ONTWIKKELING KRIJGSWEZEN EISCHT
GROOTER LEGERS
BINNENLAND
VRIJDAG 24 SEPTEMBER 1937
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
De voorgestelde wijzigingen van de
dienstplichtwet motiveert de regeering
in een uitvoerige memorie van toelich
ting.
Verhooging contingent
Wat de verhooging van de contingents
sterkte betreft deze is in de eerste plaats
noodig omdat de ontwikkeling van het
moderne krijgswezen grooter personeel
verlangt.
De contingentsverhooging is grooter,
dan direct noodig is, omdat men deze tot
stand wenscht te brengen binnen vijf
jaar, en niet in vijftien jaar, alhoewel de
mobilisatiesterkte van het leger uit vijf
tien lichtingen bestaat de vermeerde
ring van het contingent met 12.600 man
zal voor 4800 man gebruikt worden om
de infanteriecompagnieën weer op de
oorspronkelijke sterkte te brengen.
Geen broederdienst meer.
Broederdienstvrijstelling zal niet ge
handhaafd kunnen worden. Dat komt om
dat de werkelijke grootte der lichtingen
rond 30 procent grooter is dan de nomi
nale sterkte, omdat geregeld tekorten uit
vorige jaren door vrijstelling en afkeu
ring met de volgende lichting moeten
worden aangevuld. Zoo bedroeg de lich
ting 1937 25.232 man, alhoewel de wette
lijke lichting 19.500 man is. Bij de ver
grooting van het contingent kan men dus
rekenen op een lichting van 42.000 per
sonen.
Voor den dienstplicht melden zich
jaarlijksch 72.000 personen, terwijl het
afkeuringspercentage veertig bedraagt.
Daardoor is er geen ruimte meer voor
vrijstelling wegens broederdienst.
Loting funest.
Het stelsel der loting achtte men bij de
jongste wijziging der dienstplichtwet in
1922 funest. De regeering zal thans laten
onderzoeken, door welk stelsel de loting
zal moeten worden vervangen en in af
wachting daarvan stelt zij nu reeds af
schaffing voor. Er voor in de plaats zou
kunnen komen een keuring, waardoor de
allerbest geschikten voor het contingent
worden aangewezen. Is het overschot
klein, dan zou men ook bijvoorbeeld de
leden van groote gezinnen (waarvan bij
voorbeeld twee of drie leden hebben ge
diend) kunnen vrijstellen.
Wat den oefentijd betreft, ook de ma
noeuvres van '36 hebben wederom aan
getoond, dat de oefentijd voor het hoofd
wapen, de infanterie, te kort is. Wel is
waar is de opleiding gespecialiseerd, maar
de soldaten dienen zich toch vertrouwd
te maken met talrijke wapenen (lichte
en zware mitrailleurs en in de toekomst
infanteriekanonnen), die vroeger niet be
stonden. Voorts moeten zij zich vertrouwd
maken met de behandeling van afstands
meters, vizierkanonnen en bij den ver
bindingsdienst met seintoestellen e.d.
Daarenboven heeft het gasmasker zijn
intrede gedaan en daardoor is de oefe
ning van den infanterist ongemeen veel
zwaarder geworden.
Het moderne geschut met zijn vernie
lende werking maakt een groote ver
spreiding der soldaten noodig. Daarom
moet de moderne infanterist met gecom
pliceerde wapenen, gehinderd door een
gasmasker, dikwijls alleen in groote ver
spreiding optreden. Er wordt veel ge
vergd van zijn inzicht en kennis.
Oefentijd.
Aan den anderen kant is zijn opleiding
tegenwoordig minder goed door het ont
breken vain een beroepskader voor de op
leiding. Dit stelsel kan niet veranderd
worden en daarom is de oplossing een
langere oefentijd.
In alle Europeesche rijken is de oefen
tijd twaalf maanden of meer. In België
voor een deel der infanterie zelfs zeven
tien maanden. In Frankrijk is voor-
loopig tot 1940 de oefentijd vam het
geheele contingent zelfs van een tot twee
jaar verlengd, evenals in Duitschland.
