Vorstelijk bezoek te Braemar.
Om een Kind
S)a Qeidbcbe, 6ou/fccmt
Het nieuwe Engelsche opleidingsschip
-Vindictive" is uit Portsmouth ver
trokken voor zijn eerste oetentocht.
Een kijkje aan boord
Generaal Lewin in zijn vliegtuig, waar
mede hij deelneemt aan de bekende
Engelsche luchtrace om de -King's
Cup"
Op doorreis naar Nyon arriveerde Anthony Eden per
vliegtuig te Parijs. De aankomst op Le Bourget
Op den Holteiberg tijdens den vie>daagschen atstandsrit, die Vrijdag te
Deventer aanving en waarvan het parcours op den eersten dag van
Deventer over Holten naar Lochem leidde
Onder de eeiepoort. In den historisch-allegorischen optocht ter gelegen
heid van het 325-jarig jubileum van de Beemster trokken veel praalwagens
De Koning en de Koningin van Engeland hebben met de prinsesjes Elizabeth
en Margaret Rose te Braemar de historische wedstrijden bijgewoond, welke
door een menigte van meer dan 25000 personen werden gadegeslagen
De aankomst der vorstelijke gasten
FEUILLETON
ROMAN VAN NORBERT GAR AI.
En daar men nu eenmaal besmet wordt
door degenen met wie men omgaat, ver
andert mr. C. M. plotseling ondanks zijn
correct uiterlijk en zijn fashionable ca
briolet in een of anderen Tom of Jim
uit het Australische oerwoud, wier excur
sies naar de bewoonde wereld slechts uit
een meer of minder vluchtig bezoek aan
eenof anderen bar bestaan.
En mr. C. M. zet den motor aan en kijkt
dan nog eenmaal om. Tusschen de hoo
rnen door is nog iets van het dak van het
huisje te zien.
Driemaal laat hy den claxon loeien. Dat
klinkt als een strijdkreet.
Dan suist de auto weer over den straat
weg, waarlangs hij gekomen is.
Maar plotseling schiet een twaalf cylin
der Cadillac hem in snelle vaart voorbij.
Met een ruk brengt mr C. M. zijn auto
tot staan.
In een der beide inzittenden van den
grooten wagen heeft hij den directeur-ge
neraal der Estna-fabrieken, mr. Gordon,
herkend.
Met woedend geblaf weigert de groote
dog, Pan, twee heeren den toegang tot den
tuin var, het weekend-huisje. Eerst als Kay-
nes en Brownell, die onmiddellijk te voor
schijn komen, den hond tot zwijgen heb
ben gebracht, kunnen Gordon en inspec
teur Benett den tuinpoort passeeren.
De beide studenten hebben haastig haar
badmantels omgeworpen. Benett stelt haar
aan Gordon voor.
De kleine Maud kijkt verschrikt naar
Gordon op. Hij tilt haar omhoog en wil
haar een kus op het voorhoofd drukken,
maar Maud plant haar beide vuistjes met
een duidelijke poging tot afweer in zijn
borst en kijkt Kitty daarbij zoo smeekend
aan, dat deze onmiddellijk toesnelt en hel
geheel overstuur geraakte kind uit Gor
don's armen neemt.
Gordon tracht iets van een lachje op zijn
verbitterd gelaat te voorschijn te roepen.
„Maar Maud, wat is dat voor een be
groeting? Schaam je je niet?"
Op de beide studenten maakt Gordon den
indruk van een eenigszins bejaarde heer
met een eerbiedwaardig voorkomen, van
wien verder niets meer te zeggen is dan dat
zijn koele, terughoudende verschijning on
middellijk een zeer onprettige stemming
verwekt.
Zy bemerken echter spoedig, dat Gor
don tot die menschen behoort, welke ge
wend zijn anderen hun wil op te leggen
en daarbij geen tegenstand dulden.
Vormelijk betuigt hij zijn dank voor de
goed zorgen, waarmee zij Maud hebben
omringd om hun daarna echter mee te dee-
len, dat hij gekomen is om het kind af te
halen.
Onthutst staren de beide meisjes hem
aan. Ook Kaynes is zichtbaar onder den
indruk van deze tijding.
„Wilt u Maud meenemen?" vraagt Kitty
verschrikt.
„Ja, nu dadelijk. Wilt u zoo goed zijn
het kind aan te kleeden?"
Maar Maud klemt zich met haar beide
armpjes aan Kitty vast.
„Ik wil niet weg! Ik wil hier blijven!
Zeg hem toch, dat ik bij jou wil blyven!"
„Wat heeft dat kind toch?" vraagt Gor
don, zijn voorhoofd fronsend „Ze is totaal
veranderd."
„Zij zal zich wel lief laten aankleeden,
nietwaar kleintje?" zegt Benett met een
poging de onaangename situatie te be-
heerschen. „En dan gaat ze braaf met haar
pappa naar huis".
