DE LEIDSCHE COURANT Onze Raadselwedstrijd Ik sprak verleden week van het groot getal deelnemers, die dezen keer naar een prijs meedongen. Nu dan! Alle namen zijn ingeschreven en die uitgevallen zijn en niet aan de lo ting deelnamen behoorlijk opzij gelegd. Dat zijn er niet bijster veel. Er zijn er in het geheel 29 uitgevallen. Het waren er, die slordig en gauw, gauw het werk afroffelden en blijk gaven van: er-niet-om-te-geven of de raadsels goed of niet goed waren en er waren er ook bij, die er niets van terecht brachten vooral bij de afd. „Teekenen", zoodat dan ook In deze afd. de meesten uitvielen en ik hier alleen 15 teekeningen kreeg, die ik onmiddellijk in de papiermand depo neerde. Trouwens op het groote getal, die in „D." meededen, is 15 nog niet eens veel. Dan zijn er een paar geweest, die geen naam opgaven. •Ik maak ae inzenders in D. vooral mijn compliment. Er zijn gewoon „prachttee- keningen" bij. Prachtteekeningen gemaakt door leerlingen van de vierde tot de hoog ste klassen en van ouderen, die de school al verlaten hebben. Zoodra ik de lijst geef van deze groep, laat ik de namen tevens hooren, van hen of haar, die keurig werk leverden, hetzij als penteekening, hetzij gekleurd, hetzij ongekleurd hoe ook, er zijn juweeltjes bij, die waard waren in een lijstje opgehangen te worden. Later hierover meer. Kom, ik wil nog eens zeggen, dat ik meer dan tevreden ben over het getal deelnemers, die bij hoopjes binnen stap ten en getuigde hoe „De Leidsche Cou rant" gewaardeerd wordt en onze Rubriek in aller belangstelling zich verheugen mag Van Woerden tot Katwijk en Noordwijk aan Zee, Oost-West en van Voorschoten tot Noorden en Vijfhuizen. Zuid-Noord, hebben er megedongen. Zie de namen en de plaatsen, vanwaar de brieven binnenkwamen. HET JUISTE GETAL. Groep A (69 jaar) 170 uitgevallen 0. Groep B (9—12 jaar) 176 uitgevallen 2. Groep C (boven 12 j.) 102 uitgevallen 4. Groep D. Teekening 193, uitgevallen 15. Groep E Opstel-vers 61. uitgevallen 3. Groep F Brieven 48, uitgevallen 3. Groep G. Eigen raadsels 38 uitgev. 2. Samen 788 uitgevallen 29. Megeloot 759. Wat zegt u van zoo'n getal? I wou, dat ik jullie die stapels brieven eens kon laten zien, maar bovenal dien berg teekeningen, die voor me liggen, en me toelachen als Shirly Temple en Prins Bernhard dat gewoon zijn te doen. De inzenders van deze twee „Onderwerpen" zijn al bijzonder geslaagd. De raadsels waren niet zoo gemakkelijk als ik dacht. Voor „Boven de 12 jaar" (Afd. C.) waren ze gezien de vele brie ven lang niet gemakkelijk. Toch zijn er nog 98, die ze heelemaal of bijna „goed" hadden. Nu zal ik de oplossingen zelf geven en kan ieder uwer zich vergewissen, of de zijne of de hare zóó was opgelost. A. Oplossing Raadsels 69 jaar. Opl. I: bal bel baal bol. Opl. II: hg kw dub st 2 hst. 4c en andere combinaties. Opl. III: hoofdonderwijzer. Opl. IV: o Opl. V.: paddestoeL Opl. VI: Mijn vader is mijn beste vriend. B. Oplossing Raadsels. 912 jaar. Opl. I: Volhouden doet winnen. Opl. II: Wie niet waagt, niet wint. Opl. III: Parijsche tentoonstelling. De woorden zijn: Parijs Essen tent toon liegen laag. Opl. IV: Dordrecht. De woorden zyn: Oldenzaal Rotterdam Drontheim Rijnsburg Eindhoven Culemborg Hoogeveen Tubbergen. Opl. V.: Jan Jane Antoon To Ad Rie Riet. Stan An Anna. Henk Ka Eef. Adam Luci Fer. C. Oplossing Raadsels. Boven 12 jaar. Opl. I: Hubertina. De woorden zijn: hand guur ambt Vere pers stek iets Anna klas. OpL H: Groningen. De woorden zijn: e g 0 G r r o t A n s k i n a n t e g t d e n e n g Opl. III: Vele varkens maken de spoe ling dun. De woorden zijn: varken poes lam deken geel vin das nul. Opl.. IV: Borneo Borne. Opl. V.: Goede wijn behoeft geen krans. Al regent het varkens, Jan Salie krijgt er geen borstel van. Opl. VI: Metselaar