GEMEENTERAAD VAN LEIDEN
dinsdag 5 october 1937
de leidsche courant
tweede blad - pag. 6
EEN LIMIET VOOR HUIS A A NSLUITINGEN VAN AMBTENAREN
AANSLUITINGEN BIJ DEN GEM. RADIO-DISTRIBUTIEDIENST
WORDEN GOEDKOOPER AUTOMATISCHE VERKEERSREGELING
BIJ DE GIJSELAARSBANK. - „EENSGEZINDHEID" EN „TUINSTAD-
WIJK" ZIJN KATHOLIEKEN GEPASSEERD BIJ DEN PLANT
SOENDIENST? B. EN W. GAAN ADRESSEEREN VOOR MEER
KOLEN.
9. Voorstel om den onderwijzer aan de
O. L. School aan de Vrouwenkerksteeg A.
J. Wolfslag, over te plaatsen naar de op
leidingsschool voor Gymnasium en H. B.
S. aan de Boommarkt.
Goedgekeurd.
10. Prae-advies op het verzoek van Dr.
A. Beets om ontslag als regent van het
Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinder
huis.
Goedgekeurd.
11. Voorstel tot het overbrengen van het
dienstjaar 1936 op dat van 1937 van gel
den in verband met de voldoening van on
betaald gebleven vorderingen en het nog
niet verwerkt of verbruikt zijn van ver
leende credieten, alsmede tot het over
brengen van verschillende ontvang- en
uitgaafposten van den kapitaaldienst.
Goedgekeurd.
12. Voorstel tot het wijzigen van de met
het Eigen-Pensioenfonds voor de Europee-
sche Burgerlijke Ambtenaren in Neder-
landsch-Indië en het Weduwen- en Wee-
zenfonds voor Europeesche Burgerlijke
Landsdienaren in Nederlandsch-Indië d.d.
13 October 1936 aangegane overeenkomst
inzake het aangaan van een geldleening
en tot het vaststellen van den desbetref-
fenden begrootingsstaat.
Goedgekeurd.
13. Voorstel tot het verkoopen van een
strook aangeplempte grond en water, ka
dastraal bekend gemeente Warmond, Sec
tie C No. 485 (ged.), aan B. D. W. J. van
Garderen, te Warmond.
Goedgekeurd.
14. Voorstel tot het verkoopen van een
gedeelte van de Binnenvestgracht, kada
straal bekend gemeente Leiden, Sectie A.
No. 1317 (ged.) en Sectie C No. 1605
(ged.), aan de N.V. Meelfabriek „de Sleu
tels", voorheen De Koster en Co., te
Leiden.
Dit voorstel wordt aangehouden, om de
onderhandelingen nog verder te kunnen
voortzetten.
15. Voorstel inzake het verleenen van
een toelage uit de gemeentekas aan de
kweekelingen bij het openbaar lager on
derwijs, die niet met het zelfstandig ge
ven van onderwijs in een klasse zijn be
last, over het tijdvak van 1 September
19371 September 1938.
Goedgekeurd.
16. Voorstel tot het verleenen van me
dewerking aan het bestuur van de Veree-
niging tot Stichting en Instandhouding
van Scholen met den Bijbel te Oegstgeest,
tot het aanschaffen van leermiddelen ten
behoeve van zijn school voor gewoon lager
onderwijs aan de Adriaan Pauwstraat en
tot het vaststellen van den desbetreffen-
den begrootingsstaat.
Goedgekeurd.
Niet teveel telefoneeren!
17. Prae-advies op het voorstel van den
heer Groeneveld inzake het vaststellen van
een maximum-vergoeding wegens tele
foongesprekken over de woningaansluitin
gen van de leden van het College van
Burgemeester en Wethouders en van de
ambtenaren.
