ONTWIKKELING KRIJGSWEZEN EISCHT GROOTER LEGERS BINNENLAND VRIJDAG 24 SEPTEMBER 1937 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 De voorgestelde wijzigingen van de dienstplichtwet motiveert de regeering in een uitvoerige memorie van toelich ting. Verhooging contingent Wat de verhooging van de contingents sterkte betreft deze is in de eerste plaats noodig omdat de ontwikkeling van het moderne krijgswezen grooter personeel verlangt. De contingentsverhooging is grooter, dan direct noodig is, omdat men deze tot stand wenscht te brengen binnen vijf jaar, en niet in vijftien jaar, alhoewel de mobilisatiesterkte van het leger uit vijf tien lichtingen bestaat de vermeerde ring van het contingent met 12.600 man zal voor 4800 man gebruikt worden om de infanteriecompagnieën weer op de oorspronkelijke sterkte te brengen. Geen broederdienst meer. Broederdienstvrijstelling zal niet ge handhaafd kunnen worden. Dat komt om dat de werkelijke grootte der lichtingen rond 30 procent grooter is dan de nomi nale sterkte, omdat geregeld tekorten uit vorige jaren door vrijstelling en afkeu ring met de volgende lichting moeten worden aangevuld. Zoo bedroeg de lich ting 1937 25.232 man, alhoewel de wette lijke lichting 19.500 man is. Bij de ver grooting van het contingent kan men dus rekenen op een lichting van 42.000 per sonen. Voor den dienstplicht melden zich jaarlijksch 72.000 personen, terwijl het afkeuringspercentage veertig bedraagt. Daardoor is er geen ruimte meer voor vrijstelling wegens broederdienst. Loting funest. Het stelsel der loting achtte men bij de jongste wijziging der dienstplichtwet in 1922 funest. De regeering zal thans laten onderzoeken, door welk stelsel de loting zal moeten worden vervangen en in af wachting daarvan stelt zij nu reeds af schaffing voor. Er voor in de plaats zou kunnen komen een keuring, waardoor de allerbest geschikten voor het contingent worden aangewezen. Is het overschot klein, dan zou men ook bijvoorbeeld de leden van groote gezinnen (waarvan bij voorbeeld twee of drie leden hebben ge diend) kunnen vrijstellen. Wat den oefentijd betreft, ook de ma noeuvres van '36 hebben wederom aan getoond, dat de oefentijd voor het hoofd wapen, de infanterie, te kort is. Wel is waar is de opleiding gespecialiseerd, maar de soldaten dienen zich toch vertrouwd te maken met talrijke wapenen (lichte en zware mitrailleurs en in de toekomst infanteriekanonnen), die vroeger niet be stonden. Voorts moeten zij zich vertrouwd maken met de behandeling van afstands meters, vizierkanonnen en bij den ver bindingsdienst met seintoestellen e.d. Daarenboven heeft het gasmasker zijn intrede gedaan en daardoor is de oefe ning van den infanterist ongemeen veel zwaarder geworden. Het moderne geschut met zijn vernie lende werking maakt een groote ver spreiding der soldaten noodig. Daarom moet de moderne infanterist met gecom pliceerde wapenen, gehinderd door een gasmasker, dikwijls alleen in groote ver spreiding optreden. Er wordt veel ge vergd van zijn inzicht en kennis. Oefentijd. Aan den anderen kant is zijn opleiding tegenwoordig minder goed door het ont breken vain een beroepskader voor de op leiding. Dit stelsel kan niet veranderd worden en daarom is de oplossing een langere oefentijd. In alle Europeesche rijken is de oefen tijd twaalf maanden of meer. In België voor een deel der infanterie zelfs zeven tien maanden. In Frankrijk is voor- loopig tot 1940 de oefentijd vam het geheele contingent zelfs van een tot twee jaar verlengd, evenals in Duitschland. Slechts Denemarken, Zweden en Zwit serland kennen een oefeningstijd van elf maanden. Na rijp beraad heeft de regeering be sloten voor te stellen den oefeningstijd voor de onberedenen te stellen op elf maanden. Legering voor twaalf maanden heeft ook het nadeel, dat de kazernes dan het geheele jaar bezet zijn, zoodat voor de herhalingsoefeningen speciale kazer nes zouden moeten