GEMEENTERAAD VAN LEIDEN dinsdag 5 october 1937 de leidsche courant tweede blad - pag. 6 EEN LIMIET VOOR HUIS A A NSLUITINGEN VAN AMBTENAREN AANSLUITINGEN BIJ DEN GEM. RADIO-DISTRIBUTIEDIENST WORDEN GOEDKOOPER AUTOMATISCHE VERKEERSREGELING BIJ DE GIJSELAARSBANK. - „EENSGEZINDHEID" EN „TUINSTAD- WIJK" ZIJN KATHOLIEKEN GEPASSEERD BIJ DEN PLANT SOENDIENST? B. EN W. GAAN ADRESSEEREN VOOR MEER KOLEN. 9. Voorstel om den onderwijzer aan de O. L. School aan de Vrouwenkerksteeg A. J. Wolfslag, over te plaatsen naar de op leidingsschool voor Gymnasium en H. B. S. aan de Boommarkt. Goedgekeurd. 10. Prae-advies op het verzoek van Dr. A. Beets om ontslag als regent van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinder huis. Goedgekeurd. 11. Voorstel tot het overbrengen van het dienstjaar 1936 op dat van 1937 van gel den in verband met de voldoening van on betaald gebleven vorderingen en het nog niet verwerkt of verbruikt zijn van ver leende credieten, alsmede tot het over brengen van verschillende ontvang- en uitgaafposten van den kapitaaldienst. Goedgekeurd. 12. Voorstel tot het wijzigen van de met het Eigen-Pensioenfonds voor de Europee- sche Burgerlijke Ambtenaren in Neder- landsch-Indië en het Weduwen- en Wee- zenfonds voor Europeesche Burgerlijke Landsdienaren in Nederlandsch-Indië d.d. 13 October 1936 aangegane overeenkomst inzake het aangaan van een geldleening en tot het vaststellen van den desbetref- fenden begrootingsstaat. Goedgekeurd. 13. Voorstel tot het verkoopen van een strook aangeplempte grond en water, ka dastraal bekend gemeente Warmond, Sec tie C No. 485 (ged.), aan B. D. W. J. van Garderen, te Warmond. Goedgekeurd. 14. Voorstel tot het verkoopen van een gedeelte van de Binnenvestgracht, kada straal bekend gemeente Leiden, Sectie A. No. 1317 (ged.) en Sectie C No. 1605 (ged.), aan de N.V. Meelfabriek „de Sleu tels", voorheen De Koster en Co., te Leiden. Dit voorstel wordt aangehouden, om de onderhandelingen nog verder te kunnen voortzetten. 15. Voorstel inzake het verleenen van een toelage uit de gemeentekas aan de kweekelingen bij het openbaar lager on derwijs, die niet met het zelfstandig ge ven van onderwijs in een klasse zijn be last, over het tijdvak van 1 September 19371 September 1938. Goedgekeurd. 16. Voorstel tot het verleenen van me dewerking aan het bestuur van de Veree- niging tot Stichting en Instandhouding van Scholen met den Bijbel te Oegstgeest, tot het aanschaffen van leermiddelen ten behoeve van zijn school voor gewoon lager onderwijs aan de Adriaan Pauwstraat en tot het vaststellen van den desbetreffen- den begrootingsstaat. Goedgekeurd. Niet teveel telefoneeren! 17. Prae-advies op het voorstel van den heer Groeneveld inzake het vaststellen van een maximum-vergoeding wegens tele foongesprekken over de woningaansluitin gen van de leden van het College van Burgemeester en Wethouders en van de ambtenaren. De heer Groeneveld (S.D.A.P.) merkt op, dat de limiet-regeling voor de raadsleden 10.per jaar) bevredigend werkt. Voor het college van B. en W. en de ambtenaren bestond zoo'n limiet niet, en daarom heeft spr. een dergelijke regeling voorgesteld. B. en W. hebben gezegd, dat een dergelijke regeling niet zoo eenvoudig is. Het spijt spr., dat de lijsten van de wo- ninggesprekken van de ambtenaren niet ter inzage hebben gelegen. Dat zou interes sante lectuur zijn geweest. Het gesprekken- aantal loopt sterk uiteen. Eén ambtenaar heeft bijv. niet minder dan 4000 gesprekken in 1936 over zijn woningaansluiting gevoerd. Spr. heeft den indruk, dat heel wat par ticuliere gesprekken door de gemeente wor den betaald. Het college gaat thans voor een groot deel met spr. mee; het wil ech ter een uitzondering maken voor den bur gemeester en politie-ambtenaren. Een