Vorstelijk bezoek aan Zeeland. Om een Kind M. de Koningin onthuld. De heeft Maandag te Middelburg het Koningin Emma-monument officieel vorstin aanschouwt na de plechtigheid het mooie gedenkteeken Z. K. H. Prins Bernhard woonde Maandag te Deventer de oefeningen van het 4de halfregiment huzaren bij. De Prins slaat in gezelschap van den.garnizoenscommandant, luit-kolonel J. J. van Diepenbrugge, de oefeningen gade Het 4de halfregiment huzaren hield Maandag op het Wechelerveld te Deventer oefeningen, welke door Z. K. H. Prins Bernhard werden bijgewoond. Het voorbijtrekken der huzaren Op minzame wijze onderhield H. M. de Koningin zich met eenige Axelsche kleuters in hun typische kleedij tijdens het bezoek, dat de vorstin Maandag aan de landbouwtentoonstelling te Hulst bracht Dr. J. M. van Dam, gedurende vele jaren lid der medische commissie van den K.N V.B., is op 57-jarigen leeftijd te Den Haag overleden Tijdens 't bezoek van H.M. de Koningin aan de landbouwtentoonstelling te Hulst werden aan de vorstin verschillende Zeeuwsche kampioenspaarden getoond FEUILLETON ROMAN VAN NORBERT GARAI. 17) Hij is den geheelen dag aan zijn bureau gekluisterd en moet bovendien nog over werken, zoodat hij 's avonds laat doodmoe bij zijn moeder thuis komt. Om tegen het middernachtelijk uur nog naar de Theems te rijden, heeft immers geen zin. Die beroerde brug! Wat doet hij hier nu eigenlijk? Eiken dag hetzelfde mechanische werk. Met nog drie andere collega's onder voortdurend toezicht van de hoofdingenieurs cijfertjes zetten op de daarvoor bestemde plaats. Het is, goed beschouwd, niet veel anders dan een groo- te exercitie, waarbij je in het gunstigste geval als korporaal mag fungeeren. Jaren gaan voorbij vóór de een kans maakt op eenige promotie. Maar ja een mensch doet zijn plicht. Hij heeft er maar voor te zorgen, dat het geen enkel cijfer gelukt te deserteeren of louter om hem dwars te zitten, naar een andere sectie van den troep overloopt. Ingenieur Poulsen, door Kitty „de liliput- ter" genoemd, schudt het hoofd. „Wat is er toch aan de hand, Danny? Je trekt een gezicht, of je in een citroen hebt gebeten". Zij zitten in de cantine van de fabriek. De middagpauze zal direct voorbij zijn en nog steeds staat Danny's maal bijna on aangeroerd voor hem op tafel. „Heb je ooit zooiets bromt Danny geërgerd. „Anders zie je den baas eiken dag en nu is hij voortdurend op reis". „De baas? Verlang je naar hem?" „Verlangen?" lacht Danny. „Ik zou wel eens willen weten, wie hier in de fabriek verlangt naar directeur Gordon! Nee boy maar ik heb een belangrijke kwestie met hem te bespreken." „Wat Heb jij wat met den baas te bespreken?", vraagt Poulsen verbaasd. „Ja! Ik wil verlof hebben en een behoor lijke salarisverhooging. „Zonnesteek?" Als Danny oprecht was, zou hij moeten toegeven, dat er den laatsten tijd werkelijk iets niet met hem in orde is. Want normaal is het zeker wel allerminst, als iemand, die gewoonlijk over een kern gezonde slaap beschikt, plotseling de gekste dingen bij elkaar droomt. Was hij niet nog vannacht in zijn slaap met rechercheur Kaynes op len hevige manier aan het vech ten geweest, hetgeen tot gevolg had gehad, dat Kaynes in een angstwekkend toeteren de Roode Kruiswagen moest worden weg gebracht? „Ik heb vandaag een motor gezien", zegt Danny, zonder verdere inleiding. „Een pracht ding! Kost een krats. Tien pond contact en de rest op afbetaling in maan- delijksche termijnen van anderhalf pond. Als ik dat ding koop, kan je bij gelegenheid nog eens een keertje mee om je aanbeden Kitty een bezoek te brengen". „Aardig Kind, die Kitty", zegt Poulsen in gedachten. „Gaat wel. Jammer, dat ze zoo'n grooten mond heeft...." „Dat lijkt maar zoo...." Poulsen begint Kitty met een, hem totaal vreemde eloquen tie te verdedigen. „Dat is nu eenmaal haar aard. Tegen mij is zij altijd even voorko mend en vriendelijk. Alleen als jij er bij komt, schijnt ze plotseling geheel anders. Eigenaardig! Onderons gezegd, Danny, ik geloof bepaald, dat ze iets tegen je heeft.." „M'n zorg! Ik heb wel wat anders aan m'n hoofd. Weet je, Poulsen, die