De heer Groeneveld (S.D.A.P.)
merkt op, dat de limiet-regeling voor de
raadsleden 10.per jaar) bevredigend
werkt. Voor het college van B. en W. en
de ambtenaren bestond zoo'n limiet niet, en
daarom heeft spr. een dergelijke regeling
voorgesteld. B. en W. hebben gezegd, dat
een dergelijke regeling niet zoo eenvoudig
is. Het spijt spr., dat de lijsten van de wo-
ninggesprekken van de ambtenaren niet
ter inzage hebben gelegen. Dat zou interes
sante lectuur zijn geweest. Het gesprekken-
aantal loopt sterk uiteen. Eén ambtenaar
heeft bijv. niet minder dan 4000 gesprekken
in 1936 over zijn woningaansluiting gevoerd.
Spr. heeft den indruk, dat heel wat par
ticuliere gesprekken door de gemeente wor
den betaald. Het college gaat thans voor
een groot deel met spr. mee; het wil ech
ter een uitzondering maken voor den bur
gemeester en politie-ambtenaren. Een ver
klaring met name van de politie-ambtena
ren wordt niet gegeven. Spr. kan ermee
accoord gaan, als B. en W. een aanneme
lijke verklaring kunnen geven.
De heer v. d. Laan (V.B.) begroet dit
voorstel met vreugde. Het is een goede stap
in de richting van bezuiniging.
De heer deReede (C.H.) kan zich met
het voorstel vereenigen, doch vraagt het
college, hoe zij staan tegenover verdere be
zuiniging door het wegnemen van de tele
foon bij die ambtenaren, die een telefoon
niet noodig hebben.
De heer Beekenkamp (A.R.) stelt
eenige redactie-wijziging voor.
De v o o r z. antwoordt den heer de Ree-
de, dat B .en W. een verdere beperking van
de telefoonaansluitingen hebben onder
zocht, doch dat is onmogelijk gebleken. De
lijst van telefoongesprekken is niet ter visie
gelegd, omdat het een willekeurige lijst is.
Het is voldoende duidelijk geworden, dat
een algemeene regeling bezwaarlijk is.
Daarom is de mogelijkheid van uitzonde
ringen open gelaten. Dat voor de politie een
uitzondering is gemaakt vindt zijn reden in
de mogelijkheid, dat een onverwachte om
standigheid een groot aantal telefoonge
sprekken noodzakelijk kan maken.
De heer Groeneveld (S.D.A.P.) geeft
toe, dat een volmaakte regeling niet te be
reiken is. Maar daar het voor spr. vast
staat, dat vele particuliere gesprekken over
de woningaansluitingen worden gevoerd,
dient z.i. een limiet te worden gesteld. Spr.
kan zich by het voorstel van B. en W. neer
leggen.
Daarna z. h. st. aangenomen.
Radio-distributie wordt
goedkooper.
18. Voorstel tot wijziging van de veror
dening betreffende de aansluiting van
particulieren aan het gemeentelijke Radio
distributie-net.
De heer v. d. Tas (A.R.) meent, dat de
lagere aansluitkosten niet direct een groote
toevloed van nieuwe abonné's zal veroor
zaken. Beter ware het z.i. de abonnements
kosten te verlagen.
De heer Tobé (R.K.) brengt hulde aan
degenen, die om bezuinigingsredenen af
stand hebben willen doen van een genot
middel. B. en W. stellen zich op een ander
standpunt; zij willen zooveel mogelijk hun
klantjes behouden. Dat acht spr. niet fraai
en daarom gaat spr. er niet met mee.
De heer v. Eek (S.D.A.P.) legt zich bij
dit voorstel neer, al is zijn bewondering niet
groot. De toestand van het radio-distributie
bedrijf zal er toe moeten leiden, dat men
drastischer maatregelen neemt. De econo
mische omstandigheden maken het menig
een bezwaarlijk om het genot van een ra
dio-aansluiting te handhaven. De toestand
is niet verontrustend, doch er is toch een
achteruitgang in abonné's en daarom meent
spr., dat men tot verlaging van den abonne
mentsprijs zal moeten overgaan. Spr. geeft
toe, dat men voorzichtig moet zijn, in ver
band met de sluitende begrooting, doch
verlaging van het abonnementsgeld geeft
weer nieuwe abonné's. Tevens zou spr. een
gratis aansluiting voor de werkloozen wen-
schen. Daarop zal spr. bij de begrooting na
der terugkomen.
