"De Liturgie der Kerk] MIJN POLITIEK IS HET KRUIS. ZATERDAG 28 AUGUSTUS 1937 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 10 IliTERPAROCHIEELE üül \7\y. (§Kl/oi 3TJ05EPHS /-M SEZELLEIÏ VEREEMIGIMQ GESPREKKEN MET DCITSCHERS. „Maul halten". Seien Sie vorsichtig! Wees voorzich tig! Met dézen edelen raad of misscnien wel ondanks dezen raad zijn we er in geslaagd in contact te komen met Duitschers, toen we eenige dagen te gast waren in het Duitsche land, dat zulk een ontzettend pro ces meemaakt op velerlei terrein. Geeste lijk, economisch, cultureel, sociaal en poli tiek, het zijn er allen actueele vraagstuk ken, waar weer talrijke nevenkwesties aan vast zitten. Uit wat we er alzoo gehoord hebben construeeren wij hier eenige artikelen, die niet bedoelen commentaar te leveren op Duitsche toestanden, doch eenvoudig weer geven wat de Duitschers zelf meenen en zeggen In vroegere artikelen immers is commentaar gegeven, waar wel eens te gen gesputterd is, maar dat nimmer weer legd kon worden! En met commentaar al leen genezen wij Duitschland toch niet. Genezen? Is dat machtige land dan ziek? Ja, doodelijk zelfs. Eerst kreeg het land de koorts van het nationalisme, nu heerscht er de cultuurkamp en zeer dreigend is het heidendom. Maar als in een land van 65 millioen menschen een 30 millioen katho lieken wonen, en zij worden getergd, dan groeit er verzet, haat. Dan kan het langen tijd goed gaan, maar als de bom eenmaal barst, dan is er geen houden meer aan. En de slag zal vreeselijk zijn. En na velerlei zaken besproken te heb ben en in zicht verkregen te hebben in wat er leeft en woelt, verbaasd het ons niet meer, dat Duitschland naar den onder gang rent Nu ook begrijpen we beter de gewichtige woorden in 's Pausen encycliek „Mit brennender Sorge". Met brandende bezorgdheid slaan de Duitschers gade het terugdringen der Kerk en de moreele ontwrichting der jeugd. Niet minder angstig, al betreft het dan de materie, is het gebrek aan voedsel en de dientengevolge abnormaal hooge prijzen. Es ist alles so teuer. Dat is d e klacht der Duitschers. En we vragen naar hun mee ning over de oorzaak. Es ist alles für den Krieg. Ja, de opbouw van het Duitsche leger kost kapitalen en vandaar minder deviezen, dus minder geld om goederen vanuit het buitenland te betrekken. En toch, men kan van kanonnen geen vet ha len. En is alles duur? Als we de mark reke nen op 50 cent (in Duitschland betaalt men er 80 cent voor!) dan kost een knappe Hol- landsche bloemkool er 35 cent, een paar schoenen 8 9 gulden; de vet-tekorten zijn er oorzaak, dat slag-room niet meer ge maakt mag worden en vele zaken moeten zich houden aan de door de regeering ge stelde prijzen. Alles duroh und für die Partei: En men lacht eens om dit gezegde, omdat heel veel Duitschers er geen snars van meenen. Ze weten drommels goed, dat de leiders in pa leizen wonen, zooals een Brüning, of een Hindenburg nooit zouden hebben gedaan. En als vandaag aan den dag heel matig het „heil Hitier" wordt gehoord, dan is het een logisch gevolg van oververmoeidheid der waanzinnigen. Want er zijn gelukkig nog heel wat verstandige menschen daar en die hebben al reeds lang een punt gezet achter het nazi-ïsme! Schrikbarend is het tekort aan voedsel. Onze buren zien er beroerd uit, zijn ma ger geworden Want.... goed eten is niet te betalen. En de komende winter? Wir werden hungren! We zullen h'onger