"De Liturgie der Kerk]
MIJN POLITIEK
IS HET KRUIS.
ZATERDAG 28 AUGUSTUS 1937
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 10
IliTERPAROCHIEELE
üül
\7\y.
(§Kl/oi
3TJ05EPHS
/-M
SEZELLEIÏ
VEREEMIGIMQ
GESPREKKEN MET DCITSCHERS.
„Maul halten".
Seien Sie vorsichtig! Wees voorzich
tig!
Met dézen edelen raad of misscnien wel
ondanks dezen raad zijn we er in geslaagd
in contact te komen met Duitschers, toen
we eenige dagen te gast waren in het
Duitsche land, dat zulk een ontzettend pro
ces meemaakt op velerlei terrein. Geeste
lijk, economisch, cultureel, sociaal en poli
tiek, het zijn er allen actueele vraagstuk
ken, waar weer talrijke nevenkwesties aan
vast zitten.
Uit wat we er alzoo gehoord hebben
construeeren wij hier eenige artikelen, die
niet bedoelen commentaar te leveren op
Duitsche toestanden, doch eenvoudig weer
geven wat de Duitschers zelf meenen en
zeggen In vroegere artikelen immers is
commentaar gegeven, waar wel eens te
gen gesputterd is, maar dat nimmer weer
legd kon worden! En met commentaar al
leen genezen wij Duitschland toch niet.
Genezen? Is dat machtige land dan ziek?
Ja, doodelijk zelfs. Eerst kreeg het land
de koorts van het nationalisme, nu heerscht
er de cultuurkamp en zeer dreigend is het
heidendom. Maar als in een land van 65
millioen menschen een 30 millioen katho
lieken wonen, en zij worden getergd, dan
groeit er verzet, haat. Dan kan het langen
tijd goed gaan, maar als de bom eenmaal
barst, dan is er geen houden meer aan. En
de slag zal vreeselijk zijn.
En na velerlei zaken besproken te heb
ben en in zicht verkregen te hebben in wat
er leeft en woelt, verbaasd het ons niet
meer, dat Duitschland naar den onder
gang rent Nu ook begrijpen we beter de
gewichtige woorden in 's Pausen encycliek
„Mit brennender Sorge".
Met brandende bezorgdheid slaan de
Duitschers gade het terugdringen der Kerk
en de moreele ontwrichting der jeugd.
Niet minder angstig, al betreft het dan de
materie, is het gebrek aan voedsel en de
dientengevolge abnormaal hooge prijzen.
Es ist alles so teuer. Dat is d e klacht der
Duitschers. En we vragen naar hun mee
ning over de oorzaak. Es ist alles für den
Krieg. Ja, de opbouw van het Duitsche
leger kost kapitalen en vandaar minder
deviezen, dus minder geld om goederen
vanuit het buitenland te betrekken. En
toch, men kan van kanonnen geen vet ha
len.
En is alles duur? Als we de mark reke
nen op 50 cent (in Duitschland betaalt men
er 80 cent voor!) dan kost een knappe Hol-
landsche bloemkool er 35 cent, een paar
schoenen 8 9 gulden; de vet-tekorten zijn
er oorzaak, dat slag-room niet meer ge
maakt mag worden en vele zaken moeten
zich houden aan de door de regeering ge
stelde prijzen.
Alles duroh und für die Partei: En men
lacht eens om dit gezegde, omdat heel veel
Duitschers er geen snars van meenen. Ze
weten drommels goed, dat de leiders in pa
leizen wonen, zooals een Brüning, of een
Hindenburg nooit zouden hebben gedaan.
En als vandaag aan den dag heel matig
het „heil Hitier" wordt gehoord, dan is het
een logisch gevolg van oververmoeidheid
der waanzinnigen. Want er zijn gelukkig
nog heel wat verstandige menschen daar
en die hebben al reeds lang een punt gezet
achter het nazi-ïsme!
Schrikbarend is het tekort aan voedsel.
Onze buren zien er beroerd uit, zijn ma
ger geworden Want.... goed eten is niet
te betalen. En de komende winter? Wir
werden hungren! We zullen h'onger lij
den. Und dann noch immer Maul halten!
