De avontuurlijke opdracht FEESTEN VAN ALKMAARS ONTZET. Sp^ilJic'It Irnmi^r! ^'s kachel gezet wordt, is de zomer achter den rug en staat de winter Van Alkmaar begint de victorie. De traditioneele plechtigheid bij het wagens vtn hrf ^Z'JSSt!^ESSÏÜÏÏS WMr '00' d' deur" De ng,.pp„...„ onde.g.an I.a.s.e in- Vic.ori.b„ld t.r g.l.g.nh.id v.n d. 8 October..»*™ ontbrak „ie. op brengen inspectie net programma FEUILLETON Naar het Engelsch bewerkt door J. VAN DER SLUYS. (Nadruk verboden). 1) HOOFDSTUK I. Men zegt wel eens, dat het leven ondra gelijk zou zijn, als we wisten, wat ons het volgende etmaal te wachten stond. Soms echter zijn we ov» tuigd, dat we het weten. Op dien Maandagmorgen was dat het ge val met Lindsay Trevor, nadat hij zijn laatste week-einde als vrijgezel bij de Raynes had doorgebracht. Het was nu Maandag en Zaterdag zou hij met Marian trouwen. Ze zouden hun witte broodsweken in Italië doorbrengen en als ze terugkwamen op een flat in de stad gaan wonen en daarna lang en gelukkig leven. Hij had toen, in Guildford in den trein stapte, er geen flauw idee van, dat hij het pad verliet, dat hij zoo duidelijk en aan trekkelijk afgeteekend voor zich had ge zien. Hij kocht een krant, sloot het portier en zette zich behagelijk in een hoekje. Hij was neg bezig zijn krant open te vouwen, toen het oortier zenuwachtig open gerukt werd en miss Althéa Wintherington den coupé inkwam met twee tasschen, een mand, een hond, een actentasch en eenige pakjes. De pakjes vielen, de mand kwam op Lindsay's voet terecht en de hond kefte. Lindsay veronderstelde tenminste dat het een hond was. Het was iets ergs kleins en donzigs en droeg een lichtblauwe hals band met drie vergulde belletjes waaraan een blauw koord bevestigd was, dat door een magere dame van middelbaren leeftijd met glinsterende oogjes en in een eeniges- mate opgedirkte kleedij, vastgehouden werd. Ze installeerde zich in den hoek te genover Lindsay Trevor en even voor de trein vertrok voegde zich een lange man met een licht-gebogen gestalte bij hen, die met zijn rug naar de locomotief ging zit ten. Hij haalde dadelijk een hooornen bril te voorschijn en begon in een beduimeld uit elkaar liggend boek te lezen, dat hij uit zijn zak getrokken had. De trein rolde het station uit en miss Althéa Wintherington begon met een hoog, honingzoet stemmetje tegen het donzige hoopje op haar schoot te converseeren. Wat zegt de trein dan, Azor? Puf, puf, hè? Vindt Azor het prettig bij 't vrouwtje? Lindsay kek over zijn krant heen en ving haar blik op. Ik hoop, dat u niets tegen honden hebt? vroeg ze. Hij mompelde iets beleefds en verdiepte zich weer in zijn krant. Miss Witherington zette haar gesprek met Azor voort. Misschien zou de jonge man, als ze voortging met praten, zijn krant neerleggen en opmerken, hoe 'n mooi en intelligent hondje Azor toch wel was. Het was 't hoofddoel van miss Althéa's le ven, bewonderaars te oogsten niet voor haarzelf, maar voor Azor. Die oude heer, dat had geen zin. Ouden heeren houden zelden van dieren; dat had ze op reis vaa genoeg ondervonden maar jongelui mochten in het algemeen graag honden lij den. En dit was een sympathieke jonge man, een echte heer, zoo'n keurig grijs pak en zoo'n knap gezicht, al was het niet bepaald mooi. Ze praatte voort. Wat Azor warm? Was Azorg koud? Hongerig? Was hij een lief, verstandig dier? Ze had een doordrin gende fluisterstem, die duidelijk te verstaan was. Lindsay gaf het lezen op, maar hield de krant voor zijn gezicht, omdat hij er zeker van was, dat, zoo hij dit liet zakken 'n ge- gesprek over Azor onvermijdelijk zou zijn. Hij benijdde den man in den anderen hoek, die met klassieke kalmte bleef doorlezen. Hij werd er kriebelig van, zijn reisgenoo- te begon op zijn zenuwen te werken. Ze vroeg Azor nogmaals of hij hongerig was, waarna er een scherp gekef losbrak en de jongeman een scherpe lucht van bananen rook. Een