HET RONDSCHRIJVEN DER BISSCHOPPEN VAN SPANJE Inzake den burgeroorlog DE SPAANSCHE BURGEROORLOG BUITENLAND VRIJDAG 3 SEPTEMBER 1937 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 Zooals gemeld hebben de Bisschoppen van Spanje een schrijven gericht aan de Bisschoppen der geheele wereld, waarin zij de kwestie behandelen van den burgeroor log in Spanje. De bedoeling van het schrijven. Uit den inhoud van het schrijven gisten wij de volgende passages, die voorkomen in de vertaling van de „Tijd". Spanje, dat thans een der grootste be proevingen zijner geschiedenis doorstaat, heeft vele betuigingen van vriendschap en van medevoelen van wege het buitenland- sche katholieke episcopaat mogen ontvan gen, hetzij door gemeenschap-brieven van talrijke Bisschoppen. Thans wil het Spaan- sche Episcopaat, dat zoo vreeselijk werd be proefd in zijn leden, in zijn priesters en zijn geloovigen, door dezen gemeenschap- pelijken brieg antwoorden op deze buiten gewone uiting van naastenliefde, die ons uit alle gebieden der wereld is toegeko men. Maar met onze dankbaarheid, Eerbied waardige Broeders, moeten Wij ook uiting geven aan onze droefheid over de misken ning der waarheid over hetgeen zich thans in Spanje afspeelt. Wat de Bisschoppen bedroeft is, dat een groot gedeelte van de buitenlandsche pers medewerkt aan deze verstandelijke mis vorming, die noodlottig kan worden voor de heiligste belangen, welke thans in ons vaderland op het spel staan. De Bisschoppen zeggen dan, dat het hun doel is om aan de waarheid haar klaarblij kelijkheid terug te geven. Daarom hebben zij aan het schrijven een duidelijk berede neerd, categorisch en op feiten berustend karakter gegeven. De gedragslijn van de Bisschoppen. Eerst en vooral moet er op gewezen wor den, dat, wijl de oorlog te verwachten was van 't oogenblik af, dat men den nationa- len geest op al te heftige wijze begon aan te vallen, de Spaansche Bisschoppen sedert 1931 op hoogst voorbeeldige wijze de apos tolische en burgerlijke Voorzichtigheid heb ben betracht. Zich schikkende naar de ker kelijke traditie en trouw aan de voorschrif ten van den H. Stoel, hebben ze beslist de zijde gekozen van de regeerende overheid en steeds in overleg met deze getracht voor het algemeen welzijn samen te werken. Toen de oorlog dan uitbrak, hebben Zij, meer dan wie ook, die smartelijke gebeur tenis betreurd, omdat de oorlog altijd een groot kwaad is, waartegen dikwijls geen problematisch goed kan opwegen en om dat hun zending er eene is van verzoening en van vrede. Zeker, duizenden van hare zonen, gehoor gevend aan de stem van hun geweten en van hun vaderlandsliefde hebben op hun eigen verantwoordelijkheid de wapens op genomen om de godsdienstige beginselen en de grondslagen der christelijke rechtvaar digheid, die door eeuwen heen, het leven van de natie hadden gericht, te verdedigen; maar wie de Kerk ervan beschuldigt dezen oorlog te hebben uitgelokt, of met dezen als doel een samenzwering te hebben ge smeed, miskent of vervalscht de waarheid. En als de Bisschoppen nu een uitspraak doen over het zeer ingewikkelde probleem van den oorlog in Spanje, dan is het dat, aangenomen dat de oorlog een politiek of sociaal karakter droeg, zijn terugsjag op godsdienstig gebied zoo buitengewoon groot is geweest en omdat het van den beginne af zeer duidelijk bleek, dat één der oor logvoerende partijen de uitroeiing van den katholieken godsdienst in Spanje nastreef de. zoodat de Katholieke Bisschoppen niet meer zwijgen konden. Op de beschuldiging van roekeloosheid, omdat de Bisschoppen de geestelijke orde der Kerk blootstellen aan de wisselvallig heden van een alles opslorpend en tyran- niek regime, antwoorden zij: „Boven alles houden Wij vast aan de on afhankelijkheid voor de uitoefening van ons ambt. Uit deze onafhankelijkheid vloeien al de vrijheden voort, die Wij voor de Kerk opeischen. Het is om harentwille dat Wij Ons met