De heer v. d. Kwaak (C.H.) meent,,
dat de afbetalings-mogelijkheid eveneens
een woordje meespreekt. Men kan even ge
makkelijk een radio koopen als radio-distri
butie nemen.
B. en W. willen een wekelijksche betaling
invoeren; daarmee stemt spr. in, doch niet
met die 2welke dan meer moeten
worden betaald.
Spr. beveelt aan, bij verlies van een
abonné naar de reden te vragen.
De heer Snel (S.D.A.P.) meent, dat de
conclusie in strijd is met de toelichting.
Het is verkeerde tactiek, de abonné's te la
ten heengaan door te hooge abonnementen
en ze dan weer terug te lokken met lage
aansluitkosten. Spr. verwacht geen meer
dere aansluitingen en vreest voor een kwij
nend bestaan voor onze radio-distributie-
dienst wanneer men op deze wijze voort
gaat. Elders (bijv. in Hilversum) neemt
men een royaler standpunt in t.o.v. het
abonnementsgèld en de regeling voor de
werkloozen.
De v o o r z. antwoordt, dat verlaging der
abonnementsgelden wel degelijk overwo
gen is. Het is natuurlijk aller wensch, dat
op die manier de dienst floreeren zal, doch
het is onmogelijk. In de bedrijven is een
aanzienlijk kapitaal gestoken en wij moeten
thans toezien dat dit kapitaal beschermd
wordt. Verlaging der abonnementsgelden
zou 21.000 per jaar kosten. Wanneer men
weet, dat per jaar ƒ26.000 wordt afgeschre
ven, is het duidelijk, dat daarmee de af-
schrijvingspolitiek in gevaar zou komen.
Men moet hoog afschrijven, omdat het
niet onmogelijk is, dat het bedrijf in 10 jaar
moet worden opgeheven. Bovendien heft de
Nozema een niet-onbelangrijke belasting
per abonné.
Verlaging voor de werkloozen zou veel
administratieve rompslomp geven en het
zou de vraag zijn, of dit de goedkeuring
van den minister zou krijgen. De heer Tobé
keurt de houding der gemeente af, doch
hier wordt werkelijk niet op de eerste
plaats gestreefd naar financieele winst. De
genen, die per week betalen willen, veroor
zaken aan het bedrijf hoogere kosten en
daarom betalen zij 2.per jaar meer.
De verordening wordt daarna z. h. st.
goedgekeurd. (De heer Tobé wenschte ge
acht te zijn, te hebben tegengestemd).
Een nieuwe subsidie.
19. Voorstel inzake het toekennen van
een vergoeding aan den Leidschen Chris-
telijken Besturenbond, de afd. Leiden van
den R. K. Volksbond en den Leidschen
Bestuurdersbond in de kosten van con
trole op de middels de bij die bonden aan
gesloten organisaties gesteunde werkloo
zen en tot het vaststellen van den desbe-
treffenden begrootingsstaat.
De heer Goslinga (A.R.) is verbaasd
over dit voorstel. B. en W. zijn erin ge
slaagd een nieuw veld voor subsidie te ont
dekken. Dat is geheel in strijd met de be-
zuinigingseisch. Wanneer wij met een te
kort op de begrooting zitten, begrijpt spr.
niet, hoe B. en W. met een dergelijk voor
stel kunnen komen. Dat de vakvereenigin-
gen de controle uitoefenen is inhaerent aan
hun positie als dragers van de steunrege
ling. Talrijke dingen laat de overheid over
aan de werkzaamheid van particulieren.
Spr. denkt bijv. aan particuliere schoolbe
sturen. Wanneer wij hier in Leiden geld
over hadden, dan was er wat te zeggen voor
een dergelijke subsidie, maar hier in geen
strikte noodzaak.