ver klaring met name van de politie-ambtena ren wordt niet gegeven. Spr. kan ermee accoord gaan, als B. en W. een aanneme lijke verklaring kunnen geven. De heer v. d. Laan (V.B.) begroet dit voorstel met vreugde. Het is een goede stap in de richting van bezuiniging. De heer deReede (C.H.) kan zich met het voorstel vereenigen, doch vraagt het college, hoe zij staan tegenover verdere be zuiniging door het wegnemen van de tele foon bij die ambtenaren, die een telefoon niet noodig hebben. De heer Beekenkamp (A.R.) stelt eenige redactie-wijziging voor. De v o o r z. antwoordt den heer de Ree- de, dat B .en W. een verdere beperking van de telefoonaansluitingen hebben onder zocht, doch dat is onmogelijk gebleken. De lijst van telefoongesprekken is niet ter visie gelegd, omdat het een willekeurige lijst is. Het is voldoende duidelijk geworden, dat een algemeene regeling bezwaarlijk is. Daarom is de mogelijkheid van uitzonde ringen open gelaten. Dat voor de politie een uitzondering is gemaakt vindt zijn reden in de mogelijkheid, dat een onverwachte om standigheid een groot aantal telefoonge sprekken noodzakelijk kan maken. De heer Groeneveld (S.D.A.P.) geeft toe, dat een volmaakte regeling niet te be reiken is. Maar daar het voor spr. vast staat, dat vele particuliere gesprekken over de woningaansluitingen worden gevoerd, dient z.i. een limiet te worden gesteld. Spr. kan zich by het voorstel van B. en W. neer leggen. Daarna z. h. st. aangenomen. Radio-distributie wordt goedkooper. 18. Voorstel tot wijziging van de veror dening betreffende de aansluiting van particulieren aan het gemeentelijke Radio distributie-net. De heer v. d. Tas (A.R.) meent, dat de lagere aansluitkosten niet direct een groote toevloed van nieuwe abonné's zal veroor zaken. Beter ware het z.i. de abonnements kosten te verlagen. De heer Tobé (R.K.) brengt hulde aan degenen, die om bezuinigingsredenen af stand hebben willen doen van een genot middel. B. en W. stellen zich op een ander standpunt; zij willen zooveel mogelijk hun klantjes behouden. Dat acht spr. niet fraai en daarom gaat spr. er niet met mee. De heer v. Eek (S.D.A.P.) legt zich bij dit voorstel neer, al is zijn bewondering niet groot. De toestand van het radio-distributie bedrijf zal er toe moeten leiden, dat men drastischer maatregelen neemt. De econo mische omstandigheden maken het menig een bezwaarlijk om het genot van een ra dio-aansluiting te handhaven. De toestand is niet verontrustend, doch er is toch een achteruitgang in abonné's en daarom meent spr., dat men tot verlaging van den abonne mentsprijs zal moeten overgaan. Spr. geeft toe, dat men voorzichtig moet zijn, in ver band met de sluitende begrooting, doch verlaging van het abonnementsgeld geeft weer nieuwe abonné's. Tevens zou spr. een gratis aansluiting voor de werkloozen wen- schen. Daarop zal spr. bij de begrooting na der terugkomen. De heer v. d. Kwaak (C.H.) meent,, dat de afbetalings-mogelijkheid eveneens een woordje meespreekt. Men kan even ge makkelijk een radio koopen als radio-distri butie nemen. B. en W. willen een wekelijksche betaling invoeren; daarmee stemt spr. in, doch niet met die 2welke dan meer moeten worden betaald. Spr. beveelt aan, bij verlies van een abonné naar de reden te vragen. De heer Snel (S.D.A.P.) meent, dat de conclusie in strijd is met de toelichting. Het is verkeerde tactiek, de abonné's te la ten heengaan door te hooge abonnementen en ze dan weer terug te lokken met lage aansluitkosten. Spr. verwacht geen meer dere aansluitingen en vreest voor een kwij nend bestaan voor onze radio-distributie- dienst wanneer men op deze wijze voort gaat. Elders (bijv. in Hilversum) neemt men een royaler standpunt in t.o.v. het abonnementsgèld en de regeling