worden gebouwd. De verlenging van dien oefentijd brengt ook mede, dat de vredessterkte van ons leger grooter wordt, daar langeren tijd geoefende dienstplichtigen onder de wa penen zijn. Gezien de vredessterkte der ons omringende rijken en de mogelijkhe den, welke de moderne wapenen tot snel le krachtige overvallen bieden, is dit een eerste eisch. Door de dienstplichtigen jaarlijks in twee ploegen van gelijke sterkte op te roepen, zal voortdurend een troepenmacht aanwezig zijn ter sterkte wat de infanterie betreft van een halve lichting, die gedurende vijf maan den is geoefend. De paraatheid der weermacht wordt daardoor aanzienlijk vergroot. Kosten. De kosten kunnen als volgt gespeciali seerd worden: Voor inlijving zullen wor den opgeroepen meer dan thans 16.500 Wegens vrijstelling v. kost winners, afkeuring enz. vallen af 4.000 Blijft 12.500 12.500 man 330 dagen eerste oefening a ƒ1.50 per dag 6.187.000 Hoogere uitgaven v. dienst plichtig kader (eerste oefening 216.000 15.500 man van bestaand contingent (de onberede nen) 165 dagen langer eer ste oefening. 15.500 X 165 X 1.50 4.336.500 Meer voor herhalingsoefe ningen 12.500 man 40 da gen: 12.500 X 40 X /1.50 750.000 Hoogere uitgaven v. dienst plichtig kader (herh.oef.) 22.000 Uitbreiding van scholen v. reserve-officieren en on derofficieren- administr. 600.000 Meer reserve-officieren bij herhalingsoefeningen 7500 gemiddeld 11 dagen pe jaar: 7500 X 11 X ƒ5 400.000 12.512 000 Vermeerdering beroepspersoneel 5.000.000 Totale verhooging van de jaarlijksche uitgaven f 17.512.000 Uitbreiding van kazernee ring (uitgaaf in eens) 22.000.000 Voorts wordt nog een wijziging voor gesteld voor de benoeming van res-tweede luitenants, die tihans tweemaal als vaan drig in werkelijken dienst moeten zijn te- ruggekeed vóór de benoeming tot tweede luitenant volgt. Zij bereiken dan dien gaad tegelijk met de leerlingen vam de K. M. A. van hun jaar. DEKKING DER UITGAVEN. lm verband met de mededeeling der re geering, dat zij voor de financiering van de Defensie-uitgaven mede bijzondere voorzieningen op het oog heeft, verneemt de „Telegraaf thans, dat het zeer on waarschijnlijk moet worden geacht, dat de regeering alsnog zou besluiten tot een weerbelasting. Veeleer gaan de gedach ten de regeering in de richting van een uitbreiding van het Defensiefonds, van een afzonderlijke leenimg voor militaire doeleinden», dan wel van het leggen van tijdelijke ,.Defensie"-opcenten op een of mee directe belastingen. Doch, als ge zegd, een beslissing in deze is nog niet genomen. Met andere militaire vraag stukken maakt deze aangelegenheid nog een voorwerp van overweging uit. GRONDWETSHERZIENING KOMT 19 OCTOBER AAN DE ORDE. De Tweede Kamer heeft gistermiddag nog eenige zaken van huishoudelijken aard afgehandeld en toen op voorstel van voor zitter Aalberse besloten, de voorstellen tot herziening der Grondwet in tweede lezing te behandelen op Dinsdag 19 October a.s. Tegen genoemde datum is tevens de be handeling van een groot aantal kleinere wetsontwerpen aan de orde gesteld. INGETROKKEN WETSONTWERPEN. Krachtens machtiging van H. M. de Ko ningin heeft de Regeering de volgende bij de Tweede Kamer aanhangige wetsontwer pen ingetrokken: Regelen betreffende de uitoefening van de artsenijbereidkunst; maatregelen tot regeling der adminstra- tieve rechtspraak, (wetboek van admini stratieve rechtsvordering en wijziging der wet op de rechterlijke organisatie en het beleid der justitie): Zondagswet; wijziging van de Zeeongevallenwet 1919; voorbehoud der bevoegdheid tot toetre ding tot het ontwerp-verdrag betreffende de bescherming tegen ongevallen van ar beiders werkzaam bij het laden en lossen van schepen (Genève 1929); wijziging van de Lager-Onderwijswet 1920; voorbehoud der bevoegdheid tot toetre ding tot het ontwerp-verdrag betreffende den duur van den arbeid in de kolenmij nen (Genève 1931); regeling van de opleiding van