Slechts Denemarken, Zweden en Zwit
serland kennen een oefeningstijd van elf
maanden.
Na rijp beraad heeft de regeering be
sloten voor te stellen den oefeningstijd
voor de onberedenen te stellen op elf
maanden. Legering voor twaalf maanden
heeft ook het nadeel, dat de kazernes dan
het geheele jaar bezet zijn, zoodat voor
de herhalingsoefeningen speciale kazer
nes zouden moeten worden gebouwd.
De verlenging van dien oefentijd brengt
ook mede, dat de vredessterkte van ons
leger grooter wordt, daar langeren tijd
geoefende dienstplichtigen onder de wa
penen zijn. Gezien de vredessterkte der
ons omringende rijken en de mogelijkhe
den, welke de moderne wapenen tot snel
le krachtige overvallen bieden, is dit een
eerste eisch. Door de dienstplichtigen
jaarlijks in twee ploegen van gelijke
sterkte op te roepen, zal voortdurend een
troepenmacht aanwezig zijn ter sterkte
wat de infanterie betreft van een
halve lichting, die gedurende vijf maan
den is geoefend.
De paraatheid der weermacht wordt
daardoor aanzienlijk vergroot.
Kosten.
De kosten kunnen als volgt gespeciali
seerd worden:
Voor inlijving zullen wor
den opgeroepen meer dan
thans 16.500
Wegens vrijstelling v. kost
winners, afkeuring enz.
vallen af 4.000
Blijft 12.500
12.500 man 330 dagen eerste
oefening a ƒ1.50 per dag 6.187.000
Hoogere uitgaven v. dienst
plichtig kader (eerste
oefening 216.000
15.500 man van bestaand
contingent (de onberede
nen) 165 dagen langer eer
ste oefening. 15.500 X 165
X 1.50 4.336.500
Meer voor herhalingsoefe
ningen 12.500 man 40 da
gen: 12.500 X 40 X /1.50 750.000
Hoogere uitgaven v. dienst
plichtig kader (herh.oef.) 22.000
Uitbreiding van scholen v.
reserve-officieren en on
derofficieren- administr. 600.000
Meer reserve-officieren bij
herhalingsoefeningen 7500
gemiddeld 11 dagen pe
jaar: 7500 X 11 X ƒ5 400.000
12.512 000
Vermeerdering beroepspersoneel 5.000.000
Totale verhooging van de
jaarlijksche uitgaven f 17.512.000
Uitbreiding van kazernee
ring (uitgaaf in eens) 22.000.000
Voorts wordt nog een wijziging voor
gesteld voor de benoeming van res-tweede
luitenants, die tihans tweemaal als vaan
drig in werkelijken dienst moeten zijn te-
ruggekeed vóór de benoeming tot tweede
luitenant volgt. Zij bereiken dan dien
gaad tegelijk met de leerlingen vam de
K. M. A. van hun jaar.
DEKKING DER UITGAVEN.
lm verband met de mededeeling der re
geering, dat zij voor de financiering van
de Defensie-uitgaven mede bijzondere
voorzieningen op het oog heeft, verneemt
de „Telegraaf thans, dat het zeer on
waarschijnlijk moet worden geacht, dat
de regeering alsnog zou besluiten tot een
weerbelasting. Veeleer gaan de gedach
ten de regeering in de richting van een
uitbreiding van het Defensiefonds, van
een afzonderlijke leenimg voor militaire
doeleinden», dan wel van het leggen van
tijdelijke ,.Defensie"-opcenten op een of
mee directe belastingen. Doch, als ge
zegd, een beslissing in deze is nog niet
genomen. Met andere militaire vraag
stukken maakt deze aangelegenheid nog
een voorwerp van overweging uit.
