Het Amerikaansche opleidingsschip
.Empire State" is Dinsdag in de haven
van Amsterdam aangekomen
De tinbaggermolen .Doejoeng", te Kinderdijk gebouwd voor de Billiton Mij., is Dinsdag naar Hoek van
Holland gesleept om naar Indië getransporteerd te worden. De .Doejoeng op de Maas te Rotterdam
Een vroolijk drietal uit Den Helder bij de vierdaagsche afstands-
marschen, die Dinsdag In de omgeving van Nijmegen zijn begonnen
Het motorjacht .Piet Hein", dat te Amsterdam in aanbouw is voor het Prinselijk
Echtpaar, zal 14 Augustus a.s. te water worden gelaten. De afwerking van het
schip is in vollen gang
De vierdaagsche afstandsmarschen zijn dezen keer begonnen met een
record aantal deelnemers en deelneemsters. Op marsch gedurende
den eersten dag
Kening Carol van Roemenië (links) werd bij zijn aankomst
■o Brussel begroet door Koning Leopold en diens broer, Prins
Karei
Charmante voetverzorging tijdens de
vierdaagsche afstandsmarschen. Een
soldaat als 'gewillig slachtoffer
FEUILLETON
WELKOM THUIS
De wonderlijke belevenissen
van dr. Kaiserlien
door
WILL AMBERG.
(Nadruk verboden).
Edith Gotron, die naar het postkantoor
was geweest, wandelde langzaam in de
richting van het hotel. Kaiserlien zag, dat
Hasenstab haar onderdanog-vertrouwelijk
aansprak. Zij scheen geen notitie van hem
te willen nemen en keerde hem met een
bruusk gebaar den rug toe. Maar daarna
scheen hij haar iets na te roepen, wat haar
er toe deed besluiten hem een oogenblik
gehoor te schenken. Zij deed dat met zicht
baren tegenzin en toen Hasenstab haar blijk
baar had meegedeeld, wat hij op het hart
had, vervolgde zij met een hoogmoedig
gebaar haar weg zonder hem te bedanken
of hem verder met een blik te verwaardi
gen; haar geheele houding bewees, dat Ha-
senstab's woorden, wat daarvan ook de
strekking mocht zijn geweest, niet den min
sten indruk op haar hadden gemaakt.
Tien minuten later zat Kaiserlien tegen
over haar' in de eetzaal. Hij was het er
niet met zichzelf over eens, of hij haar ver
tellen zou, dat hij vanuit zijn kamer getui
ge was geweest van de scène aan het
strand. Het scheen hem toe, dat zij wat ver
strooid was; bovendien vond hij haar aan
den maaltijd zwijgzamer dan gewoonlijk en
in haar bewegingen legde zij een zekere on
rust en nervositeit aan den dag, welke hij
niet van haar kende.
Teneinde haar wat afleiding te bezorgen,
stelde hij haar voor wat op het meer te
gaan roeien..
„Misschien zien wij het Alpengloeien van
de Dent du Midi!"
Zij ging onmiddellijk op dit voorstel in.
„Ik heb wat hoofdpijn", verontschuldigde
zij haar zwijgzaamheid. „Misschien doet de
frissche lucht op het water mij goed."
„Zoudt u niet wat warmers aantrekken?"
wilde hij haar adviseeren, maar op dat
oogenblik verscheen de piccolo van het ho
tel met een brief in de hand aan den in
gang van de zaal om op luiden toon te in-
formeeren: „Is hier docteur Kaiserlien? Een
aangeteekende brief voor docteur Kaiser
lien!"
Kaiserlien sprong van zijn stoel op. Dat
moesten de foto's van Sabine Vollert zijn,
welke hem zeker vein Berlijn waren na
gezonden.
„Hier!" riep hij.
Tegelijk met hem echter stond Edith Go
tron op. Tengevolge van de haast, waar
mee dat gebeurde, rolde haar stoel omver.
Kaiserlien keek haar verrast aan. In haar
oogen lag een uitdrukking van ontzetting
en eerst toen begreep hij, dat hij een groote
domheid had begaan. Hij had zich niet als
dr. Kaiserlien mogen verraden. Wat moest
zij, die hem tot dusver onder een geheel
anderen naam gekend had, van hem den
ken? Hij wilde haart tegenhouden, haar in
't kort verklaren, waarom hij zich tot dus
ver niet onder zijn waren naam bekend
had gemaakt, maar daartoe werd hem geen
gelegenheid geboden. Ostentatief keerde zij
hem den rug toe, juist zooals zij dat tevo
ren Hasenstab op het strand had gedaan.
Ik zal haar straks alles tot in de details
uiteen zetten, nam Kaiserlien zich voor,
terwijl hij het regu onderteekende. Zij zou
dan zeker begrijpen, waarom hij een schuil
naam had aangenomen en voor zoover hij
haar kende zou zij hem dat stellig niet
kwalijk nemen.
Om geen opzien te baren, volgde hij haar
niet op den voet, maar nam hij voorloopig
weer aan tafel plaats, waar hij zich geheel
aan den brief wijdde.