voor de werkloozen. De v o o r z. antwoordt, dat verlaging der abonnementsgelden wel degelijk overwo gen is. Het is natuurlijk aller wensch, dat op die manier de dienst floreeren zal, doch het is onmogelijk. In de bedrijven is een aanzienlijk kapitaal gestoken en wij moeten thans toezien dat dit kapitaal beschermd wordt. Verlaging der abonnementsgelden zou 21.000 per jaar kosten. Wanneer men weet, dat per jaar ƒ26.000 wordt afgeschre ven, is het duidelijk, dat daarmee de af- schrijvingspolitiek in gevaar zou komen. Men moet hoog afschrijven, omdat het niet onmogelijk is, dat het bedrijf in 10 jaar moet worden opgeheven. Bovendien heft de Nozema een niet-onbelangrijke belasting per abonné. Verlaging voor de werkloozen zou veel administratieve rompslomp geven en het zou de vraag zijn, of dit de goedkeuring van den minister zou krijgen. De heer Tobé keurt de houding der gemeente af, doch hier wordt werkelijk niet op de eerste plaats gestreefd naar financieele winst. De genen, die per week betalen willen, veroor zaken aan het bedrijf hoogere kosten en daarom betalen zij 2.per jaar meer. De verordening wordt daarna z. h. st. goedgekeurd. (De heer Tobé wenschte ge acht te zijn, te hebben tegengestemd). Een nieuwe subsidie. 19. Voorstel inzake het toekennen van een vergoeding aan den Leidschen Chris- telijken Besturenbond, de afd. Leiden van den R. K. Volksbond en den Leidschen Bestuurdersbond in de kosten van con trole op de middels de bij die bonden aan gesloten organisaties gesteunde werkloo zen en tot het vaststellen van den desbe- treffenden begrootingsstaat. De heer Goslinga (A.R.) is verbaasd over dit voorstel. B. en W. zijn erin ge slaagd een nieuw veld voor subsidie te ont dekken. Dat is geheel in strijd met de be- zuinigingseisch. Wanneer wij met een te kort op de begrooting zitten, begrijpt spr. niet, hoe B. en W. met een dergelijk voor stel kunnen komen. Dat de vakvereenigin- gen de controle uitoefenen is inhaerent aan hun positie als dragers van de steunrege ling. Talrijke dingen laat de overheid over aan de werkzaamheid van particulieren. Spr. denkt bijv. aan particuliere schoolbe sturen. Wanneer wij hier in Leiden geld over hadden, dan was er wat te zeggen voor een dergelijke subsidie, maar hier in geen strikte noodzaak. De heer Snel (S.D.A.P.) spreekt zijn waardeering uit voor dit voorstel. De orga nisaties moeten groote kosten maken, waar van dit voorstel slechts een klein deel ver goedt. Reeds jaren lang wordt in andere plaatsen zulk een vergoeding gegeven. Wethouder v. Stralen (S.D.A.P.) kan begrijpen, dat men bezwaar maakt tegen nieuwe uitgaven. Maar men moet ook in het oog houden, dat er toch wel reden voor is. In verschillende andere plaatsen wordt den organisaties reeds geruimen tijd tege moet -gekomen. Hier te Leiden hebben de organisaties nu pas het verzoek daartoe ge daan, nu de financieele nood voor hen werkelijk nijpend is geworden. De directeur van den Soc. Dienst, alsmede de Commis sie hebben gunstig geadviseerd en daarom vond het college geen vrijheid om het ver zoek geheel en al af te wijzen. De organisa ties doen belangrijke diensten, vooral wat de controle betreft, en deze sparen duizen den voor de gemeente uit. Daarom is eeni ge tegemoetkoming niet ongemotiveerd. De heer Goslinga (A.R.) vraagt, hoe men denkt aan het geld te komen? Er is toch een tekort. In plaats van te bezuini gen gaat het college andere uitgaven ma ken. Spr. zal daaraan zijn stem niet ge ven. De vakvereenigingen zijn lang niet zoo noodlijdend als de gemeente. Wethouder v. Stralen (S.D.A.P.) wijst erop, dat de gemeente zelf de controle zou moeten gaan uitoefenen, als de organisaties er zich niet langer mee zouden belasten. Het voorstel wordt aangenomen met 31 tegen 2 stemmen. Tegen de heeren Wurtz en Goslinga. Verkeerssignalen. 