lij den. Und dann noch immer Maul halten! Zwijgen ja, tot je dood bent. S. M. BIBLIOTHEEK. De nieuwe boeken zijn weer gekocht, on geveer 35 stuks. We hebben geprobeerd, evenals andere jaren, om te koopen: Voor elk wat wils! en dus voor oud en jong. Verder reisbeschrijvingen zoowel als avon tuurlijke, detective, historische e.a. ro mans. In September zal waarschijnlijk de we tenschappelijke afd. nog uitgebreid wor den met een aantal nieuwe werken. Voor de ouderen hebben wij een aantal werken van F. de Sinclar, o.a.: Klepman en de malaise, De ontdekking van Joost Gelderop, De driedubbele vrouw, De Prins van Astrakan, enz. Met de aanschaffing van de bekende werken van Trygve Gul- branssen hebben we een begin gemaakt en gekocht: „En eeuwig zingen de Bos- schen". Een reisbeschrijving voor ouderen is ook dr. Karl May's: „De Kara-Nirwan- Khan in Albanië". Een pracht werk is van Paul Keiler: „Droomen zijn bedrog". Dit is een sprookje voor groote menschen, ver lucht met teekeningen van Jo Spier. Een boek dat elk gezel behoort te lezen is Hans Hümmeler's werk: Klokken en Si renen. Ieder gezel die zijn tijd begrijpt leest dit boek zeker! Voor onze jongere lezers hebben we ook zeer mooie boeken aangeschaft, o.a. van Johan Cornflisz.: Guus, van B. V. Zwegers: De schat in het Duivelsmeer, van Jan Ber nard: Donkere dagen, van Tom Brown; Tusschen roodhuiden, beeren en wolven, van H. Wolffenbuttelvan Rooyen; Drie spannende dagen. Alle werken hier nu te bespreken en te noemen zou onmogelijk zijn, waarom wij dan ook in de toekomst in onze rubriek en kele werken meer volledig zullen omschrij ven. BIBLIOTHECARIS. KONINGINNEDAG. Dinsdag a.s. is vanwege het nationale feest het Gezellenhuis gesloten. Dus geen ontspanning, geen repetities en geen ver gadering. VOOR ONS DISTRICT. De benoemingen in ons Bisdom hebben ook tot gevolg verplaatsing van vice-Praesides. Den Senioren verzoeken wij aan den secretaris van ons district de even- tueele verandering te berichten. De Leidersdag was aanvankelijk bepaald in Mei, maar kon door omstandig heden niet doorgaan. Gepoogd is in Sept. of October dan bijeen te komen, doch er zijn diverse bezwaren gerezen tegen na jaarsweer efc. Een en ander heeft tot ge volg, dat voor dit jaar er vanaf gezien wordt. In Mei 1938 komen we echter weer bijeen! MEDEDEELINGEN. Het interieur van ons Gezellenhuis is sterk veranderd en naar onze meening verbeterd. Vooral de omzetting van di verse ontspanningsmiddelen is practische verbetering. Fietstocht naar Schiphol. Deel nemers meldt u aan bij de comm. Bot en Reizevoort voor dezen tocht op Zondag 5 Sept. Komkommertijd mag het niet zijn in Gez. Ver. of onderdeelen. Het is daar om noodig, dat alle leden hun plicht blij ven vervullen. Ernstige reden tot verzuim is er zelden, verzonnen verzuim steeds te veel! ASPIRANTENCURSUS Woensdag is de bijeenkomst voor de as pirant-Gezellen. Te half negen komen ze te zamen in de bovenzaal. Laat geen hunner verzuimen, opdat de geheele cursus goed en vlot kan verloopen. ONZE PERIODIEKEN. „Kolpingsblad" is het orgaan voor de le den. In elke Gez. Ver. drage men er zorg voor, dat alle leden het geregeld ontvan gen. En door er van tijd tot tijd op te wij zen, door b.v. een artikel nader te bespre ken, zal ook het lezen bevorderd worden. Zeer bijzonder raden wij het de vereeni- gingen van ons district aan. „Kolping trouw" is het leiders-orgaan. Iedere