niemand hebben verbon den, aan geen enkele macht, aan geen en- keel instelling. De gebeurtenissen sinds 1931. Omtrent de jaren die den oorlog vooraf gingen, zeggen de Bisschoppen: Wij stellen vast, dat deze oorlog ontstaan is tengevolge der roekeloosheid, dwalingen, boosaardigheid of lafheid van degenen, die hem hadden kunnen voorkomen, indien zij de natie naar gerechtigheid hadden gere geerd. De wetgevende macht van 1931 en de uitvoerende macht van den staat hebben den gang van de Spaansche geschiedenis doen afwijken van den traditioneelen geest en den godsdienstzin. De Grondwet en de leeken-wetten, die er uit voortvloeiden waren noch min noch meer dan een hevige en voortdurende aan val op het nationaal geweten. Bij veel gelegenheden liet de openbare macht het gezag aan het gepeupel over. De kerkbranden in 1931 te Madrid en in de provincie, de opstanden in October 1934, vooral in Catalonië en in Asturië, waar de anarchie gedurende twee weken meester bleef, de woelige periode van Februari tot Juli 1936 tijdens welke men 411 kerken ver nielde of ontheiligde en 3000 aanslagen van politieken of socialen aard gepleegd werden, lieten den totalen ondergang van het-openbaar gezag voorzien, dat zeer dik wijls voor de macht der geheime krachten, die zijn werk lam legde, capituleerde. De democratische vrijheid ging verloren. Zoo kon het gebeuren, dat in Februari 1936, de rechterzijde met één millioen stem men meer dan de linkerzijde, toch 118 ze tels minder bekwam dan het „Frente, Po pular". Om dat te bereiken was het vol doende willekeurig de stemmen van ge heele provincies te annuleeren, maar tezelf dertijd deed men op die wijze aan de wet tigheid van het Parlement afbreuk. De communistische revolutie. Het Russische volk heeft in samenwer king met de Spaansche communisten den it van het volk tot een revolutie voor bereid, waarvan men den juisten datum met zekerheid kan aanwijzen. Op 27 Februari 1936, na de overwinning van het Volksfront, decreteerde de Russi sche Komintern de Spaansche Revolutie en financierde haar met reusachtige bedragen. Op 1 Mei daaropvolgend riepen te Madrid honderden jongelieden in het openbaar om „bommen en pistolen, om buskruit en dyna miet voor de naderende revolutie". Op 16 Mei kwamen in het Volkshuis te Valencia vertegenwoordigers der R. U. S. S. met de Spaansche afgevaardigde van het He inter nationale samen. Zij besloten bij paragraaf 9 van hun over eenkomst, een der secties van Madrid, num mer 25, die haar leden aanwierf onder de actieve politie van Madrid, opdracht te ge ven de politieke en militaire personen die geroepen waren om tijdens de contra-re volutie een groote rol te spelen „uit te schakelen". Tegelijkertijd werden, vanaf Madrid tot in de verst afgelegen dorpen, de revolutionnaire milities militair gedrild en zwaar bewapend. Zoo kon het geschie den, dat bij het begin van den oorlog de milities 100.000 soldaten telden, die tot den aanval waren voorbereid en 100.000, die voor verdedigings-doeleinden waren opge leid. Uit deze feiten concludeeren de Bisschop pen ertoe, dat de nationale beweging vol gens de leer van den H. Thomas kan wor den gerechtvaardigd. Dan gaat het schrijven als volgt verder: Laten Wij eerst een opwerping beant woorden, die door een buitenlandsch tijd schrift werd gemaakt. Zij treft de vermoor de priesters en zou kunnen uitgebreid wor den tot alle wandaden van de reusachtige sociale omwenteling, die Spanje heeft on dergaan. Bedoeld tijdschrift beweert dat, zoo er geen opstand gekomen ware, de openbare rust niet zou gestoord geweest zijn: „Niettegenstaande de uitspattingen der Rooden zoo lezen wij staat het intus- schen vast, dat zoo Franco niet was in op stand gekomen, honderden en duizenden priesters, die thans vermoord werden, nog in leven zouden zijn, en zouden voorge gaan zijn met het werk Gods in de zielen te vervullen". Wij, die den toestand in Spanje, toen de opstand