20. Voorstel tot het beschikbaar stellen van gelden ten behoeve van het automa- tiseeren van de regeling van het verkeer op het kruispunt bij de De Gijselaarsbank. Den heer Beekenkamp (A.R.) spijt het, dat deze aangelegenheid niet in de commissie van fabricage is geweest. Spr. heeft berekend, dat de jaarlijksche kosten over het geheel genomen minder zijn, wan neer wij niet met de P.T.T. doch met de particuliere firma in zee gaan. Het verschil zou over 10 jaar berekend ongeveer 8000 zijn. Dat een gecentraliseerde post op het politiebureau minder kans van storing heeft, kan spr. niet zonder meer aanvaard den. Ook de andere door B. en W. genoem de voordeelen van het aanbod der P.T.T. acht spr. niet zoo steekhoudend, zoodat spr. geen reden ziet om het systeem van de P. T.T. te prefereeren. De heer Groeneveld (S.D.A.P.) meent, dat wij voorzichtig moeten zijn met de vervanging van den mensch door de machine. Een verkeersagent richt zich naar de oogenblikkelijke behoefte, zoodat geen seconde verloren behoeft te gaan. Een .auto maat is geen verbetering. Een automaat zal bijv. een begrafenisstoet in tweeën snijden. Het z.g. drempelsysteem heeft z.i. geen nut, want uit elke richting zal altijd wel eenig verkeer komen. Bezuiniging geeft deze automatiseering practisch ook al niet,'want in de plaats van den verkeersagent zal, ze ker den eersten tijd, een controleerenden agent moeten optreden. Bovendien is het onnoodig weer een werklooze te maken. De heer W i 1 m e r (R.K.) vraagt, waarom deze automatiseering alleen voor dit kruis punt wordt voorgesteld? Is men niet over tuigd van de goede werking? Voorts vraagt spr. of wellicht de zuinigheid de wijsheid niet bedriegt. Bezuiniging op het politiepersoneel is z.i. niet gewenscht, omdat de bezetting toch al te zwak is. De heer. Lom bert (R.K.) meent, dat dit plan een groote verbetering beteekent voor het verkeer. Thans gaan vele minuten verloren, wanneer de verkeersagent niet doortastend optreedt. Ook spr. komt tegen het voornemen op, om de politie met één man te verminderen. Dat acht spr. onjuist. De heer Hess in g (SD.A.P.) vraagt, waarom het college zooveel waarde hecht aan het gecentraliseerde systeem. Het na deel daarvan is z.i., dat een storing in de centrale zich direct manifesteert op alle verkeerspunten. Voorts heeft men bij een centrale altijd lange kabels noodig, die het gevaar voor storingen vergrooten. De heer W r t z (Nat. Herstel) heeft met genoegen kennis genomen van dit voorstel. Wij gaan thans den weg op van de groote steden. Spr. is onbevoegd om te oordeelen over de diverse systemen, doch hij maant tot voorzichtigheid aan. Omtrent het ver schil in kosten wenscht hij nadere inlichtin gen. De heer Keij (V.D.) vraagt eenige na dere inlichtingen. Hij vraagt of er geen aan leiding is om ook de Heemaf te vragen. Spr. meent, dat het systeem van de ver keersagenten bij de Gijselaarsbank niet doelmatig is, wat hij nader uiteen zet. De heer Jongeleen (S.D.A.P.) juicht het voorstel toe. Automatiseering neemt bij slecht weer een functie over, welke niet be nijdenswaardig is. Namens de meerderheid van zijn fractie verklaart hij zich vóór het voorstel. De v o o r z. zegt ,dat het college de voor keur geeft aan het systeem van de P.T.T. omdat dit de beste mogelijkheid voor be drijfszekerheid biedt. Bovendien profitee- ren wij dan van alle tariefsverlagingen, welke in de toekomst mogelijk zullen blij ken. Het college overweegt, om, wanneer de apparaten voldoen, dezelfde automati seering op andere verkeerspunten toe te passen. Met het oog daarop is een centrale post wenschelijk. Het is juist, dat men dan bij de politie met één man minder kan vol staan. Bij de automatiseering worden 