Om een Kind
3)e Êeictodte, Qou/umt
H. M. de Koningin temidden der talrijke kinderen, die Haar op
Koninginnedag ten paleize 't Loo een hulde kwamen brengen. Links
Z. K. H. Prins Bernhard
Een ballonopstijging maakte deel uit van de feestelijkheden in het
Olympisch stadion te Amsterdam op Koninginnedag. - Het moment,
waarop de heer H. van Someren met zijn ballon het luchtruim kiest
In de hoofdstad werd de viering van den verjaardag van
H M. de Koningin ingezet met koraalmuziek. Het openlucht-
concert op den Dam
De Engelsche kruiser .Resolution is
op de reede van Saint Jean de Luz
aangekomen ter bescherming van de
Engelsche scheepvaart ter hoogte van
de Spa'ansche kust
De traditioneele groote parade op het Malieveld te Den Haag ter gelegenheid van Koninginnedag werd
Dinsdag door talrijke autoriteiten bijgewoond
Meer dan 5000 kinderen brachten
Dinsdag H. M. de Koningin ten paleize
't Loo een hulde op den verjaardag
der Vorstin. - Het défilé der kleinen
FEUILLETON
ROMAN VAN NORBERT GARAI.
12)
Nicolle plaatst zich tusschen de beide
kemphanen en tracht met een „bon mot"
de verzoening tot stand te brengen, maar
plotseling zwijgen allen om een oogenblik
ingespannen te luisteren.
Een auto.
Motorgeronk.
„Dat zal de rechercheur zijn", roept
Danny en opspringend verdwijnt hij in den
donkeren tuin. Om den afstand naar den rij
weg te bekorten, loopt hij dwars door het
bosch.
Twee minuten later staat hij voor den
auto, welks inzittenden, twee heeren in
burgerkleeding, dan wagen reeds verlaten
hebben en ijverig met den chauffeur be
raadslagen.
Danny aarzelt een oogenblik, maar dan
acht hij het toch wel zeker, dat dit de bei
de heeren van de politie zijn.
Pardon!" zegt hij, naderbij komende,
„zoeken de heeren misschien juffrouw De-
vine?"
De heeren keeren zich eenigszins ver
baasd om. „Inderdaad", antwoordt een hun
ner, „wij worden bij juffrouw Devine ver
wacht."
„Dat weet ik Mijn naam is Danny Ward.
Juffrouw Devine logeert met haar vrien
din, mijn verloofde, in mijn weekendhuis.
Ik zal u er heen brengen. De auto kan hier
wel blijven staan."
Zijn openhartig, vrijmoedig optreden
maakt een zichtbaar goeden indruk op de
beide bezoekers, die hem onmiddellijk vol
gen. Onderweg vertelt hij him, dat zijn ver
loofde, juffrouw Osborn, hem reeds van al
les op de hoogte heeft gebracht. De kleine
Maud verkeert in blakenden welstand en*
is geheel aan haar nieuwe „mamma", zoo-*
als het kind juffrouw Devine ostentatief
blijft noemen, gewend.
Kitty en Nicolle wachten reeds vol onge
duld in den kleinen tuin.
In een van de beide heeren herkennen zij
onmiddellijk inspecteur Benett.
,Het spijt me, dat ik de idylle hier bui
ten zoo wreed moet storen, dames", begroet
Benett haar vriendelijk. „En dat nog wel
op zoo'n ongewoon uur. Maar om bijzon
dere redenen konden wij helaas niet vroe
ger komen".
Hij wijst op den jongeman naast zich.
„Dit is mijn assistent, mr. Kaynes. Zie
zoo, mr. Kaynes, hier ziet u nu de beide
jongedames, die door zoo'n merkwaardig
toeval in de Kensington-affaire betrokken
zijn geraakt...."
Gewoonlijk is de eerste indruk welke
men van iemand krijgt, beslissend voor de
verdere houding tegenover deze.
Terwijl Nicolle en Kitty van het eerste
oogenblik af sympathie gevoelen voor den
kalm en, bescheiden jongeman, bespeurt
Danny instinctief een afkeer tegen Richard
Kaynes.
Natuurlijk wil hij zichzelf niet bekennen,
dat het steeds waakzame instinct van den
verliefden jongeman plotseling gevaar
ruikt. Met groeiend wantrouwen consta
teert hij heimelijk, dat de man een onbe
schaamd nieuwsgierigen blik heeft.
Uiteraard willen de beide heeren er
zich allereerst van overtuigen, dat de klei
ne Maud hier goed is ondergebracht. Kitty
gaat hen voor en op hun teenen begeven
zij zich naar de slaapkamer van het kind.
Nu, Maud maakt inderdaad een alle be
zorgdheid verdryvenden indruk. Zij glim
lacht in haar slaap en dit vreedzame, zorge-
looze lachje verwekt een vriendelijke
weerschijn op het ernstige gelaat van de
beide politiemenschen.
Fluisteren komen zij overeen, dat. om
het kind niet in zijn slaap te storen, het on
derhoud op de waranda zal plaats hebben.
