«J JAARFEEST-RECLAME W .CAFETARIA" Aanvang DANSLESSEN U danst perfect 62 Jaar „Het Leidsche Wollen Dekenhuis" Onze schitterende Fantasie Deken „SPECIAAL" HAPPY LIEFDEWERK Drukwerk DINSDAG 5 OCTOBER 1937 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BI AD - PAG. 7 De 'heer Schüller (S.D.A.P.)Dat wekt den indruk alsof ik hier onjuiste beschuldi gingen heb staan debiteeren. Wethouder Wilbrink (C.H.)Ik zeg alleen, dat het vollege van B. en W. de con clusie, dat het bestuur verwijderd moet wor, den, geheel voor rekening van den heer Schüller laat. Achterstelling van Katholieken. Thans komt aan de orde: 24. Beantwoording van de interpellatie van den heer Lombert inzake het in dienst nemen van personeel op arbeidsovereen komst bij den Plantsoendienst. De vragen van den heer Lombert (R.K.) luiden als volgt: lo. Is het Burgemeester en Wethouders bekend, dat de opzichter van den Gem. Plantsoenendienst bij de laatst plaats ge had hebbende aanstelling van personeel in tydelyken dienst zulks heeft gedaan met uitschakeling van katholiek georganiseerde werkloozen? 2o. dat er op het tijdstip, dat de aan stelling zou geschied, bij de Gem. Arbeids beurs stonden ingeschreven: 13 personen, georganiseerd in den R. K. Bond, 19 per sonen, georganiseerd in de Chr. Organisatie, 17 personen, georganiseerd in de Moderne Organisatie, van Land- en Tuinbouwarbei- ders, pl.m. 10 personen, georganiseerd in de Moderne Bond van Overheidspersoneel; 3o. dat genoemde opzichter uit deze by de Arbeidsbeurs ingeschrevenen een voor- loopige lijst van bij voorkeur aan te stel len werklieden heeft opgemaakt, bestaan- de uit: 6 leden van de Christelijke Orga nisatie, en 4 leden van de Moderne Orga nisatie van Land- en Tuinbouwarbeiders, 5 leden van de Moderne Organisatie van Overheidspersoneel, en slechts 1 lid van de R. K. Land- en Tuinbouwarbeidersbond; 4o. dat bij de te werk gestelde 14 werk loozen zelfs dit ééne lid van de R. K. Or ganisatie niet heeft mogen behooren; 5o. dat bedoelde R. K. Werklooze vol doende vakbekwaam mocht worden ge noemd, hetgeen vooreerst valt af te leiden, uit het feit, dat genoemde opzichter hem als enkele katholiek waardig had bevon den op de lijst van mogelijk aan te stellen personen te plaatsen, maar vervolgens ook omdat hij reeds vroeger bij bedoelden dienst tot volle tevredenheid van zijne su perieuren is werkzaam geweest en ten slotte naar het oordeel van de in deze volkomen bevoegde instantie in ieder opzicht gelijk waardig met vele andere tewerk gestelden kon worden genoemd; 5o. dat onder de overige 12 ingeschreven werklooze leden van den R. K. Bond van Land- en Tuinbouwarbeiders verschillende personen waren, wier vakbekwaamheid in geen enkel opzicht minder goed kon wor den genoemd dan van de.door genoemden opzichter tewerkgesteld leden van de an dere organisaties; 6o. dat de betrokken opzichter in strijd met de te dier zake geldende voorschriften twee werkloozen heeft aangesteld, die niet tot de z.g. „steuntrekkers" behoorden. 7o. Zijn Burgemeester en Wethouders niet van oordeel, dat door deze handelwijze van het betrokken diensthoofd een niet goed te keuren achterstelling van de R. K. georganiseerde werkloozen heeft plaats gehad? 8o. Zijn Burgemeester en Wethouders, kennis dragende van deze feiten, niet van oordeel, dat bij te werk stelling van perso neel in Gemeentedienst, hetzy vast, hetzij tijdelijk, de rechtvaardigheid in acht moet worden genomen, in dien zin, dat terzake van godsdienstige overtuiging geen solli citanten behooren te worden achtergesteld? 