Zwijgen ja, tot je dood bent.
S. M.
BIBLIOTHEEK.
De nieuwe boeken zijn weer gekocht, on
geveer 35 stuks. We hebben geprobeerd,
evenals andere jaren, om te koopen: Voor
elk wat wils! en dus voor oud en jong.
Verder reisbeschrijvingen zoowel als avon
tuurlijke, detective, historische e.a. ro
mans.
In September zal waarschijnlijk de we
tenschappelijke afd. nog uitgebreid wor
den met een aantal nieuwe werken.
Voor de ouderen hebben wij een aantal
werken van F. de Sinclar, o.a.: Klepman
en de malaise, De ontdekking van Joost
Gelderop, De driedubbele vrouw, De Prins
van Astrakan, enz. Met de aanschaffing
van de bekende werken van Trygve Gul-
branssen hebben we een begin gemaakt
en gekocht: „En eeuwig zingen de Bos-
schen". Een reisbeschrijving voor ouderen
is ook dr. Karl May's: „De Kara-Nirwan-
Khan in Albanië". Een pracht werk is van
Paul Keiler: „Droomen zijn bedrog". Dit is
een sprookje voor groote menschen, ver
lucht met teekeningen van Jo Spier. Een
boek dat elk gezel behoort te lezen is
Hans Hümmeler's werk: Klokken en Si
renen. Ieder gezel die zijn tijd begrijpt
leest dit boek zeker!
Voor onze jongere lezers hebben we ook
zeer mooie boeken aangeschaft, o.a. van
Johan Cornflisz.: Guus, van B. V. Zwegers:
De schat in het Duivelsmeer, van Jan Ber
nard: Donkere dagen, van Tom Brown;
Tusschen roodhuiden, beeren en wolven,
van H. Wolffenbuttelvan Rooyen; Drie
spannende dagen.
Alle werken hier nu te bespreken en te
noemen zou onmogelijk zijn, waarom wij
dan ook in de toekomst in onze rubriek en
kele werken meer volledig zullen omschrij
ven.
BIBLIOTHECARIS.
KONINGINNEDAG.
Dinsdag a.s. is vanwege het nationale
feest het Gezellenhuis gesloten. Dus geen
ontspanning, geen repetities en geen ver
gadering.
VOOR ONS DISTRICT.
De benoemingen in ons Bisdom
hebben ook tot gevolg verplaatsing van
vice-Praesides. Den Senioren verzoeken wij
aan den secretaris van ons district de even-
tueele verandering te berichten.
De Leidersdag was aanvankelijk
bepaald in Mei, maar kon door omstandig
heden niet doorgaan. Gepoogd is in Sept.
of October dan bijeen te komen, doch er
zijn diverse bezwaren gerezen tegen na
jaarsweer efc. Een en ander heeft tot ge
volg, dat voor dit jaar er vanaf gezien
wordt. In Mei 1938 komen we echter weer
bijeen!
MEDEDEELINGEN.
Het interieur van ons Gezellenhuis
is sterk veranderd en naar onze meening
verbeterd. Vooral de omzetting van di
verse ontspanningsmiddelen is practische
verbetering.
Fietstocht naar Schiphol. Deel
nemers meldt u aan bij de comm. Bot en
Reizevoort voor dezen tocht op Zondag 5
Sept.
Komkommertijd mag het niet zijn
in Gez. Ver. of onderdeelen. Het is daar
om noodig, dat alle leden hun plicht blij
ven vervullen. Ernstige reden tot verzuim
is er zelden, verzonnen verzuim steeds te
veel!
ASPIRANTENCURSUS
Woensdag is de bijeenkomst voor de as
pirant-Gezellen. Te half negen komen ze te
zamen in de bovenzaal. Laat geen hunner
verzuimen, opdat de geheele cursus goed
en vlot kan verloopen.
ONZE PERIODIEKEN.
„Kolpingsblad" is het orgaan voor de le
den. In elke Gez. Ver. drage men er zorg
voor, dat alle leden het geregeld ontvan
gen. En door er van tijd tot tijd op te wij
zen, door b.v. een artikel nader te bespre
ken, zal ook het lezen bevorderd worden.
Zeer bijzonder raden wij het de vereeni-
gingen van ons district aan.