onderwij zers en onderwijzeressen voor het lager onderwijs en van de bevoegdheid, verbon den aan de akten van bekwaamheid tot het geven van lager onderwijs; regeling der ziekenverzorging; voorbehoud der bevoegdheid tot toetre ding tot het ontwerp-verdrag van Wash ington, strekkende tot beperking van den arbeidsduur en nijverheidsondernemingen tot 8 uren per dag en 48 uren per week; wijziging van de wet van 26 Maart 1920, tot vaststelling van de Schipperswet; aanvulling en verduidelijking van de ar tikelen 899a, 949 en 963a van het Burger lijk Wetboek; wijziging van de Warenwet; toekenning van de bevoegdheid tot het tijdelijk treffen van afweermiddelen tegen kunstmatige concurrentie uit het buiten land; voorbehoud der bevoegdheid tot be krachtiging van het verdrag nopens den fi- nancieelen bijstand van 2 October 1930; wijziging van de wet Openbare Vervoer middelen; wijziging van art. 20" van de Vleeschkeu- ringswet; wijziging van de Drankwet; bepalingen omtrent het met openlijke aanprijzing in het verkeer brengen van middelen tegen ziekten; verbod van bereiding van alcoholhou dende likeuren uit wijn; regeling van het voorbereidend hooger en algemeen vormend middelbaar onder wijs; wijziging en aanvulling der Hooger-On- derwijswet; wettelijke maatregelen tot regeling der administratieven rechtspraak, (vervanging der beroepswet en herziening der Onge vallenwet 1901), HULP AAN WERKLOOZE ONDERWIJSKRACHTEN. ƒ45.000 uitgetrokken voor studiebeurzen. In April 1937 is een ministerieele com missie ingesteld ter bevordering van de op leiding in technische richting van jonge werklooze bezitters van de akte van be kwaamheid als onderwijzer, die weinig kans hebben op een aanstelling bij het on derwijs. Als gevolg van de bemoeiingen van die commissie zullen, reeds te beginnen met den cursus 1937/1938, een aantal van deze gegadigden hun nieuwe studie beginnen, in hoofdzaak aan de Middelbaar Technische Scholen (vooral in de vakrichtingen: werk tuigbouwkunde, scheepsbouwkunde, elec- trotechniek, weg- en waterbouwkunde) en aan zeevaart- en machinistenscholen (vak richtingen: stuurman en machinist ter koop vaardij en radio-telegrafist). In deze vak richtingen bestaat den laatsten tijd voor goed onderlegde krachten een behoorlijke kans op plaatsing. Aangezien de meeste ge gadigden niet in staat zijn, de kosten van deze opleiding te dragen, is een speciale Rijksstudiebeurzenregeling voor deze groep getroffen. Voor het jaar 1938 is voor deze beurzen op de Onderwijsbegrooting 45.000 uitge trokken. Bij K. B. is beschikkende op het beroep, ingesteld door het bestuur der vereeni- ging tot stichting en instandhouding van Nederlandsch Hervormde Christelijke Scho len te Waddinxveen .tegen het besluit van Ged. Staten van Zuid-Holland tot onge- grondverklaring van zijn beroep tegen het besluit vanden Raad der gemeente Wad dinxveen, van 17 September 1936, hou dende weigering van de overeenkomstig artikel 72 der lager-onderwijswet 1920 ge vraagde medewerking voor de stichting van een bijzondere school voor gewoon la ger onderwijs aldaar, met vernietiging van het bestreden besluit van Ged. Staten van Zuid-Holland en van het besluit van den Raad der gemeente Weddinxveen van 17 September 1933, het schoolbestuur in zijn in deze tot den Raad gericht verzoek alsnog niet-ontvankelijk verklaard. Gisteravond te ruim zes uur zijn Prinses Juliana en Prins Bernhard per auto op Pa leis Soestdijk gearriveerd. De Prins, met de Prinses naast zich, bestuurde zelf de auto, waarin ook nog twee hofdames waren ge zeten. Het prinselijk paar werd op het bor des ontvangen door den intendant van het paleis, jhr. J. A. de Jonge van Zwijns- bergen. Het publiek, dat zich aan den in gang van het park had opgesteld, heeft hen bij aankomst hartelijk toegejuicht. „Hbld." UIT DE N.S.B. GETREDEN. De heer J. F. Stahle, die sedert 1935 voor de N.S.B. in de Provinciale Staten van Noord-Holland