papieren zak kraakte en Azor legde een uitbundige vreugde aan den dag. Mooi zitten! beval miss Witherington. Mooi! Neen riet op vrouwtje schoot! O, neen, schattekind mooi zitten als een zoet hondje op de kussens! Azor werkte daarna haar heele reper toire of tegen den achterkant van de Times Miss Witherington fluisterde niet langer maar sprak nu op luider toon. Niemand toch kon ongevoelig blijven als Azor voor zijn vaderland stierf. Sterf voor je vaderland, schat! Sterf voor je vaderland, knap, knap, hondje! Azor stierf op buitengewoon realistische wijze met een glimmend oogje op het laatste stukje banaan. De Times ging niet omlaag. Geen bijval vinnig Van achter het blad. En toen reed de trein het station van Woking binnen en stopte. Miss Witherington had een kleur gekre gen. Haar opinie over den jongeman tegen over haar was radicaal gewijzigd. Ze pakte den met zooveel geringschatting bejegen den Azor op, zijn blauw gevoerd mandje, de actentasch, den zak met bananen, be nevens nog een zak met koekjes, haastte zich den trein uit dn viel 'n dikke, rood wangige dame om den hals, die haar harts vriendin was. Miss Witherington omhelsde de hartsvriendin met zooveel heftigheid dat ze niet merkte dat ze haar papierep zak ken had laten vallen, tot Lindsay ze voor haar opraapte. Hij nam het mandje ook op, gaf haar de pakjes, die ze vergeten had en werd als loon voor zijn moeite door Azor aangekeft. Toen hij eindelijk weer op zijn plaats zat, smeet een conducteur het por tier dicht en de trein zette zich in bewe ging. De wagons gleden het station uit. De man in den anderen hoek sloeg een blad zijde om en las door met een onverstoor baarheid, alsof hij tot een anderen wereld h-oorde. Lindsay vroeg zich juist af, of het tot hem doorgedrongen was, dat er een hond in den coupé was geweest toen hy eensklaps zijn boek op de knie legde, zijn bril op zijn hoofdhoofd schoof en met een vriendelijke, beschaafde stem vroeg: Hoe zou u er over denken voor uw vaderland te sterven? HOOFDSTUK H. Lindsay Trevor staarde met een soort ge- amuseerden schrik door den coupé. Hoe zou u er over denken, voor uw vaderland te sterven? Wat moest je zeggen, tegen een volkomen vreemde, die je een dergelijke vraag deed een gedistingeerd uitziende vreemde, die hem niet aankeek, maar langs hem heen uit het raampje staarde. Lind say stelde zich de vraag, of hij veroor deeld was, de rest van de reis in gezel schap van een krankzinnige te moeten doorbrengen. Terwijl deze gedachte door zijn hoofd flitste glimlachte de vreemde even. Zijn blik richtte zich nu op de fluweelen rug leuning rechts van Lindsay's hoofd. Droo- merig sprak hij: Ja het is geen wonder dat u dat denkt. Maarthans keek hij Lindsay recht in de oogen. Ik ben toch abso luut toerekenbaar. Lindsay kreeg een schok van verrassing. De glimlach was vriendelijk en de oogen hadden een rustige en verstandige uit drukking. Neemt u mij niet kwalijk, zei hij, maar u vroeg mij iets. Ongetwijfeld. En mag ik vragen waarom? hernam Lindsay Trevor. De vreemde haalde een witzijden zak doek uit zijn zak en een tweeden bril, die hij op een verstrooide manier begon af te wrijven. Ja, antwoordde hij, ja. Waarom vraagt men iemand iets? Ik veronderstel, omdat men iets we ten wil. Wordt vervolgd). 3)e£cicbcHe6ou/fco/nt Een lekkernij, in het voormalig politie bureau te Alkmaar is door het Natuur historisch Museum een tentoonstelling van paddenstoelen en herfstvruchten geopend. Een bekoorlijke bezoekster neemt een proefje Gasmaskers vóór III De recruten van de Engelsche genie-troepen ont vangen te Chatham speciaal onderricht in het gebruiken van oxygeen-maskers bij hun arbeid tijdens eventueele gas-aanvallen De jaarlijksche 8 October (eesten te Alkmaar werden Vrijdag ingezet met een kinderoptocht, die veel belangstel ling trok. Een tweetal toto's van het aardig geheel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 9