commissaris en Senior is uit hoofde van zijn functie verplicht-abonné. Is dat in alle vereenigingen genoegzaam bespro ken en doorgevoerd? Met wat goeden wil is zoo heel veel te bereiken. ELFDE JAARFEEST RETRAITECLUB. Zondag 12 Sept. is het de jaarfeestvie ring voor onze Retraiteclub. Het program ma is reeds een paar keer in de agenda afgedrukt. We wijzen er uitdrukkelijk op, dat men zich voo'- het ontbijt moet opge- ve nals deelnemer. Zie voorts het propa- gandabord in de zaaL UIT HET LAND DER KOPPENSNELLERS (NOORD-BORNEO) Het Comité van Katholieke Actie «Voor God" schrijft ons Diep treffend wordt het in Laudy's Paradijsvloek uitgebeeld «Want waar de mensch op aarde wandelt, daar wandelt een geraamte met hem mee". Elke stap die wij zetten, brengt ons nader tot den dood. Onze groote Dr. Schaep- man z.g. heeft gestreden en liet op zijn graf zetten „Niets zaliger dan een zalige dood". De beste voorbereiding voor een zalige dood is het houden van een gesloten retraite. Zijn er onder de Koppensnelers velen die hun luiheid of lafheid met het bijgeloof in droomen trachten te bedekken en zich aan hun dagelijksche taak of een expeditie ont trekken, omdat ze zoogenaamd droomen over den dood of zweetende voeten, toch doen zich vele gevallen voor dat hun droomen werkelijk gedroomd zijn, ofschoon ze niet steeds bewaarheid worden. Door toeval gebeurt het wel eens, dat een ge beurtenis zich afspeelt zooals men dit in een droom gezien heeft. Deze gevallen worden in den regel zoo ruchtbaar moge lijk gemaakt met 't gevolg, dat iedere Dayak zich zeer ongerust maakt, wanneer hij 's nachts een onheilspellende droom ge had heeft. De vader of moeder die droomt dat hun jongste zit te knabbelen aan een rieten korfje, gelooft zeker, dat het kind niet lang meer leven zal, zelfs al is het kerngezond. De „manang" of tooverdokter wordt onmiddellijk ontboden om zulk een droom te bezweren. Mijn persoonlijke on dervinding heeft me geleerd hoe de bewo ners van Borneo dikwijls door toeval in dit bijgeloof bestendigd worden, hetwelk een groot struikelblok is in het bekeerings- werk. Een bezorgd ouderling Het opperhoofd met den naam van „Een duizend" had 21 heidensche families onder zijn beheer. Als een kleine potentaat had hij zijn vertrek in 't midden van het huis. Rechts en links van zijn kamer woonden tien families. Hijzelf was ook heiden doch kwam bij den missionaris zijn troost zoe ken, daar hij zeer ontsteld was over een droom welke hij den voorlaatsten nacht gehad had. „Toean", fluisterde hij mij in 't oor, „een verschrikkelijk droom; wan neer u komt zal ik mijn droom vertellen". Hij wilde nu eens van geen heidensche praktijken gebruik maken en „het geloof van den Toean" probeeren. Gaarne maak te ik van deze gelegenheid gebruik om met dit dorp in aanraking te komen en mij persoonlijk te overtuigen wat er gedaan zou kunnen worden voor «hun bekeering. Door ervaring had ik geleerd dat het on verstandig is om hun droomen kortweg als pure nonsens te verwerpen. Dit toch moet hen uitvoerig en zeer voorzichtig worden uitgelegd, anders zou hun vertrouwen in den missionaris geschokt worden. Op een bepaalden dag kwam ik bij hem aan en mijn aankomst was de aanleiding tot een klein feest. Aan de rivier bemerkte ik de duivelsofferanden en ik begon hen uit te leggen dat het onmogelijk was om twee heeren te dienen. Zij bleken zeer gewillig en gaven