zitting heeft gehad, heeft voor dit lidmaatschap bedankt. TAXEGEDEELTE CONSUMPTIEMELK. Ned. Zuivelcentrale, 26 Sept. t.m. 2 Oct. Consumptiemlek regeeringscontract, taxe- gedeelte 6.7' ct. eventueel verhoogd met premie of verminderd met kwaliteits-af- dracht. Overmelk regeeringsminimumprijs 5.70 cent. Afdracht bij levering in con sumptie van andere dan taxemelk. Slagerswinkel op last van politie geslotea In verband met de vestigingswet voor het kleinbedrijf is gisteren op last van de politie te Rotterdam in het noordelijk stads deel een slagerswinkel gesloten. De eige naar van de zaak had van den minister van Economische Zaken na aanvraag geen vergunning tot openen gekregen. Hij heeft direct het bevel tot sluiten opgevolgd. GEMEENTERAAD VAN LISSE De raad der gemeente Lisse vergaderde Donderdagavond onder voorzitterschap van den Burgemeester, dr. S. Baron van Wijn bergen. Tegenwoordig waren alle leden, uitgezonderd de heer J. Kingma, die be richt van verhindering had ingezonden. Na opening door den voorzitter met ge bed, werden de notulen ongewijzigd vast gesteld en tot voorstemmer aangewezen de heer Jac. de Vroomen. Zonder bespreking werd na toelichting door den voorzitter besloten tot verweer te gen den eisch in rechten, door de N.V. J. J. Grullemans en Zonen en de N.V. Bloem- bollenbedrijf tot voorzetting der firma M. Veldhuijzen van Zanten en Zonen, inzake de procedure loonbijslag, in hooger beroep. Hulp voor de schoolarts. Aan de orde werd gesteld de aanstelling van een administratieve kracht ten bureele van- den schoolarts. De voorzitter licht een en ander toe. De heer Tibboel is overtuigd van de nood zakelijkheid van deze aanstelling Deze kracht moest komen. Spreker vraagt zich evenwel af, waarom niet de gelegenheid is gegeven tot solliciteeren, gelijk in an dere openbare betrekkingen. Waarschijnlijk waren er goede krachten te vinden in het district zelve. De voorzitter zegt, dat deze kracht be slist noodzakelijk was, omdat de school arts het te druk heeft en zijn medische arbeid er bij te kort zou schieten. De heer Tibboel zegt, dat de schoolarts nogal eens bij officieele openingen van speelplaatsen e.d. wordt uitgenoodigd, ter wijl er volgens spreker feitelijk geen tijd voor is. Spreker acht het nuttiger, dat de schoolarts zijn medische arbeid voor laat gaan. Spreker wil hiermede niet zeggen, dat hij het werken van den arts niet waar deert, integendeel, hij is vol lof over de resultaten der werkzaamheden van den dienst. Ondervoede schoolkinderen. De heer Knetsch vraagt waarom een ar beidscontractante is genomen. Is dit geen vaste positie? Spreker deelt de meening van den heer Tibboel niet, aangaande de tegenwoordigheid van den schoolarts bij officieele aangelegenheden, het onderwijs betreffende. Samenwerking tusschen schoolarts en schoolbesturen is noodzake lijk. Betreffende het rapport van den schoolarts over 1936, hetgeen spreker te vens bespreekt, merkt hij op, dat de voe dingstoestand der leerlingen niet rooskleu rig is. Een percentage van 8 pet. in de hoogste klasse is te hoog. Gelukkig is er in de lagere klasse een daling gekomen. Vervolgens wijst hij op het hooge percen tage van slechte gebitten bij de leerlingen, t.w. bijna 40 pet. Is het niet mogelijk dat B. en W. bij de ziektenverzekering, waarbij bijna alle ouders der kinderen zijn aange sloten, stappen doen om de tandheelkundi ge behandeling goedkooper te maken dan thans. Betreffende de voedingsmaatrege len wijst spreker nog op schoolvoeding. De voorzitter zegt, dat de kracht bij den schoolarts op arbeidscontract is aangesteld, omdat het niet uitgesloten is, dat later een zuster den schoolarts helpt, die tevens op leenen. Betreffende de schoolvoeding merkt de voorzitter op, dat deze aangelegenheid in de commissie is besproken en dat ge meend wordt, dat hiervoor de regelen van het Rijkstoezicht moeten worden afgewacht. Wel verklaart de voorzitter als zijn per