3 agenten vrij gemaakt, waarvan 2 voor an dere doeleinden (met name bij de motor politie voor de buitenwijken) kunnen wor den gebruikt. Dat is dus een uitbreiding van het politiecorps, en tevens een bezui niging. De heer Groeneveld vreest voor verloren gaan van tijd, doch dat is onjuist; wanneer er geen verkeer meer is, wordt de weg niet langer vry gegeven. Voor begrafenisstoeten e.d. zulen maatregelen getroffen worden. Op zeer drukke uren zal trouwens een verkeersagent het werk toch wel tijdelijk moeten overnemen. In tegenstelling met den heer Hessing gelooft spr., dat centrali satie veel grooter voordeelen heeft dar. na- deelen. De heer Manders (R.K.) geeft in over weging om het rood onderaan te laten aan brengen. De heer Groeneveld (S.D.A.P.) blijft er bij, dat er in ieder geval een werklooze ontstaat. Het voorstel wordt z. h. st. aangeno men. (De heer Groeneveld wilde geacht worden, te hebben tegengestemd). Het Gangetje. 21. Voorstel: a. tot het sloopen van het voormalige fabrieksgebouw met kantoor van de N.V. Biscuitfabriek „Nutrix", het overkluizen van het water langs het Gangetje, het ver- breeden van het Gangetje, het sloopen van de Karnemelksbrug en het vervangen van die brug door een vaste brug; b. tot het vaststellen van den desbetref- fenden begrootingsstaat. Goedgekeurd. Daarna wordt de zitting verdaagd tot 's avonds 8 uur. AVONDZITTING. Na heropening der zittingworden de deuren gesloten. Om 8.30 uur worden de deuren her opend en is aan de orde: „Eensgezindheid". 22. Voorstel van den heer Schüller in zake woningbouw door de Woningbouw- vereeniging „Eensgezindheid". De heer Schüller (S.D.A.P.) acht toe lichting overbodig, omdat.... dit voorstel reeds is aangenomen, n.l. als amendement op het voorstel-Elkerbout, dat daarna bij vergissing verworpen werd. Het luidt thans, dat de raad besluiten zal. dat de plannen van „Eensgezindheid" opnieuw in behande ling genomen worden en dat daarvoor gron den ter beschikking zullen worden gesteld. B. en W. hebben getracht om de eene bouw- vereeniging tegen de ander uit te spelen, doch spr. hoopt, dat de raad niet in dat valletje zal loopen. De mogelijkheid bestaat ook, dat men deze bouwvereeniging een saneeringsplan laat maken, ter opruiming van krotten. Het behoeft dus niet bepaald nieuwbouw te zijn op nieuwe bouwterrei nen. De heer Eikerbout (A.R.) vraagt of B. en W. van plan zijn om steeds de stich ting „Werkmans-Woningen" te belasten met de uitvoering van saneeringsplannen. Men zou nu ook eens „Eensgezindheid" daarmee kunnen belasten, speciaal met de wijken van het Levendaal of van de Looierstraat. Het gaat er dus niet om, dat de gemeente een duur stuk grond moet koopen.. Spr. steunt derhalve het voorstel-Schüller. De heer Goslinga (A.R.) vindt de si tuatie verward. Hier is een voorstel, dat eerst is aangenomen en later weer verwor pen; dat gebeurt wel meer. De toelichting van den heer Schüller brengt de zaak nu weer op een ander terrein ,n.l. op het ge bied van de saneering. Maar voor sanee ringsplannen is meer noodig! De raad wordt nu uitgenoodigd om terreinen ter be schikking te stellen. Welke? Dat zal „Eens gezindheid" wel uitmaken. Dat is toch geen reëel voorstel. Spr. raadt den heer Schül ler aan, zijn voorstel in te trekken en ver trouwen te hebben in het college van B. en W., dat wel tijdig met voorstellen tot nieuwen woningbouw zal komen als de tijd daarvoor rijp is. Wanneer wij niet de ver zekering krijgen, dat bouwen weer noodig is, is de aanneming van dit voorstel een slag in de lucht, waarvan wij maar last hebben. Wethouder Wilbrink (C.H.) ontkent, dat B. en W. twee vereenigingen tegen elkaar willen uitspelen. De raad staat thans voor een nieuwe situatie. Als amendement mocht het voorstel misschien aanvaardbaar zijn, als afzonderlijk voorstel is het onaan nemelijk. Als de heer Schüller er een mo tie van gemaakt had, zou het nog zin heb ben. Nu wordt alleen de medewerking van den raad gevraagd met uitschakeling van het college van B. en W. Iets anders is de suggestie van de heeren Schüller en Eiker bout ,om te overwegen om „Eensgezindheid" te betrekken in een saneeringsplan. Dat acht spr. aannemelijk. De heer Schüller (S.D.A.P.) meent, dat de heer Goslinga feitelijk alle woning bouw voorloopig afwijst. Hij wil het initia tief aan B. en W. laten, maar de A.R.