HET CONCERTGEBOUW-JUBILEUM. Om een Kind 3)e Seicbelie 0ou/tant De aviateur Duchesne, die vier dagen verdwaald was in de Sahara, werd door een Arabische karavaan gevonden en door de militaire vliegers, die hem waren gaan zoeken. Het blijde weerzien In het Concertgebouw te Amsterdam werd Donderdagavond ter ge legenheid van het gouden bestaansfeest van het Concertgebouw een gala-concert gegeven. Een overzicht van de eivolle zaal In tegenwoordigheid van drieduizend Amerikaansche oud-strijders is in Picardië een monument onthuld ter eere der Amerikaansche soldaten. Een overzicht tijdens de plechtigheid, welke door president Lubrun, genetaal Pershing en vele andere autoriteiten werd bijgewoond De Nederlandsche burgemeesters, die een bezoek aan Parijs brengen, legden een krans bij het graf van den Onbekenden Soldaat. Links: dr. W. de Vlugt, burgemeester van Amsterdam; rechts: de burgemeester van Rotterdam, de heer Droogleever Fortuyn De strijd in China. Om aan het waak zame oog der Japansche vliegtuigen te ontkomen, heeft deze Chineesche soldaat zich van een bijzondere hoofd bedekking voorzien De Hooge Commissaris voor Canada, Vincent Massey, is met zijn echtgenoote van Londen naar New York vertrokken, om zich van daar naar zijn standplaats te begeven FEUILLETON ROMAN VAN NORBERT GAR AI. 44) Kitty kruist de armen onder het hoofd en maakt het zich ook overigens zoo ge makkelijk mogelijk. Dat is nog eens wat, eerste klas te reizen. Heerlijk is het; haast te mooi om waar te zijn. Maar belangrij ker dan dit alles is toch wel de heimelijke voldoening, welke zij heeft over het feit, dat Coverley inderdaad op weg is geheel onthouder te worden. Nu, hij staat dan ook onder strenge controle. Maar om zijn eigen woorden te gebruiken hij blijft zoo droog als de Sahara. Ja, ze zijn goede vrienden geworden, niettegenstaande hun karakters zoo ver uit- eenloopen. Coverley pleegt zich weliswaar nog steeds eenigszins van uit de hoogte met haar te onderhouden, maar zij is in- tusschen toch zoover in zijn achting geste gen, dat hij meermalen zakelijke aangele genheden met haar bespreekt. Dat streelt haar eergevoel. De wensch zichzelf in zijn oogen onmisbaar te maken, doet zich op bedenkelijke wijze meer en meer bij haar gelden. Natuurlijk heeft dat niets te maken met een snel opkomende „heimelijke liefde". De eenige reden, die zij er voor kan aan voeren is deze, dat zij geen lust heeft daar ginds ten eeuwige dage kindermeisje te spelen, maar zich een beteren werkkring met ruimere perspectieven wil verschaffen. Jammer, dat zij dat alles niet eens met Nicolle kan bepraten. Zij moet in haar brie ven zoo voorzichtig zijn. Ja, Nicolle.... Vermakelijk, dat zij plotseling weer tot de ontdekking was gekomen toch van Danny te houden. Als ze wisten, Danny en zij, dat het geluk van hun huwelijk slechts geba seerd was op een comedie, die de kleine Fred Bigs in scène had gezet....! Kitty ziet Coverley uit de rooksalon ko men. Hij is in gezelschap van de „Mum mie". met welk minder vleiend epitheton Senora Gonzales, de echtgenoote van een Mexicaanschen consul wordt aangeduid. Zij rookt dikke, zwarte sigaren en snatert als een heel leger opgejaagde ganzen. Ge lukkig, dat haar echtgenoot zich over haar ontfermt; anders was het uit geweest met de rust aan dek. Coverley schijnt in geen al te beste stem ming te zijn. Met