HET RONDSCHRIJVEN DER
BISSCHOPPEN VAN SPANJE
Inzake den burgeroorlog
DE SPAANSCHE
BURGEROORLOG
BUITENLAND
VRIJDAG 3 SEPTEMBER 1937
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5
Zooals gemeld hebben de Bisschoppen
van Spanje een schrijven gericht aan de
Bisschoppen der geheele wereld, waarin zij
de kwestie behandelen van den burgeroor
log in Spanje.
De bedoeling van het schrijven.
Uit den inhoud van het schrijven gisten
wij de volgende passages, die voorkomen
in de vertaling van de „Tijd".
Spanje, dat thans een der grootste be
proevingen zijner geschiedenis doorstaat,
heeft vele betuigingen van vriendschap en
van medevoelen van wege het buitenland-
sche katholieke episcopaat mogen ontvan
gen, hetzij door gemeenschap-brieven van
talrijke Bisschoppen. Thans wil het Spaan-
sche Episcopaat, dat zoo vreeselijk werd be
proefd in zijn leden, in zijn priesters en
zijn geloovigen, door dezen gemeenschap-
pelijken brieg antwoorden op deze buiten
gewone uiting van naastenliefde, die ons
uit alle gebieden der wereld is toegeko
men.
Maar met onze dankbaarheid, Eerbied
waardige Broeders, moeten Wij ook uiting
geven aan onze droefheid over de misken
ning der waarheid over hetgeen zich thans
in Spanje afspeelt.
Wat de Bisschoppen bedroeft is, dat een
groot gedeelte van de buitenlandsche pers
medewerkt aan deze verstandelijke mis
vorming, die noodlottig kan worden voor
de heiligste belangen, welke thans in ons
vaderland op het spel staan.
De Bisschoppen zeggen dan, dat het hun
doel is om aan de waarheid haar klaarblij
kelijkheid terug te geven. Daarom hebben
zij aan het schrijven een duidelijk berede
neerd, categorisch en op feiten berustend
karakter gegeven.
De gedragslijn van de
Bisschoppen.
Eerst en vooral moet er op gewezen wor
den, dat, wijl de oorlog te verwachten was
van 't oogenblik af, dat men den nationa-
len geest op al te heftige wijze begon aan
te vallen, de Spaansche Bisschoppen sedert
1931 op hoogst voorbeeldige wijze de apos
tolische en burgerlijke Voorzichtigheid heb
ben betracht. Zich schikkende naar de ker
kelijke traditie en trouw aan de voorschrif
ten van den H. Stoel, hebben ze beslist de
zijde gekozen van de regeerende overheid
en steeds in overleg met deze getracht voor
het algemeen welzijn samen te werken.
Toen de oorlog dan uitbrak, hebben Zij,
meer dan wie ook, die smartelijke gebeur
tenis betreurd, omdat de oorlog altijd een
groot kwaad is, waartegen dikwijls geen
problematisch goed kan opwegen en om
dat hun zending er eene is van verzoening
en van vrede.
Zeker, duizenden van hare zonen, gehoor
gevend aan de stem van hun geweten en
van hun vaderlandsliefde hebben op hun
eigen verantwoordelijkheid de wapens op
genomen om de godsdienstige beginselen en
de grondslagen der christelijke rechtvaar
digheid, die door eeuwen heen, het leven
van de natie hadden gericht, te verdedigen;
maar wie de Kerk ervan beschuldigt dezen
oorlog te hebben uitgelokt, of met dezen
als doel een samenzwering te hebben ge
smeed, miskent of vervalscht de waarheid.
En als de Bisschoppen nu een uitspraak
doen over het zeer ingewikkelde probleem
van den oorlog in Spanje, dan is het
dat, aangenomen dat de oorlog een politiek
of sociaal karakter droeg, zijn terugsjag op
godsdienstig gebied zoo buitengewoon groot
is geweest en omdat het van den beginne
af zeer duidelijk bleek, dat één der oor
logvoerende partijen de uitroeiing van den
katholieken godsdienst in Spanje nastreef
de. zoodat de Katholieke Bisschoppen niet
meer zwijgen konden.