De heer Snel (S.D.A.P.) spreekt zijn
waardeering uit voor dit voorstel. De orga
nisaties moeten groote kosten maken, waar
van dit voorstel slechts een klein deel ver
goedt. Reeds jaren lang wordt in andere
plaatsen zulk een vergoeding gegeven.
Wethouder v. Stralen (S.D.A.P.) kan
begrijpen, dat men bezwaar maakt tegen
nieuwe uitgaven. Maar men moet ook in
het oog houden, dat er toch wel reden voor
is. In verschillende andere plaatsen wordt
den organisaties reeds geruimen tijd tege
moet -gekomen. Hier te Leiden hebben de
organisaties nu pas het verzoek daartoe ge
daan, nu de financieele nood voor hen
werkelijk nijpend is geworden. De directeur
van den Soc. Dienst, alsmede de Commis
sie hebben gunstig geadviseerd en daarom
vond het college geen vrijheid om het ver
zoek geheel en al af te wijzen. De organisa
ties doen belangrijke diensten, vooral wat
de controle betreft, en deze sparen duizen
den voor de gemeente uit. Daarom is eeni
ge tegemoetkoming niet ongemotiveerd.
De heer Goslinga (A.R.) vraagt, hoe
men denkt aan het geld te komen? Er is
toch een tekort. In plaats van te bezuini
gen gaat het college andere uitgaven ma
ken. Spr. zal daaraan zijn stem niet ge
ven. De vakvereenigingen zijn lang niet zoo
noodlijdend als de gemeente.
Wethouder v. Stralen (S.D.A.P.) wijst
erop, dat de gemeente zelf de controle zou
moeten gaan uitoefenen, als de organisaties
er zich niet langer mee zouden belasten.
Het voorstel wordt aangenomen met 31
tegen 2 stemmen.
Tegen de heeren Wurtz en Goslinga.
Verkeerssignalen.
20. Voorstel tot het beschikbaar stellen
van gelden ten behoeve van het automa-
tiseeren van de regeling van het verkeer
op het kruispunt bij de De Gijselaarsbank.
Den heer Beekenkamp (A.R.) spijt
het, dat deze aangelegenheid niet in de
commissie van fabricage is geweest. Spr.
heeft berekend, dat de jaarlijksche kosten
over het geheel genomen minder zijn, wan
neer wij niet met de P.T.T. doch met de
particuliere firma in zee gaan. Het verschil
zou over 10 jaar berekend ongeveer 8000
zijn. Dat een gecentraliseerde post op het
politiebureau minder kans van storing
heeft, kan spr. niet zonder meer aanvaard
den. Ook de andere door B. en W. genoem
de voordeelen van het aanbod der P.T.T.
acht spr. niet zoo steekhoudend, zoodat spr.
geen reden ziet om het systeem van de P.
T.T. te prefereeren.
De heer Groeneveld (S.D.A.P.)
meent, dat wij voorzichtig moeten zijn met
de vervanging van den mensch door de
machine. Een verkeersagent richt zich naar
de oogenblikkelijke behoefte, zoodat geen
seconde verloren behoeft te gaan. Een .auto
maat is geen verbetering. Een automaat zal
bijv. een begrafenisstoet in tweeën snijden.
Het z.g. drempelsysteem heeft z.i. geen nut,
want uit elke richting zal altijd wel eenig
verkeer komen. Bezuiniging geeft deze
automatiseering practisch ook al niet,'want
in de plaats van den verkeersagent zal, ze
ker den eersten tijd, een controleerenden
agent moeten optreden. Bovendien is het
onnoodig weer een werklooze te maken.
De heer W i 1 m e r (R.K.) vraagt, waarom
deze automatiseering alleen voor dit kruis
punt wordt voorgesteld? Is men niet over
tuigd van de goede werking? Voorts vraagt
spr. of wellicht de zuinigheid de wijsheid
niet bedriegt.