„Kolping trouw" is het leiders-orgaan.
Iedere commissaris en Senior is uit hoofde
van zijn functie verplicht-abonné. Is dat
in alle vereenigingen genoegzaam bespro
ken en doorgevoerd? Met wat goeden wil
is zoo heel veel te bereiken.
ELFDE JAARFEEST RETRAITECLUB.
Zondag 12 Sept. is het de jaarfeestvie
ring voor onze Retraiteclub. Het program
ma is reeds een paar keer in de agenda
afgedrukt. We wijzen er uitdrukkelijk op,
dat men zich voo'- het ontbijt moet opge-
ve nals deelnemer. Zie voorts het propa-
gandabord in de zaaL
UIT HET LAND DER
KOPPENSNELLERS
(NOORD-BORNEO)
Het Comité van Katholieke Actie
«Voor God" schrijft ons
Diep treffend wordt het in Laudy's
Paradijsvloek uitgebeeld «Want
waar de mensch op aarde wandelt,
daar wandelt een geraamte met
hem mee". Elke stap die wij
zetten, brengt ons nader tot den
dood. Onze groote Dr. Schaep-
man z.g. heeft gestreden en liet
op zijn graf zetten
„Niets zaliger dan een zalige
dood".
De beste voorbereiding voor een
zalige dood is het houden van een
gesloten retraite.
Zijn er onder de Koppensnelers velen die
hun luiheid of lafheid met het bijgeloof in
droomen trachten te bedekken en zich aan
hun dagelijksche taak of een expeditie ont
trekken, omdat ze zoogenaamd droomen
over den dood of zweetende voeten, toch
doen zich vele gevallen voor dat hun
droomen werkelijk gedroomd zijn, ofschoon
ze niet steeds bewaarheid worden. Door
toeval gebeurt het wel eens, dat een ge
beurtenis zich afspeelt zooals men dit in
een droom gezien heeft. Deze gevallen
worden in den regel zoo ruchtbaar moge
lijk gemaakt met 't gevolg, dat iedere
Dayak zich zeer ongerust maakt, wanneer
hij 's nachts een onheilspellende droom ge
had heeft. De vader of moeder die droomt
dat hun jongste zit te knabbelen aan een
rieten korfje, gelooft zeker, dat het kind
niet lang meer leven zal, zelfs al is het
kerngezond. De „manang" of tooverdokter
wordt onmiddellijk ontboden om zulk een
droom te bezweren. Mijn persoonlijke on
dervinding heeft me geleerd hoe de bewo
ners van Borneo dikwijls door toeval in
dit bijgeloof bestendigd worden, hetwelk
een groot struikelblok is in het bekeerings-
werk.
Een bezorgd ouderling
Het opperhoofd met den naam van „Een
duizend" had 21 heidensche families onder
zijn beheer. Als een kleine potentaat had
hij zijn vertrek in 't midden van het huis.
Rechts en links van zijn kamer woonden
tien families. Hijzelf was ook heiden doch
kwam bij den missionaris zijn troost zoe
ken, daar hij zeer ontsteld was over een
droom welke hij den voorlaatsten nacht
gehad had. „Toean", fluisterde hij mij in
't oor, „een verschrikkelijk droom; wan
neer u komt zal ik mijn droom vertellen".
Hij wilde nu eens van geen heidensche
praktijken gebruik maken en „het geloof
van den Toean" probeeren. Gaarne maak
te ik van deze gelegenheid gebruik om
met dit dorp in aanraking te komen en mij
persoonlijk te overtuigen wat er gedaan
zou kunnen worden voor «hun bekeering.
Door ervaring had ik geleerd dat het on
verstandig is om hun droomen kortweg als
pure nonsens te verwerpen. Dit toch moet
hen uitvoerig en zeer voorzichtig worden
uitgelegd, anders zou hun vertrouwen in
den missionaris geschokt worden. Op een
bepaalden dag kwam ik bij hem aan en
mijn aankomst was de aanleiding tot een
klein feest. Aan de rivier bemerkte ik de
duivelsofferanden en ik begon hen uit te
leggen dat het onmogelijk was om twee
heeren te dienen. Zij bleken zeer gewillig
en gaven terstond gehoor aan mijn ver
zoek de offergaven te vernietigen alvorens
verder te gaan.