kleermaker loodgieter melkboer. Dit waren de opl. voor de drie „Raad- selgroepen". Ik voor mij geloof, dat ze zoo moeilijk niet waren en dan een beetje hulp van deze of gene, is immers toegestaan. De volgende week is geloot en geef ik de namen der gelukkigen en tevens voor zoover de ruimte het toelaat de namen van mededingers van eenige afdeelingen. Dus tot de volgende week! Nog even geduld! Alvorens afscheid vandaag van U te ne men, wil ik uit uw aller naam dank bren gen aan de Directie van ons blad voor de schitterende prijzen, die zij weer dezen keer beschikbaar stelde. Oom W i m. ATTENTIE. Zoodra alles geplaatst is, wat betrek king heeft op onzen gehouden raadselwed strijd, beginnen we aan een nieuw ver volgverhaal van „Jeanne v. d. Kroft" uit Sassenheim en dat heeten zal: „Het geheim van Agnes". Daarna volgt weer een verhaal van mij en wel: „Jan wordt schaapherder." Oom W i m. WIE ZIJN JARIG? Van 8 tot en met 14 October. 8 Oct.: Annie Bakker, Koningstr. 39a. 8 Oct.: Truusje Hillenaar, Hoogmade B239 8 Oct.: Frits Vosters, Haarl.str. 273a. 8 Oct.: Lucie v. d. Vooren, H. Rijndijk 106 8 Oct.: Cootje Wagenaar, Johan de Wit- straat 18, Wassenaar. 8 Oct.: Henk v. d. Steen, Haven 36. 8 Oct.: Joseph Maat, Hoogewoerd 59. 9 Oct.: Koos Zandbergen, Noordbuurt E 159, Zoeterwoude. 9 Oct.: Bert Mulder, Watertje D 15, Zoe terwoude. 9 Oct.: Clasien Vaneman, Zuidbuurt C 33 Zoeterwoude. 9 Oct.: Mina Verdegaal, Noorseweg 381, Nieuwkoop. 9 Oct.: Han Verhoogt, Sophiastr. 47, 10 Oct.: Saartje de Zwijger, Vrouwekerk straat 8. 10 Oct.: Kitty Edelaar, O. Singel 66. 10 Oct.: Alie Berenfinger, Middelstegr. 25a 11' Oct.: Bertie v. d. Berk, Veldhorststraat 44, Lisse. 11 Oct.: Peter Verstaegen, Zoeterwoude, Weipoort. 12 Oct.: Alie van Brecht, Gebr. Treubstr. 29, Voorschoten. 12 Oct.: Toon Pietersen, St. Jacobsgr. 1. 12 Oct.: Annie Kroon, Langegr. 184a. 12 Oct.: Corrie Hecke, Pr. Steijnstr. 21a. 13 Oct.: Marie Neyman, N. Wetering. 13 Oct.: Beppie Gertenaar, Hooigr. 63a. 14 Oct.: Gonnie Schouten, Tollensstr. 15. 14 Oct.: Betsie Dongelmans, Tuinstraat 16, Alphen. 14 Oct.: Albert Godé* 14 Oct.: Louis Staats, Hoogl. Kerkgr. 3. 14 Oct.: Abram Habraken, Ik feliciteer de jarigen. Wie zijn of haar naam in deze lijst wil opgenomen zien, schrijve me minstens 14 dagen vóór den verjaardag. Zoo ook, wie bij het verlaten der school van deze lijst wil afgevoerd worden. Deze lijst is alleen en uitsluitend voor schoolgaande kinderen. Laten Albert Godé en Abram Habra ken het.juiste adres opgeven! Oom Wim. Leiden ontzet door Diederik. 3 October, dag van haring, Van tabak en wittebrood; Van een optocht, pret, vermaken, Waar aan meedoen klein en groot. Van veel drukte in de straten, Vlaggentooi en het publiek Hossend, zingend, daarbij orgel: 3 October-symboliek. 't Lunapark met zijn vermaken, Kramen met ik weet niet al; Doch dit alles weer verdwenen Na dien feestdag; dan 't geval: Moe gesprongen zijn de menschen, Leeg van hen de port'monnaie, Haringresten, mutsen, toeters, Na dien dag weer rust en vrêe. 't Vuil verwijderd van de straten, Weggeveegd door personeel, In den nacht na drie October, Nachtrust viel hen niet ten deel. Maar de stad leek weer herboren, Wat haar weer het aanzien gaf, Leiden werd ontzet van rommel Door d' rein'ging met haar staf! U vraagt? 1. Wat is eigenlijk een piloot en cock pit? 2. Welk Hollandsch woord zou men voor steward en propeller hebben? 3. Hoe groot zou c'e Doode Zee zijn? 4. In welk jaar werd de hand van den H. Stephanus in Weenen teruggebracht? 5. Wie was Chopin? 6. Wat zijn Da jakkers? Wij antwoorden. 1. Piloot is klakkeloos overgenomen uit het Fransch, beteekent loods, wat een vlieger niet is. Cockpit staat gelijk met het Nederlandsche hennegat. Dit is de ovale ruimte, waarin de bestuurder van een officierssloep zit. 2. Voor steward hofmeester en voor pro peller schroef. 