een verveeld gezicht trekt hij een ligstoel naar zich toe. „Ik heb wat met je te bepraten", zegt hij, terwijl hij zich landerig in de stoel laat vallen. „Dat gaat zoo niet langer. Als je gehoord had, wat de mummie weer alles liep te bazelen. Maar per saldo heeft ze gelijk. Ik compromitteer je. En mezelf er bij. Ik kan me voorstellen dat de men- schen het een zeer mysterieus geval vin den, als zij hoor en, dat Maud mij „vader" noemt en jou „mamma".. Kitty glimlacht. Ook zij voelt zich niet opgewasen tegen deze kletspraatjes. Wat helpen alle uiteenzettingen, als geen mensch er een woord van gelooft. Haar mede-passagiers hebben nu eenmaal hun eigen meening over dit „hoogst zonderlin ge geval". „Wat moet dat in 's hemelsnaam in Mel bourne worden?" piekert Coverley. „Daar zal dat onzinnige gevraag eerst recht be gum en!" Hij werpt Kitty een verstolen blik toe en zegt dan plotseling op zakelijken toon: „Ik zou je een voorstel willen doen. Dat wil zeggentja, 't is een beetje lastig gevalik bedoelhm, tenslotte ben ik al aardig grijs.." Tevergeefs wacht—hij op Kitty's ant woord, een protest. Zij zwijgt in alle talen. „Nou, je kan toch ook wel wat zeggen", meent hij lichtelijk gergerd. „Je bent an ders ook niet zoo op je mondje gevallen! Wat zou je er van denken, als wij samen eens gingen trouwen..? Ja, begrijp me goed louter uit egoistische overwegingen. Alleen om die ellendige kletspraatjes uit de wereld te helpen". Een behaaglijk gevoel, zooals slechts de vrouw dat kent, die zich door een ver overing veilig geborgen weet, besluipt Kit ty. Het voortdurend samenzijn gedurende de laatste weken en hun gemeenschappe lijke zorgen voor Maud hebben hen zoo dicht bij elkaar gebracht, dat zij niet zoo heel veel woorden noodig hebben om el kaar te begrijpen. Dit. op eenigszins ont stemden toon tot uiting gebrachte huwe lijksaanzoek is een verkapte liefdesverkla ring. En heimelijk stelt ze bij zichzelf vast, dat haar gevoel van vriendschap voor Co verley toch niet heelemaal van zoo onper soonlijken aard is, als zij zich zelf steeds wijsgemaakt. „Trouwen?" vraagt ze met een bedenke lijk gezicht. „Alleen om een eind aan de praatjes te maken? Wat zou dat voor een huwelijk worden". „Vertel toch geen onzin!" stuift hij op. „Je weet best, dat ik je graag mag. Ik ben nu eenmaal aan je gewend geraakt. En Maud zou je heelemaal niet meer kunnen missen: 't Is toch lang niet altijd gezegd, dat voor een gelukkig huwelijk bepaald een groote, romantische liefde noodig is. 'k Geloof, dat wij beiden.maar ja. zoo als ik al zeim'n grijze haren.... 'k Vrees, dat ik te oud voor je ben...." „En ik vrees" geeft Kitty vergenoegd lachend ten antwoord, „dat ik te klein voor je ben. Ik blijf tien centimeter beneden de middelmaat. En die ontbreekende tien cen timeter kan ik tot m'n spijt met den besten wil niet meer inhalen...." Een oogenblik zwijgen beiden. Dan zegt Coverley: ,,'k Wil je een voorstel doen. Jij ziet mijn grijze haren over het hoofd en ik beloof jou, dat ik je nooit een verwijt zal maken over die ontbrekende tien cen timeter!" En de maan, die, als eenige getuige, glimlachend op dit aardsch gebeuren heeft neergezien, houdt discreet een wolk voor het gezicht, want aan boord van de „Queen Victoria" hebben twee menschen elkaar in een lange kus gevonden. EINDE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 9