9o. Zijn Burgemeester en Wethouders bereid maatregelen te nemen, teneinde be wuste uitschakeling van bepaalde groepen in de toekomst tegen te gaan en te voor komen? Wethouder Wilbrink (C.H.) ant woordt: Ad lo. Uitsluitend is gelet op de vakbe kwaamheid. Ad 2o. en 3o. Deze vragen worden ontken nend beantwoord. Ad 4o. en 5o. Deze persoon is niet ge passeerd om zijn mindere vakbekwaam heid, maar uitsluitend omdat hij reeds ge- ruimen tijd bij de plantsoendienst is te werk gesteld geweest en dus niet zoo lang werkloos was. Ad 6 en 7. Hierover kan door het college niet worden geoordeeld, daar zij als zoo danig niet bij het college bekend zijn. Ad 7. Deze vraag wordt ontkennend be antwoord. Ad 8. Ja. Ad 9. Het college zal niet schromen, maat regelen te nemen om eventueele uitschake ling te voorkomen. De heer Lombert (R.K.) vraagt ver dere behandeling van deze kwestie aan te houden, om het antwoord van B. en W. nader te bezien. Wethouder Wilbrink (C.H.) acht dit een onjuiste handelwijze. De heer Wilmer (R.K.) geeft toe, dat deze handelwijze niet gebruikelijk is, maar het standpunt van den heer Lombert kan hij zich indenken. Deze kan zich moeilijk direct geheel oriënteeren en kan de verschil lende gegevens niet alle direct beoordeelen. De voorzitter heeft bezwaar tegen zoo'n precedent. Wij komen op die manier nooit tot een eind. De heer Lombert kan zich het recht voorbehoeden om te zijner tijd opnieuw op de zaak terug te komen. De heer Lombert (R.K.) kan niet op alles ingaan, doch het antwoord kan hem niet bevredigen, omdat het in strijd is met vroeger door hem ontvangen gegevens van den opzichter. De in vraag 4 genoemde per soon is.... in 1935! 6 dagen bij den Hortus werkzaam geweest. Dat 'S dus in strijd met de opgave van den wethouder. Ook het ar gument der vakbekwaamheid gaat niet op, want er zijn menschen gepasseerd, die jarenlang in het tuindersvak zijn geweest. De opzichter neemt eenvoudig de menschen, die hij kent en de anderen schakelt hij uit. Het optreden van den betrokken opzichter acht spr. niet juist. Als hij aanneemt, dat hij niet gelet heeft op de Katholiciteit van de gegadigden, is het toch wel toevallig dat het juist Katholieken zijn, die er buiten vallen. De heer Wilmer (R.K.) betreurt het, dat de beantwoording van deze interpellatie niet is voorafgegaan door eenige vooraf gaande bespreking van den wethouder met den interpellant. Het passeeren van Katho lieken is in ieder geval opmerkelijk en spe ciaal het geval door den heer Lombert ge noemd is hoogst bevreemdend. Vast staat, dat een Katholiek, die geschikt werd ge acht, in 1937 is gepasseerd omdat hij in 1935 6 dagen had gewerkt, terwijl een ander werd aangesteld, die pas eenige weken werkloos was. Hoe verklaart de wethouder dat? Wethouder Wilbrink (C.H.) gelooft niet, dat hier opzet in het spel is, doch een samenloop van omstandigheden. Het is juist, dat steeds dezelfde menschen genomen worden, maar het ligt voor de hand, dat men menschen neemt, wier kundigheden bekend zijn. Men heeft niet gevraagd naar hun geloofsovertuiging. De schijn van pas seeren is echter wel aanwezig. Het streven van. het college is en zal blijven, om dege nen, die het langste werkloos zijn, weer in te schakelen in den arbeid. De heer Lombert (R.K.) vindt het moeilijk om in de goede trouw van den op zichter te gelooven, omdat zijn gegevens, zoowel van vroeger als nu, in strijd zijn gebleken met elkaar en met de feiten. De heer v. Ec k (S.D.A.P.) merkt op, dat niemand geweerd mag worden op grond van zijn overtuiging. Maar hij komt er tegen op, dat nagegaan wordt hoeveel van deze en hoeveel van die richting bij den gemeentedienst te werk gesteld zijn. Men moet aan het college de vrijheid laten om op de eerste plaats te letten