„Hij is mijn pappa niet!" protesteerde
Maud. „Myn pappa is in Merika.... en ik
wil naar mijn pap?r- in Merika
„Wat zeg je?" vraagt Gordon, terwijl hij
zich woedend tot het kind overbuigt. „Wie
is je vader? Ik ben je vader...."
Maud verschuilt zich haastig achter Kit
ty, die er wanhopig bij staat.
Gordon richt zich op
,,'t Is wat moois, wat ik daar te hooren
krijg", zegt hij mei verbeten woede. „Hel
schijnt hoog tijd te worden, dat het kind
hier vandaan komt". En zich tot Benett
wendend: „Onverantwoordelijk, om een
kinderziel zoo te vergiftigen!"
„Maar mr. Gordon!" zegt Kitty veront
waardigd. „Wij hebben met Maud geen
woord over al die dingen gesproken
De man, die haar antvoerd heeft en haar
bij ons bracht, was het die
„Acb wat", valt Gordon haar onhebbe
lijk in de rede. „Ik stel geen prijs op een
nadere verklaring. Kleed u het kind aan,
alsjeblieft!"
Maar nu barst Maud in een hartverscheu
rend snikken uit. Men verneemt slechts
enkele Onsamenhangende - woorden. „Hier
blij venhier blij venpappa
Nicolle treedt op Gordon toe.
„Mr. Gordon", fluistert zy, „ach toe,
geeft u het kind een dag tijd. Wy zullen
Maud dan wel bepraten en haar morgen
zelf bij u brengen."
„Dank u! Ik zal u geen gelegenheid meer
geven het kind tegen mij in te nemen",
antwoordt Gordon met beleedigende min
achting. „U lijkt mij nog wat te jong om
mij te kunnen adviseeren. Maud blijft geen
minuut langer hier!"
„U houdt niet van het kind!" zegt Ni
colle verbitterd. „Anders zoudt u wel re
kening houden met haar gemoedstoe
stand."
„Ik mag u zeker wel verzoeken uw mee
ning voor u te houden!"
„Neen, dat zulen we niet doen!" vliegt
Kitty op, die nu door dit grove ant
woord alle zelfbeheersching verliest. „Hier,
in tegenwoordigheid van inspecteur Be
nett, zeg ik u, dat die geschiedenis van de
adoptie van de kleine Maud Coverley een
duister zaakje is, dat den autoriteiten nog
wel een en ander te doen zal geven. Dit al
les is slechts een truck, om
„Juffrouw Devine", interrumpeert Be
nett, eenigszins onrustig, „weest u voor
zichtig met uw uitlatingen. Mr. Gordon
zou u van een en ander rekenschap kun
nen vragen".
„O, dat mag hij gerust doen!" geeft
Kitty nog steeds buiten zichzelf, ten ant
woord. „Dat zou de beste gelegenheid
zijn
Gordon wendt zich tot Benett.
„U ziet wel, hoe goed het was, dat ik
u verzocht om mee te gaan, inspecteur. Ik
moet zelfs de hulp der politie inroepen om
het kind te kunnen meenemen. Wilt u
zoo goed zijn, inspecteur, uw maatregelen te
treffen om aan deze afschuwelijke scène
een eind te maken!"
„Kom Maud", zegt Kitty met een wan
hopige poging om de tranen in haar sten:
te onderdrukken. „Wees lief! Laat je zoei
aankleeden. Je ziet toch, dat je met
moet!"
Maar Maud, die Kitty anders onmiddel
lijk gehoorzaamt, scheurt zich van haar loi
omklemt met beide armpjes de hals var
den dog en snikt hartstochtelijk: „Pan!
Pan! Maud wil hier blijven. Maud wil
niet mee
Hetgeen zich hierna afspeelt, is zoo ro
mantisch, dat Maud's kinderlijk geloof in
de wonderkracht van den dog „Pan" in
derdaad op waarheid schijnt te berusten.
Kort na elkaar klinken uit het bosch
vier schoten, welke een eigenaardige, de
tonaties versterkende echo hebben.
Eenige oogenblikken later duikt aan den
boschrand Gordon's chauffeur op zyn
fraaie livrei door vochtige aarde besmeurd.
Buiten adem snelt hij op het groepje
menschen in den tuin toe en overhandigl
Gordon met alle teekenen van groote op
winding, een briefje, waarop met een
haastige hand eenige woorden zijn geschre
ven.
Toen mr. C. M. Gordon's auto ontmoette,
stopte hy en liet zijn eigen wagen kee-
ren.
Gordon's zware Cadillac was spoedig uil
het gezicht verdwenen, maar mr. C. M
kon het doel van den tocht wel raden.
Langzaam volgde hij het spoor van de
Cadillac tot hij deze terugvond op het oper
terrein bij het huisje, dat hij zelf zoo juisl
had verlaten.
(Wordt vervolgd).