for-
sche figuur met een .zeker air van ouder-
wetsche voornaamheid.
Lindsay keek hem na. Hij had niet ge
meend wat hij gezegd had, de woorden wa
ren hem ontsnapt, ondanks zichzelf. Hij
zette het heele geval uit zijn gedachten en
trachtte zich te realiseeren dat hij en Ma
rian de volgende week om dezen tend bijna
twee dagen getrouwd zouden zijn. Het
scheen niet mogelijk, niet werkelijk. Hij
spande zich in om het als werkelijkheid te
zien.
HOOFDSTUK III.
Den volgenden dag kwam de brief.
Lindsay werd wakker van het geluid, dat
Poole maaktè bij het optrekken der jalou-
zieën. Hij moest vaster geslapen hebben dan
anders, want als het kloppen op de deur
hem niet wekte, dan deed de krachtige ma
nier, waarop Poole het blad met zijn eer
ste kop thee neerzette, het toch altijd. Het
blad stond al naast hem en tegen den rand
lang een brief van Marian Rayne. Hij had
er het land aan brieven in bed te lezen.
Maar het was een gewoonte van Poole om
miss Rayne's brieven uit de rest van de
post te zoeken en met de thee binnen te
brengen.
Poole was een volmaakt bediende, hij
had in het laatste jaar van den oorlog tot
tweemaal toe Lindsa's leven gered en se
dert dien beschouwde hij hem, met allen
verschuldigden eerbied als zijn persoonlijk
eigendom.
Toen hij de jaloezie opgetrokken had,
keerde Poole zich van het verster af waar
door zijn bleek gladgeschoren gelaat zicht
baar werd, het zandkleurige haar, dat op
de kruin dun begon te worden, korte,
zandkleurige wenkbrauwen, grijze oogen en
een als uit hout gesneden gezicht. Hij deel
de Lindsay mede hoe laat het was en trok
zich terug. Precies over een kwartier zou
Lindsay hem de kraan van het bad hooren
opendraaien.
Onderwijl steldt Lindsay zich eens op de
hoogte van het weer, merkte, dat het een
trieste, druilerige dag was. Hij vond De
cember een geschikte maand om uit Enge
land weg te gaan en vroeg zich af, waar ze
hun Kerstmis zouden gaan doorbrengen.
Ze hadden daaromtrent nog geen plannen
gemaakt.
Toen gaapte hij, rekte zich uit, kwam
overeind en nam Marian's brief. De enve
loppe voélde licht en dun aan. Ze schreef
gewoonlijk zooals je sprak een een stuk
door. En nu leek het wel, alsof het cou
vert maar één enkel velletje bevatte.
Hij knipte zijn leeslamp aan en opende
(Jen brief. Er zat inderdaad maar één
blaadje in en op dat blaadje stonden en
kele gevlekte regels:
Lin, ik kan niet met je trouwen. Het
heeft geen zin er over te praten ik
kan het niet. Als je ook maar een grein
tje van me houdt, probeer dan niet mij
van gedachten te doen veranderen. Ik
kan het werkelijk niet.
Marian."
Hij las de woorden en toen las hij ze
nog eens. Hij las ze heel langzaam. Daar
na las hij ze voor de derde maal. De we
reld scheen op dat moment stil te staan.
Hij las het briefje voor den vierden
keer, maar hij had heelemaal niet het be
sef, dat het iets met Lindsay Trevor te ma
ken had. Het was alsof hij iets in een boek
las, of in een taal, die hy niet kende.
Hij legde den brief neer en dronk zyn
thee uit. Vervolgens greep hij opnieuw den
brief en begon hem wéér over te lezen.
Marian zou niet met hem trouwen, zoo
veel had ij wel begrepen. Maar ze zei niet
waarom. Ze zei alleen: Lin, ik kan niet
met je trouwen. Waarom? Ze legde niet
uit waarom, ze zei alleen: Ik kan niet
met je trouwen ik kan niet.
Hij werd zich bewust, da+ de hand, die
den brief vasthield, hevig trilde. Hij pro
beerde hem met de andere hand vast te
houden, met geen beter resultaat echter.
En toen drong het plotseling in zijn volle
verbijsterende beteekenis tot hem door,
Marian Marian zou niet met hem trou
wen! Lindsay zat daar overeinde in bed
met den brief in zijn sidderende hand en
de woorden brandden zich langzaam in zijn
bewustzijn langzaam, diep, onuitwisch-
baar. De seconden werden minuten, lange,
lange minuten, tot hij zich eindelijk dwong
de situatie onder de oogen te zien.
Het was een opluchting te merken, dat
hij helder denken kon. De gewaarwording
van den schok en net verdriet scheen afge
scheiden te zijn van het normaal werken
van zijn hersens. Hij keek weer naar den
brief. Marian zou niet met hem trouwen.
Een reden gaf ze niet op en hij wel
hij wist er ook geen; niet één.
Hij had het week-einde bij de Raynes
doorgebracht het huis was vol gasten ge
weest en hij had niet veel in Marina's ge
zelschap kunnen zijn. Maar er was geen
gekibbel, geen koelheid, of iets van dien
aard geweest. Marian had bleek gezien. Mr.
Rayne had er een grapje over gemaakt.
Te veel naaisters; had hij gezegd. Waar
om heeft een jong meisje tien keer zooveel
japonnen noodig als anders, alleen omdat
ze gaat trouwen? Ze kan er toch maar een
tegelyk aan hebben nietwaar?
Met ontzetting betrapte hij zich er op,
dat hij naar deze dagen 'etugkeek of het
een episode uit een grijs verleden was. Het
leek alsof een donkere kloaf hem er van
scheidde.
Hij stond op en borg Marian's brief in
een cassette. Terwijl hij den sleutel om-
draide, kreeg een wilde strijdlust hem te
pakken.
Als ze soms dacht, dat ze zish op die
manier van hem kon afmaken nu, dan
zou hij haar aan het verstand brengen, dat
dat niet het geval was. Als ze een reden
had, dan moest ze er mee voor den dag
komen. En als ze geen reden had als
ze geen reden had.... Zijn gedachten gin
gen niet zoo snel meer. Als ze geen reden
had, was het dan niet goed verlost te zijn
van een vrouw, die om een gril een man
nenhart ging breken?
Hij trachtte het zich wijs te maken, maar
hij kon het niet.... Het was Dinsdag van
daag. Zaterdag hadden ze zullen trouwen.
„Ik kan niet rpet je trouwen, Lindsay, ik
kan het niet."
Hij hoorwe het badwater loopen.
HOOFDSTUK IV.
Lindsay begon de dingen van iederen
dag als gewoonlijk. Als we door een hevi-
gen slag getroffen worden, lijkt het ons het
eerste moment wreed en ongerijmd dat de
aarde niet ophoudt met draaien, maar
spoedig schikken we ns er automatisch
in, dat het leve nzijn gang gaat.
(Wordt vervolgd).