Zijn vermoeden blijkt juist te zijn ge
weest. Als afzendster staat op het couvert
vermeld Sabine Vollert, Saarbrucken, Les-
singstraat No. 20. Een oogenblik beeft zijn
hand, als hij het couvert opent, want de
brief moet beslissen of hij het goede spoor
gevolgd is.
En de brief beslist ook. Hij blijkt twee
foto's te bevatten, de een wat grooter dan
de ander. Maar beiden vertoonen zij het
conterfeitsel van dezelfde knappe jongeda
me, het conterfeitsel van Edith Gotron!
n.
Kaiserlien hokt op een chaiselongue in
zijn kamer en steunt het hoofd zwaar in
de handen. Op de film plegen misdadigers
den eersten nacht binnen de gevangenis
muren in een dergelijke wanhopige hou
ding door te brengen. Hij tracht regelma
tig te denken, maar slaagt daarin niet; zijn
gedachten zijn als verlamd. Naast hem lig
gen de foto's, welke, Sabine Vollert hem
heeft gezonden. Onafgebroken staart hij er
naar, maar hun beteekenis dringt niet tot
hem door. Af en toe mompelt hij den naam
„Edith Wismuth", maar de klank van deze
beide woorden wekt geen enkele herinne
ring bij hem op. Er is dit uur iets in hem
uitgebluscht; een wereld van geloof en hoop
is voor hem ten onder gegaan.
Van het strand klinken de melodieën
van het Kurorkest, dat om dezen tijd het
avondconcert intoneert; hij hoort het niet.
De naderende avond hult het vertrek in
schemerdonker; hij bemerkt het niet. Een
kamermeisje treedt binnen om de laatste
toebereidselen te treffen voor den nacht,
maar als zij hem ontwaart, stamelt zij een
excuus en verwijdert zich schielijk het
dringt niet tot hem door. Geruimen tijd zit
hij zoo, misschien een uur, misschien twee
wellicht drie. Tot
Tot er plotseling op ongewoon dringen
de wijze aan de deur wordt geklopt. Dat
kloppen doet hem uit zijn gepeins ontwa
ken Eensklaps herinnert hij zich de manier,
waarop veertien dagen geleden deurwaar
der Muschmann in hotel „Excelsior" ver
zocht om toegelaten te worden. Instinctief
vermoedt hij gevaar.
Het kloppen wordt dreigender.
Dan opent hij de deur.
i Voor hem staan twee politie-agenten:
„Monsieur Kyrmayer?" vraagt een hunner,
beleefd, want beleefdheid tegenover eiken
vreemdeling is in Montreux de hoogste
plicht, ook voor politiemenschen.
Verdraaid, combineert Kaiserlien onmid-
delijk, als hij de uniformen ontwaart, op
deze manier moet hij dus voorloopig onscha
delijk worden gemaakt. Een geraffineerde
streek van Edith Wismuth-Gotron; vóór
het misverstand opgehelderd is, zal zij
zich natuurlijk allang uit de voeten hebben
gemaakt. Het beste is in ieder geval tegen
over deze menschen open kaart te spe
len.
„Als u dat wilt, monsieur Kyrmayer!"
antwoordt hij laconiek. „Wat mij betreft
overigens ook dr. Kaiserlien.
De agenten wisselden een korten blik van
verstandhouding, zoo ongeveer, alsof zij
zeggen wilden: Dat gaat gemakkelijker dan
wij gedacht hadden.
„U geeft dus toe, dat uw ware naam niet
Kyrmayer is, maar Kaiserlien?"
„Ja, dat geef ik toe!" Hij is benieuwd, wat
er nu zal gebeuren.
„Dan zult u begrijpen, dat wij u moeten
verzoeken ons te volgen."
„Alleen daarom?"
„Ja, zeker!"
„Wordt het zich inschrijven onder een
valschen naam in het vreemdelingenboek
dan als een zóó staatsgevaarlijke daad be
schouwd, dat men daarvoor onmiddellijk
naar het politiebureau moet worden ge
sleept?"
„Het komt er op aan, waarom men een
verkeerden naam opgeeft."
„En waarom zou ik dat dan gedaan heb
ben?" vraagt Kaiserlien. Het antwoord, dat
nu volgen zal, weet hij reeds, maar het zal
hem een voldoening zijn te constateeren,
dat hij het aan het rechte eind heeft ge
had.
„Omdat u een oplichter bent. die onder
verscnillende namen optreedt."
Dat klopt geheel met zijn vermoedens;
men wil hem dus achter de tralies zetten,
omdat een ander zich onder zijn naam aan
oplichterijen heeft schuldig gemaakt.
„Natuurlijk ben ik een oplichter!" zeg!
hij nijdig en in zijn woede laat hij zich ver
leiden tot 'n eenigszins misplaatste vervoe
ging van het onderhavige werkwoord: „Ih
licht op jij licht op hij licht op
maar mij gaat helaas geen licht op. Wat hel
ik dan eigenlijk opgelicht?"
(Wordt vervolgd).