Bezuiniging op het politiepersoneel is z.i.
niet gewenscht, omdat de bezetting toch al
te zwak is.
De heer. Lom bert (R.K.) meent, dat
dit plan een groote verbetering beteekent
voor het verkeer. Thans gaan vele minuten
verloren, wanneer de verkeersagent niet
doortastend optreedt. Ook spr. komt tegen
het voornemen op, om de politie met één
man te verminderen. Dat acht spr. onjuist.
De heer Hess in g (SD.A.P.) vraagt,
waarom het college zooveel waarde hecht
aan het gecentraliseerde systeem. Het na
deel daarvan is z.i., dat een storing in de
centrale zich direct manifesteert op alle
verkeerspunten. Voorts heeft men bij een
centrale altijd lange kabels noodig, die het
gevaar voor storingen vergrooten.
De heer W r t z (Nat. Herstel) heeft met
genoegen kennis genomen van dit voorstel.
Wij gaan thans den weg op van de groote
steden. Spr. is onbevoegd om te oordeelen
over de diverse systemen, doch hij maant
tot voorzichtigheid aan. Omtrent het ver
schil in kosten wenscht hij nadere inlichtin
gen.
De heer Keij (V.D.) vraagt eenige na
dere inlichtingen. Hij vraagt of er geen aan
leiding is om ook de Heemaf te vragen.
Spr. meent, dat het systeem van de ver
keersagenten bij de Gijselaarsbank niet
doelmatig is, wat hij nader uiteen zet.
De heer Jongeleen (S.D.A.P.) juicht
het voorstel toe. Automatiseering neemt bij
slecht weer een functie over, welke niet be
nijdenswaardig is. Namens de meerderheid
van zijn fractie verklaart hij zich vóór het
voorstel.
De v o o r z. zegt ,dat het college de voor
keur geeft aan het systeem van de P.T.T.
omdat dit de beste mogelijkheid voor be
drijfszekerheid biedt. Bovendien profitee-
ren wij dan van alle tariefsverlagingen,
welke in de toekomst mogelijk zullen blij
ken. Het college overweegt, om, wanneer
de apparaten voldoen, dezelfde automati
seering op andere verkeerspunten toe te
passen. Met het oog daarop is een centrale
post wenschelijk. Het is juist, dat men dan
bij de politie met één man minder kan vol
staan. Bij de automatiseering worden 3
agenten vrij gemaakt, waarvan 2 voor an
dere doeleinden (met name bij de motor
politie voor de buitenwijken) kunnen wor
den gebruikt. Dat is dus een uitbreiding
van het politiecorps, en tevens een bezui
niging.
De heer Groeneveld vreest voor verloren
gaan van tijd, doch dat is onjuist; wanneer
er geen verkeer meer is, wordt de weg niet
langer vry gegeven. Voor begrafenisstoeten
e.d. zulen maatregelen getroffen worden.
Op zeer drukke uren zal trouwens een
verkeersagent het werk toch wel tijdelijk
moeten overnemen. In tegenstelling met
den heer Hessing gelooft spr., dat centrali
satie veel grooter voordeelen heeft dar. na-
deelen.
De heer Manders (R.K.) geeft in over
weging om het rood onderaan te laten aan
brengen.
De heer Groeneveld (S.D.A.P.) blijft
er bij, dat er in ieder geval een werklooze
ontstaat.
Het voorstel wordt z. h. st. aangeno
men. (De heer Groeneveld wilde geacht
worden, te hebben tegengestemd).
Het Gangetje.
21. Voorstel:
a. tot het sloopen van het voormalige
fabrieksgebouw met kantoor van de N.V.
Biscuitfabriek „Nutrix", het overkluizen
van het water langs het Gangetje, het ver-
breeden van het Gangetje, het sloopen van
de Karnemelksbrug en het vervangen van
die brug door een vaste brug;
b. tot het vaststellen van den desbetref-
fenden begrootingsstaat.
Goedgekeurd.
Daarna wordt de zitting verdaagd tot
's avonds 8 uur.