terstond gehoor aan mijn ver zoek de offergaven te vernietigen alvorens verder te gaan. De droom van „Een duizend". Toen allen bijeen waren nam „Een dui zend" het woord. „Toean', zoo sprak hij, „ik droomde dat een sterke wind kwam op steken vanaf de boven-rivier en de helft van mijn huis, tot aan mijn vertrek om verwierp. Ik schrok wakker, waarna ik weer sliep. Toen hoorde ik een stormwind aankomen vanaf de beneden-rivier en ook het andere gedeelde van mijn huis stortte in. Alléén mijn vertrek bleef staan temid den van dien storm". Ik vroeg hem welken uitleg hijzelf aan den droom gaf. De droom zou niet letterlijk in vervulling gaan, zoo dacht hij, maar hij vreesde dat een ver schrikkelijk lot het deel zou zijn van zijn naaste buren. Zij toch waren zijn onder danen, zijn kinderen als 't ware en daar om was hij zoo bekommerd. Nadat ik hen over God, de hun onbeken de God, Zijn goedheid, almacht en zorg zaamheid gesproken had, gaf ik hen de verzekering, dat zij niets te vreezen had den, indien ze op Hem alleen vertrouwden, Hem alleen aanriepen en Zijn geboden on derhielden. Vluchtig nam ik mijn toehoor ders door de tien geboden en bij elk ge bod vertelde ik hen wat ze doen en laten moesten. Zeer aandachtig luisterden zij naar wat zij nog n^oit gehoord hadden en nadat ik hen had uit genoodigd om allen een eenvoudig en toch welgemeend gebed met mij mee te stamelen en ik hun ge toond had hoe ze moesten knielen en de handën vouwen, welde er onwillekeurig een gevoel van ontroering in mij op, toen ik al die heidenen met gesloten oogen en gevouwen handen zag neerknielen en hen elk woord dat ik sprak hoorde nastame len. Ik kon niet anders dan een vurig ge bed ten hemel opzenden opdat ook zij eens de schat der waarheid zouden bezitten. Een maand later. Een maand later liep ik in het kleine stadje Sibu en aan den overkant van den weg zwaaide een onbekende Dayak mij toe ten teeken dat hij mij spreken wilde. Hij vertelde me dat twee Dayakkers ter dood veroordeeld waren en den volgenden morgen terecht zouden gesteld worden. Ik begaf me terstond naar de gevangenis en ik zag daar twee gevangenen die zwaar geboeid, rusteloos in hun cellen op en neer liepen. De oppasser gaf mij een stoel en vóór mij knielden de twee jeugdige Dayaks, twee jeugdige moordenaars. Ver suf d staarden ze mij aan en vroegen om redding, om leven. Ik bracht hen de red ding die ik brengen kon en na hen vol doende onderricht te hebben in de voor naamste punten van het geloof, vroegen ze beiden om gedoopt te worden. Toen ik af scheid van hen nam tot hiernamaals en zij weer in hun cellen werden opgesloten, sprak ook de Mahomedaansche oppasser hen toe: „heb berouw over je zonden" en de deuren werden weer achter hen gegren deld. Door het kleine tralie-raampje riepen ze me nog na: „Tabee, apai, tabee"; „Ge dag, vader, gedag!" Na de terechtstelling werden de lijken aan de bloedverwanten gegeven om daar beweend en beklaagd te worden. Links van de kamer van den hoofdman „Een duizend" lag het lijk van Petrus Sepit, en rechts dat van Paulus Medan. De droom van den hoofdman was ver wezenlijkt. Door toeval? Of was het mis schien omdat ze de geboden niet onderhou den haddeh? Wie zal het weten? Petrus Sepit en Paulus Medan, bidt voor de bekeering van uw dorpsgenooten. Father J. BUIS, Giro 301285. Wald. Pyrmontstr. 