Op de beschuldiging van roekeloosheid,
omdat de Bisschoppen de geestelijke orde
der Kerk blootstellen aan de wisselvallig
heden van een alles opslorpend en tyran-
niek regime, antwoorden zij:
„Boven alles houden Wij vast aan de on
afhankelijkheid voor de uitoefening van
ons ambt. Uit deze onafhankelijkheid
vloeien al de vrijheden voort, die Wij voor
de Kerk opeischen. Het is om harentwille
dat Wij Ons met niemand hebben verbon
den, aan geen enkele macht, aan geen en-
keel instelling.
De gebeurtenissen sinds 1931.
Omtrent de jaren die den oorlog vooraf
gingen, zeggen de Bisschoppen:
Wij stellen vast, dat deze oorlog ontstaan
is tengevolge der roekeloosheid, dwalingen,
boosaardigheid of lafheid van degenen, die
hem hadden kunnen voorkomen, indien zij
de natie naar gerechtigheid hadden gere
geerd.
De wetgevende macht van 1931 en de
uitvoerende macht van den staat hebben
den gang van de Spaansche geschiedenis
doen afwijken van den traditioneelen geest
en den godsdienstzin.
De Grondwet en de leeken-wetten, die
er uit voortvloeiden waren noch min noch
meer dan een hevige en voortdurende aan
val op het nationaal geweten.
Bij veel gelegenheden liet de openbare
macht het gezag aan het gepeupel over.
De kerkbranden in 1931 te Madrid en in
de provincie, de opstanden in October 1934,
vooral in Catalonië en in Asturië, waar de
anarchie gedurende twee weken meester
bleef, de woelige periode van Februari tot
Juli 1936 tijdens welke men 411 kerken ver
nielde of ontheiligde en 3000 aanslagen
van politieken of socialen aard gepleegd
werden, lieten den totalen ondergang van
het-openbaar gezag voorzien, dat zeer dik
wijls voor de macht der geheime krachten,
die zijn werk lam legde, capituleerde.
De democratische vrijheid ging verloren.
Zoo kon het gebeuren, dat in Februari
1936, de rechterzijde met één millioen stem
men meer dan de linkerzijde, toch 118 ze
tels minder bekwam dan het „Frente, Po
pular". Om dat te bereiken was het vol
doende willekeurig de stemmen van ge
heele provincies te annuleeren, maar tezelf
dertijd deed men op die wijze aan de wet
tigheid van het Parlement afbreuk.
De communistische revolutie.
Het Russische volk heeft in samenwer
king met de Spaansche communisten den
it van het volk tot een revolutie voor
bereid, waarvan men den juisten datum
met zekerheid kan aanwijzen.
Op 27 Februari 1936, na de overwinning
van het Volksfront, decreteerde de Russi
sche Komintern de Spaansche Revolutie en
financierde haar met reusachtige bedragen.
Op 1 Mei daaropvolgend riepen te Madrid
honderden jongelieden in het openbaar om
„bommen en pistolen, om buskruit en dyna
miet voor de naderende revolutie". Op 16
Mei kwamen in het Volkshuis te Valencia
vertegenwoordigers der R. U. S. S. met de
Spaansche afgevaardigde van het He inter
nationale samen.
Zij besloten bij paragraaf 9 van hun over
eenkomst, een der secties van Madrid, num
mer 25, die haar leden aanwierf onder de
actieve politie van Madrid, opdracht te ge
ven de politieke en militaire personen die
geroepen waren om tijdens de contra-re
volutie een groote rol te spelen „uit te
schakelen". Tegelijkertijd werden, vanaf
Madrid tot in de verst afgelegen dorpen,
de revolutionnaire milities militair gedrild
en zwaar bewapend. Zoo kon het geschie
den, dat bij het begin van den oorlog de
milities 100.000 soldaten telden, die tot den
aanval waren voorbereid en 100.000, die
voor verdedigings-doeleinden waren opge
leid.