3. De Doode Zee of de „Zoutzee der Woestijn" is 76 km. lang en tusschen de 3 a 16 km. breed. Hierover zal ik later wel eens wat meer zeggen). 4. Deze hand werd in 1778 door Maria Theresia in Weenen teruggebracht. (Hier over vertel ik later wel eens meer). 5. Chopm (Friedrich Frans) was een groot musicus, vooral beroemd als kla vierspeler en componist. Hij werd gebo ren in Warschau 1810 en is overleden in Parijs in 1849. 6. Dajakkers zijn de inboorlingen van Borneo; nakomelingen van de oorspron kelijke bewoners; berucht door hun ge woonte van koppensnellen. Een dagje naar zee door Lenie( Bosman 10 jaar. De tweede week van de vacantie had den Pa en Moe ons beloofd, dat we een dagje naar Zee mochten naai' de Wasse- naarsche slag. Op Woensdag, den gewichti- gen dag, stonden we allen gereed om weg te gaan al heel vroeg in de niorgen. Toen begon het opeens te regenen. Wij waren natuurlijk teleurgesteld. Bij mijn jongere broertjes en zusjes kwamen de waterlan ders te voorschijn. Maar Pa en Moe zei den,. dat we de volgende week Dinsdag zouden gaan. We vonden het allemaal heel erg jammer, maar verder op den dag bleek het verstandig te zijn geweest van Pa en Moe, want het grootste gedeelte van den dag bleef het regenen. De Dinsdag daarop, waarop we allen hoopten, was alweer re gen. We vonden het natuurlijk weer jam mer, dat we niet konden gaan. Maar we waren toch niet zoo bedroefd als de vo rige keer, toen het werd afgelast. Want twee dagen later, Donderdag, zouden we dan naar Katwijk gaan. En toen we Don derdagmorgen opkwamen, was het weer al aardig opgeknapt. En al heel gauw kwam het zonne tje, zoodat we begonnen ónze koffertjes te pakken met eten, drinken en lekkers. Na dat we gegeten en gedronken hadden en na ons allen op z'n uitgaans gekleed te hebben, gingen we in vroolijke stemming naar de autobus, die ons naar de Zee zou brengen. Zelfs de reis met de bus was al een plezierreis. Na een uurtje rijden kwa men de duinen al in 't zicht, zoodat we na eenige minuten gereden te hebben onver wachts de groote zee voor ons zagen. Spoe dig gingen we nu uit de bus. Toen hebben we een gezellig plekje opgezocht. Pa huur de een tent waarin we ons konden verklee- den. Nu begon de pret. De geheele dag heb ben we volop genoten: kuilen graven, plis- plassen in de groote golven. Verrassing was het ook nog, toen we er een uurtje waren, dat tante Truus met een neefje en een nichtje kwam. Om één uur gingen we nu eten. En we hebben verder den dag gezel lig doorgebracht. We vonden het natuur lijk veeL te gauw tijd om het mooie strand te verlaten. En het was veel moeite om je kleeren fatsoenlijk aan te krijgen zonder te veel zand mee te nemen. Bij de bus aan gekomen stapten we allen alvast in. Pa bleef nog even buiten en kocht toen een zak lekkere pruimen, We zaten een 10 mi nuten in de bus en daar kwam de chauf feur. Hij zette de motor aan en daar ginger we weer terug naar ons eigen dorpje. Daar aangekomen gingen we weer naar huis, na lekker gegeten te hebben, gingen we gauw naar bed. En we sliepen dien nacht als op rozen! Angstig vermoeden. Klein Jantje heeft de bezoekster gewich tig verteld, dat vader .een nieuw stel val- sche tanden gekregen heeft. Is 't heusch, zegt Tante, en wat doet ie nu met de oude?" Jantje peinst, kijkt naai z'n nieuwe broek met 'n oud lapje, trekt z'n voorhoofd in rimpels en zucht: „Ja die zullen ze wel kleiner maken voor mij". „VILLA ZEEZICHT" door Anton Roels. XV (Slot). De laatste dag op „Zeezicht was aange broken. Piet kwam al vroeg uit de veeren, want hij wilde nog eens goed afscheid nemen van de menschen en de dingen, die hij had leeren kennen. Het behoefde geen afscheid voorgoed te zijn, had Tante ge zegd, want het volgend