-fractie heeft ook wel eens initiatief-voorstellen ge daan, waaruit nog geen gebrek aan ver trouwen behoeft te spreken. De heer Wilbrink heeft de slag al aardig te pakken. Toen hij nog gewoon raadslid was, sprak hij anders. De voorz.: U moest hier ook eens ko men zitten, (hilariteit). De heer Schüller (S.D.A.P.): Ik ben bereid, als de raad mij maar de kans geeft. (Vroolijkheid en geroep: Opstaan, Wil brink!) Spr. begrijpt niet, waarom B. en W. denkt door dit voorstel uitgeschakeld te worden. Dat is natuurlijk onjuist. Als de raad het voorstel aanneemt, zullen B. en W. eens met óe vereeniging gaan praten. De raad heeft thans een gelegenheid om zich voor een bepaalde vereeniging uit te spreken bij een saneeringsplan. Er is voor een saneerings plan natuurlyk tijd noodig. Reden te meer om daar nu reeds mee te beginnen. Den heer Goslinga (A.R.) spijt het, dat de heer Schüller zijn voorstel niet in trekt. Dat had het verloop van zaken aan merkelijk bespoedigd. Op dit gebied kan het initiatief van den raad de boel alleen maar in de war sturen. De verklaringen van wethouder Wilbrink hebben spr. volko men bevredigd. De heer Eikerbout (A.R.) vreest, dat er niets van het voorstel-Sohüller terecht komt en daarom dient hij een motie in, de wenschelijkheid uitsprekend om bij een eventueel saneeringsplan aan de woning- bouwver. „Eensgezindheid" de gelegenheid te geven plannen in te dienen. Wethouder W i 1 b r in k (C.H.) geeft den heer Schüller in overweging, zijn voorstel in handen van B. en W. te stellen om prae- advies. Het college kan de zaak dan van alle kanten bezien. De voorzitter dringt daar ook op aan. De zaak is ingewikkelder dan men denkt. Er worden bij de vereeniging verwachtingen gewekt, welke misschien niet in vervulling zullen gaan. Wij moeten eerst zekerheid hebben, dat van de zijde der regeering geen moeilijkheden in de weg zullen worden ge legd. De heer Schüller (S.D.A.P.) geeft zyn voorstel daarop in praeadvies. „Tuinstadwijk". 23. Beantwoording van de interpellatie van den heer Schüller inzake het beleid van het bestuur van de Woningbouwvere niging „de Tuinstadwijk". De vragen, indertijd -door den heer Schüller gesteld, luiden als volgt: 1. Is het juist, dat het onderzoek, dat door Burgemeester en Wethouders is ingesteld naar de administratie der Woningbouw- vereeniging „de Tuinstadwijk" meer spe ciaal naar de boekingen ten laste van het onderhoudsfonds van plan 3 dier bovenge noemde vereeniging, heeft uitgewezen, dat er verschillende bemerkingen waren te maken over de wijze waarop deze admini stratie is gevoerd? 2. Is het juist, dat uit bovengenoemd on derzoek o.m. is komen vast te staan, dat de uitgave voor de uitgevoerde werkzaam heden over de verschillende jaren niet juist zijn verdeeld, dat de uitgave gedaan in 1932 voor ramen van woningen van plan 3 niet in dat jaar zijn verantwoord, en dat niet is komen vast te staan wanneer deze post dan wel is verantwoord, dat op plan 3 over 1934 voor 35 pet. aan materiaal voor verfwerk is geboekt terwijl dit per centage hoogstens 20 of 25 mocht bedra gen? 3. Is het juist, dat werkzaamheden waar toe geadviseerd was door den Dienst van Bouw- en Woningtoezicht zijn nagelaten, terwijl