Het avontuur van de „Van Heutsz".
Om een Kind
Ongewone passagiers in een luxe auto. Twee jeugdige
krulstaarten op weg naar de vee-tentoonstelling, welke te
Chobham (Eng gehouden werd
,<v:
De eerste dag der herfst-rennen te Gatwick leverde een
spannende race op, waarvan hierboven een moment
In de haven van Calcutta heerscht thans extra drukte in verband met het
verschepen van groote hoeveelheden oud-ijzer naar Japan, waar het tot het
vervaardigen van oorlogsmateriaal gebruikt wordt
De strijd in China.
De evacuatie der
vreemdelingen uit
Sjanghai. Vrouwen
en kinderen ver
laten per autobus
de stad
Voor het vertrek van den Britschen torpedojager .Basilisk* naar de Middel-
landsche Zee, controleert de bemanning de bevestiging van de onder water
ontplofbare torpedo's
Door een verschrikkelijken typhoon werd de .Van Heutsz"
van de K.P.M., na eerst door twee Chineesche schepen ge
ramd te zijn, op de rotsen van Green Island nabij Hongkong
geworpen. Het schip in zijn benarde positie
FEUILLETON
ROMAN VAN NORBERT GAB AI.
32
Hij valt zichzelf in de rede. „Wat is er,
Brownell?"
De aangesprokene heeft plank en figuur
zaag op zij gelegd en staart verbaasd door
het kleine venster. „Bij onze buren is het
plotseling zoo stil geworden. Wat is daar
aan de hand?"
Beide mannen haasten zich naar buiten.
Danny's weekeind-huisje is gesloten; de
sleutel bevindt zich niet in het slot.
Kitty Devine, de kleine Maud en Pan, de
dog, zijn plotseling als van den aardbodem
verdwenen.
De diepe stilte van het bosch hangt rond
het drietal, dat langzaam over het zachte
mos en de verwelkte bladeren voortstapt.
„Pek, pek, pek", roep Maud, terwijl zij
blijft staan bij een beuk, in welks kroon
een specht bezig is een maaltijd te verzame
len. „Pek, pek, pek".
Kitty, zwaar beladen met een volgepakte
rugzak, legt vermanend den vinger op den
mond. „Ssst, niet zoo hard! Anders hooren
ze je. En dan komen ze je halen".
Zij leidt het kind naar een boomstronk.
„Zie zoo, ga nu maar even zitten. Straks
gaan we rijden".
Ze tuurt tusschen de boomen door naar
den rijweg. Over een paar minuten moet de
autobus naar Londen langs komen. Kitty
is na rijpelijk overleg tot het besluit geko
men met Maud te vluchten. Zij is van plan
naar haar ouders in Schotland te gaan.
Het zal een eeige dagen duren voor men
haar en het kind op het spoor is en intus-
schen zal de politie dan alles gealarmeerd
hebben. De kranten zullen hun lezers sen-
sationeele berichten voorzetten en het groo
te publiek zal zich voor de kleine Maud
Gordon gaan interesseeren.
Kitty weet zeer wel, dat zij zich strafbaar
maakt door deze ontvoering, maar zij
wenscht niets liever dan in het openbaar
voor de rechtbank met overtuigende elo
quentie de motieven naar voren te bren
gen, welke haar aanleiding hebben gege
ven het kind niet aan den pleegvader uit
te leveren.
Zij hoort de autobus aankomen, neemt
Maud bij de hand en begeeft zich naar den
weg. Gelaten sjokt „Mister Pan" achter
hen aan.
„Ga terug, Pan", commandeert Kitty.
„Vooruit! Zoek den baas! Allons! Versta
je me niet?"
Maar Pan kijkt slechts naar haar op,
houdt den kop wat scheef, alsof hij aan
dachtig luistert en verroert zich niet. En als
Kitty hem, zich opwindend, toesnauwt,
gaat hij er gemoedelijk bij zitten en reikt
haar zijn rechter voorpoot.
„Pan kan toch meegaan", meent Maud.
Laat hem toch meekomen, mama!"
„Dat gaat niet, Maud. Pan is te groot.
Hij mag niet in de autobus."
De wagen is inmiddels naderbij gekomen
en stopt. Kitty tilt Maud op de treeplank.
De dog verliest het tweetal geen seconde
uit het oog.
Plotseling klinkt en kort fluitsignaal. Pan
spitst de ooren en blaft tweemaal kort
achtereen. Kitty springt op de autobus, de
conducteur geeft het sein tot vertrek en
de wagen rijdt weg.
Eén oogenblik staart de hond hem ver
baasd na, maar dan rent hij met groote
spronge achter de autobus aan.
Nog eenige malen klinkt het fluitje. Tel
kens blijft Pan even staan, omkijkend en
in tweestrijd of hij aan het signaal zal
gevolg geven, maar het slot is steeds dat
hij opnieuw de autobus tracht in te ha
len.