GRONDWETSHERZIENING KOMT
19 OCTOBER AAN DE ORDE.
De Tweede Kamer heeft gistermiddag
nog eenige zaken van huishoudelijken aard
afgehandeld en toen op voorstel van voor
zitter Aalberse besloten, de voorstellen tot
herziening der Grondwet in tweede lezing
te behandelen op Dinsdag 19 October a.s.
Tegen genoemde datum is tevens de be
handeling van een groot aantal kleinere
wetsontwerpen aan de orde gesteld.
INGETROKKEN WETSONTWERPEN.
Krachtens machtiging van H. M. de Ko
ningin heeft de Regeering de volgende bij
de Tweede Kamer aanhangige wetsontwer
pen ingetrokken:
Regelen betreffende de uitoefening van
de artsenijbereidkunst;
maatregelen tot regeling der adminstra-
tieve rechtspraak, (wetboek van admini
stratieve rechtsvordering en wijziging der
wet op de rechterlijke organisatie en het
beleid der justitie):
Zondagswet;
wijziging van de Zeeongevallenwet 1919;
voorbehoud der bevoegdheid tot toetre
ding tot het ontwerp-verdrag betreffende
de bescherming tegen ongevallen van ar
beiders werkzaam bij het laden en lossen
van schepen (Genève 1929);
wijziging van de Lager-Onderwijswet
1920;
voorbehoud der bevoegdheid tot toetre
ding tot het ontwerp-verdrag betreffende
den duur van den arbeid in de kolenmij
nen (Genève 1931);
regeling van de opleiding van onderwij
zers en onderwijzeressen voor het lager
onderwijs en van de bevoegdheid, verbon
den aan de akten van bekwaamheid tot
het geven van lager onderwijs;
regeling der ziekenverzorging;
voorbehoud der bevoegdheid tot toetre
ding tot het ontwerp-verdrag van Wash
ington, strekkende tot beperking van den
arbeidsduur en nijverheidsondernemingen
tot 8 uren per dag en 48 uren per week;
wijziging van de wet van 26 Maart 1920,
tot vaststelling van de Schipperswet;
aanvulling en verduidelijking van de ar
tikelen 899a, 949 en 963a van het Burger
lijk Wetboek;
wijziging van de Warenwet;
toekenning van de bevoegdheid tot het
tijdelijk treffen van afweermiddelen tegen
kunstmatige concurrentie uit het buiten
land;
voorbehoud der bevoegdheid tot be
krachtiging van het verdrag nopens den fi-
nancieelen bijstand van 2 October 1930;
wijziging van de wet Openbare Vervoer
middelen;
wijziging van art. 20" van de Vleeschkeu-
ringswet;
wijziging van de Drankwet;
bepalingen omtrent het met openlijke
aanprijzing in het verkeer brengen van
middelen tegen ziekten;
verbod van bereiding van alcoholhou
dende likeuren uit wijn;
regeling van het voorbereidend hooger
en algemeen vormend middelbaar onder
wijs;
wijziging en aanvulling der Hooger-On-
derwijswet;
wettelijke maatregelen tot regeling der
administratieven rechtspraak, (vervanging
der beroepswet en herziening der Onge
vallenwet 1901),
HULP AAN WERKLOOZE
ONDERWIJSKRACHTEN.
ƒ45.000 uitgetrokken voor
studiebeurzen.
In April 1937 is een ministerieele com
missie ingesteld ter bevordering van de op
leiding in technische richting van jonge
werklooze bezitters van de akte van be
kwaamheid als onderwijzer, die weinig
kans hebben op een aanstelling bij het on
derwijs.
Als gevolg van de bemoeiingen van die
commissie zullen, reeds te beginnen met
den cursus 1937/1938, een aantal van deze
gegadigden hun nieuwe studie beginnen, in
hoofdzaak aan de Middelbaar Technische
Scholen (vooral in de vakrichtingen: werk
tuigbouwkunde, scheepsbouwkunde, elec-
trotechniek, weg- en waterbouwkunde) en
aan zeevaart- en machinistenscholen (vak
richtingen: stuurman en machinist ter koop
vaardij en radio-telegrafist). In deze vak
richtingen bestaat den laatsten tijd voor
goed onderlegde krachten een behoorlijke
kans op plaatsing. Aangezien de meeste ge
gadigden niet in staat zijn, de kosten van
deze opleiding te dragen, is een speciale
Rijksstudiebeurzenregeling voor deze groep
getroffen.