was uitgebroken, hebben medegemaakt, kunnen dit oordeel niet bevestigen. Het tegenovergestelde is waar. Er stonden ten slotte voor Spanje maar twee mogelijkheden open ofwel onder den stormloop, die reeds ontworpen en be slist was, te bezwijken, zooals dat inder daad geschiedde in de streken, waar de nationale beweging niet triomfeerde, ofwel te trachten in een reusachtige krachtsin spanning van weerstand zich van een ver- schrikkelijken vijand te ontdoen en de grondbeginselen van het maatschappelijk leven en nationale kenmerken uit den on dergang te redden. De nationale beweging. Op 18 Juli van het afgeloopen jaar greep de militaire opstand plaats en brak de oor log uit, die nog altijd voortduurt. Het dient van den aanvang af vastgesteld te worden, dat de militaire opstand vanaf het begin gesteund werd door het nog gezonde volk, dat in massa plaats nam in de rangen van deze beweging, die men derhalve een bur gerlijk-militaire kan heeten. Vervolgens dient in aanmerking geno men, dat deze beweging en de communis tische revolutie twee gebeurtenissen zijn, die niet gescheiden mogen worden indien men een rechtvaardig oordeel over de grondslagen van den oorlog wil vellen. Doch er is meer: de beweging werd niet in gang gebracht zonder dat degenen, die er het initiatief toe nemen, tijdig en op voorhand de burgerlijke overheid gewe zen hadden op het feit, dat zij met wettige middelen den dreigenden marxistischen op stand moesten bezweren. Deze poging bleef evenwel zonder zorg en het conflict barst te los. De Bisschoppen zetten dan uitvoerig uit een, dat steeds de furie der volksmilities en de Russische machthebbers zich in den strijd hebben gemengd, die daardoor een strijd was tegen God. Spanje verdeelde zich in twee groote strijdende partijen; elk van beide werkte als een magneet naar de een of andere zij de der twee diep in het volk gewortelde denkrichtingen. De Bisschoppen hebben .getracht een his torische schets te geven, waaruit de vol gende gevolgtrekking moet worden ge maakt: de burgerlijk-militaire opstand was in het begin een nationale beweging om de grondslagen van elke beschaafde ge meenschap te verdedigen; zich uitbreidend heeft hen het karakter aangenomen van een nationale beweging tegen de anarchie. In het schrijven worden de volgende conclusies getrokken. Primo: de Kerk kon, ondanks haar geest van vrede, ondanks dat zij den oorlog niet heeft gewild en er niet toe heeft medege werkt, in dezen strijd niet afzijdig blij ven. Secundo: de Kerk heeft zich niet solidair kunnen verklaren met daden, strekkingen of plannen, die heden of in de toekomst het nobele karakter van de nationale be weging kunnen verbasteren in zijn begin selen, uitingen of doelstellingen. Ten derde: wij stellen vast, dat de bur gerlijk-militaire opstand in het volksge weten een dubbele oorzaak vond: die van het vaderlandslievend gevoel, dat in dezen opstand den eenigen uitweg vond om Span je te doen herrijzen en zijn vernietiging te voorkomen; en van het godsdienstig ge voel, dat den opstand beschouwde als de kracht om de vijanden van God machte loos te maken. Ten vierde: heden ten dage is er voor Spanje geen andere hoop meer om den vre de en de rechtvaardigheid te heroveren en alle goed, dat daar uit voortvloeit, dan door een overwinning van de nationale beweging. De communistische wreedheden. De buitensporigheden van de communis tische revolutie beoordeelend, bevestigen de Bisschoppen, dat men in de geschei- denis der Westersche volkeren geen gelij kenis vindt eener dergelijke uitbarsting van collectieve verwildering, noch een der gelijke opeenstapeling in den loop van en kele weken van aanslagen, die gepleegd werden tegen de grondrechten van God, gemeenschap en mensch. En het zou zeer moeilijk vallen, in den loop der eeuwen een tijdperk terug te vinden of een volk, ver vallen in zoo talrijke en verregaande bui tensporigheden. De verwoesting van de