De droom van „Een duizend".
Toen allen bijeen waren nam „Een dui
zend" het woord. „Toean', zoo sprak hij,
„ik droomde dat een sterke wind kwam op
steken vanaf de boven-rivier en de helft
van mijn huis, tot aan mijn vertrek om
verwierp. Ik schrok wakker, waarna ik
weer sliep. Toen hoorde ik een stormwind
aankomen vanaf de beneden-rivier en ook
het andere gedeelde van mijn huis stortte
in. Alléén mijn vertrek bleef staan temid
den van dien storm". Ik vroeg hem welken
uitleg hijzelf aan den droom gaf. De droom
zou niet letterlijk in vervulling gaan, zoo
dacht hij, maar hij vreesde dat een ver
schrikkelijk lot het deel zou zijn van zijn
naaste buren. Zij toch waren zijn onder
danen, zijn kinderen als 't ware en daar
om was hij zoo bekommerd.
Nadat ik hen over God, de hun onbeken
de God, Zijn goedheid, almacht en zorg
zaamheid gesproken had, gaf ik hen de
verzekering, dat zij niets te vreezen had
den, indien ze op Hem alleen vertrouwden,
Hem alleen aanriepen en Zijn geboden on
derhielden. Vluchtig nam ik mijn toehoor
ders door de tien geboden en bij elk ge
bod vertelde ik hen wat ze doen en laten
moesten. Zeer aandachtig luisterden zij
naar wat zij nog n^oit gehoord hadden en
nadat ik hen had uit genoodigd om allen
een eenvoudig en toch welgemeend gebed
met mij mee te stamelen en ik hun ge
toond had hoe ze moesten knielen en de
handën vouwen, welde er onwillekeurig
een gevoel van ontroering in mij op, toen
ik al die heidenen met gesloten oogen en
gevouwen handen zag neerknielen en hen
elk woord dat ik sprak hoorde nastame
len. Ik kon niet anders dan een vurig ge
bed ten hemel opzenden opdat ook zij eens
de schat der waarheid zouden bezitten.
Een maand later.
Een maand later liep ik in het kleine
stadje Sibu en aan den overkant van den
weg zwaaide een onbekende Dayak mij
toe ten teeken dat hij mij spreken wilde.
Hij vertelde me dat twee Dayakkers ter
dood veroordeeld waren en den volgenden
morgen terecht zouden gesteld worden. Ik
begaf me terstond naar de gevangenis en
ik zag daar twee gevangenen die zwaar
geboeid, rusteloos in hun cellen op en neer
liepen. De oppasser gaf mij een stoel en
vóór mij knielden de twee jeugdige
Dayaks, twee jeugdige moordenaars. Ver
suf d staarden ze mij aan en vroegen om
redding, om leven. Ik bracht hen de red
ding die ik brengen kon en na hen vol
doende onderricht te hebben in de voor
naamste punten van het geloof, vroegen ze
beiden om gedoopt te worden. Toen ik af
scheid van hen nam tot hiernamaals en zij
weer in hun cellen werden opgesloten,
sprak ook de Mahomedaansche oppasser
hen toe: „heb berouw over je zonden" en
de deuren werden weer achter hen gegren
deld. Door het kleine tralie-raampje riepen
ze me nog na: „Tabee, apai, tabee"; „Ge
dag, vader, gedag!"
Na de terechtstelling werden de lijken
aan de bloedverwanten gegeven om daar
beweend en beklaagd te worden. Links
van de kamer van den hoofdman „Een
duizend" lag het lijk van Petrus Sepit, en
rechts dat van Paulus Medan.
De droom van den hoofdman was ver
wezenlijkt. Door toeval? Of was het mis
schien omdat ze de geboden niet onderhou
den haddeh? Wie zal het weten?
Petrus Sepit en Paulus Medan, bidt voor
de bekeering van uw dorpsgenooten.
Father J. BUIS,
Giro 301285. Wald. Pyrmontstr. 31, Leiden
SINT STEPHANUS.