Voor het jaar 1938 is voor deze beurzen
op de Onderwijsbegrooting 45.000 uitge
trokken.
Bij K. B. is beschikkende op het beroep,
ingesteld door het bestuur der vereeni-
ging tot stichting en instandhouding van
Nederlandsch Hervormde Christelijke Scho
len te Waddinxveen .tegen het besluit van
Ged. Staten van Zuid-Holland tot onge-
grondverklaring van zijn beroep tegen het
besluit vanden Raad der gemeente Wad
dinxveen, van 17 September 1936, hou
dende weigering van de overeenkomstig
artikel 72 der lager-onderwijswet 1920 ge
vraagde medewerking voor de stichting
van een bijzondere school voor gewoon la
ger onderwijs aldaar, met vernietiging van
het bestreden besluit van Ged. Staten van
Zuid-Holland en van het besluit van den
Raad der gemeente Weddinxveen van 17
September 1933, het schoolbestuur in zijn
in deze tot den Raad gericht verzoek alsnog
niet-ontvankelijk verklaard.
Gisteravond te ruim zes uur zijn Prinses
Juliana en Prins Bernhard per auto op Pa
leis Soestdijk gearriveerd. De Prins, met de
Prinses naast zich, bestuurde zelf de auto,
waarin ook nog twee hofdames waren ge
zeten. Het prinselijk paar werd op het bor
des ontvangen door den intendant van het
paleis, jhr. J. A. de Jonge van Zwijns-
bergen. Het publiek, dat zich aan den in
gang van het park had opgesteld, heeft hen
bij aankomst hartelijk toegejuicht.
„Hbld."
UIT DE N.S.B. GETREDEN.
De heer J. F. Stahle, die sedert 1935 voor
de N.S.B. in de Provinciale Staten van
Noord-Holland zitting heeft gehad, heeft
voor dit lidmaatschap bedankt.
TAXEGEDEELTE CONSUMPTIEMELK.
Ned. Zuivelcentrale, 26 Sept. t.m. 2 Oct.
Consumptiemlek regeeringscontract, taxe-
gedeelte 6.7' ct. eventueel verhoogd met
premie of verminderd met kwaliteits-af-
dracht. Overmelk regeeringsminimumprijs
5.70 cent. Afdracht bij levering in con
sumptie van andere dan taxemelk.
Slagerswinkel op last van politie geslotea
In verband met de vestigingswet voor
het kleinbedrijf is gisteren op last van de
politie te Rotterdam in het noordelijk stads
deel een slagerswinkel gesloten. De eige
naar van de zaak had van den minister
van Economische Zaken na aanvraag geen
vergunning tot openen gekregen. Hij heeft
direct het bevel tot sluiten opgevolgd.
GEMEENTERAAD VAN LISSE
De raad der gemeente Lisse vergaderde
Donderdagavond onder voorzitterschap van
den Burgemeester, dr. S. Baron van Wijn
bergen. Tegenwoordig waren alle leden,
uitgezonderd de heer J. Kingma, die be
richt van verhindering had ingezonden.
Na opening door den voorzitter met ge
bed, werden de notulen ongewijzigd vast
gesteld en tot voorstemmer aangewezen de
heer Jac. de Vroomen.
Zonder bespreking werd na toelichting
door den voorzitter besloten tot verweer te
gen den eisch in rechten, door de N.V. J.
J. Grullemans en Zonen en de N.V. Bloem-
bollenbedrijf tot voorzetting der firma M.
Veldhuijzen van Zanten en Zonen, inzake
de procedure loonbijslag, in hooger beroep.
Hulp voor de schoolarts.