jaar moest hij stel lig weer op „Zeezicht" komen. Allereerst ging hij naar Aai, die netten zat te boeten vóór zijn huisje. „Ga je weer vertrekken? Dat is jammer, ik had je nog een heeleboel willen laten zien!" „Ik mag den volgenden zomer weer terug komen!" „Dat duurt nog zoo lang. Wie weet, of de oude Aai dan den kraaienmarsch al niet geblazen heeft? Maar.... we zullen hopen van niet. Ik vind het leven nog veel te mooi om er uit weg te moeten. Hierna ging Piet naar zijn vriendje, dat, zijn gewoonte getrouw, een paleis aan het bouwen was in het natte zand vlak langs de zee. „Ga je nu al weer weg? En je zou me eens meenemen naar dien visscher, die een heel huis met mooie schelpen heeft?" pruil de hij. „Ik kan er niks aan doen", zei Piet, „over morgen moet ik weer naar school en de tijd is zóó gauw voorbij gegaan, dat ik niet eens aan mijn belofte heb gedacht. Maar.het volgend jaai kom ik terug!" „Net of ik dan nog hier ben! Vader heeft gezegd, dat we in September vertrekken. We gaan naar het Zuiden. Daar is het veel warmer en mooier dan hier met dien regen en mistEn in den zomer gaan we naar Noorwegen. We gaan overal naar toe, heeft Vader gezegd. En wat Vader belooft, dat gebeurt!" Barend zat op de bank voor zijn huisje te lezen, toen Piet hem kwam opzoeken. „Kom je afscheid nemen van mijn huisje en mijn bloemen? Dat is aardig! Als beloo ning bied ik je straks een autotocht aan naar het station!" In de verte ruischte de blauwe zee. Piet keek er naar, tot zijn oogen pijn deden van de helle kleuren van het water en van de zondoorgloeide lucht. Opeens vond hij het heel jammer, dat hij de zee zoo'n tijd niet meer zou terugzien. Hij had er wel erg naar verlangd om weer bij Vader in de stu deerkamer te mogen zitten en mooie boe ken te bekijken met vreemdsoortige dieren en uitheemsche planten. Maar nu voelde hij toch ook, dat hij van „Zeezicht" was gaan houden en dat het moeilijk was om er weg te gaan. Had Vader niet gezegd, dat ook Moeder zoo graag aan het strand was bij Tante Jo? „Kom je eten, Piet?" Tante Jo stond in den tuin te roepen. „Het is de laatste maal! Over een uur gaat de trein. We hebben dus niet eens zooveel tijd meer!" Een half uur later gleed de fraaie auto langs de gladde asfaltwegen tussohen de duinen. Nog even keek Piet om naar de witte vlek in de verte, die „Villa Zeezicht" was. Nog even zag hij tusschen de duinen door de witte golvenkoppen van den oceaan. Toen schoven boomen voor dat prachtig vergezicht. Het was de hoogste tijd! De trein stond al voor het vertrek gereed. „Houd je goed jongen! De groeten aan Vader! Zal je voorzichtig zijn? En.... gauw schrijven hoor!" „Hartelijk bedankt, Tante, voor de heer lijke weken!" Langzaam zette de trein zich in bewe ging. Op het perron bleef Tante alleen ach ter. Piet zag haar nog lang wuiven met haar zakdoek, tot het kleine station door een bocht uit het gezicht verdwenen was. Een kleine vergissing. Een boer zag eens een ontsnapte papegaai op het dak van zijn huis zitten. Het was de eerste keer, dat hij zoo'n vogel zag. Hij nam vlug een ladder en klom fluks naar boven om den onbekenden schat meester te wor den. Maar toen hij het dak bereikte, begon de papegaai met zijn vleugels te slaan, ter wijl hij ernstig vroeg: „Wat wil je!" Toen ontstond er een pauze, waarna.de ooer zijn pet afnam en verlegen zei: „Neem mij niet kwalijk mijnheer! maar ik dacht, dat u een vogel was". De boer ging heen. zooals hij gekomen was. Ifet andere hoofd. Grootvader had altijd een lange baard gehad en zijn kleinzoontje kon hem dan ook zich anders niet voorstellen. Op een dag had grootvader zijn baard laten sche ren. Het kleinzoontje ziet dit; spert zijn oogen wijd open en roept met angstige stem: „Moeder! kijk eens! Grootvader heeft een verkeerd hoofd op! (Voor