[De Liturgie der Kerk Voor huis en hoi ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1937 OE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 10 IMTERPAROCHIEELE GESPREKKEN MET DUITSCHERS. „KolpingJs Verein steht". Wij moeten eerst een abuis herstellen. Wij schreven vorige week over 30 millioen Katholieken in Duitschland, dit moet zijn 30 procent. Geen lezer van deze rubriek zal het vreemd vinden, dat door ons ook ruim schoots geinformeerd is naar den stand van zaken der Gez.-Vereeniging in het Derde Rijk. Zoo nu en dan duiken er in de pers allerlei berichten op over opheffing, be perking etc.; hier en daar heeft men de beeltenis van Kolping het hoofd afgeslagen, allemaal van die ongemanierde uitingen van Duitsche trouw en eerlijkheid. Dies to gen we naar een Gezel-Huismeester en via het „Kolping treu" is er spoedig kennis gemaakt. Hoe het er mee staat is natuurlijk onze eerste vraag. En het antwoord: we hebben nog ver over de honderdduizend leden! Aber die Jugend Opvallend ja en uit de aard der zaak be angstigend is dat wijfelende zinnetje, het was ons reeds meer opgevallen, dat de jeugd een vraagstuk op zich geworden is en dus informeerden wij naar de redenen. In het kort komen deze hierop neer. Als de vaders niet in overheidsbetrekking zijn, komen de zoons nog steeds naar de Gez. Ver. Is echter papa in „Reichsdienst", dan is zulks absoluut onmogelijk; men wil het wel, maar het gaat niet, want vader zou er zijn betrekkine bij verspelen. En waarheen dan? In H. J. de Hitier Jugend. Und bald gehen sie dann in die Arbeiter-Lager; de werkkampen! En dan... gevaren als in Rusland, zegt onze zegsman in zuiver Hollandsch. Als in Rusland? Ja, want verreweg de meeste leiders dier kam pen zijn gewezen socialisten en communis ten, menschen met een bruin hemd en roo- de ideeën. Ja, es ist für unsere Jugend eine schwere Zeit. En we hooren dan hoe geraffineerd, zelfs in het katholieke Rijnland, de leiders te werk gaan. De johgens „mogen" naar de kerk als het Zondag is en de nadruk wordt dan gelegd op: mogen. Sporadisch gaan de leiders dier werkkampen naar de kerk, want ze hebben er mee gebroken zooals een Göbbels, Himmler en anderen. In plaats van bidden voor en na het eten wordt er een minuut stilte gehouden; een der jongens (tot groepsleider gebombar deerd) zegt dan: Wir hungren, en de rest antwoord: Heil Hitier. Er zijn nog gelukkig uitzonderingen, maar in de meeste kampen is alles geba seerd op: plicht land volk. En daar is dan voor God geen plek meer vrij. Lo gisch gevolg, dat zoodoende honderden jongemannen tot geloofsafval komen. Slechts de geweldenaars kunnen die (ver) leiding weerstaan. Aber, Kolping Verein steht. Ja, Kol- ping's vereeniging staat nog. Maar hoe lang nog? Zal ook aan den Kolpings-eik op Duitschen bodem de bijl worden gelegd? Naar buiten optreden mag niet meer, insig nes dragen is hier en daar reeds verboden; maar nog wel is het de vereeniging, waar buiten de kerk contact met den priester mogelijk is. En dat alleen is van onschatba re waarde voor de toekomst der Katholieke Kerk. Zoo staan dan onze broeders in Duitsch land te midden der verleidingen voor een zeer onzekere toekomst. Wat zal het zijn na drie, vier jaren? Daar hangt de beeltenis van Mgr. Hürth, bewaker van Kolpings werk, een man met vastbesloten lippen, markante uitdrukking van de volharding. Er ist noch nicht in Schutzhaft genom- men, zeggen wij terloops. Nein, er ist un- ser Führer, einer Held, zoo antwoordt dan de Duitsche