motor. Een schel klinkt ratelend door de cantine. De middagpauze is geëindigd. Haastig slikt Danny de rest van zijn maal naar binnen, dan rent hij de anderen ach terna. En na kantoortijd besluit Danny, zij het met een bloedend hart, omdat hij elke cent spaart om Nicolle eens behoorlijk als zijn vrouw onderdak te kunnen brengen, het koopcontract voor de motor te ondertee kenen. Vanaf morgen zal hij nu eiken avond naar zijn huisje aan den oever van de Theems kunnen tuffen, zoodat hij er tenminste een paar uur voor kan waken, dat Kaynes, „die vervelende snijboon" met zijn „röntgen- blik" die „idiote Nicolle" niet heelemaal in palmt. Zij zitten bij het niet overbodige schijn sel van een petroleumlamp en zijn ver diept in hun studieboeken. Maud slaapt reeds. Fluisterend, om de slaap van het kind niet te storen deelt Kaynes den beiden meisjes mede, dat men in het bosch een man dood heeft gevonden en dat deze on getwijfeld identiek is met de vluchteling, wien het na den overval door de beide agen ten gelukt is zich, door de Theems over te zwemmen, Ln veiligheid te brengen. Het schijnt ook, dat men hiermee den ge- heimzinnigen vreemdeling heeft gevonden, die him het kind heeft gebracht. Het sig nalement-, dat zij de politie hebben opge geven, klopt althans geheel met dat van den doode. Daar Kaynes de beide meisjes een gang naar het lijkenhuisje wil besparén, heeft hij opdracht gegeven de foto's van den doode hierheen te zenden. „Wie deze vreemdeling is, zal voorloopig wel een raadsel blijven. Uit een en ander meenen wij echter te mogen afleiden, dat hij den moord op de heide bij Kensington op zijn geweten heeft. Er is alle reden om aan te nemen, dat hij in opdracht van Co- verley handelde. „Is goed, dat wij eens gelegenheid krijgen met u te spreken, Mr. Kaynes", zegt Kitty zonder aarzeling. „Alles wat hier gebeurt, is zoo geheimzinnig, dat ik werkelijk bang begin te worden. Niet voor ons, maar voor het kind „Ik kan het volkomen begrijpen, juffrouw Devine", geeft Kaynes bedachtzaam ten antwoord. „Desondanks echter lijkt het mij het beste, dat het kind hier blijft. Er zijn verschillende omstandigheden, waarvan ik u tot mijn spijt geen nadere verklaring kan geven. „Waarom niet?" valt Nicolle hem onmid dellijk in de rede. „Waarom praat u niet openhartig met ons?" Kaynes werpt een snellen blik op Nicolle. Het matte schijnsel van de lamp toovert teere, roze lichtreflexen in haar haar. Haar gelaat, dat in gedempt onzeker licht is ge huld, herinnert Kaynes aan een foto, welke m de kamer -van zijn chef hangt. Het is het tijne, teei^e meisjesgezicht van de „Onbe kende uit de Seine", wier glimlach door het doodenmasker vooi eeuwig vastgelegd even beroemd is geworden als die van de Mona Lisa. „Juffrouw Osborn", zegt hij verlegen, „het is niet gemakkelijk over veronderstel lingen te spreken, die in de toekomst mis schien onjuist zullen blijken te zijn. Mijn zwijgen is in dit geval werkelijk geen wan trouwen". „Nou, vertrouwen is het nu ook niet be paald", meent Kitty ironisch te moeten op merken. „Ik weet, dat u zeer aan het kind ge hecht bent, juffrouw Devine. Dat doet me buitengewoon genoegen en daarom heb ik ook besloten alles in het werk te stellen, opdat de kleine Maud hier kan blijven. „Ach wat! Volgens mij staat de zaak heel anders, Mr. Kaynes!" Kitty's temperament gaat er weer eens met haar van door. „Wij hebben immers van inspecteur Benett gehoord, dat een, door de politie gezochte misdadiger moet worden gearresteerd. En om tot dat doel te gera ken is het eenigst kind van dezen man noo- dig. Men wil hem eenvoudig in een val lokken. Waarom zoudt u zich anders met uw collega hiernaast hebben ingekwar tierd? Neemt u mij niet kwalijk, dat ik het zoo ronduit zeg. maar ik vind het, op z'n zachtst uitgedrukt, minderwaardig om daar voor op de vaderlijke gevoelens van dien man te speculeeren, op het verlangen van een man naar zijn kind. Hoe zal Maud het later opvatten, als zij verneemt, dat de lief de van haar vader voor haar het geweest is, die hem in de gevangenis bracht?" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 5