de Grooteren). Van groote mannen door Anton Roels. DANTE. De beroe,mde dichter werd geboren in Florence in het jaar 1265 uit een Welfische familie. Hij beroemde zich op de adel van zijn geslacht. We weten niet bijzonder veel van Dantes jeugd. We weten, dat hij deze doorbracht in zijn geboortestad, waar hij studeerde en zich aan de dichtkunst en de politiek wijdde. In 1289 trok Dante mee ten strijde tegen de bewoners van Arezzo er. Pisa. Hieruit blijkt wel, dat de kunste naar zich niet van de gebeurtenissen in het politieke leven afzijdig hield, zooals zoovele anderen juist wel doen. Dante trouwde in het jaar 1296 (toen hij dus ongeveer 34 jaar oud was) met Gemma Donati. Hij had zich reeds laten inschrijven in de gilde der dokters en apo thekers. Hij bleef zeer actief deelnemen aan de gebeurtenissen van den dag. Hij was een maal afgezant en vervulde nog een andere hooge betrekking. De Welfen hadden zich in twee partijen verdeeld: de zgn. Witten, die gematigd waren, en de Zwarten, die op de hand wa ren van den Paus. In 1302 zond de Paus nu een broeder van Filips. den Schoonen, Karei van Valois geheeten, naar de stad om de Witten te onderdrukken. Ook Dante behoorde bij de Witten, die het loodje leg den en groote boeten opliepen. Ze werden twee jaar verbannen en werden voor het heele Teven uitgesloten van alle betrekkin gen en waardigheden. Dante was niet in zijn geboorteplaats, toen dit bericht werd bekend gemaakt en zoodoende verscheen hij niet voor den rechter. Hierdoor werd zijn ballingschap tot levenslang verlengd en op straffe van levend verbrand te worden, werd hem de toegang tot zijn geliefde geboortestad ont zegd. Het is te begrijpen, dat dit alles den dichter veel leed heeft gedaan. Hij sloot zich aan bij lotgenooten, die door de Gi- bellynen werden gesteund* en trachtten weer in hun vaderland terug te keeren. Maar tenslotte kon hij zich niet meer met hun gedrag vereenigen en trok zich geheel terug en vormde een nieuwe partij, wagr- van hij het eenige lid was. In 1310 kwam de nieuwe Duitsche kei zer Hendrik VII naar Italië, om daar weer rust en orde te brengen. Dante was zeer geestdriftig. Hij verwachtte veel van den nieuwen vorst, maar spoedig veranderde zijn hoop in bittere teleurstelling, want de keizer belegerde Florence tevergeefs en stierf toen plotseling. Dante had door al zijn bemoeiingen echter opnieuw de haat op zijn hals gehaald, en, toen er gratie werd verleend, werd hij overgeslagen. De laatste jaren van zijn veelbewogen leven genoot hij de vriendschap van enkele hooggeplaatste personen, den heer van Verona en den heer van Ravenna. In de laatste stad stierf de dichter in 1321. Hij liet ons een schat van werken ach ter, waaronder het zeer groote gedicht: „De goddelijke comedie" wel het hoogte punt vormt. (Voor de kleinen). De poes door Anton Roels. Ze heeft niet veel verlangens, Ze is zoo gauw tevrée, Je geeft haar maar een klosje, Dan speelt ze daar wel mee. Ze ligt zoo zacht te spinnen, De oogen bijna toe, Ook zij wordt van het spelen Tenslotte loom en moe. Maar hoort ze iets bewegen, Dan kijkt ze spoedig op, Ze rekt zich eens behaaglijk En schudt eens met den kop. Zoo slijt een poes haar dag Ze eet en slaapt en spint, Omdat ze zonder zorg is En 't leven heerlijk vindt. Mijn zusje door Annie Bosman (9 j.). Ik heb een liefc klein zusje Vier jaren is ze oud; Ze heeft vuurroode wangen, Haar haartjes zijn van goud. Ze speelt graag met haar poppen, Dan is ze, o zoo zoet! En heel veel buiten spelen, Dat is gezond en goed. Ze is mijn jongste zusje, We spelen veel te zaam; Nog wil ik u vertellen Dat Beppie is haar naam. Dit is het eerste versje Wat U ooit van me zag, Toch hoop ik al heel stiekum Dat ik 'n prijsje winnen r

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 18