kerken had plaats volgens een vooropgezet plan. Het aantal der vermoorde priesters bedraagt 6000, dat dei- verwoeste kerken en kapellen 20.000. Er zijn 300.000 katholieke burgers gevallen. In de eerste drie maanden werden er te Madrid 22.000 vermoord. En wat de folteringen aangaat: aan som migen werden verscheidene lichaamsdee- len afgerukt of ze werden ijselijk verminkt, aleer gedood te worden. Men stak hun de oogen uit, sneed hun de tong af, reet hun de buik open, verbrandde of begroef hen levend, maakte hen met bijlslagen af. De ergste wreedheden werden tegen de die naren Gods bedreven. Deze revolutie was „onmenschelijk". De eerbaarheid der vrouwen, zelfs van dege nen, die zich aan God hadden gewijd, werd niet geëerbiedigd. Graven en kerkhoven werden ontheiligd. De revolutie was „barbaarsch", wijl zij een eeuwenoude beschaving vernielde. Ze verwoestte duizenden kunstvoorwerpen, waarvan vele een wereldvermaardheid ge noten. De revolutie was boven alles anti-chris telijk. Alle martelingen, die vroeger de Christenen hebben verduurd, ook de krui siging, zijn nu op de Christenen toegepast. De haat tegen Christus en de H. Maagd stegen "tot een paroxysma en de honderden met dolken doorstoken kruisbeelden, de beestachtige bezoedelde Maria-beelden, de geile spotternij te Bilbao, waar men de ergst godslasteringen tegen de Moeder Gods ensceneerde, de schandelijke litera tuur in de roode loopgraven, waarin de H. Mysteries bespot worden, de herhaalde schennis van de H. Hostiën, getuigen van een helschen haat, waarvan de ongelukki ge communisten bezield zijn: „Ik heb ge zworen mij op u te wreken", zei er een te gen Onzen Heer in het tabernakel opgeslo ten en hij nam zijn revolver, vuurde op Hem, zeggend: „Geef u over aan de Rooden, geef u over aan het Marxisme". Wij hernieuwen onze woorden van verge ving aan allen en ons voornemen him al het goede te doen, dat in onze macht ligt. Het karakter der nationale beweging. De Bisschoppen zetten dan het karakter van de nationale beweging uiteen, een be naming, welke naar Hun inzien juist is we gens den geest der beweging, want de Spaansche natie had, in overgroote meer derheid, niets gemeen met den Staat, die haar diepste verlangens en haar streven niet bleek te kunnen verwezenlijken. De nationale beweging heeft de orde verwezenlijkt op het eigen gebied. Dit doet ons hopen op een rechtvaardig en vredig bewind in de toekomst. Wij wa gen het niet, die toekomst te voorspellen. Onze moeilijkheden zijn ontzettend groot. Enkele opwerpingen weerlegd. In het schrijven worden dan enkele op werpingen behandeld, die de Bisschoppen uit den vreemde zijn toegekomen. In den vreemde vraagt men ons, of het waar is, dat een derde van het nationale grondbezit toebehoorde aan de Kerk en dat he volk opgestaan was om zich van haar juk te bevrijden? Dit is een belachelijke aantijging. De Kerk bezat slechts enkele on- beteekenende terreinen, pastorieën en op voedingsgestichten en zelfs hierop had de Staat sedert kort beslag gelegd. Al hetgeen de Kerk in Spanje bezit kan nog niet een kwart van haar behoeften dekken en is onontbeerlijk voor het vervullen van haar heiljge plichten. Men zegt, dat deze oorlog slechts een klassen strijd is, en dat de Kerk zich schaart aan de zijde der rijken. Zij, die er de oorzaken en den aard van kennen, we ten dat dit valsch is. Ook nu wij een zekere verwaarloozing in de uitvoering der plich ten van rechtvaardigheid en naastenliefde niet ontkennen, een verwaarloozing, waar de Kerk het eerst op gewezen heeft, moet men toegeven, dat de arbeidende klassen sterk beschermd waren door de wet en dat de regeering zich toelegde op een betere verdeeling der goederen. IA een veel verspreid buitenlandsch tijd schrift wordt beweerd, dat het Spaansche volk zich van zijn priesters afwendde, om dat deze uit de hoogere standen komen, en dat de kinderen niet meer gedoopt worden, omdat er te hooge vergoeding