N.B. Als niet anders wordt aangegeven
dagelijks Gloria, geen Credo. Gewone Pre
fatie.
ZONDAG 29 Aug. Vijftiende Zondag na
Pinksteren. Mis: Inclina. 2e gebed en laat
ste Evangelie v. d. onthoofding van den H.
Joannes den Dooper; 3e v. d. H. Sabina,
Maagd en Martelares. Credo. Prefatie v. d.
Allerh. Drieëenheid. Kleur: Groen.
Op dezen Zondag stelt de H. Kerk ons
voor oogen den Christus met Zijn groot
medelijdend Hart. Ongevraagd verricht Hij,
uit medelijden met de arme moeder, Zijn
wonder en wekt den jongeling weer ten
leven op. (Evangelie). Wat een krachtige
aansporing voor ons om te gaan tot dat
zelfde medelijdend Hart en juist bij het
H. Misoffer, dat Goddelijk wonder van
barmhartigheid en medelijden, te smeeken:
„Neig uw oor, o Heer, tot degenen, die roe
pén tot U" (Introitus). „Moge Uw barm
hartigheid ons voortdurend reinigen en
versterken". (Gebed). En als wij ons offer
brengen van de onderdrukking van het
vleesch en van de liefdevolle verdraag
zaamheid onder elkander, (Epistel) zullen
wij verhoord worden. iStilgebed) Christus
in Zijn H. Sacrament zal in ons doen bloei
en het leven van de ziel (Communio, Post-
communio). De bewondering over het blijde
zieleleven in ons zal ons in den mond geven
een nieuw lied, een hymne voor onzen
barmhartigen God, den Allerhoogste,Die
de Koning is, de Groote over geheel de aar
de (Graduale; Offertorium; Alleluja-vers).
MAANDAG 30 Aug. Mis v. d. H. Rosa van
Lima, Maagd: DilexistL 2e gebed v. d. H.H.
Felix en Adauctus. Martelaren. Kleur: Wit.
Op nog jeugdigen leeftijd las de heilige
Rosa het leven van de heilige Katharina van
Siëna. Haar hart openend voor Gods hei
lige genade, bracht zij in beoefening wat zij
las. Evenals de heilige Katharina werd ook
de heilige Rose ild van de derde orde van
den H. Dominicus. Om haar deugd heeft
de heilige Rosa, lid van de derde orde van
van haar moeder, broeders en zusters, die
haar voor een huichelaarster en bedriegster
scholden. Alles verdroeg Rosa met ge
duld, volgens het voorbeeld van haar God
delijk Toonbeeld. Rosa is de eerste heilige
van Zuid-Amerika. (17e eeuw).
DINSDAG 31 Aug. Mis v. d. H. Raymun-
dus Nonnatus, Belijder: Os Justi. Kleur:
Wit.
Op verlangen van de heilige Maagd trad
Raymundus in de Orde tot vrijkoop van
slaven. Zijn naastenliefde zing zóó ver, dat
hij zich zelf borg stelde om de gevangen
Christenen vrij te koopen van de Mahome-
danen. Veel Mahomedanen bekeerde hij
door zijn woord, waarom hij veel kwellin
gen verduren moest.
WOENSDAG 1 September. Mis v. d. H.
Aegidius, Abt: Os Justi. 2e gebed van de
heilige twaalf Broeders, Martelaren; 3e A
Cunctis (om de voorbede van de Heiligen).
Kleur: Wit.
In Athene geboren verliet Aegidius zijn
ouders en zijn vaderland uit verlangen naar
de eenzaamheid. Hij ging naar Frankrijk,
waar hij in een woeste streek aan de mon
ding van de Rhone voor zich een hut bouw
de. Later ging hij wonen in een bos in het
Bisdom Nimes, waar hij leefde in gebed
en overweging en zich voedde alleen met
kruiden. Uit liefde voor de eenzaamheid
weigerde hij de eervolle betrekkingen,
welke men hem aanbood aan het Fransche
hof. Hij stichtte een klooster met de regel
van den H. Benedictus. Rond dat klooster
is de stad ontstaan, welke naar de Heilige
genoemd wordt, n.l. St. Gilles.