Aan de orde werd gesteld de aanstelling
van een administratieve kracht ten bureele
van- den schoolarts. De voorzitter licht een
en ander toe.
De heer Tibboel is overtuigd van de nood
zakelijkheid van deze aanstelling Deze
kracht moest komen. Spreker vraagt zich
evenwel af, waarom niet de gelegenheid
is gegeven tot solliciteeren, gelijk in an
dere openbare betrekkingen. Waarschijnlijk
waren er goede krachten te vinden in het
district zelve.
De voorzitter zegt, dat deze kracht be
slist noodzakelijk was, omdat de school
arts het te druk heeft en zijn medische
arbeid er bij te kort zou schieten.
De heer Tibboel zegt, dat de schoolarts
nogal eens bij officieele openingen van
speelplaatsen e.d. wordt uitgenoodigd, ter
wijl er volgens spreker feitelijk geen tijd
voor is. Spreker acht het nuttiger, dat de
schoolarts zijn medische arbeid voor laat
gaan. Spreker wil hiermede niet zeggen,
dat hij het werken van den arts niet waar
deert, integendeel, hij is vol lof over de
resultaten der werkzaamheden van den
dienst.
Ondervoede schoolkinderen.
De heer Knetsch vraagt waarom een ar
beidscontractante is genomen. Is dit geen
vaste positie? Spreker deelt de meening
van den heer Tibboel niet, aangaande de
tegenwoordigheid van den schoolarts bij
officieele aangelegenheden, het onderwijs
betreffende. Samenwerking tusschen
schoolarts en schoolbesturen is noodzake
lijk. Betreffende het rapport van den
schoolarts over 1936, hetgeen spreker te
vens bespreekt, merkt hij op, dat de voe
dingstoestand der leerlingen niet rooskleu
rig is. Een percentage van 8 pet. in de
hoogste klasse is te hoog. Gelukkig is er
in de lagere klasse een daling gekomen.
Vervolgens wijst hij op het hooge percen
tage van slechte gebitten bij de leerlingen,
t.w. bijna 40 pet. Is het niet mogelijk dat
B. en W. bij de ziektenverzekering, waarbij
bijna alle ouders der kinderen zijn aange
sloten, stappen doen om de tandheelkundi
ge behandeling goedkooper te maken dan
thans. Betreffende de voedingsmaatrege
len wijst spreker nog op schoolvoeding.
De voorzitter zegt, dat de kracht bij den
schoolarts op arbeidscontract is aangesteld,
omdat het niet uitgesloten is, dat later een
zuster den schoolarts helpt, die tevens op
leenen. Betreffende de schoolvoeding merkt
de voorzitter op, dat deze aangelegenheid
in de commissie is besproken en dat ge
meend wordt, dat hiervoor de regelen van
het Rijkstoezicht moeten worden afgewacht.
Wel verklaart de voorzitter als zijn per
soonlijke meening, dat ondervoeding niet
altijd het gevolg behoeft te wezen van de
slechte tijdsomstandigheden, omdat met
weinig geld een degelijke voeding bereikt
kan worden. Deskundige voorlichting is
dikwijls doelmatiger. Overweging van het
geen er gedaan kan worden op het gebied
der mond verzorging zegt spreker toe.
De heer Segers verklaart nimmer hoog te
hebben weggeloopen met den Schoolartsen-
dienst en zag steeds uitbreiding in de toe
komst. Wil de dienst goed functionneeren
bij zulk een groot aantal scholen (52), dan
acht spreker drie doktoren noodig. De kring
wordt z.i. te groot. Spreker acht het me
disch werk noodzakelijker dan statistieken.
De voorzitter deelt de meening van den
heer Segers niet en licht de noodzakelijk
heid van den dienst toe.
De heer Schrama'is vol lof over den ge-
presteerden arbeid, doch zag gaarne, dat
de Raad eerder kennis kreeg van het aan
stellen van krachten bij openbare lichamen.