Kolpingszoon. En in gedach ten verzonken staren we beiden naar de beeltenis van Kolping. Moge hij vanuit den- Hemel u redden, zoo stamel ik. Kolping ja, er bittet für uns! S. M. BIBLIOTHEEK. Een der nieuwe boeken is: Om papa's principe, door F. de Sinclair. Papa Telder's principe luidt aldus: Wan neer een meisje trouwt, dan moet z ij, wan neer de nood aan den man komt, zorgen dat er geld komt voor het huisgezin. Daar om moeten zij. alvorens te trouwen, een of andere acte halen. De oudste dochter Koba had met heel veel moeite een acte gehaald doch de jongste zag met geen mogelijkheid hiertoe kans. Haar nichtje komt te hulp en doet voor haar het examen, zoodat zij toch in het bezit komt van een acte. Nu kan zij trouwen. Met het examen heeft het nichtje kennis gekregen aan een leeraar in de geschiedenis, zoodat uiteindelijk al les weer in orde komt, mede door den zorg van Telder's buurman, den officier van Ju stitie. Dit verhaal is prettig en boeiend geschreven en zal zeker bij onze lezers in slaan, Voor volwassenen! Een ander boek is: De schat in het Dui- velsmeer. door B. V. Zwegers. De oude Inca's hadden bij de verovering van Mexico een enormen schat aan gouden voorwerpen laten zinken in het Duivels- meer om hem aan de hebzucht van de Spanjaarden te onttrekken. Dien schat weer boven te brengen is het doel van de expeditie. Hans, de zoon van een Amster- damsch ingenieur, zal het beproeven met be hulp van een buitengewoon vernuftig in gerichte duikboot, een uitvinding van zijn vader. Wat Hans met zijn vrienden op de expeditie beleeft is bijna ongelooflijk. Het geheimzinnige meer wordt onveilig ge maakt door monsters uit de planten- en die renwereld. Bovendien is er in het land re volutie uitgebroken en moeten ze zich tegen de opstandelingen verdedigen. Verschillen de keeren zitten Hans en zijn vrienden lee- lijk in het nauw, doch men weet zich er doorheen te slaan. Het boek is geschreven met een adembenemende spanning en geeft de figuren en de grootsche natuur prachtig weer. Voor onze jonge lezers een pracht werk. Bibliothecaris. EEN FELICITATIE WAARD. Pastoor Beukers geridderd! Ook de Ge zellen verheugen zich over deze verdien de onderscheiding, die hun Praeses dra gen mag. Reeds in den loop der week heeft de Se nior de gelukwensohen der vereeniging aangeboden. Want dit was toch wel een fe licitatie waard! KOLPINGS LIJFWACHT. Morgen houdt het district Gouda een districtsdag te Boskoop. Ter opluistering van het feest is onze K. L. gevraagd. Zij zullen in hun keurig costuum en met de Kolpingsvlaggen assisteeeren bij H. Mis en feestvergadering. Veel succes en allen al tijd actief! AFD. GEZELLEN. De afd. Gezellen heeft Dinsdagavond haar verplichte vergadering.. Laten velen aan wezig zijn in deze voor allen zoo belang rijke bijeenkomst. De aanvang is wederom 8.45 uur. RECOLLECTIE. Voor iederen oud-retraitant en ook voor andere Gezellen wordt Donderdagavond een recollectie-oefening gehouden. Deze oefening bestaat uit eenige gebeden en ge zangen, alsmede meditatie en priesterlijken zegen. Gezellen, op tijd en met velen pre sent. Trouw aan de traditie. EEN CLUBFEEST. Zondag 12 Sept. viert de Retraiteclub het elfde jaarfeest. Bij de H. Mis met algem. H. Communie zijn alle Gezellen welkom in de Lodewijkskerk. Voor het ontbijt moet men zich opgeven bij den penningmeester en een vergoeding betalen. Voor wat hoort wat. OP EXCURSIE. De Gezellen, die morgen naar Schiphol gaan, komen om 9.30 uur tezamen aan het Gezellenhuis. De leiding berust bij. A. v. Remundt. ADSPIR ANTEN-CURSUS. De adspirant-Gezellen komen Woensdag avond weer tezamen om den cursus over Kolping en zijn werk in zich op te ne men. Het is noodig en nuttig. 