AVONDZITTING.
Na heropening der zittingworden de
deuren gesloten.
Om 8.30 uur worden de deuren her
opend en is aan de orde:
„Eensgezindheid".
22. Voorstel van den heer Schüller in
zake woningbouw door de Woningbouw-
vereeniging „Eensgezindheid".
De heer Schüller (S.D.A.P.) acht toe
lichting overbodig, omdat.... dit voorstel
reeds is aangenomen, n.l. als amendement
op het voorstel-Elkerbout, dat daarna bij
vergissing verworpen werd. Het luidt thans,
dat de raad besluiten zal. dat de plannen
van „Eensgezindheid" opnieuw in behande
ling genomen worden en dat daarvoor gron
den ter beschikking zullen worden gesteld.
B. en W. hebben getracht om de eene bouw-
vereeniging tegen de ander uit te spelen,
doch spr. hoopt, dat de raad niet in dat
valletje zal loopen. De mogelijkheid bestaat
ook, dat men deze bouwvereeniging een
saneeringsplan laat maken, ter opruiming
van krotten. Het behoeft dus niet bepaald
nieuwbouw te zijn op nieuwe bouwterrei
nen.
De heer Eikerbout (A.R.) vraagt of
B. en W. van plan zijn om steeds de stich
ting „Werkmans-Woningen" te belasten met
de uitvoering van saneeringsplannen. Men
zou nu ook eens „Eensgezindheid" daarmee
kunnen belasten, speciaal met de wijken
van het Levendaal of van de Looierstraat.
Het gaat er dus niet om, dat de gemeente
een duur stuk grond moet koopen.. Spr.
steunt derhalve het voorstel-Schüller.
De heer Goslinga (A.R.) vindt de si
tuatie verward. Hier is een voorstel, dat
eerst is aangenomen en later weer verwor
pen; dat gebeurt wel meer. De toelichting
van den heer Schüller brengt de zaak nu
weer op een ander terrein ,n.l. op het ge
bied van de saneering. Maar voor sanee
ringsplannen is meer noodig! De raad
wordt nu uitgenoodigd om terreinen ter be
schikking te stellen. Welke? Dat zal „Eens
gezindheid" wel uitmaken. Dat is toch geen
reëel voorstel. Spr. raadt den heer Schül
ler aan, zijn voorstel in te trekken en ver
trouwen te hebben in het college van B.
en W., dat wel tijdig met voorstellen tot
nieuwen woningbouw zal komen als de tijd
daarvoor rijp is. Wanneer wij niet de ver
zekering krijgen, dat bouwen weer noodig
is, is de aanneming van dit voorstel een
slag in de lucht, waarvan wij maar last
hebben.
Wethouder Wilbrink (C.H.) ontkent,
dat B. en W. twee vereenigingen tegen
elkaar willen uitspelen. De raad staat thans
voor een nieuwe situatie. Als amendement
mocht het voorstel misschien aanvaardbaar
zijn, als afzonderlijk voorstel is het onaan
nemelijk. Als de heer Schüller er een mo
tie van gemaakt had, zou het nog zin heb
ben. Nu wordt alleen de medewerking van
den raad gevraagd met uitschakeling van
het college van B. en W. Iets anders is de
suggestie van de heeren Schüller en Eiker
bout ,om te overwegen om „Eensgezindheid"
te betrekken in een saneeringsplan. Dat
acht spr. aannemelijk.
De heer Schüller (S.D.A.P.) meent,
dat de heer Goslinga feitelijk alle woning
bouw voorloopig afwijst. Hij wil het initia
tief aan B. en W. laten, maar de A.R.-fractie
heeft ook wel eens initiatief-voorstellen ge
daan, waaruit nog geen gebrek aan ver
trouwen behoeft te spreken.
De heer Wilbrink heeft de slag al aardig
te pakken. Toen hij nog gewoon raadslid
was, sprak hij anders.
De voorz.: U moest hier ook eens ko
men zitten, (hilariteit).