op de vakbe kwaamheid. De interpellatie wordt daarna gesloten. Brandstoffen-verstrekking. Alsnu komt aan de orde het volgende Voorstel-S n e 1 (S.D.A.P.). B. en W. te verzoeken, er bij de regeering op aan te dringen den kolentoeslag te ver- hoogen, alsmede de verstrekking hiervan te doen aanvangen op 15 Oct. 1937 en te doen eindigen op 15 April 1938. De heer Snel (S.D.A.P.) is tot dit voor stel gekomen door de stijging van de brand stof fenprij zen, waardoor de werkloozen een minder kwantum brandstoffen zullen ont vangen. Bijkoopen kunnen de werkloozen niet, omdat het geheele steunbedrag, na aftrek van de z.g. vaste lasten, aan voedsel moet worden besteed. De heer B e rgers (R.K.) meent, dat dit veeleer behoort tot de taak van de vakver- eenigingen. Wethouder v. Stralen (S.D.A.P.) deelt mede, dat B. en W. bereid zijn, zich met een adres tot de regeering te wenden om den kolentoeslag te verhoogen. De meerderheid van het vollege is evenwel niet bereid tot medewerking aan het tweede gedeelte van •het voorstel. Wanneer de minister tot ver hooging niet bereid is, zal minder parel- cokes en minder eierkolen kunen worden verstrekt. Wanneer er een langdurige koude mocht intreden zou er aanleiding bestaan om den minister om een verlenging van den termijn te verzoeken. De minderheid in het college is van oordeel, dat een ruimere ver strekking wel aanbeveling zou verdienen, omdat het stookseizoen gewoonlijk vóór 1 Nov. aanbreekt. De heer Goslinga A.R.) vraagt, waar om de wethouder niet ingaat op de opmer king van den heer Bergers. Waarom zorgen de vakbonden daar niet voor? Het gaat hier toch niet om een specifiek Leidsch belang. Waarom moeten de gemeenteraden daar voorgespannen worden? De heer Wilmer (R.K.) sluit zich daar bij aan. Het is duidelijk, dat deze adressen op niets moeten uitloopen. Het ligt echter op den weg van Maatsoh. Hulpbetoon om hier de helpende hand te bieden aan al degenen, die M.H. steunt, onafhankelijk van de Regeering. Spr. vraagt aan wethouder v. Stralen, in M.H. voor te stellen, deze men schen reeds nu te steunen op de wijze als in de motie aan de regeering gevraagd voor de werklooze arbeiders. De voorzitter meent ook, dat deze kwesties meer thuis hooren in de Tweede Kamer. Het college wil echter in dit geval adresseeren, omdat de mogelijkheid niet uitgesloten schijnt, dat de minister gehoor geeft aan onze argumenten. De heer Eikerbout (A.R.) merkt op, dat men niet te veel tegelijk moet vragen. De heer Snel (S.D.A.P.) meent, dat het de taak is van het gemeentebestuur om voor zijn eigen menschen bij de Regeering op te komen. Hij stelt voor, zijn voorstel ge splitst in stemming te brengen. De heer Tob (R.K.): Kunnen de Licht fabrieken de parelcokes niet goedkooper be schikbaar stellen, zoodat het vorige kwan tum toch bereikt wordt? De heer Goslinga (A.R.) meent, dat wij den nood der werkloozen niet tot inzet van propaganda moeten maken. Spr. be treurt het, dat het college zoo zwak ge weest is, om toe te geven aan den drang tot adresseeren. De heer v. d. K w a a k (C.H.) zal voor het heele voorstel stemmen. Bij de suggestie om M.H. te laten helpen waarschuwt spr. tegen een scheeve verhouding. Wethouder Wilbrink (C.H.) breekt een lans voor adresseeren, omdat de stij ging der prijzen den toestand slechter ge maakt heeft dan vorige jaren. De noodzake lijkheid van uitbreiding van den termijn ziet spr. echter niet in. Bij een extra strengen winter kan nader worden ingegrepen. Wethouder v. Stralen (S.D.A.P.) be strijdt nog eens het standpunt van den heer Goslinga. Z.i. heeft het gemeentebestuur de taak, te zorgen voor het belang van zyn on derdanen, ook in