31, Leiden SINT STEPHANUS. N.B. Als niet anders wordt aangegeven dagelijks Gloria, geen Credo. Gewone Pre fatie. ZONDAG 29 Aug. Vijftiende Zondag na Pinksteren. Mis: Inclina. 2e gebed en laat ste Evangelie v. d. onthoofding van den H. Joannes den Dooper; 3e v. d. H. Sabina, Maagd en Martelares. Credo. Prefatie v. d. Allerh. Drieëenheid. Kleur: Groen. Op dezen Zondag stelt de H. Kerk ons voor oogen den Christus met Zijn groot medelijdend Hart. Ongevraagd verricht Hij, uit medelijden met de arme moeder, Zijn wonder en wekt den jongeling weer ten leven op. (Evangelie). Wat een krachtige aansporing voor ons om te gaan tot dat zelfde medelijdend Hart en juist bij het H. Misoffer, dat Goddelijk wonder van barmhartigheid en medelijden, te smeeken: „Neig uw oor, o Heer, tot degenen, die roe pén tot U" (Introitus). „Moge Uw barm hartigheid ons voortdurend reinigen en versterken". (Gebed). En als wij ons offer brengen van de onderdrukking van het vleesch en van de liefdevolle verdraag zaamheid onder elkander, (Epistel) zullen wij verhoord worden. iStilgebed) Christus in Zijn H. Sacrament zal in ons doen bloei en het leven van de ziel (Communio, Post- communio). De bewondering over het blijde zieleleven in ons zal ons in den mond geven een nieuw lied, een hymne voor onzen barmhartigen God, den Allerhoogste,Die de Koning is, de Groote over geheel de aar de (Graduale; Offertorium; Alleluja-vers). MAANDAG 30 Aug. Mis v. d. H. Rosa van Lima, Maagd: DilexistL 2e gebed v. d. H.H. Felix en Adauctus. Martelaren. Kleur: Wit. Op nog jeugdigen leeftijd las de heilige Rosa het leven van de heilige Katharina van Siëna. Haar hart openend voor Gods hei lige genade, bracht zij in beoefening wat zij las. Evenals de heilige Katharina werd ook de heilige Rose ild van de derde orde van den H. Dominicus. Om haar deugd heeft de heilige Rosa, lid van de derde orde van van haar moeder, broeders en zusters, die haar voor een huichelaarster en bedriegster scholden. Alles verdroeg Rosa met ge duld, volgens het voorbeeld van haar God delijk Toonbeeld. Rosa is de eerste heilige van Zuid-Amerika. (17e eeuw). DINSDAG 31 Aug. Mis v. d. H. Raymun- dus Nonnatus, Belijder: Os Justi. Kleur: Wit. Op verlangen van de heilige Maagd trad Raymundus in de Orde tot vrijkoop van slaven. Zijn naastenliefde zing zóó ver, dat hij zich zelf borg stelde om de gevangen Christenen vrij te koopen van de Mahome- danen. Veel Mahomedanen bekeerde hij door zijn woord, waarom hij veel kwellin gen verduren moest. WOENSDAG 1 September. Mis v. d. H. Aegidius, Abt: Os Justi. 2e gebed van de heilige twaalf Broeders, Martelaren; 3e A Cunctis (om de voorbede van de Heiligen). Kleur: Wit. In Athene geboren verliet Aegidius zijn ouders en zijn vaderland uit verlangen naar de eenzaamheid. Hij ging naar Frankrijk, waar hij in een woeste streek aan de mon ding van de Rhone voor zich een hut bouw de. Later ging hij wonen in een bos in het Bisdom Nimes, waar hij leefde in gebed en overweging en zich voedde alleen met kruiden. Uit liefde voor de eenzaamheid weigerde hij de eervolle betrekkingen, welke men hem aanbood aan het Fransche hof. Hij stichtte een klooster met de regel van den H. Benedictus. Rond dat klooster is de stad ontstaan, welke naar de Heilige genoemd wordt, n.l. St. Gilles. DONDERDAG 2 Sept. Mis v. d. H. Stepha- nus, koning van Hongarije: Os Justi. 