3)e ZeAdóohz 6011/tant Een boerenwagen vol Hongaarsche vroolijkheid. Een interessante detail-foto van de demonstraties, die Dinsdag door de Hongaarsche padvinders in de Arena op het jamboree-terrein gegeven werden President Lebrun heeft te Montfaucon het aldaar opgerichte monument ter eere van de Amerikaansche soldaten officieel onthuld. Een over zicht tijdens de plechtigheid Verschillende interessante typen waren er onder de vliegtuig modellen, waarmede tal van deelnemers uitkwamen in de internationale wedstrijden, welke deze week te West Drayton in Middlesex (Eng.) werden gehouden Een jeugdige amazone vertoonde deze week op het concours hippique te Chertsey (Eng.) interessante staaltjes van ruiterkunst De fraaie viervoeter maakt op bevel van zijn meesteres een hoogstand Aartshertog Otto van Habsburg bracht Dinsdag strikt incognito een bezoek aan de Wereldjamboree te Vogelenzang, waar hij door eenige hoofdverkenners werd rondgeleid Een tweetal aardige foto's van de demonstraties, die Dinsdagmiddag door de Hongaarsche padvinders in de Arena op het jamboree-terrein te Vogelen zang gegeven werden FEUILLETON WELKOM THUIS De wonderlijke belevenissen van dr. Kaiser lien door WILL AMBERG. (Nadruk verboden). 35) „Is juffrouw Gotron werkelijk vertrok ken?" wendt hij zich tot den man met de gouden tressen. Deze is de waardigheid: in persoon. „Juffrouw Gotron droeg ons gisteravond op haar bagage om half twaalf aan het sta tion te bezorgen, daar zij den nachttrein naar Bazel wilden nemen". Hij staart sprakeloos voor zich uit. Dan vraagt hij stamelend: „Heeft zij iets voor mij achtergelaten?" Waarop de portier op denzelfde afgeme ten toon: „Niets, doctor!" Haastig verwijdert hij zich. De gérant kruist zijn weg. Kaiserlien houdt hem aan. „Kunt u mij zeggen, waarom juffrouw Gotron vertrokken is?" „Het spijt me!" luidt het antwoord. „Haar besluit om te vertrekken schijnt vrij onver wacht te zijn opgekomen". Alles aan dezen gérant is even correct en beheerscht. Hij verwondert zich niet, dat juffrouw Gotron haar verblijf in het hotel zoo plotseling heeft afgebroken en even min is hij verbaasd, dat een jongeman alle mogelijke moeite doet om haar op het spoor te komen. Kaiserliens explosieve drang naar daden heeft plotseling plaats gemaakt voor een ernstige moedeloosheid. Hij wandelt, bijna mechanisch, naar de ontbijtzaal terug en laat zich daar totaal ontmoedigd op 'zijn stoel vallen. Terwijl hij zonder eenige eet lust ontbijt, tracht hij zijn gedachten te rangschikken. Is het mogelijk, dat zij hem dan gisteren toch nog bedrogen heeft? Kan iemand zóó liefde huichelen als zij dat gis teren deed? En als zij gisteren de echte, de ware Edith Wismuth was waarom had zij hem dan zoo, zonder daarvoor eenige reden op te geven, verlaten? Plotseling glijdt over het witte tafellaken waar hij schier onafgebroken op staart, een lange schaduw. Achter hem moet iemand staan Hij draait zich om en kijkt in het al- wetend-nieuwsgierige gelaat van meneer Hasenstab. Juist, op de een of andere ma nier moet deze man met den loop der ge beurtenissen in verband staan. Deze Ha senstab moet althans iets meer weten dan hij. Het onderhoud met Edith Wismuth, eergisteren voor het postkantoor, gevoegd bij den veelzeggenden blik, waarmee hij Kaiserlien aankijkt de man wacht er op, dat hij wordt aangesproken. Nochtans is de manier, waarop Kaiser lien dat doet, niet bepaald diplomatiek. „Waar is juffrouw Gotron?" snauwt hij den langen kerel toe. „Juffrouw Gorton?" vraagt deze, den naam op langgerekten toon uitsprekend. „U bedoelt zeker mevrouw dr. Körthe?" „Mevrouw dr. Körthe?" herhaalt Kaiser lien met iets van afgrijzen in zijn stem. „Ja, dat heeft zij u zeker niet verteld, dat zij allang getrouwd is, wat?" Hij wacht het antwoord niet al „Wat is het u waard, als ik u betrouwbare inlich tingen verschaf over die dame?" Walgelijk is die kerel, denkt Kaiserlien. Hij gevoelt lust den man aan te vliegen, maar dat zou natuurlijk dwaasheid zijn. Ten slotte was Sabine Vollert geen haar sympathieker, maar desondanks had hij zich tegenover haar beleefd gedragen. Voorzichtig gaat Kaiserlien over tot di plomatieke