10 PLICHTEN VAN EEN GOED GEZEL. 1. Weet, wie Kolping was en wat hij deed. 2. Ken en beleef de vier deviezen der vereeniging. 3. Houd hoog de gezinsgedachte. 4. Bescherm je arbeid als een roeping Gods. 5. Draag steeds en overal je insigne. 6. Lees geregeld het Kolpingsblad. 7. Bezoek trouw de verplichte vergade ring. 8. Zoek je vorming en je ontspanning in de Gez.-Ver. 9. Zie in den Praeses je priester-vader. 10. Betaal op tijd je contributie. Dc welgedane: „Hei is tenminste een troost, dat dit allemaal mijn gezondheid ten goede komt" WENKEN VOOR IEDERE MAAND Onkruiden. Onkruiden zijn lastige klanten en zij verschijnen steeds op plaatsen, waar men ze liever niet ziet. Maar de verstandige tuinman gebruikt ze tevens, waar ze voor te gebruiken zijn. Ze zijn namelijk een zeer gewichtig middel om den aard van den grond te kunnen beoordeelen. Vindt men in den tuin veel kweekgras, dan weet men, dat de tuin verwaarloosd, maar te vens, dat hij niet slecht is, want op slech ten grond groeit geen kweekgras. Vinden wij het hoefblad en paardestaart of schaaf- gras, dan zeggen die twee ons: hier is de grond buitengewoon vochtig en voor lucht weinig toegankelijk. Vertoonen zich veel brandnetels, dan kan de grond niet slecht zijn, want de brandnetel houdt van een goede aarde. De distels wijzen op een leem- bodem in den ondergrond. Er zijn echter ook onkruiden, die ons niets bijzonders mededeelen omdat zij elke standplaats voir lief nemen. Het is voor den tuinman een zeer nut tig en leerrijk werk, de onkruiden en hun eigenaardigheden te leeren kennen, maar nog veel nuttiger is het, ze zoo spoedig mogelijk te verwijderen. Worden ze niet bestreden, dan breiden ze hun gebied ver bazend snel en zeer sterk uit. Ze strijden dan met de cultuurplanten den strijd om het bestaan en blijven daarin niet zelden overwinnaars. Men kan zonder tegen spraak te moeten vreezen, zeggen: dat een tuin, waarin het onkruid baas is, slechts de helft of het derde opbrengt van hetgeen hij opbrengen kan. De schade, die het on kruid ons berokkent, vermaant ons dus steeds om met onvermoeide vlijt en wils kracht de bestrijding vol te houden. Wan neer in een tuin het onkruid de gewassen dreigt te overweldigen, dan wordt er niet zelden geklaagd, dat het aan tijd ont breekt, om het te verdelgen. Eigen schuld. Men had ter rechten tijd, toen de planten nog jong waren, moeten optreden, dan was er niet zooveel tijd voor de reiniging noodig geweest en het verlies zou minder groot zijn. Wie inderdaad niet in staat is zulke gevallen zijn denkbaar zijn ge- heelen tuin vrij van onkruid te houden, moet liever een derde of de helft in ge bruik nemen. Houdt hij dat kleine gedeel te dan zuiver, dan zal hij meer genot van zijn arbeid ondervinden. Onkruid is niet onuitroeibaar, het moet wijken voor de cultuur. Met een goede behandeling zal men in eën paar jaar tijds het verwilderd- ste stuk grond geheel vrij van onkruid kunnen krengen, en dat moet dan ook al tijd het doel van het streven zijn. Wan neer wij dat eenmaal bereikt hebben, dan baart de verpleging van den moestuin niet zooveel zorgen meer, want alle arbeid wordt spelend verricht. Prei. Om flinke prei te winnen, is het noodig, dat de grond zeer vruchtbaar is, en wel in de eerste plaats geen gebrek heeft aan stikstofverbindingen. Vandaar, dat