2e ge bed A Cunctis; 3e naar keuze v. d. priester. Kleur: Wit. Te Strigonium, het tegenwooordige Gran, werd in 977 geboren de zoon van Geysa, de vierde Hertog van de Hongaren en diens gemalin Sarloth De pasgeborene kreeg de naam van „Waze", maar bij het heilig Doopsel, hem toegediend door den heiligen Adelbertus, bisschop van Praag, ontving hij den naam van „Stephanus". In 997 stierf Geysa, na Stephanus tot zijn opvolger be noemd te hebben. Als hoofd van zijn volk verklaarde Stephanus nu uitdrukkelijk, dat de afgoderij in 2ijn staten moest ophouden en zijn onderdanen zich moesten toeleggen op de kennis van den waren God. Overal liet hij de christelijke godsdienst verkon digen. Priesters ontbood hij en kloosterlin gen, om zijn volk in de Leer van het heilig Evangelie te onderrichten. Hij stichtte kloosters, welke hij rijkelijk begiftigde en weldra werden scholen voor godsvrucht en wetenschap opgericht. Om het wezenlijk geluk van zijn onderdanen te verzekeren vaardigde hij wetten uit, die de onbeschaaf- dede gebruiken, door de Hongaren van de Scythen overgenomen, streng verboden. Aldus is de heilige Stephanus één van die zeldzame mannen geweest, wier invloed zich geruimen tijd nog op de zeden, over tuiging en gewoonten van het volk, dat hij bestuurde, deed gevoelen. Als Apostel, over winnaar, wetgever, heeft hij de roem van de grootste koningen verworven en tevens de eerbiedige vereering van alle geloovigen. VRIJDAG 3 Sept. Mis v. d. vorige Zon dag: Inclina. Geen Gloria. 2e gebed A Cunc- tus; 3e voor alle overledenen (uit het eer ste requiemformulier); 4e naar keuze v. d. priester. Kleur: Groen. Wegens den eersten Vrijdag is geoorloofd gezongen Votiefmis van het H. Hart. Mis: Cogitationes. Gloria. Prefatie v. h. H. Hart Kleur: Wit. ZATERDAG 4 Sept. Mis van Maria op een Zaterdag: Salve. (Zie onder de Votief mis van Maria, van Pinksteren tot den Ad vent. 2e gebed tot den H. Geest; 3e (voor de Kerk; 4e) voor den Paus. Prefatie van Maria (invullen: En U om de vereering). Kleur: Wit. Alles als in bovenstaande kalender v. h. Bisdom, behalve: WOENSDAG. Mis v. d. Z.Z. Joannes van Perugia en Petrus van Sassoferrato, Marte laren: Intret. 2d gebed v. d. H. Aegidius; 3e v. d. heilige twaalf Broeders. Kleur: Rood. ZATERDAG. Mis v. d. H. Rosa van Viter- bo, Maagd: Loquebar. 2e gebed voor den Paus. Gewone Prefatie. Amsterdam. ALB. M. KOK, pr. De riiwielacliterlichten met reflectors Zooals uit verschillende publicaties reeds bekend is, zullen ingevolge art. 59 eerste lid b van het Motor- en Rijwielregelement van 1 Januari 1938 af alle rijwielen aan de achterzijde moeten zijn voorzien van een lantaarn (achterlicht met reflector) welke lantaarn achterwaarts duidelijk zichtbaar voor het achteropkomend ver keer een rood licht uitstraalt. - De eischen, waaraan deze lantaar moet voldoen worden door den minister van Wa terstaat vastgesteld. Fabrikanten en impor teurs, die reeds geruimen tijd met belang stelling het vaststellen van deze eischen tegemoet zagen, hebben in de Ned. Staats courant van 13 en 14 Augustus j.l. de mi- nisterieele beschikking van 11 Augustus kunnen lezen, waarin deze eischen zijn vastgesteld. Ook is in deze ministerieele beschikking bepaald, dat de minister alle lantaarns goed keurt, welke zijn gekeurd door de Kema, de N.V. tot Keuring van Electro-techni- sche materialen te Arnhem. Daar in kringen van belanghebbenden de vraag wordt gesteld hoe het met die keu- rmg nu precies zal gaan, heeft de N. R. Crt zich