Uit deze feiten concludeeren de Bisschop
pen ertoe, dat de nationale beweging vol
gens de leer van den H. Thomas kan wor
den gerechtvaardigd.
Dan gaat het schrijven als volgt verder:
Laten Wij eerst een opwerping beant
woorden, die door een buitenlandsch tijd
schrift werd gemaakt. Zij treft de vermoor
de priesters en zou kunnen uitgebreid wor
den tot alle wandaden van de reusachtige
sociale omwenteling, die Spanje heeft on
dergaan. Bedoeld tijdschrift beweert dat,
zoo er geen opstand gekomen ware, de
openbare rust niet zou gestoord geweest
zijn: „Niettegenstaande de uitspattingen der
Rooden zoo lezen wij staat het intus-
schen vast, dat zoo Franco niet was in op
stand gekomen, honderden en duizenden
priesters, die thans vermoord werden, nog
in leven zouden zijn, en zouden voorge
gaan zijn met het werk Gods in de zielen
te vervullen". Wij, die den toestand in
Spanje, toen de opstand was uitgebroken,
hebben medegemaakt, kunnen dit oordeel
niet bevestigen. Het tegenovergestelde is
waar.
Er stonden ten slotte voor Spanje maar
twee mogelijkheden open ofwel onder den
stormloop, die reeds ontworpen en be
slist was, te bezwijken, zooals dat inder
daad geschiedde in de streken, waar de
nationale beweging niet triomfeerde, ofwel
te trachten in een reusachtige krachtsin
spanning van weerstand zich van een ver-
schrikkelijken vijand te ontdoen en de
grondbeginselen van het maatschappelijk
leven en nationale kenmerken uit den on
dergang te redden.
De nationale beweging.
Op 18 Juli van het afgeloopen jaar greep
de militaire opstand plaats en brak de oor
log uit, die nog altijd voortduurt. Het dient
van den aanvang af vastgesteld te worden,
dat de militaire opstand vanaf het begin
gesteund werd door het nog gezonde volk,
dat in massa plaats nam in de rangen van
deze beweging, die men derhalve een bur
gerlijk-militaire kan heeten.
Vervolgens dient in aanmerking geno
men, dat deze beweging en de communis
tische revolutie twee gebeurtenissen zijn,
die niet gescheiden mogen worden indien
men een rechtvaardig oordeel over de
grondslagen van den oorlog wil vellen.
Doch er is meer: de beweging werd niet
in gang gebracht zonder dat degenen, die
er het initiatief toe nemen, tijdig en op
voorhand de burgerlijke overheid gewe
zen hadden op het feit, dat zij met wettige
middelen den dreigenden marxistischen op
stand moesten bezweren. Deze poging bleef
evenwel zonder zorg en het conflict barst
te los.
De Bisschoppen zetten dan uitvoerig uit
een, dat steeds de furie der volksmilities
en de Russische machthebbers zich in den
strijd hebben gemengd, die daardoor een
strijd was tegen God.
Spanje verdeelde zich in twee groote
strijdende partijen; elk van beide werkte
als een magneet naar de een of andere zij
de der twee diep in het volk gewortelde
denkrichtingen.
De Bisschoppen hebben .getracht een his
torische schets te geven, waaruit de vol
gende gevolgtrekking moet worden ge
maakt: de burgerlijk-militaire opstand was
in het begin een nationale beweging om
de grondslagen van elke beschaafde ge
meenschap te verdedigen; zich uitbreidend
heeft hen het karakter aangenomen van
een nationale beweging tegen de anarchie.
In het schrijven worden de volgende
conclusies getrokken.