De heer Schüller (S.D.A.P.): Ik ben
bereid, als de raad mij maar de kans geeft.
(Vroolijkheid en geroep: Opstaan, Wil
brink!)
Spr. begrijpt niet, waarom B. en W. denkt
door dit voorstel uitgeschakeld te worden.
Dat is natuurlijk onjuist. Als de raad het
voorstel aanneemt, zullen B. en W. eens met
óe vereeniging gaan praten. De raad heeft
thans een gelegenheid om zich voor een
bepaalde vereeniging uit te spreken bij een
saneeringsplan. Er is voor een saneerings
plan natuurlyk tijd noodig. Reden te meer
om daar nu reeds mee te beginnen.
Den heer Goslinga (A.R.) spijt het,
dat de heer Schüller zijn voorstel niet in
trekt. Dat had het verloop van zaken aan
merkelijk bespoedigd. Op dit gebied kan
het initiatief van den raad de boel alleen
maar in de war sturen. De verklaringen
van wethouder Wilbrink hebben spr. volko
men bevredigd.
De heer Eikerbout (A.R.) vreest, dat
er niets van het voorstel-Sohüller terecht
komt en daarom dient hij een motie in, de
wenschelijkheid uitsprekend om bij een
eventueel saneeringsplan aan de woning-
bouwver. „Eensgezindheid" de gelegenheid
te geven plannen in te dienen.
Wethouder W i 1 b r in k (C.H.) geeft den
heer Schüller in overweging, zijn voorstel
in handen van B. en W. te stellen om prae-
advies. Het college kan de zaak dan van
alle kanten bezien.
De voorzitter dringt daar ook op aan.
De zaak is ingewikkelder dan men denkt.
Er worden bij de vereeniging verwachtingen
gewekt, welke misschien niet in vervulling
zullen gaan. Wij moeten eerst zekerheid
hebben, dat van de zijde der regeering geen
moeilijkheden in de weg zullen worden ge
legd.
De heer Schüller (S.D.A.P.) geeft zyn
voorstel daarop in praeadvies.
„Tuinstadwijk".
23. Beantwoording van de interpellatie
van den heer Schüller inzake het beleid
van het bestuur van de Woningbouwvere
niging „de Tuinstadwijk".
De vragen, indertijd -door den heer
Schüller gesteld, luiden als volgt:
1. Is het juist, dat het onderzoek, dat door
Burgemeester en Wethouders is ingesteld
naar de administratie der Woningbouw-
vereeniging „de Tuinstadwijk" meer spe
ciaal naar de boekingen ten laste van het
onderhoudsfonds van plan 3 dier bovenge
noemde vereeniging, heeft uitgewezen, dat
er verschillende bemerkingen waren te
maken over de wijze waarop deze admini
stratie is gevoerd?
2. Is het juist, dat uit bovengenoemd on
derzoek o.m. is komen vast te staan, dat
de uitgave voor de uitgevoerde werkzaam
heden over de verschillende jaren niet
juist zijn verdeeld, dat de uitgave gedaan
in 1932 voor ramen van woningen van
plan 3 niet in dat jaar zijn verantwoord,
en dat niet is komen vast te staan wanneer
deze post dan wel is verantwoord, dat op
plan 3 over 1934 voor 35 pet. aan materiaal
voor verfwerk is geboekt terwijl dit per
centage hoogstens 20 of 25 mocht bedra
gen?