onderhandelingen. „Tja, hoe kan ik nu vooruit zeggen, wat mij uw infor maties waard zijn? Ik weet immers niet eens, wie u bent." „Ik ben de neef van juffrouw Sabine Volert!" zegt Hasenstab. Kaiserlien doet verbaasd. „Ach zoo! En wat voor materiaal denkt u mij dan te kunnen verschaffefn Hasenstab trekt een gezicht, alsof hij overlegt. „Tegenover mijn nicht hebt u zich zeer royaal getoond vor de tip, die zij u neeft gegeven. Ik wil dus aannemen, dat u zich tegenover mij ook niet van uw slechtste zijde zult laten zien. Stelt u er belang in?" Kaiserlien nestelt zich wat gemakkelij ker in zijn stoel. Dat is voor den ander een uitnon.liging om te spreken. „Welnu de dame in kwestie", aldus be gint Hasentsab, „komt werkelijk uit Saar- brucken en heet van zichzelf Edith Wis muth. Op zekeren dag verscheen er echter een advocaat, Körthe genaamd, elegant en ren man van de wereld, op wien zij ver liefd werd. Haar vader wilde weliswaar niet hebben, dat zij met hem trouwde, maar in het geheim deed zij dat toch." „Stop!" valt Kaiserlien hem in de rede. „Hoe weet u dat? Wie zegt u, dat zij hem niet op het laatste moment de bons heeft gegeven?" „Ik zal het u direct zwart op wit be wijzen", antwoordt Hasenstab met het air van den man, voor wien niets verborgen kan blijven. „Juffrouw Edith, of eigenlijk mevrouw Edith, trok dus met dien man de wijde wereld in. In Saarbrucken heeft zij zich natuurlijk niet meer laten zien, want haar vader heeft haar dezen stap nooit vergeven en hij zou haar waarschijnlijk onterf hebben ols hij niet onverwacht was overleden. Later moet het tot een breuk tusschen haar en echtgenoot zijn gekomen. Zij keerde althans naar Saarbrucken te rug, waar zij eenigen tijd bleef om daar na weer te verdwijnen. Haar dienstmeisje, mijn nicht, heeft zij opgedragen haar adres geheim te houden als haar man daarnaar mocht komen informeeren. „Toen ik u kort daarop in Saarbrucken opdook, heeft Sabine u aanvankelijk voor dr. Körthe gehouden, doordat zij in uw hoed de initialen ,dr. K." of zooiets ont dekte. Ten slotte liet u echter een visite kaartje achter, waarop niet „dr. Körthe" stond, maar „dr. Kaiserlien" en daarop is Sabine bij mij gekomen om te vragen hoe zij daarmee aan moest. En toen ben ik het zaakje eens nagegaan met het resultaat, dat ik heel wat wijzer werd. Zoo weet ik b.v. ook, dat ook u in Charlottenburg met Edith Wismuth bent getrouwd. Is dat niet zoo? En toen zei ik tegen mezelf: óf u bent een bedrieger óf mevrouw dr. Körthe. En toen ben ik haar naar hier gevolgd. Eerlijk ge zegd verdacht ik aanvankelijk u en lag het in mijn bedoeling mevrouw Körthe voor u te waarschuwen. Maar mevrouw Körthe deed nog beleedigd bovendien en wilde mij nog niet eens m'n reis- en ver blijfkosten vergoeden. Bah! En nu hoop ik maar, dat u zich niet zoo klein zult toonen, want als ik een aanklacht tegen die zoo genaamde juffrouw Gotron indien, wordt zij vast en zeker vervolgd wegens biga mie." Kaiserlien walgt er van. Maar wat vindt hij eigenlijk walgelijk? Die hebberige ke rel zelf of de inhoud van zijn verhaal: Als het waar is, wat hij haar daar allemaal ver telt, heeft Edith hem schandelijk bedrogen. .Bewijs me nu maar eens", zegt hij spot tend, „dat juffrouw Wismuth inderdaad ge trouwd is geweest!" „Niets eenvouder dan dat!" antwoordt Hasenstab triomfantelijk. „U moet weten ik ben namelijk fotograaf. Ja zeker. Eigenlijk kon u wel een foto bij mij laten maken. Ik heb mijn toestel bij mij. En uw „Edith Gotron' 'heeft zich op den dag van haar huwelijk met haar echtgenoot door mij laten fotografeeren. Wilt u de foto zien? Ik heb haar bij me." Natuurlijk wiel Kaiserlien haar zien. Zóó nieuwsgierig is hij zelfs, et de traagheid, waarmee Hasenstab de foto uit het papier wikkelt hem tot wanhoop brengt. Maar dan ziet hij het ten slotte toch nog vroeg genoeg. Even wordt het hem zwart voor de oogen. Een vergissing is hier uitge sloten. De foto toont een niet bepaald jon geman met een geblaseerden trek op het afgeleefde gelaat, gekleed in rok met hoo- gen hoed en aan zijn zijde in bruidstoilet met sluier, Edith Wismuth-Gotron. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 8