Nadat nog eenige tijd hierover was ge
discussieerd, werd overeenkomstig het ad
vies van B. en W. besloten en tegen aan
stelling wordt geen bezwaar gemaakt.
De belasting op biljarten.
In behandeling wordt genomen het ver
zoek van de houders vgn bedrijfsbiljarts,
om opheffing van de Personeele belasting
daarop, eventueel van de opcenten op die
belasting.
De voorzitter licht het praeadvies van B.
en W. dienaangaande nader toe en zette
het standpunt uiteen.
De heer Schrama begrijpt, dat men niet
veel gevoelt voor deze belasting. De hou
ders van de bedrijfsbiljarts hebben het dik
werf hard te verantwoorden. Indien zulks
eenigszins mogelijk is, geeft spreker in
overweging, deze belasting bij de opmaking
der begrooting af te schaffen of gedeeltelijk
te verminderen.
De heer Knetsch zegt, dat de exploitatie
van de biljarts niet sluitend is te maken,
omdat de kosten te hoog zijn. Spreker be
toogde, dat deze belasting onbillijk was,
hetgeen hij met enkele voorbeelden aan
toonde Afschaffing of ten minste halvee-
ren was zijn conclusie, zulks voor bedrijfs
biljarts. Particuliere biljarts is luxe, dus
kunnen ook belast blijven.
De heer de Vroomen, concludeerde even
eens, dat de kosten te hoog waren.
De voorzitter achtte het onmogelijk deze
belasting te laten vervallen, omdat hierin
z.i. een onbillijkheid inzat tegenover andere
categorieën van belastingen. Ingekomen is
b.v. een adres van de K.N.A.C. om de per
soneele belasting op motorrijtuigen te la
ten vervallen. Wanneer belastingverlaging
mogelijk zou zijn, hetgeen spreker nog
niet kan zeggen, omdat de begrooting voor
1938 nog in wording is, dan dient terdege
bekeken te worden, welke belasting het
eerst moet worden verlaagd, waarover spre
ker zich nog niet kan uitspreken.
Wethouder Warmerdam meent de behan
deling der begrooting te moeten afwachten.
Waar de belastingdruk het meest knijpt,
medisch gebied bijstand zou kunnen ver-
daar moet eerst de verlaging komen. Spre
ker vertrouwt, dat dit spoedig zai kunnen
worden verwezenlijkt, en dat de zuinig
heid van de gemeente Lisse spoedig resul
taten mag afwerpen.
Hierna wordt besloten het verzoek thans
nog voor kennisgeving aan te nemen. De
heer Knetsch stemde tegen.
Op het verzoek van het bestuur der Chr.
H.B.S. te Leiden, om een bijdrage in de
leerlingenkosten over 1934, werd na toe
lichting door den voorzitter, zonder bespre
king en hoofdelijke stemming afwijzend be
schikt.
De bedrijfsrekeningen over 1936 werden
vastgesteld
De heer Knetsch besprak hierbij het nut
van de keuring van gas, door de vereeni-
ging „Gasstichting", de productievermeer
dering van gas uit kolen en het effect van
het laten nazien door een deskundige van
de outillage der fabriek.
De voorzitter wees er op, dat steeds
proeven worden genomen en dat het gas
goed is. Betreffende de technische punten
door den heer Knetsch aangevoerd ver
klaarde spreker, volkomen te vertrouwen
in de kundigheid van den directeur, die
hiervan bewijzen heeft gegeven.
De wethouders Warmerdam en Tromp
sloten zich bij den voorzitter aan; zij ver
klaarden, dat de calorische waarde van het
gas uitstekend is en zelfs beter dan dat
van Leiden b.v., hetgeen is gebleken met
de gaslevering aan Sassenheim. De produc
tie uit een hoeveelheid kolen is goed en
Lisse zou zeker geen slecht figuur slaan by
vergelijkingen.
De rekening van het Burg. Armbestuur
over 1936 werd zonder bespreking en stem
ming vastgesteld.
Rekening en begrooting.