3. Is het juist, dat werkzaamheden waar
toe geadviseerd was door den Dienst van
Bouw- en Woningtoezicht zijn nagelaten,
terwijl toen deze voorzieningen later toch
moesten worden getroffen, dit een aan
merkelijke en onnoodige verhooging van
kosten met zich bracht; dat bij de bouw
der woningen van plan 3 ander en mate
riaal van minder kwaliteit is gebruikt als
voorgeschreven in het bestek, en dat dien
tengevolge lekkage ontstond en de daar
uit voortvloeiende reparaties belangrijke
uitgaven vereischten; dat in het algemeen
uitgaven van steenhouwerswerk, het dich
ten van scheuren in plafonds te voorkomen
zouden zijn geweest, en'dat bij beter toe-
zich van de zijde der Directie bepaalde
uitgaven aanmerkelijk lager zouden zijn
geweest; dat het mede aan dit gebrekkige
toezicht is te wijten dat bij het bouwen
van schuurtjes in plan 2 tal van belangrij
ke werkzaamheden waren uitgevoerd in
strijd met de bestekbepalingen en dat
dientengevolge op last van den Dienst
van Bouw- en Woningtoezicht op 20 No
vember 1935 deze werkzaamheden werden
stop gezet?
4. Is het juist, dat de architect bij de
uitvoering van bouwplan 4 zeer onregel
matig het werk bezocht en zich zeer slecht
aan het in bestek omschrevene hield en
bij de uitvoering veelal ingebreke bleef
de noodige aanwijzingen te verstrekken
aangezien deze noodig waren, omdat men
zich bij den bouw amper op de verstrekte
teekeningen kon verlaten en dat hij zich
onvoldoende aan het werk gelegen liet
liggen, en Burgemeester en Wethouders
het Bestuur van „de Tuinstadwijk" heeft
doen weten dat aan den architect bij ver
dere onderhoudswerken of eventueele
nieuwbouw geen toezicht noch het ver
strekken van adviezen mag worden opge
dragen?
5. Indien bovenstaande vragen in het al
gemeen en op onderdeelen bevestigend
mochten worden beantwoord, welke maat
regelen zijn Burgemeester en Wethouders
voornemens te treffen of hebben zij reeds
getroffen, opdat soortgelijke onregelma
tigheden bij deze woningbouwvereeniging in
de toekomst worden voorkomen?
6. Zijn Burgemeester en Wethouders be
reid, de rapporten welke over bovenge
noemde aangelegenheden zijn uitgebracht,
ter inzage in de leeskamer te leggen, opdat
de Raad van de inhoud kennis kan nemen?
Wethouder Wilbrink (C.H.) ant
woordt:
Ad lo. Het onderzoek heeft inderdaad uit
gewezen, dat er verschillende bemerkingen
waren te maken.
Ad 2o. In het rapport van den directeur
van Bouw- en Woningtoezicht wordt mee
gedeeld, dat de timmerman niet over de noo
dige boekhoudkundige kennis en de boek
houder niet over de noodige technische ken
nis beschikte, zoodat de materialen-verdee-
ling niet wiskundig juist is geweest. De
vergissing is echter later hersteld.
Ad 3o. Dit is grootendeels juist.
Ad 4o. Het toezicht van den architect is
inderdaad onvoldoende geweest; hij kwam
onregelmatig en hield zich slecht aan het be
stek. Hem werden geen onderhoudsopdrach-
ten meer verstrekt.
Ad 5o. Het college heeft inderdaad maat
regelen genomen. Het bestuur der vereeni
ging is wel verantwoordelijk, doch was aan
gewezen op de adviezen van den architect.
Ad 6o. Tegen het ter leeskamer leggen,
heeft het college bezwaar.
De heer Schüller (S.D.A.P.) dankt B.
en W. voor de juiste beantwoording en voor
het overleg met hem (spr.) gepleegd. De
door spr. genoemde feiten zijn door B. en
W. juist bevonden. Gebleken is, dat de ad
ministratie slordig is geweest, waarvan spr.
nog nadere staaltjes mededeelde. Van knoei
erijen is geen sprake, doch wel van slordig
en ondeskundig beheer van het bestuur
Spr. hoopt, dat de vergadering van de ver
eeniging tot de slotsom zal komen, dat dit
beheer niet gehandhaafd kan worden.
Wethouder Wilbrink (C.H.) verklaart,
dat hij van dit betoog van den heer Schül
ler geen woord voor zyn rekening neemt.
Het bestuur van „Tuinstadwijk" stata ge
heel buiten de interpellatie.