dit opzicht. Andere ge meentebesturen doen dat ook, waarom wij niet? De heer Wilmer wil deze kwestie al vast bij M.H. aan de orde stellen, doch M.H. stelt zich op het standpunt, dat haar uit- keeringen niet hooger moeten zijn dan die van de Rijkssteunregeling. Daartegen zou de regeering ook bezwaar maken. (Uit den Raad wordt dit ontkend). De Licht fabrieken kunnen bezwaarlijk de parelco- kesprijzen verlagen; het is te overwegen als de minister tot niets bereid is. Het eerste gedeelte van het voorstel-Snel wordt aangenomen met 30 tegen 4 stemmen. Tegen: de heeren v. d. Tas, Beekenkamp, Wilmer en Goslinga. Het tweede gedeelte wordt aangenomen met 20 tegen 14 stemmen. Voor: de S.D.A.P. en de heeren v. d. Kwaak, Bergers, Coster, v. Weizen, Manders en Key. De exploitatievan taxi's en huurauto's. De heer Snel (S.D.A.P.) krijgt verlof aan B. en W. de volgende vragen te stellen: 1. Zijn er door B. en W. reeds voorwaar den vastgesteld, die aan de te verleenen vergunningen voor de exploitatie voor taxi's en huurauto's kunnén worden ver bonden? 2. Zoo ja, willen B. en W. dan deze voor waarden aan den raad bekend maken? 3. Zoo neen, hebben B. en W. dan het voornemen om bij de vaststelling der voor waarden, waarop vergunning kan worden verleend, in deze voorwaarden op te nemen een bepaling omtrent de loon- en arbeids voorwaarden? 4. Ligt het in het voornemen van B. en W. een commissie in te stellen, die het college zou kunnen voorlichten omtrent alle bij de te verleenen vergunninge» ter sprake komende onderwerpen? De voorzitter: Het college zal daar op in de volgende vergadering antwoorden. Alvorens over te gaan tot de Rondvraag spreekt de voorzitter een woord van gelukwensch tot mevr. de Cler-de Bruyn, die vandaag haar verjaardag viert. (Ap plaus). Van de gelegenheid tot Rondvraag werd geen gebruik gemaakt, zoodat de voorzitter de vergadering te half 12 kon sluiten. Behalve de nieuwste verkeers- voorschrlften moet u óók nog de oudste ongevallenoorzaken (roe keloosheid en drankmisbruik!) kennen I Hortense de Beauharnais 1837 5 October 1937 Koningin van Holland. Het is heden, 5 October, honderd jaar geleden zijn, dat Hortense de Beau harnais, echtgenoote van Koning Lodewijk Napoleon en dus Koningin van Holland, in het Kasteel Arenenberg in Thugau (nabij Constanz) overleed. Aangezien de ze vrouw eenmaal koningin van Holland was, dient onze interesse, bij haar lOOen sterfdag, even naar deze ongelukkige vorstin uit te gaan, die, door het lot tot sprookjesachtige hoogte verheven, toch geheel haar leven diep-ongelukkig is ge weest, niet in het minst tijdens haar Hol- landsche jaren. Hortense de Beauharnais was de dochter van generaal Beauharnais en van Josephi ne Tascher de Ia Pagerie, die later de eer ste gemalin van Napoleon I werd. Als kind werd zij, tijdens de gevangenschap van haar ouders (1793'94) opgevoed bij een naaister. Toen haar moeder met Bo naparte huwde (1796) kwam zij onder lei ding van mevrouw Campan. In 1801 deed zij haar intrede in de wereld aan het con sulair hof op de Tuilerieën en reeds in Januari 1802 werd zij met dynastieke be doelingen uitgehuwelijkt aan Bonapartes jongsten broer Lodewijk Napoleon, die in 1806 koning van Holland werd. Dit huwelijk was niet gelukkig. Horten se was een levendige en genotzuchtige vrouw, terwijl Lodewijk een tyrannieken aard had. Voor de drie zoons, uit dit hu welijk ontsproten, had Hortense veel over. Haar jongste kind Napoleon Karei ontviel haar in '07. Na dezen slag wilde zij niet meer naar Holland terugkeeren en vestig de zich metterwoon te Parijs. In deze periode heeft Hortense een, ove rigens middelmatig, lied