DONDERDAG 2 Sept. Mis v. d. H. Stepha-
nus, koning van Hongarije: Os Justi. 2e ge
bed A Cunctis; 3e naar keuze v. d. priester.
Kleur: Wit.
Te Strigonium, het tegenwooordige Gran,
werd in 977 geboren de zoon van Geysa, de
vierde Hertog van de Hongaren en diens
gemalin Sarloth De pasgeborene kreeg de
naam van „Waze", maar bij het heilig
Doopsel, hem toegediend door den heiligen
Adelbertus, bisschop van Praag, ontving hij
den naam van „Stephanus". In 997 stierf
Geysa, na Stephanus tot zijn opvolger be
noemd te hebben. Als hoofd van zijn volk
verklaarde Stephanus nu uitdrukkelijk, dat
de afgoderij in 2ijn staten moest ophouden
en zijn onderdanen zich moesten toeleggen
op de kennis van den waren God. Overal
liet hij de christelijke godsdienst verkon
digen. Priesters ontbood hij en kloosterlin
gen, om zijn volk in de Leer van het heilig
Evangelie te onderrichten. Hij stichtte
kloosters, welke hij rijkelijk begiftigde en
weldra werden scholen voor godsvrucht en
wetenschap opgericht. Om het wezenlijk
geluk van zijn onderdanen te verzekeren
vaardigde hij wetten uit, die de onbeschaaf-
dede gebruiken, door de Hongaren van de
Scythen overgenomen, streng verboden.
Aldus is de heilige Stephanus één van die
zeldzame mannen geweest, wier invloed
zich geruimen tijd nog op de zeden, over
tuiging en gewoonten van het volk, dat hij
bestuurde, deed gevoelen. Als Apostel, over
winnaar, wetgever, heeft hij de roem van
de grootste koningen verworven en tevens
de eerbiedige vereering van alle geloovigen.
VRIJDAG 3 Sept. Mis v. d. vorige Zon
dag: Inclina. Geen Gloria. 2e gebed A Cunc-
tus; 3e voor alle overledenen (uit het eer
ste requiemformulier); 4e naar keuze v. d.
priester. Kleur: Groen.
Wegens den eersten Vrijdag is geoorloofd
gezongen Votiefmis van het H. Hart. Mis:
Cogitationes. Gloria. Prefatie v. h. H. Hart
Kleur: Wit.
ZATERDAG 4 Sept. Mis van Maria op
een Zaterdag: Salve. (Zie onder de Votief
mis van Maria, van Pinksteren tot den Ad
vent. 2e gebed tot den H. Geest; 3e (voor
de Kerk; 4e) voor den Paus. Prefatie van
Maria (invullen: En U om de vereering).
Kleur: Wit.
Alles als in bovenstaande kalender v. h.
Bisdom, behalve:
WOENSDAG. Mis v. d. Z.Z. Joannes van
Perugia en Petrus van Sassoferrato, Marte
laren: Intret. 2d gebed v. d. H. Aegidius;
3e v. d. heilige twaalf Broeders. Kleur:
Rood.
ZATERDAG. Mis v. d. H. Rosa van Viter-
bo, Maagd: Loquebar. 2e gebed voor den
Paus. Gewone Prefatie.
Amsterdam. ALB. M. KOK, pr.
De riiwielacliterlichten met
reflectors
Zooals uit verschillende publicaties reeds
bekend is, zullen ingevolge art. 59 eerste
lid b van het Motor- en Rijwielregelement
van 1 Januari 1938 af alle rijwielen aan
de achterzijde moeten zijn voorzien van
een lantaarn (achterlicht met reflector)
welke lantaarn achterwaarts duidelijk
zichtbaar voor het achteropkomend ver
keer een rood licht uitstraalt.
- De eischen, waaraan deze lantaar moet
voldoen worden door den minister van Wa
terstaat vastgesteld. Fabrikanten en impor
teurs, die reeds geruimen tijd met belang
stelling het vaststellen van deze eischen
tegemoet zagen, hebben in de Ned. Staats
courant van 13 en 14 Augustus j.l. de mi-
nisterieele beschikking van 11 Augustus
kunnen lezen, waarin deze eischen zijn
vastgesteld.