En reeds ziet Kitty tot haar niet geringe
ontsteltenis rechercheur Brownell opdui
ken. Over het boschpad, dat van de rivier
naar de rijweg leidt, komt hij aanfietsen,
in steeds sneller tempo, eveneens achter de
autobus aan.
Om zes uur wilde Nicolle haar vader in
diens pension bezoeken, maar' op de klok
aan het station is het reeds over acht, als
zij eindelijk aan dit voornemen gevolg
geeft.
De onverdragelijke spanning, waaraan zij
nu reeds bijna den geheelen dag ten prooi
is, die de uiterste concentratie van haar
vergde en haar zenuwen geen oogenblik
rust liet, heeft nu plaats gemaakt voor een
zeldzamen toestand van verdooving. De
man, dien zij vandaag voor het eerst ont
moette, heeft haar zoodanig uit haar ge
wone doen gebracht, dat haar gedachten
steeds weer naar hém terugkeeren.
Zij ziet zichzelf weer op de ronde bank
in het park zitten naast Coverley, wiens
hartstochtelijke welbespraaktheid haar in
vuur en vlam heeft gezet.
Hij spot nu niet meer, maar luistert zwij
gend. In zijn lichte, tintelende oogen, waar
in geen spoor van valschheid of onbetrouw
baarheid te ontdekken is, ligt een peinzen
de uitdrukking, die haar treft en ont
roert.
Hij wil iets van Maud hooren. Terwijl
zij vertelt, dringt het wonderlijke van de
situatie voor het eerst tot haar door. Zij is
er zelf verbaasd over. Een plotseling in
haar ontwaakt gevoel van verbondenheid
met dezen man beinvloedt haar denken en
voelen zoo sterk, dat het haar lijkt of het
bevel tot aanhouding, dat hem door de we
reld jaagt, ook haar geldt. Zij beseft, dat
hij de liefde voor zijn kind ook op haar
begint over te dragen. Een tot dusver on
gekend gevoel van geluk doorstroomt haar
en kondigt zich aan als een voorbode van
een stralende toekomst.
En dan staat ze naast hem op het per
ron. De trein rijdt binnen. Hij neemt haar
hand en drukt die stevig.
„Tot ziens, miss Osborn", zegt hij en
lachend laat hij er op volgen: „Vannacht
zult u wel niet rustig slapen. Ik heb u ge
waarschuwd. 't Is altijd onverstandig zijn
hand in een wespennest te steken!"
Coupèdeuren worden dicht geslagen; de
chef geeft het sein tot vertrek.
Zij buigt zich buiten het raampje. Cover
ley wuift haar hartelijk na. Zij kan een
gevoel van vrees niet onderdruken. Wie
weet, hoe dat alles nog zal afloopen. Mis-
schie ziet ze hem nooit meer terug.
„Zoo meisje, we dachten, dat je niet
meer kwam", zegt Danny verwijtend.
„Sinds zes uur zitten we hier op je te
wachten. Waarom bel je niet even op, als
je niet op tijd kunt zijn? Waar ben je ge
weest?"
Nicolle geeft niet direct antwoord op deze
vragen. In een poging haar onzekerheid te
overwinnen, wendt zij zich tot haar va
der: „O, wat hebt u weer zitten dampen".
Haastig opent zij het raam. Als zij zich om
draait, blijft zij van schrik als aan den
grond genageld staan. Op den kleinen ta
fel ontwaart zij, uitgespreid en netjes glad
gestreken, het bevel tot aanhouding met
het daarin vervatte signalement van Co
verley.
„Danny heeft mij stapelgek gemaakt",
zegt de oude heer met een bezorgd gezicht.
Bekijk die foto daar eens. Acht jij het mo
gelijk, dat mr. Mitchell en die Coverley
een en dezelfde persoon zijn?"
Nicolle treedt op de tafel toe. Het hart
klopt in de keel, maar zij slaagt er in op
haar gelaat een ongeloovig glimlachtje te
voorschijn te roepen. Zij doet, alsof zij de
foto naast het signalement nauwkeurig be
kijkt.
„Maar Danny", zegt ze schouderopha
lend, „wat is dat nu voor onzin. Mr. Mit
chell vertoont toch niet de minste gelijke
nis met dien man hier!"
„Zie je wel!", antwoordt mr. Osborn met
een zucht van verlichting. „Als je lang
naar zoo'n foto kijkt, word je op een
dwaalspoor gebracht. Op het laatst zou ik
hebben kunnen zweeren, dat...."
,,'t Lijkt wel, of jullie bezig zijn je voor
detective te bekwamen. Straks tuft Danny
nog op z'n motor naar Amsterdam om den
gezochten millioenendief te vangen. Maak
je toch niet belachelijk, Danny!"
(Wordt vervoigaj.