toen deze voorzieningen later toch moesten worden getroffen, dit een aan merkelijke en onnoodige verhooging van kosten met zich bracht; dat bij de bouw der woningen van plan 3 ander en mate riaal van minder kwaliteit is gebruikt als voorgeschreven in het bestek, en dat dien tengevolge lekkage ontstond en de daar uit voortvloeiende reparaties belangrijke uitgaven vereischten; dat in het algemeen uitgaven van steenhouwerswerk, het dich ten van scheuren in plafonds te voorkomen zouden zijn geweest, en'dat bij beter toe- zich van de zijde der Directie bepaalde uitgaven aanmerkelijk lager zouden zijn geweest; dat het mede aan dit gebrekkige toezicht is te wijten dat bij het bouwen van schuurtjes in plan 2 tal van belangrij ke werkzaamheden waren uitgevoerd in strijd met de bestekbepalingen en dat dientengevolge op last van den Dienst van Bouw- en Woningtoezicht op 20 No vember 1935 deze werkzaamheden werden stop gezet? 4. Is het juist, dat de architect bij de uitvoering van bouwplan 4 zeer onregel matig het werk bezocht en zich zeer slecht aan het in bestek omschrevene hield en bij de uitvoering veelal ingebreke bleef de noodige aanwijzingen te verstrekken aangezien deze noodig waren, omdat men zich bij den bouw amper op de verstrekte teekeningen kon verlaten en dat hij zich onvoldoende aan het werk gelegen liet liggen, en Burgemeester en Wethouders het Bestuur van „de Tuinstadwijk" heeft doen weten dat aan den architect bij ver dere onderhoudswerken of eventueele nieuwbouw geen toezicht noch het ver strekken van adviezen mag worden opge dragen? 5. Indien bovenstaande vragen in het al gemeen en op onderdeelen bevestigend mochten worden beantwoord, welke maat regelen zijn Burgemeester en Wethouders voornemens te treffen of hebben zij reeds getroffen, opdat soortgelijke onregelma tigheden bij deze woningbouwvereeniging in de toekomst worden voorkomen? 6. Zijn Burgemeester en Wethouders be reid, de rapporten welke over bovenge noemde aangelegenheden zijn uitgebracht, ter inzage in de leeskamer te leggen, opdat de Raad van de inhoud kennis kan nemen? Wethouder Wilbrink (C.H.) ant woordt: Ad lo. Het onderzoek heeft inderdaad uit gewezen, dat er verschillende bemerkingen waren te maken. Ad 2o. In het rapport van den directeur van Bouw- en Woningtoezicht wordt mee gedeeld, dat de timmerman niet over de noo dige boekhoudkundige kennis en de boek houder niet over de noodige technische ken nis beschikte, zoodat de materialen-verdee- ling niet wiskundig juist is geweest. De vergissing is echter later hersteld. Ad 3o. Dit is grootendeels juist. Ad 4o. Het toezicht van den architect is inderdaad onvoldoende geweest; hij kwam onregelmatig en hield zich slecht aan het be stek. Hem werden geen onderhoudsopdrach- ten meer verstrekt. Ad 5o. Het college heeft inderdaad maat regelen genomen. Het bestuur der vereeni ging is wel verantwoordelijk, doch was aan gewezen op de adviezen van den architect. Ad 6o. Tegen het ter leeskamer leggen, heeft het college bezwaar. De heer Schüller (S.D.A.P.) dankt B. en W. voor de juiste beantwoording en voor het overleg met hem (spr.) gepleegd. De door spr. genoemde feiten zijn door B. en W. juist bevonden. Gebleken is, dat de ad ministratie slordig is geweest, waarvan spr. nog nadere staaltjes mededeelde. Van knoei erijen is geen sprake, doch wel van slordig en ondeskundig beheer van het bestuur Spr. hoopt, dat de vergadering van de ver eeniging tot de slotsom zal komen, dat dit beheer niet gehandhaafd kan worden. Wethouder Wilbrink (C.H.) verklaart, dat hij van dit betoog van den heer Schül ler geen woord voor zyn rekening neemt. Het bestuur van „Tuinstadwijk" stata ge heel buiten de interpellatie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 6