Ook is in deze ministerieele beschikking
bepaald, dat de minister alle lantaarns goed
keurt, welke zijn gekeurd door de Kema,
de N.V. tot Keuring van Electro-techni-
sche materialen te Arnhem.
Daar in kringen van belanghebbenden de
vraag wordt gesteld hoe het met die keu-
rmg nu precies zal gaan, heeft de N. R.
Crt zich gewend tot de Kema met verzoek
daaromtrent een en ander mede te deelen.
Ir. de Zoeten, een van de ingenieurs, die
speciaal met deze zaak belast is, was zoo
welwillend verschillende inlichtingen te
verstrekken.
Bij dit onderhoud bleek al dadelijk dat
het publiek betrekkelijk weinig met de
ministerieele voorschriften te maken heeft
en zich in ieder geval over de keuring der
lantaarn weinig bezorgd behoeft te maken.
Men heeft slechts toe te zien, dat men
een lantaarn koopt, waarop is aangebracht
het woord „Rijkskeur", het bewijs dat de
lantaarn aan de ministerieele voorschrif
ten voldoet, dat het lampje wordt gemon
teerd op het witte gedeelte van het achter-
spatscherm en niet hooger dan 60 c.M. bo
ven het wegdek. Bovendien, en dit spreekt
feitelijk vanzelf, heeft men steeds te zor
gen, dat het achterlicht evenzeer als het
voorlicht steeds in behoorlijke conditie is.
Vooral wanneer de achterlichten speciaal
zijn voorgeschrecen zal iedere wielrijder,
die zich des avonds op de groote wegen be
vindt met een rijwiel, waarvan het achter
licht defect is, in levensgevaar verkeeren.
daar ieder automobilist, die nu nog wel
rekening houdt met rijwielen, die een
slechten reflector hebben, of die bij slecht
weer dik onder de modder zittende, niet
te zien is, na 1 Jan. a.s. mag aannemen, dat
hij ieder rijwiel evenzeer als nu reeds
het geval is met motorrijwielen en -rijtui
gen moet kunnen zien.
Voor zoover den fabrikant en den im
porteur betreft, is de zaak ook betrekkelijk
eenvoudig.
Ieder die achterlampen met reflectors in
den handel wil brengen, moet zorgen dat
zijn product voorzien kan worden van het
woord „rijkskeur". Om dit te bereiken
zendt hij van zijn product 5 monsters aan
de Kema, d.w.z. 5 geheel gelijke lantaarns.
Deze 5 monsters worden door de Kema
gekeurd, zoowel wat betreft het materiaal,
als wat betreft het lichtuitstralend en licht-
reflecteerend vermogen. Omtrent het on
derzoek, van dit type lamp, brengt de Ke
ma verslag uit aan den minister van water
staat.
De minister bepaalt dan aan de hand van
het ontvangen rapport van de Kema of
het type lamp mag worden voorzien van
het woord „Rijkskeur". Indien de minister
daartoe besluit kan de fabrikant dit type
aanmaken en in den handel brengen en is
de kooper verzekerd, dat zijn lamp aan de
voorschriften voldoet. Men zorge er dus
voor alleen lampen te koopen, die voorzien
zijn van het woord „Rijkskeur".
Om knoeien te voorkomen immers een
bepaald type lamp kan op den duur door
het gebruiken van minder deugdelijke ma
terialen, niet meer aan de eischen voldoen
kan de minister steeds ook van een een
maal goedgekeurd type lamp een nieuw
rapport van de Kema eischen.
De ministerieele goedkeuring kan alleen
worden verleend op aanvragen van Neder-
landsche fabrikanten of Nederlandsche im
porteurs.
Iedere Nederlandsche fabrikant heeft
dus de gelegenheid een lantaarn met re
flector, die aan de voorschriften voldoet in
den handel te brengen, mits hij zich te vo
ren verzekert van de toestemming van den
minister van waterstaat om op zijn product
het woord „Rijkskeur" aan te brengen.
Buitenlandsche fabrikanten kunnen hun
product alleen dan aan de markt brengen,
wanneer zij dit doen door tusschenkomst
van een Nederlandschen importeur, die
voor het product de toestemming krijgt om
het met merk „Rijkskeur" in den handel
te brengen.