wordt ge- eischt voor het toedienen van het Sacra ment. Op de eerste bewering antwoorden Wij, dat de roepingen in de verschillende seminaries in Spanje als volgt verdeeld zijn: totaal der seminaristen in 1935: 7401; aristocraten 6, rijken met een kapitaal bo ven 10.000 pesetas 115, arm of bijna arm 7280. Op de tweede opwerping antwoorden Wij, dat vóór de verandering van regiem het aantal niet gedoopten der kinderen van katholieke ouders nog geen 1 per 10.000 bedroeg en dat de vergoeding zeer gering is en van de armen volstrekt niets ge vraagd wordt. Besluit Aan het einde van Hun uitvoerigen brief vragen de Bisschoppen de weldaad van de gebeden der Bisschoppen en geloovigen op de wereld. 5 Bisschoppen besluiten Hun rond schrijven met de volgende treffende ver klaring: God is onze getuige, dat Wij in het lichaam van Christus hen allen beminnen, die zonder dat zij er begrip van hadden, zooveel schade veroorzaakten aan vader land en geloof. Wij vergeven hun van harte. Ze zijn onze zonen. Wij durven ons beroe pen voor God en te hunnen gunste op de verdiensten van onze martelaren, van tien bisschoppen en zooveel duizenden pries ters en christenen, die stierven terwijl zij vergiffenis schonken. De brief is met de namen van 40 Bis schoppen uit Spanje onderteekend. FRANCO TEGEN FRANKRIJK REPRESSAILLE MAATREGELEN TEGEN UITWIJZING VAN SPANJAARDEN. De Fransche regeering heeft eergisteren de uitwijzing gelast van een Spaansch on derdaan, die van spionnage beschuldigd werd, en aan andere Spaansche onderda nen, die er van beschuldigd werden, be trekkingen te onderhouden met de regee ring te Salamanca, bevel gegeven, zich ten Noorden van de Loire te vestigen. De regeering van Franco zou thans bij wijze van represaille-maatregel besloten hebben tot uitwijzing van verscheidene Fransche persoonlijkheden, die reeds tal van jaren in San Sebastian en het Bas kenland woonden. Het blad „La Liberté", aldus wordt na der uit Parijs gemeld, weet mede te dee- len, dat de Franco-regeering onmiddellijke teruggave geëischt heeft van de diploma tieke paspoorten, die de Fransche regee ring aan twee met Franco sympathiseeren- de Spaansche persoonlijkheden had ontno men. Gisteravond werd daarop vernomen, dat generaal Franco, die nog geen genoeg doening had gekregen, een bevel tot uit wijzing had uitgevaardigd tegen alle le den van het comité der Fransche Kamer van Koophandel te San Sebastian. De zelfde maatregel zou genomen worden te gen persoonlijkheden uit de industrie- en handelswereld te Bilbao. Deze maatregelen zullen ten uitvoer ge bracht worden, indien de regeering Franco niet binnen vijf dagen genoegdoening heeft verkregen. DE HAVEN VAN GYON GEBLOKKEERD Radio Nacional de Espana meldt, dat oorlogsschepen der rechtschen^ geholpen door vliegtuigen, de haven van Gyon ge heel blokkeeren. BELGIE DE CRISIS-DREIGING. Van Zeeland voornemens af te treden? De diplomatieke corr. van de „Daily Tel." heeft vernomen, dat Van Zeeland verscheidenen van zijn particuliere vrien den heeft medegedeeld, dat hij voornemens is de volgende week af te treden, hoe ook het besluit van het parlement moge uit vallen. De aandeelhoudersvergadering der Nationale Bank. De aandeelhoudersvergadering der Na tionale Bank is geëindigd met een her nieuwing der mandaten van goeverneur Franck, de directeuren en de censoren. Voordat dit besluit genomen werd, was een voorstel van Van Dieren en Degrelle, strek kende tot het door den koning doen ont heffen uit zijn functie van den gouverneur, verworpen met 242 tegen 26 stemmen en 29 stemmen blanco. Onder een onbeschrijfelijk tumult gaf gouverneur Franck een uiteen zetting betreffende de credieten, waartoe men hem verweet toestemming te hebben gegeven voor de banken, die gecontroleerd wei-den door Julius Barmat, die zich thans voor het gerecht te verantwoorden heeft. Franck verklaarde o.m., dat de Nationale Bank in deze aangelegenheid bedrogen