Op dezen mooien, zoelen zomeravond is
het op de kleine veranda best uit te hou
den, ook al ontbrak het dan aan voldoen
de zitplaatsen. Maar als Danny een kist na
derbij heeft gesleept voor Kaynes en zelf
met een omgekeerde emmer genoegen
neemt, is ook deze puzzle opgelost.
„Wij hebben u een paar zeer interessan
te mededeelingen te doen", leidt Benett het
gesprek in. „Het lijkt mij het beste, dat ik
er de dames maar direct van op de hoogte
stel, dat zij vijfduizend pond en nog meer
kunnen verdienen, als zij ons behulpzaam
zijn bij de opsporing van een reeds lang
door de politie gezocht individu".
De emmer valt rinkelend om. Danny is
van opwinding overeind gesprongen.
Ook de beide meisjes staren inspecteur
Benett stom verbaasd aan.
„Drie jaar geleden", begint deze zijn toe
lichting, „werd bij de Estna-f abrieken.
„Wat zegt u?" valt Danny hem in de
rede. „Bij de Estna-f abrieken?"
„Ja...."
„Zooja", stottert Danny, „dat komt,
ik.ik ben ook bij de Estnafabrieken.
Ik werk op het constrctiebureau.
„Zoo....? Nu, dan zult u zich die affaire
zeker wel herinneren", wendt Benett zich
tot Danny, „die drie jaar geleden zooveel
stof heeft doen opwaaien. Het betrof een
ingenieur .van de Estnafabrieken. Deze in
genieur zijn naam is Conrad Coverley
wordt wegens verduistering van fa
brieksgeheimen door de politie gezocht. Tot
dusver is hij er echter steeds in geslaagd
zich aan alle nasporingen te onttrekken."
Danny antwoordt mechanisch, dat hij er
wel eens iets over gehoord heeft. Met de
juiste toedracht is hij echter niet op de
hoogte.
„Ja, die Coverley", zoo vervolgt Benett
zijn verhaal, „is een slimme vos. Maar eens
zullen we hem toch wel vangen. Wij heb
ben bepaalde redenen om aan te nemen,
dat hij zich op het oogenblik in Engeland
ophoudt
Hij zwijgt plotseling en ziet Kaynes aan.
„Wat is er aan de hand?"
Kaynes luistert ingespannen en wendt
het hoofd in de richting van den tuin.
„Het is net, of ik buiten voetstappen
hoorde, inspecteur!"
Allen zijn zij nu een en al aandacht.
„Misschien is het onze patrouille", fluis
tert Benett. „Maar de jongens hebben toch
de opdracht zich bij ons te melden. Eigen
aardig, dat zij dat tot dusver nog niet ge
daan hebben!"
Hij wendt zich tot de beide meisjes.
„Schrikt u alstublieft niet, dames, als
ik u zeg, dat dit huisje hier sinds gister
avond onder politietoezicht staat.
„U hebt er zeker nog niets van be
merkt, wel? Ja, onze machinerie werkt ge-
ruischloos. Wij nemen namelijk aan, dat
Coverley zich !n de omgeving ophoudt en
mocht dat niet het geval zijn, dan meenen
wij er toch op te moeten rekenen hem bin
nenkort hier buiten aan de Theems te zul
len ontmoeten, want deze, door de politie
gezochte Conrad Coverley, is niemand an
ders dan de eigenlijke vader van de kleine
Maud. Wij twijfelen er dan ook niet aan,
of hij zal een poging doan om zijn kind te
zien misschien zelfs wel om het te ontvoe
ren."
„Dat begrijp ik toch niet goed", zegt Kit
ty verwonderd. „Ik heb toch vandaag een
brief van mr. Gordon gekregen, waarin hij
de wensch te kennen geeft, dat zijn doch
tertje hier blijft. Wie is nu eigenlijk de
vader?"
„Gordon heeft de kleine Maud geadop
teerd
„Een oogenblik", interrumpeert Danny.
„Nu gaat mij een licht op: Gordon, mr. Gor
donIs dat mischien de directeur-gene
raal van de Estna-f abrieken, inspecteur?"
„Inderdaad
„Bewaar me!" Dany laat zich weer op
zijn emmer vallen. De wetenschap dat het
kind van den almachtige der Estna-fabrie-
ken zich hier in zijn weekend-huisje be
vindt, is hem in de beenen geschoten.
Richard Kaynes maakt plotseling een
waarschuwende beweging en legt dan ver
manend zijn vinger op de lippen, daarmee
allen gebiedend te zwijgen.
Onverwacht staat hij op, om dan ge-
ruischloos als een schaduw uit de veran
da te glijden. Danny wil hem volgen, maar
Benett fluistert bevelend: „Hier blijven!"
Gehoorzaam gaat Danny weer op zijn
emmer ziiten.
Op de veranda heerscht thans een diepe
stilte; vanuit den tuin klinken af en toe
voetstappen en het gedempt geluid van
stemmen dringt tot hier door
(Wordt vervolffd>