Primo: de Kerk kon, ondanks haar geest
van vrede, ondanks dat zij den oorlog niet
heeft gewild en er niet toe heeft medege
werkt, in dezen strijd niet afzijdig blij
ven.
Secundo: de Kerk heeft zich niet solidair
kunnen verklaren met daden, strekkingen
of plannen, die heden of in de toekomst
het nobele karakter van de nationale be
weging kunnen verbasteren in zijn begin
selen, uitingen of doelstellingen.
Ten derde: wij stellen vast, dat de bur
gerlijk-militaire opstand in het volksge
weten een dubbele oorzaak vond: die van
het vaderlandslievend gevoel, dat in dezen
opstand den eenigen uitweg vond om Span
je te doen herrijzen en zijn vernietiging
te voorkomen; en van het godsdienstig ge
voel, dat den opstand beschouwde als de
kracht om de vijanden van God machte
loos te maken.
Ten vierde: heden ten dage is er voor
Spanje geen andere hoop meer om den vre
de en de rechtvaardigheid te heroveren en
alle goed, dat daar uit voortvloeit, dan door
een overwinning van de nationale beweging.
De communistische wreedheden.
De buitensporigheden van de communis
tische revolutie beoordeelend, bevestigen
de Bisschoppen, dat men in de geschei-
denis der Westersche volkeren geen gelij
kenis vindt eener dergelijke uitbarsting
van collectieve verwildering, noch een der
gelijke opeenstapeling in den loop van en
kele weken van aanslagen, die gepleegd
werden tegen de grondrechten van God,
gemeenschap en mensch. En het zou zeer
moeilijk vallen, in den loop der eeuwen een
tijdperk terug te vinden of een volk, ver
vallen in zoo talrijke en verregaande bui
tensporigheden.
De verwoesting van de kerken had plaats
volgens een vooropgezet plan. Het aantal
der vermoorde priesters bedraagt 6000, dat
dei- verwoeste kerken en kapellen 20.000.
Er zijn 300.000 katholieke burgers gevallen.
In de eerste drie maanden werden er te
Madrid 22.000 vermoord.
En wat de folteringen aangaat: aan som
migen werden verscheidene lichaamsdee-
len afgerukt of ze werden ijselijk verminkt,
aleer gedood te worden. Men stak hun de
oogen uit, sneed hun de tong af, reet hun
de buik open, verbrandde of begroef hen
levend, maakte hen met bijlslagen af. De
ergste wreedheden werden tegen de die
naren Gods bedreven.
Deze revolutie was „onmenschelijk". De
eerbaarheid der vrouwen, zelfs van dege
nen, die zich aan God hadden gewijd, werd
niet geëerbiedigd. Graven en kerkhoven
werden ontheiligd.
De revolutie was „barbaarsch", wijl zij
een eeuwenoude beschaving vernielde. Ze
verwoestte duizenden kunstvoorwerpen,
waarvan vele een wereldvermaardheid ge
noten.
De revolutie was boven alles anti-chris
telijk. Alle martelingen, die vroeger de
Christenen hebben verduurd, ook de krui
siging, zijn nu op de Christenen toegepast.
De haat tegen Christus en de H. Maagd
stegen "tot een paroxysma en de honderden
met dolken doorstoken kruisbeelden, de
beestachtige bezoedelde Maria-beelden, de
geile spotternij te Bilbao, waar men de
ergst godslasteringen tegen de Moeder
Gods ensceneerde, de schandelijke litera
tuur in de roode loopgraven, waarin de H.
Mysteries bespot worden, de herhaalde
schennis van de H. Hostiën, getuigen van
een helschen haat, waarvan de ongelukki
ge communisten bezield zijn: „Ik heb ge
zworen mij op u te wreken", zei er een te
gen Onzen Heer in het tabernakel opgeslo
ten en hij nam zijn revolver, vuurde op
Hem, zeggend: „Geef u over aan de Rooden,
geef u over aan het Marxisme".