De gemeente-rekening over 1936 werd
aangeboden. Een batig saldo van 6936.60
op den gewonen en van 2923.16 op den ka-
pitaaldienst kan worden verwacht.
De heeren Romijn, Boot en Schrama wer
den aangewezen om in de commissie zit
ting te nemen tot het nazien dezer reke
ning.
De begrooting 1937 werd gewijzigd in ge
lijke bedragen van 6618.69 voor zoover den
gewonen dienst betreft en van ƒ45.874.40
voor den kapitaaldienst.
Het verzoek van de K.N.A.C. om afschaf
fing of verlaging van de personeele belas
ting voor motorrijtuigen, werd voor kennis
geving aangenomen.
Ingekomen was voorts, dat de tram
vluchtheuvels bij de Vuursteeg zullen ver
dwijnen en dat er thans een vluchtheuvel
daar ter plaatse zal komen tusschen de
trambanen in.
Mededeeling werd gedaan van verschil
lende goedgekeurde raadsbesluiten, alsme
de van de rekening over 1934 en de uit
slag van het beroepschrift aangaande de
onbewoonbaarverklaarde woningen.
Naar aanleiding hiervan vroeg de heer
Knetsch of het niet noodzakelijk was de
bouw- en woningverordening te wijzigen
en hoe of het stond met de onbewoonbaar
verklaring van de andere slechte wonin
gen in de gemeente, o.a. den Stationsweg.
De voorzitter deelde mede, dat waar
schijnlijk in de volgende vergadering den
Raad een nieuw ontwerp van de bouw- en
woningverordening zal bereiken, alsmede
van de politieverordening, in ieder geval
voor den afloop van dit jaar. Het onbe-
woonbaarverklaren van andere slechte wo
ningen in de gemeente verkeert in een ver
gevorderd stadium.
Vervolgens deelt de voorzitter mede, dat
politietoezicht bij het aangaan der scholen
in de Engel niet mogelijk is. De bedoeling
is wel ter beveiliging verbeteringen aan te
brengen.
Een naamlooze dwaasheid!
Bij de rondvraag vraagt de heer Segers
weer over te gaan tot het oudere systeem
van overbrenging der schoolkinderen bij
de R.K. scholen in het dorp. Hij adviseert
vervolgens om bij de trottoirs daar ter
plaatse voor de uitgangen der scholen hek
werken te plaatsen op den rand van het
trottoir, opdat de kinderen maar niet par
does de straat op kunnen hollen. Ten slotte
noemt spreker het een naamlooze dwaas
heid om in de nauwe pijpenla van de kom
van het dorp in het drukst van het sei
zoen en tijdens de vacanties straatwerken
uit te voeren. Spreker vraagt of B. en W.
hieraan niets kunnen doen bij Rijkswater
staat.
De heer Lefeber informeert naar de ver
bouwing van het gebouw der arbeidsbeurs,
waarop de voorzitter antwoordt, dat hier
omtrent nog correspondentie wordt gevoerd
met Ged. Staten. Vervolgens dringt de heer
Lefeber erop aan dan in ieder geval de
menschen achter de schutting te plaatsen
en wijst ten slotte op het vervelooze ge
bouw van openbare werken aan den
Grachtweg.
De heer van der Vlugt vraagt om de men
schen, welke niet in de steunverleening
kunnen worden opgenomen, zoo nu en dan
een week te laten werken bij de gemeen
te. De voorzitter zegt, dat dit reeds ge
schiedt.
De heer Schrama vroeg nogmaals plaat
sing van eenige banken op het Vierkant
voor de ouden van dagen. Wees vervolgens
op een verkoop van land, welke niet door
gegaan is en op enkele borden, die z.i. ver
warrend werkten.
De heer van Kesteren vroeg om het trot
toir aan de Engel vanaf de Engelenbrug
tot het perceel Kortekaas door te trekken,
indien zulks mogelijk was nog voor Nieuw
jaar 1938.
Hierna sloot de voorzitter de vergade
ring en ging men over tot de reclames we
genbelasting.