men met salpetermest (Chili- of kalksalpeter) bij deze groente zulke schitterende resul taten verkrijgt. Na de prei in Maart of April gezaaid te hebben, verplant men ze op gronden, die in Juli leeg gekomen zijn, dus daar, waar sla, vroege aardappelen, erwten, worteltjes e.d. gestaan hebben. De preiplanten zet men op een afstand van 20 c.M. van elkaar, nadt men eerst de veze lige wortels tot op een lengte van onge veer 1 c.M. heeft ingekort en de blaren tot op de helft heeft afgesneden. In droge, weinig vruchtbare zandgronden verdraagt de prei het verplanten slecht. In vrucht bare zandgronden plant men in voortjes, en zet de planten, om het eetbare gedeel te zoo groot mogelijk te doen worden, tot aan de bladeren daarin. In zware gronden, die droog zijnde hard worden, maakt men hetzij met de schop, hetzij met een poot- houtje, holten van ongeveer 12 cM. diep, en laat de plant er in zakken. Nu zet men ze door gieten vast. Is de prei volop aan den groei, dan kan men gier toedienen, wanneer men die heeft of, wat velen.zin- nelijkheidshalve zullen prefereeren. een salpeter-oplossing, welke men verkrijgt door een handvol chili- of kalksalpeter op te lossen in een 10-lieter-emmer water. De prei kan gedurende den winter op dezelf de plaats blijven staan. Men kan de plan ten ook op een klein plaatsje bij elkaar inspitten. Om ook prei ter beschikking te hebben gedurende de vorst, rooit men tij dig eenige planten en bergt die in den kelder, zet ze daar bijv. in een hoopje wit zand. De planten, die men in de lente nog overheeft, plaatst men op een schaduwrijk plekje gijna geheel in den grond. De aller laatste bewaart men door ze omgekeerd in den grond te leggen. CYCLAMEN OVERHOUDEN. De Cyclamen behooren tegenwoordig tot een der planten, die gedurende den winter tijd en 't vroege voorjaar onze kamers sie ren. Met rechtsieren, 't Is een mooie plant, die echter door den bezitter nog wel eens ondankbaar genoemd wordt. Dat is ze niet. Ze is zéér dankbaar voor een goede be handeling. In mijn kamer staat er een, die ons maan den geleden gezonden werd, en die nu zijn laatste bloesem laat zien. Maar velen gieten te veel, veel te veel, matig vochtig is goed en bovendien gieten ze te onvoorzichtig. Er mag geen water, ook geen druppel, op den bol komen. De bloem knoppen dóór en de bladeren beginnen te schimmelen en te rotten. Ook moet hij in den winter niet al te koud staan. N.B. Als niet anders wordt aangegeven dagelijks' Gloria, geen Credo. Gewone Pre fatie. ZONDAG 5 Sept. Zestiende Zondag na Pinksteren. Mis: Miserere. 2e gebed v. d. H. Laurentius Justinianus, Bisschop en Belijder; 3e A Cunctis (om de voorbede van de Heiligen). Credo. Prefatie v. d. Allerh. Drieëenheid. Kleur: Groen. Met de woorden van den H. Paulus bidt onze Moeder de H. Kerk, dat in onze har ten Christus wone door het geloof, dat wij gevestigd en geworteld mogen zijn in de liefde van Christus; dat wij die liefde mo gen kennen, want de kennis van de liefde is de hoogste wetenschap. Bidden wij met onze Moeder mee om die groote Goddelijke gave (Gebed), maar bidden wij met nede righeid (Evangelie). Alleen voor wie Hem nederig aanroepen is God overvloedig in barmhartigheid en goedheid. (Introitus). Vragen wij aan God, Die machtig is en wonderen heeft gewerkt (Graduale en Al leluja-vers) om Zijn onmisbare hulp in geheel ons leven (Communio) en om zui vering, door de kracht van het H. Misof fer, zelfs van de geringste smet van hoog moed. (Stilgebed en Postcommunio). MAANDAG 6 Sept. Mis v. d. vorige Zon dag: Miserere. Geen Gloria. 