Wij hernieuwen onze woorden van verge
ving aan allen en ons voornemen him al
het goede te doen, dat in onze macht ligt.
Het karakter der nationale
beweging.
De Bisschoppen zetten dan het karakter
van de nationale beweging uiteen, een be
naming, welke naar Hun inzien juist is we
gens den geest der beweging, want de
Spaansche natie had, in overgroote meer
derheid, niets gemeen met den Staat, die
haar diepste verlangens en haar streven
niet bleek te kunnen verwezenlijken.
De nationale beweging heeft de orde
verwezenlijkt op het eigen gebied.
Dit doet ons hopen op een rechtvaardig
en vredig bewind in de toekomst. Wij wa
gen het niet, die toekomst te voorspellen.
Onze moeilijkheden zijn ontzettend groot.
Enkele opwerpingen weerlegd.
In het schrijven worden dan enkele op
werpingen behandeld, die de Bisschoppen
uit den vreemde zijn toegekomen.
In den vreemde vraagt men ons, of het
waar is, dat een derde van het nationale
grondbezit toebehoorde aan de Kerk en dat
he volk opgestaan was om zich van haar
juk te bevrijden? Dit is een belachelijke
aantijging. De Kerk bezat slechts enkele on-
beteekenende terreinen, pastorieën en op
voedingsgestichten en zelfs hierop had de
Staat sedert kort beslag gelegd. Al hetgeen
de Kerk in Spanje bezit kan nog niet een
kwart van haar behoeften dekken en is
onontbeerlijk voor het vervullen van haar
heiljge plichten.
Men zegt, dat deze oorlog slechts een
klassen strijd is, en dat de Kerk zich
schaart aan de zijde der rijken. Zij, die er
de oorzaken en den aard van kennen, we
ten dat dit valsch is. Ook nu wij een zekere
verwaarloozing in de uitvoering der plich
ten van rechtvaardigheid en naastenliefde
niet ontkennen, een verwaarloozing, waar
de Kerk het eerst op gewezen heeft, moet
men toegeven, dat de arbeidende klassen
sterk beschermd waren door de wet en dat
de regeering zich toelegde op een betere
verdeeling der goederen.
IA een veel verspreid buitenlandsch tijd
schrift wordt beweerd, dat het Spaansche
volk zich van zijn priesters afwendde, om
dat deze uit de hoogere standen komen, en
dat de kinderen niet meer gedoopt worden,
omdat er te hooge vergoeding wordt ge-
eischt voor het toedienen van het Sacra
ment. Op de eerste bewering antwoorden
Wij, dat de roepingen in de verschillende
seminaries in Spanje als volgt verdeeld
zijn: totaal der seminaristen in 1935: 7401;
aristocraten 6, rijken met een kapitaal bo
ven 10.000 pesetas 115, arm of bijna arm
7280. Op de tweede opwerping antwoorden
Wij, dat vóór de verandering van regiem
het aantal niet gedoopten der kinderen van
katholieke ouders nog geen 1 per 10.000
bedroeg en dat de vergoeding zeer gering
is en van de armen volstrekt niets ge
vraagd wordt.
Besluit
Aan het einde van Hun uitvoerigen brief
vragen de Bisschoppen de weldaad van de
gebeden der Bisschoppen en geloovigen op
de wereld.
5 Bisschoppen besluiten Hun rond
schrijven met de volgende treffende ver
klaring:
God is onze getuige, dat Wij in het
lichaam van Christus hen allen beminnen,
die zonder dat zij er begrip van hadden,
zooveel schade veroorzaakten aan vader
land en geloof. Wij vergeven hun van harte.
Ze zijn onze zonen. Wij durven ons beroe
pen voor God en te hunnen gunste op de
verdiensten van onze martelaren, van tien
bisschoppen en zooveel duizenden pries
ters en christenen, die stierven terwijl zij
vergiffenis schonken.