gecomponeerd, genaamd „Partant pour la Syrië", dat tij dens het tweede keizerrijk een soort van nationale hymne werd. In 1814 is Hortense in Parijs gebleven, omdat zij beschermd werd door Alexander I van Rusland. Tijdens de beruchte Hon derd Dagen sloot Hortense zich echter op nieuw bij den keizer aan. Op 28 Juni 1815 heeft zij Napoleon I voor de laatste maal gezien. Als afscheidsgeschenk kreeg zy van hem den trouwring van haar moeder. Hortense vluchtte naar Beieren, waar zij, beschermd door de aangetrouwde fa milie van haar broeder, Eugène de Beau harnais, eenigen tijd te Augsburg woonde en daarna naar Zwitserland, waar zij het kasteel Arenenberg kocht. Toen Hortense's zoons in 1830 in den Ita- liaanschen opstand van dat jaar betrokken waren, hielp zij hen ontvluchten. Napoleon Lodewijk stierf ten gevolge van de ver moeienissen te Torli (1831), doch Karei Lodewijk Napoleon ontsnapte naar Frank rijk en later naar Amerika. Hortense smaakte de voldoening hem nog op haar sterfbed te zien. Van de hand van Hortense de Beauhar nais werd uitgegeven „La Reine Hortense en Italië, en ïfrance, en Angeleterre pen dant l'année 1831" en „Mémoires", ver zorgd en uitgegeven door Jean Hanoteau. Hortense de Beauhamaisi' gedrag was niet altijd even onberispelijk, doch de verhalen, welke kort na haar dood in Frankrijk de Tonde deden, waren zeer overdreven en tenslotte, wel beschouwd de omstandigheden, noopt deze vrouw ons tot innig medelijden, want weinigen zijn als vrouw, echtgenoote en moeder, onge lukkiger geweest dan deze Koningin van Holland. a.s. Donderdag 7 October 8.15 uur Dansschool H. J. VISSER, Plantage 7, Leiden In elke dancing mede na 4 of 5 Prlvè-danslessen èf1.50 Dansschool H. J. VISSER - Plantage 7, Tel. 2781 Dekens koopt men nu eenmaal daar, WAAR ZE HET BESTE zijn, en.... het minste geld kosten. ONZE DEKENS VOLDOEN voor de volle honderd procent aan deze eischen, dat weet iedereen. Leidsche 140x190 I/Vollen Fant. Dekens 150x200 190x230 Leidsche Wollen Fantasie Prachtvolle medaillon-dessins, alle 140x 190 150x 200 160x215 Dekens kleuren 190x230 4.65 5.25 7.95 4.95 5.45 6.15 9.25 LET WEL' AMe onze Zuiver Wollen Dekens zijn van het allerbeste Mm Mm I ff t L. Leidsche fabrikaat, en geven steeds de grootste voldoening. Onze bekende Wollen Fantasie Deken „SUCCES" Fraai Medaillon dessins Kleuren Zalm, Reseda, Blauw, Geel enz. 150x200 7.65 175x215 190x230 9.65 10.85 Het beste uit het beste 150x200 8.65 9.65 200x240 10.45 11.65 Deze dekens worden SPECIAAL voor ONZE FIRMA VERVAARDIGD Haarlemmerstraat 137 hoek Donkersteeg 2-4-6 Koopt nuU profiteert van onze Jaarfeest-Reclame. Voor elke 50 ct. ontvangt U een zegel gaat als 'n goed huisvader graag met zijn kinderen uit en hij kan ze geen groter plezier doen, dan hen te tracteren in „Cafetaria". Ijswafel (2 smaken voor één geld) 5 ct. Limonades7'/j ct. Ice Cream Soda's In 3 smaken 12'/, ct. STATIONSWEG 7-9 LEIDEN Heck's en Rutten's „Lunchrooms", „Cafetaria's", „Bufetaria's" en „Auto- - matiek's" zijn gevestigd te: Amster- dam (6), Rotterdam (4), Den Haag (2), 7/1 Utrecht(2), Haarlem, Leiden(2), Breda, -i Nijmegen, Amersfoort, Arnhem (3), Hilversum. WORDT LID VAN HET voor de ARME PAROCHIES In het Bisdom Haarlem. Contributie slechts EEN Gulden per drie maanden en U ontvangt GRATIS het Tijdschrift SINT BAV0 ADRES: Administratie „St. Bavo" LEIOSCREWEC103, VOORSCHOTEN RIJNSBURG Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door A. MULDER voor DEN HANDEE wordt In den kortst mogelijken tijd en steeds goed verzorgd door on9 geleverd n.v. De Leidsche Courant PAPENGRACHT 32 TELEFOON 935

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 7