gewend tot de Kema met verzoek daaromtrent een en ander mede te deelen. Ir. de Zoeten, een van de ingenieurs, die speciaal met deze zaak belast is, was zoo welwillend verschillende inlichtingen te verstrekken. Bij dit onderhoud bleek al dadelijk dat het publiek betrekkelijk weinig met de ministerieele voorschriften te maken heeft en zich in ieder geval over de keuring der lantaarn weinig bezorgd behoeft te maken. Men heeft slechts toe te zien, dat men een lantaarn koopt, waarop is aangebracht het woord „Rijkskeur", het bewijs dat de lantaarn aan de ministerieele voorschrif ten voldoet, dat het lampje wordt gemon teerd op het witte gedeelte van het achter- spatscherm en niet hooger dan 60 c.M. bo ven het wegdek. Bovendien, en dit spreekt feitelijk vanzelf, heeft men steeds te zor gen, dat het achterlicht evenzeer als het voorlicht steeds in behoorlijke conditie is. Vooral wanneer de achterlichten speciaal zijn voorgeschrecen zal iedere wielrijder, die zich des avonds op de groote wegen be vindt met een rijwiel, waarvan het achter licht defect is, in levensgevaar verkeeren. daar ieder automobilist, die nu nog wel rekening houdt met rijwielen, die een slechten reflector hebben, of die bij slecht weer dik onder de modder zittende, niet te zien is, na 1 Jan. a.s. mag aannemen, dat hij ieder rijwiel evenzeer als nu reeds het geval is met motorrijwielen en -rijtui gen moet kunnen zien. Voor zoover den fabrikant en den im porteur betreft, is de zaak ook betrekkelijk eenvoudig. Ieder die achterlampen met reflectors in den handel wil brengen, moet zorgen dat zijn product voorzien kan worden van het woord „rijkskeur". Om dit te bereiken zendt hij van zijn product 5 monsters aan de Kema, d.w.z. 5 geheel gelijke lantaarns. Deze 5 monsters worden door de Kema gekeurd, zoowel wat betreft het materiaal, als wat betreft het lichtuitstralend en licht- reflecteerend vermogen. Omtrent het on derzoek, van dit type lamp, brengt de Ke ma verslag uit aan den minister van water staat. De minister bepaalt dan aan de hand van het ontvangen rapport van de Kema of het type lamp mag worden voorzien van het woord „Rijkskeur". Indien de minister daartoe besluit kan de fabrikant dit type aanmaken en in den handel brengen en is de kooper verzekerd, dat zijn lamp aan de voorschriften voldoet. Men zorge er dus voor alleen lampen te koopen, die voorzien zijn van het woord „Rijkskeur". Om knoeien te voorkomen immers een bepaald type lamp kan op den duur door het gebruiken van minder deugdelijke ma terialen, niet meer aan de eischen voldoen kan de minister steeds ook van een een maal goedgekeurd type lamp een nieuw rapport van de Kema eischen. De ministerieele goedkeuring kan alleen worden verleend op aanvragen van Neder- landsche fabrikanten of Nederlandsche im porteurs. Iedere Nederlandsche fabrikant heeft dus de gelegenheid een lantaarn met re flector, die aan de voorschriften voldoet in den handel te brengen, mits hij zich te vo ren verzekert van de toestemming van den minister van waterstaat om op zijn product het woord „Rijkskeur" aan te brengen. Buitenlandsche fabrikanten kunnen hun product alleen dan aan de markt brengen, wanneer zij dit doen door tusschenkomst van een Nederlandschen importeur, die voor het product de toestemming krijgt om het met merk „Rijkskeur" in den handel te brengen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 10