2e gebed A Cunctis; 3e voor alle overledenen (uit het eerste Requiemformulier); 4e naar keuze v. d. priester. Kleur: Groen. DINSDAG 8 Sept. Feestdag van de Ge boorte van Maria. Mis: Salve. 2e gebed (al leen in stille H.H. Missen) v. d. H. Hadria- nus, Martelaar. Credo. Prefatie van Maria (invullen: En U om de geboorte). Kleur: Wit. „Wees gegroet, Maria, bij uw intrede in dit tranendal. Uw geboorte, o heilige Maagd en Moeder van God, heeft vreugde gebood schapt aan geheel de wereld. Want uit u is opgegaan de Zon van de gerechtigheid, Christus, onze God, die de vervloeking weg nemende, zegening heeft gebracht en door Zijn overwinning op de dood ons het eeuwig leven heeft geschonken". DONDERDAG 9 Sept. Mis v. d. H. Gor- gonius, Martelaar: Laetabitur. 2e gebed A Cunctis; 3e naar keuze v. d. priester. Kleur: Wit. VRIJDAG 10 Sept. Mis v. d. H. Nicolaas van Tolentijn, Belijder: Justus. Kleur: Wit. Getroffen door een predikatie van een Augustijn over de verachting van de we reld, trad de heilige Nicolaas in de Orde van de Augustijnen. Zijn kloosterleven, bij na uitsluitend te Tolentino (vandaar zijn naam) was een aaneenschakeling van vas ten, gebed en boete. ZATERDAG 11 Sept. Mis van Maria's ge boorte (als op 8 Sept.): Salve. 2e gebed v. d. H. Protus en Hyacinthus, Martelaren; 3e tot den H. Geest; 4e voor den Paus. Geen Credo. Prefatie van Maria (invullen: En U om de geboorte). Kleur: Wit. IN DE KERKEN VAN DE E.E. P.P. FRANCISCANEN: Alles als in bovenstaande kalender v. h. Bisdom, behalve: ZONDAG. 2e gebed v. d. Z. Gentilis van Matelica, Martelaar; 3e v. d. H. Laurentius Justinianus. MAANDAG. Mis v. d. Z.Z. Liberatus van Lauro en Peregrinus van Falerone, Belij ders: Confiteantur. Gloria. 2e gebed A Cunctis; 3e naar keuze v. d. priester. Kleur: Wit DONDERDAG. Mis v. d. Z. Seraphina Sforza, Weduwe: Cognovi. 2e gebed v. d. H. Gorgonius; 3e A Cunctis. Kleur: Wit VRIJDAG. Mis v. d. H.H. Apollinaris en Gezellen, Martelaren: Salus autem. 2e ge bed v. d. H. Nicolaas van Tolentijn. Kleur: Rood. ZATERDAG. Mis v. d. Z. Bonaventura van Barcelona, Belijder: Justus. 2e gebed v. d. H.H. Protus en Hyacinthus; 3e voor den Paus. Gewone Prefatie. Amsterdam. ALB. M. KOK, Pr. RICHTINGAANWIJZERS OP TRAMS Een gebiedende eisch Volgens de Ongevallenstatistiek 1935 is in de groep der groote gemeenteen in niet minder dan 3.7 pet. van het totaal aantal ongevallen de tram betrokken geweest. Bij een totaal aantal ongevallen van 23.549 in deze groep speelde dus in circa 870 ge vallen dit vervoermiddel een rol. Dit groote percentage, aldus schrijft ons de A.N.W.B., behoeft geen verwondering te wekken, indien men nagaat, dat de tram, welke zich meestentijds op de rijbaan voor algemeen verkeer bevindt, niet al leen doordat zij aan de rails gebonden niet kan uitwijken, doch ook een remweg heeft, welke bijzonder ongunstig afsteekt bij die van automobielen. Is de minimum remeisch, welke voor personenauto's ge steld wordt gebaseerd op een remvertra- ging van 3,85 m/sec2, hetgeen dus betee- kent dat de auto bij een snelheid van 25 km/h binnen 6.25 M. moet kunnen stop pen, bij de tram ligt de maximum ver traging in de buurt van 1,8 m/sec.2. zoo dat deze bij een snelheid van 25 km/h ruim 13 M., dus meer dan het dubbele, noodig heeft om tot stilstand te komen. In het steeds drukker wordende weg verkeer vormt de tram dan ook uit ver- keersoogpunt een moeilijke eenheid en het is daarom temeer te