De brief is met de namen van 40 Bis
schoppen uit Spanje onderteekend.
FRANCO TEGEN FRANKRIJK
REPRESSAILLE MAATREGELEN
TEGEN UITWIJZING VAN
SPANJAARDEN.
De Fransche regeering heeft eergisteren
de uitwijzing gelast van een Spaansch on
derdaan, die van spionnage beschuldigd
werd, en aan andere Spaansche onderda
nen, die er van beschuldigd werden, be
trekkingen te onderhouden met de regee
ring te Salamanca, bevel gegeven, zich
ten Noorden van de Loire te vestigen.
De regeering van Franco zou thans bij
wijze van represaille-maatregel besloten
hebben tot uitwijzing van verscheidene
Fransche persoonlijkheden, die reeds tal
van jaren in San Sebastian en het Bas
kenland woonden.
Het blad „La Liberté", aldus wordt na
der uit Parijs gemeld, weet mede te dee-
len, dat de Franco-regeering onmiddellijke
teruggave geëischt heeft van de diploma
tieke paspoorten, die de Fransche regee
ring aan twee met Franco sympathiseeren-
de Spaansche persoonlijkheden had ontno
men. Gisteravond werd daarop vernomen,
dat generaal Franco, die nog geen genoeg
doening had gekregen, een bevel tot uit
wijzing had uitgevaardigd tegen alle le
den van het comité der Fransche Kamer
van Koophandel te San Sebastian. De
zelfde maatregel zou genomen worden te
gen persoonlijkheden uit de industrie- en
handelswereld te Bilbao.
Deze maatregelen zullen ten uitvoer ge
bracht worden, indien de regeering Franco
niet binnen vijf dagen genoegdoening
heeft verkregen.
DE HAVEN VAN GYON GEBLOKKEERD
Radio Nacional de Espana meldt, dat
oorlogsschepen der rechtschen^ geholpen
door vliegtuigen, de haven van Gyon ge
heel blokkeeren.
BELGIE
DE CRISIS-DREIGING.
Van Zeeland voornemens af te treden?
De diplomatieke corr. van de „Daily
Tel." heeft vernomen, dat Van Zeeland
verscheidenen van zijn particuliere vrien
den heeft medegedeeld, dat hij voornemens
is de volgende week af te treden, hoe ook
het besluit van het parlement moge uit
vallen.
De aandeelhoudersvergadering der
Nationale Bank.
De aandeelhoudersvergadering der Na
tionale Bank is geëindigd met een her
nieuwing der mandaten van goeverneur
Franck, de directeuren en de censoren.
Voordat dit besluit genomen werd, was een
voorstel van Van Dieren en Degrelle, strek
kende tot het door den koning doen ont
heffen uit zijn functie van den gouverneur,
verworpen met 242 tegen 26 stemmen en 29
stemmen blanco. Onder een onbeschrijfelijk
tumult gaf gouverneur Franck een uiteen
zetting betreffende de credieten, waartoe
men hem verweet toestemming te hebben
gegeven voor de banken, die gecontroleerd
wei-den door Julius Barmat, die zich thans
voor het gerecht te verantwoorden heeft.
Franck verklaarde o.m., dat de Nationale
Bank in deze aangelegenheid bedrogen en
benadeeld is. Hij legde er evenwel den na
druk op, dat in twaalf jaar, dat hij de lei
ding heeft, deze zaak de eenige is, die niet
geslaagd is.
DU1TSCHLAND
GOERING SPREEKT IN STUTTGART.
Tot de Duitschers in het buitenland.
Rijksminister Goering heeft in Stutt
gart voor de Duitschers in het buitenland
een redevoering uitgesproken, waarin hij
zeide, dat de in het buitenland wonende
Duitschers moeten medewerken aan het
vierjarenplan. Voorts zette hij uiteen, dat
Duitschland niet meer weerloos is, den
vrede wil, maar zich zelf zal weten te ver
dedigen.