soonlijke meening, dat ondervoeding niet altijd het gevolg behoeft te wezen van de slechte tijdsomstandigheden, omdat met weinig geld een degelijke voeding bereikt kan worden. Deskundige voorlichting is dikwijls doelmatiger. Overweging van het geen er gedaan kan worden op het gebied der mond verzorging zegt spreker toe. De heer Segers verklaart nimmer hoog te hebben weggeloopen met den Schoolartsen- dienst en zag steeds uitbreiding in de toe komst. Wil de dienst goed functionneeren bij zulk een groot aantal scholen (52), dan acht spreker drie doktoren noodig. De kring wordt z.i. te groot. Spreker acht het me disch werk noodzakelijker dan statistieken. De voorzitter deelt de meening van den heer Segers niet en licht de noodzakelijk heid van den dienst toe. De heer Schrama'is vol lof over den ge- presteerden arbeid, doch zag gaarne, dat de Raad eerder kennis kreeg van het aan stellen van krachten bij openbare lichamen. Nadat nog eenige tijd hierover was ge discussieerd, werd overeenkomstig het ad vies van B. en W. besloten en tegen aan stelling wordt geen bezwaar gemaakt. De belasting op biljarten. In behandeling wordt genomen het ver zoek van de houders vgn bedrijfsbiljarts, om opheffing van de Personeele belasting daarop, eventueel van de opcenten op die belasting. De voorzitter licht het praeadvies van B. en W. dienaangaande nader toe en zette het standpunt uiteen. De heer Schrama begrijpt, dat men niet veel gevoelt voor deze belasting. De hou ders van de bedrijfsbiljarts hebben het dik werf hard te verantwoorden. Indien zulks eenigszins mogelijk is, geeft spreker in overweging, deze belasting bij de opmaking der begrooting af te schaffen of gedeeltelijk te verminderen. De heer Knetsch zegt, dat de exploitatie van de biljarts niet sluitend is te maken, omdat de kosten te hoog zijn. Spreker be toogde, dat deze belasting onbillijk was, hetgeen hij met enkele voorbeelden aan toonde Afschaffing of ten minste halvee- ren was zijn conclusie, zulks voor bedrijfs biljarts. Particuliere biljarts is luxe, dus kunnen ook belast blijven. De heer de Vroomen, concludeerde even eens, dat de kosten te hoog waren. De voorzitter achtte het onmogelijk deze belasting te laten vervallen, omdat hierin z.i. een onbillijkheid inzat tegenover andere categorieën van belastingen. Ingekomen is b.v. een adres van de K.N.A.C. om de per soneele belasting op motorrijtuigen te la ten vervallen. Wanneer belastingverlaging mogelijk zou zijn, hetgeen spreker nog niet kan zeggen, omdat de begrooting voor 1938 nog in wording is, dan dient terdege bekeken te worden, welke belasting het eerst moet worden verlaagd, waarover spre ker zich nog niet kan uitspreken. Wethouder Warmerdam meent de behan deling der begrooting te moeten afwachten. Waar de belastingdruk het meest knijpt, medisch gebied bijstand zou kunnen ver- daar moet eerst de verlaging komen. Spre ker vertrouwt, dat dit spoedig zai kunnen worden verwezenlijkt, en dat de zuinig heid van de gemeente Lisse spoedig resul taten mag afwerpen. Hierna wordt besloten het verzoek thans nog voor kennisgeving aan te nemen. De heer Knetsch stemde tegen. Op het verzoek van het bestuur der Chr. H.B.S. te Leiden, om een bijdrage in de leerlingenkosten over 1934, werd na toe lichting door den voorzitter, zonder bespre king en hoofdelijke stemming afwijzend be schikt. De bedrijfsrekeningen over 1936 werden vastgesteld De heer Knetsch besprak hierbij het nut van de keuring van gas, door de vereeni- ging „Gasstichting", de productievermeer dering van gas uit kolen en het effect van het laten nazien door een deskundige van de outillage der fabriek. De voorzitter wees er op, dat steeds proeven worden genomen en dat het gas goed is. Betreffende de technische punten door den heer Knetsch aangevoerd ver klaarde spreker, volkomen te vertrouwen in de kundigheid van den directeur, die hiervan bewijzen heeft gegeven. De wethouders