en benadeeld is. Hij legde er evenwel den na druk op, dat in twaalf jaar, dat hij de lei ding heeft, deze zaak de eenige is, die niet geslaagd is. DU1TSCHLAND GOERING SPREEKT IN STUTTGART. Tot de Duitschers in het buitenland. Rijksminister Goering heeft in Stutt gart voor de Duitschers in het buitenland een redevoering uitgesproken, waarin hij zeide, dat de in het buitenland wonende Duitschers moeten medewerken aan het vierjarenplan. Voorts zette hij uiteen, dat Duitschland niet meer weerloos is, den vrede wil, maar zich zelf zal weten te ver dedigen. Goering betoogde, dat den vreemdeling in Duitschland niets in den weg wordt gelegd en dat men het zelfs toejuicht, wanneer hij zich met zijn landgenooten aaneensluit. Duitschland voelt geen moreel recht zijn gasten in dit opzicht voorschriften te ge ven en erkent dit recht derhalve ook geen ander land en geen andere regeering toe. De Duitschers in het buitenland moeten echter in het land, waar zij gast zijn, zich steeds meer bewust zijn van hun plichten dan van hun rechten. Voorts zeide hij o.m., dat in het buiten land Joden geen Duitsche handelsvertegen- woordigers kunnen zijn. Wanneer daardoor weer een boycot door de Joden op touw wordt gezet, zullen de Joden in Duitsch land daarvoor boeten. TSJECHO SLOWAKIJE DE GEZONDHEIDSTOESTAND VAN MASARYK. De gezondheidstoestand van oud-presi dent Masaryk heeft gisteren tegen den avond een lichte verbetering ondergaan. Het gevaar is echter nog niet geweken. MAROKKO OPROER IN MEKNES. Talrijke dooden en gewonden. De „Paris Soir" meldt uit Cassablanca: Naar aanleiding van de heerschende droog te moest in Meknes, Fransch Marokko, het water worden gerantsoeneerd. De maatre gel heeft aanleiding gegeven tot opgewon den tooneelen. Ongeveer tienduizend in boorlingen van Meknes drongen op naar het stadsplein, om tegen den maatregel en het optreden der autoriteiten tegen een aantal agitatoren te manifesteeren. Daar de politie onder den voet werd ge- loopen, moest de hulp van militairen wor den ingeroepen. Slechts met zeer groote moeite slaagden de soldaten erin, het plein te ontruimen, doch spoedig kwamen de betoogers terug en begonnen steenen naar de soldaten te werpen. Kort daarop werden schoten op den troep gelost, zoodat deze zich genoodzaakt zag, op de betoogers te vuren. Het plein werd opnieuw schoongeveegd, doch van de Arabieren werden er vijftien dood opge nomen. Van de soldaten was een vijftigtal gewond. Van officieele zijde zijn gisteravond na dere inlichtingen verstrekt omtrent de on geregeldheden, die zich te Meknes hebben voorgedaan. Reeds eergisteren hadden 500 nationalis ten betoogd naar aanleiding van de om legging van den loop van een riviertje, waarvan het water naar het oordeel der sanitaire autoriteiten gevaar voor de be volking opleverde. Tijdens deze betooging werd een aantal oprukkende elementen ge arresteerd en voor de rechtbank van den Pasja gedaagd. Vijf hunner werden ver oordeeld tot straffen, gaande tot drie maan den gevangenisstraf. Het bericht dezer veroordeeling leidde tot een nieuwe betooging voor de Moskee, die ditmaal een veel ernstiger karakter droeg. Daar de ordedienst de handen vol werk had, werd de hulp van militairen in geroepen. De betoogers begonnen daarop met steenen naar de soldaten te werpen en te schieten, waarop de militairen het vuur beantwoordden. Van de betoogers werd een tiental ge dood en een aantal gewond. De soldaten telden vijftien gewonden. Volgens de -laatste berichten uit Meknes, is de rust in de stad weergekeerd. PALESTINA DE ONRUST IN PALESTINA. Arabisch politieman gedood. Gisteravond zijn schoten gelost op het zomerkamp van den Britschen hooge com missaris, aan de kust bij Athlit ten Zuiden van Haifa. De hooge-commissaris bevond zich niet zelf in het kamp. Een Arabisch politieman werd getroffen en is aan de be komen kwetsuren overleden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 5