Goering betoogde, dat den vreemdeling in
Duitschland niets in den weg wordt gelegd
en dat men het zelfs toejuicht, wanneer hij
zich met zijn landgenooten aaneensluit.
Duitschland voelt geen moreel recht zijn
gasten in dit opzicht voorschriften te ge
ven en erkent dit recht derhalve ook geen
ander land en geen andere regeering toe.
De Duitschers in het buitenland moeten
echter in het land, waar zij gast zijn, zich
steeds meer bewust zijn van hun plichten
dan van hun rechten.
Voorts zeide hij o.m., dat in het buiten
land Joden geen Duitsche handelsvertegen-
woordigers kunnen zijn. Wanneer daardoor
weer een boycot door de Joden op touw
wordt gezet, zullen de Joden in Duitsch
land daarvoor boeten.
TSJECHO SLOWAKIJE
DE GEZONDHEIDSTOESTAND VAN
MASARYK.
De gezondheidstoestand van oud-presi
dent Masaryk heeft gisteren tegen den
avond een lichte verbetering ondergaan.
Het gevaar is echter nog niet geweken.
MAROKKO
OPROER IN MEKNES.
Talrijke dooden en gewonden.
De „Paris Soir" meldt uit Cassablanca:
Naar aanleiding van de heerschende droog
te moest in Meknes, Fransch Marokko, het
water worden gerantsoeneerd. De maatre
gel heeft aanleiding gegeven tot opgewon
den tooneelen. Ongeveer tienduizend in
boorlingen van Meknes drongen op naar
het stadsplein, om tegen den maatregel en
het optreden der autoriteiten tegen een
aantal agitatoren te manifesteeren.
Daar de politie onder den voet werd ge-
loopen, moest de hulp van militairen wor
den ingeroepen. Slechts met zeer groote
moeite slaagden de soldaten erin, het plein
te ontruimen, doch spoedig kwamen de
betoogers terug en begonnen steenen naar
de soldaten te werpen.
Kort daarop werden schoten op den
troep gelost, zoodat deze zich genoodzaakt
zag, op de betoogers te vuren. Het plein
werd opnieuw schoongeveegd, doch van de
Arabieren werden er vijftien dood opge
nomen. Van de soldaten was een vijftigtal
gewond.
Van officieele zijde zijn gisteravond na
dere inlichtingen verstrekt omtrent de on
geregeldheden, die zich te Meknes hebben
voorgedaan.
Reeds eergisteren hadden 500 nationalis
ten betoogd naar aanleiding van de om
legging van den loop van een riviertje,
waarvan het water naar het oordeel der
sanitaire autoriteiten gevaar voor de be
volking opleverde. Tijdens deze betooging
werd een aantal oprukkende elementen ge
arresteerd en voor de rechtbank van den
Pasja gedaagd. Vijf hunner werden ver
oordeeld tot straffen, gaande tot drie maan
den gevangenisstraf.
Het bericht dezer veroordeeling leidde
tot een nieuwe betooging voor de Moskee,
die ditmaal een veel ernstiger karakter
droeg. Daar de ordedienst de handen vol
werk had, werd de hulp van militairen in
geroepen. De betoogers begonnen daarop
met steenen naar de soldaten te werpen en
te schieten, waarop de militairen het vuur
beantwoordden.
Van de betoogers werd een tiental ge
dood en een aantal gewond. De soldaten
telden vijftien gewonden.
Volgens de -laatste berichten uit Meknes,
is de rust in de stad weergekeerd.
PALESTINA
DE ONRUST IN PALESTINA.
Arabisch politieman gedood.
Gisteravond zijn schoten gelost op het
zomerkamp van den Britschen hooge com
missaris, aan de kust bij Athlit ten Zuiden
van Haifa. De hooge-commissaris bevond
zich niet zelf in het kamp. Een Arabisch
politieman werd getroffen en is aan de be
komen kwetsuren overleden.