verwonderen, dat juist aan dit vervoermiddel geringere eischen worden gesteld wat de verkeers- 2 5 KM per uur veiligheid betreft, dan aan de gewone motorrijtuigen. In ons land behoeft de tram n.l. niet voorzien te zijn van richtingaanwijzers en toch is dit een der beveiligingsmiddelen, welke daarop naar de meening van den A.N.W.B. zeker niet gemist kan worden. Zelfs voor de ter plaatse bekenden, maar zeker voor degenen die dat niet zijn, kan de onverwachts afzwenkende tram een gevaarlijke hindernis vormen. Bovendien is het bij de tegenwoordige lage automo bielen voor de bestuurders dikwijls onmo gelijk om de hooggeplaatste lijnnummers van de tram waar te nemen en een oordeel te vormen over de richting, welke zij ne men. Een vlotte verkeersafwikkeling is er zonder twijfel bij gebaat wanneer ook de tram tijdig en duidelijk richtingverande ring aangeeft. In Duitschland en ook in Denemarken heeft men reeds ingezien dat de aanbren ging van richtingaanwijzers op trams een gebiedende eisch is, zoodat zij in het eerste land reeds algemeen wettelijk zijn inge voerd, terwijl in het laatste de toepassing ieder moment te wachten is. Een destijds door den A.N.W.B. aan den Minister gezonden verzoek om een over eenkomstig wettelijk voorschrift voor ons land mocht niet tot het beoogde doel lei den. Het Bestuur heeft zich thans nogmaals tot den Minister gewend en, terugkomen de op het oorspronkelijke verzoek, ge vraagd inwilliging daarvan alsnog te wil len overwegen. Is de bloei afgeloopen dan behoeft ge de plant niet weg te werpen. Men ziet ze dan wel eens achter huis op het plaatsje of in het tuintje verdwijnen. Er wordt niet meer naar omgezien. Met eenige zorg kunt ge het volgend jaar een tweede en verbeterde uitgave van dit jaar krijgen. Zet de plant tot half Mei, ongeveer in een kamer, waar niet gestookt wordt. Geef heel geen water of een klein beetje om al geheel uitdrogen te voorkomen. Midden Mei tot einde Mei zet ge hem op een ietwat schaduwrijke plaats in Uw tuintje of zoo ge dit mist houdt ge hem binnen, doch begint dan wat meer te begie ten. Niet voor het raam in de zon zetten. In den tuin graaft ge hem met de pot in den grond. Zoodxa de nieuwe blaadjes zich gaan ontwikkelen, wat gewoonlijk in Juli plaats vindt geeft ge in de kamer meer water en zoo nu en dan wat verdunde mest zoo geen mest door de nieuwe aarde is ge mengd. Zoodra de nieuwe bladeren zich laten zien kloppen we echter de kluit uit de pot en schudden de aarde er wat af. Een beetje voorzichtig. De oude kluit moet niet ge heel uiteenvallen. Dat zou de plant kwaad kunnen doen. De pot wordt goed schoonge maakt van binnen en buiten. Let er op als ge de plant er weer in zet, dat de pot niet door in de zon te drogen geheel is uitge droogd. Men geeft als het moet een iets grootere pot of wel de oude, doch nu met frissche aarde onder en om de oude kluit. Goede tuingrond met wat zand vermengd als ze wat zwaar is, kan wel, doch bladaarde met wat klei en stalmest (oude) en zand ver mengd is beter. Men laat nu de plant in den tuin op zijn oude plek staan, ingegraven in den grond. Midden September krijgt de pot een plaats in de kamer dicht bij het raam en weldra zullen de elegante bloemen als kleu rige vlinders weer boven de mooigevorm- de dof donkergroene bladeren zweven. Probeer het eens. Een bloem die men zelf voort hielp heeft voor ons veel meer waar de dan die men koopt. Koopt bij hen, die in Uw Dagblad adverteeren

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 10