Warmerdam en Tromp sloten zich bij den voorzitter aan; zij ver klaarden, dat de calorische waarde van het gas uitstekend is en zelfs beter dan dat van Leiden b.v., hetgeen is gebleken met de gaslevering aan Sassenheim. De produc tie uit een hoeveelheid kolen is goed en Lisse zou zeker geen slecht figuur slaan by vergelijkingen. De rekening van het Burg. Armbestuur over 1936 werd zonder bespreking en stem ming vastgesteld. Rekening en begrooting. De gemeente-rekening over 1936 werd aangeboden. Een batig saldo van 6936.60 op den gewonen en van 2923.16 op den ka- pitaaldienst kan worden verwacht. De heeren Romijn, Boot en Schrama wer den aangewezen om in de commissie zit ting te nemen tot het nazien dezer reke ning. De begrooting 1937 werd gewijzigd in ge lijke bedragen van 6618.69 voor zoover den gewonen dienst betreft en van ƒ45.874.40 voor den kapitaaldienst. Het verzoek van de K.N.A.C. om afschaf fing of verlaging van de personeele belas ting voor motorrijtuigen, werd voor kennis geving aangenomen. Ingekomen was voorts, dat de tram vluchtheuvels bij de Vuursteeg zullen ver dwijnen en dat er thans een vluchtheuvel daar ter plaatse zal komen tusschen de trambanen in. Mededeeling werd gedaan van verschil lende goedgekeurde raadsbesluiten, alsme de van de rekening over 1934 en de uit slag van het beroepschrift aangaande de onbewoonbaarverklaarde woningen. Naar aanleiding hiervan vroeg de heer Knetsch of het niet noodzakelijk was de bouw- en woningverordening te wijzigen en hoe of het stond met de onbewoonbaar verklaring van de andere slechte wonin gen in de gemeente, o.a. den Stationsweg. De voorzitter deelde mede, dat waar schijnlijk in de volgende vergadering den Raad een nieuw ontwerp van de bouw- en woningverordening zal bereiken, alsmede van de politieverordening, in ieder geval voor den afloop van dit jaar. Het onbe- woonbaarverklaren van andere slechte wo ningen in de gemeente verkeert in een ver gevorderd stadium. Vervolgens deelt de voorzitter mede, dat politietoezicht bij het aangaan der scholen in de Engel niet mogelijk is. De bedoeling is wel ter beveiliging verbeteringen aan te brengen. Een naamlooze dwaasheid! Bij de rondvraag vraagt de heer Segers weer over te gaan tot het oudere systeem van overbrenging der schoolkinderen bij de R.K. scholen in het dorp. Hij adviseert vervolgens om bij de trottoirs daar ter plaatse voor de uitgangen der scholen hek werken te plaatsen op den rand van het trottoir, opdat de kinderen maar niet par does de straat op kunnen hollen. Ten slotte noemt spreker het een naamlooze dwaas heid om in de nauwe pijpenla van de kom van het dorp in het drukst van het sei zoen en tijdens de vacanties straatwerken uit te voeren. Spreker vraagt of B. en W. hieraan niets kunnen doen bij Rijkswater staat. De heer Lefeber informeert naar de ver bouwing van het gebouw der arbeidsbeurs, waarop de voorzitter antwoordt, dat hier omtrent nog correspondentie wordt gevoerd met Ged. Staten. Vervolgens dringt de heer Lefeber erop aan dan in ieder geval de menschen achter de schutting te plaatsen en wijst ten slotte op het vervelooze ge bouw van openbare werken aan den Grachtweg. De heer van der Vlugt vraagt om de men schen, welke niet in de steunverleening kunnen worden opgenomen, zoo nu en dan een week te laten werken bij de gemeen te. De voorzitter zegt, dat dit reeds ge schiedt. De heer Schrama vroeg nogmaals plaat sing van eenige banken op het Vierkant voor de ouden van dagen. Wees vervolgens op een verkoop van land, welke niet door gegaan is en op enkele borden, die z.i. ver warrend werkten. De heer van Kesteren vroeg om het trot toir aan de Engel vanaf de Engelenbrug tot het perceel Kortekaas door te trekken, indien zulks mogelijk was nog voor Nieuw jaar 1938. Hierna sloot de voorzitter de vergade ring en ging men over tot de reclames we genbelasting.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 6