DINSDAG 27 JULI 1937 BESTRIJDING VAN MEELDAUW OP ROZENBLADEREN. Vanmorgen heeft de heer J. de Krey, die een nieuw chemisch bestrijdingsmiddel tegen den meeldauw, een zwam, die de bla deren van rozen aantast, heeft samenge steld, met medewerking van den planten- ziektekundigen dienst en het bestuur van het „Vondelpark" in het rosarium van het Vondelpark te Amsterdam een demonstratie met dit nieuwe middel gegeven. Reeds vroe ger waren in samenwerking met den pian- tenziektekundigen dienst al eenige proe ven genomen, die een goed resultaat op leverden. Ook nu weer volgde de planten- ziektekundige dienst met groote belang stelling de resultaten van deze demonstra tie. Behalve als bestrijdingmiddel tegen meel dauw, heeft het preparaat ook nog in- secten-doodende waarde. NIEUWE VOGELWET 1 OCTOBER IN WERKING? Uitvoeringsmaatregelen worden gereedgemaakt. Naar wij vernemen ligt het in het voor nemen van de regeering de nieuwe Vogel- wet met ingang van 1 October a.s. in wer king te doen treden. Een commissie van bijstand houdt zich thans bezig met het ontwerpen der uitvoeringsmaatregelen. De centrale landbouworganisaties, die zich zeer voor het vogelvraagstuk interes seeren op grond van de groote belangen, welke de land- en tuinbouw vooral by de bescherming van nuttige vogels hebben, hebben tot de regeering het verzoek ge richt, over den inhoud van den algemee- nen maatregel van bestuur advies te mo gen uitbrengen. VRIJWILLIG NAAR DUITSCHLAND GEGAAN. Antwoord op vragen betreffennde de gebr. Holland. Ten vervolge op de beantwoording van vragen van den heer Boon, betreffende het doen van stappen bij de Duitsche Re geering tot onmiddellijke invrijheidstelling van de door Duitsche beambten gearres teerde gebroeders Holland, heeft de minis ter van buitenlandsche zaken a.i., dr. H. Colijn, medegedeeld, dat uit het ingestelde onderzoek naar aanleiding van de gevan genneming in Duitschland op 27 Maart 1937 van de Duitsche onderdanen A. Th. en J. H. Holland, eerstgenoemde wonende te Twistede in Duitschland en de andere wo nende te Well, gemeente Bergen, in Lim burg. is gebleken, dat deze vreemdelingen vrijwillig naar Duitschland zijn gegaan naar Duitschland zijn gegaan naar aanleiding van een hun door een Duitsche douanebe ambte mondeling overgebracht verzoek om met een anderen hun bekenden Duitschen douanebeambte te komen spreken. Deze beide Duitschers, die zich uit hoof de van hun beroep herhaaldelijk in Duitschland bevonden, hebben niet ge vraagd, waarover de douanebeambte hen wenschte te spreken en zijn, na het vertrek van den eersten douanebeambte, op eigen gelegenheid naar Diutschland vertrokken alwaar zij vervolgens zijn aangehouden. Na 4 weken is J. H. Holland in vrijheid gesteld, terwijl zijn broeder A. Th. Holland, die in Duitschland nog een gevangenisstraf van 3 maanden te goed had, in verzekerde be waring gehouden is. BEVROREN VARKENS TER BESCHIKKING. Bestemd voor de vleesehwaren- fabricage. De Ned. Veehouderijcentrale heeft aan de gewone afnemers van zachte en bescha digde baconvarkens bericht, dat met in gang van Maandag 26 Juli door haar be vroren varkens beschikbaar zullen worden gesteld. Deze bevroren varkens, die dus bestemd zijn voor de vleesch warenfabrica- ge, worden verkocht zonder reuzel, nieren, voorpooten en kalen kop. De varkens zijn ingedeeld in 3 gewichts klassen, t.w.: klasse L. van circa 90 tot 120 K.G. geslacht gewicht; klasse M. van 120 tot 140 K.G. geslacht gewicht, en klasse Z. boven de 140 K.G. geslacht gewicht. De prijzen die van week tot week zullen worden vastgesteld, zijn voor dc week van 26 t/m 31 Juli als volgt: klasse L. ƒ0.63 per K.G.; klasse M. ƒ0.62 per K.G.; klasse Z. 0.61 per K.G., franco station van be stemming. Het minimum aantal varkens dat per week afgenomen moet worden, be draagt 10 stuks, terwijl betaling direct na ontvangst der varkens moet geschieden. Er zal voor geen grooter bedrag geleverd kun nen worden dan het bedrag der Dankgaran- tie, die de afnemers bij de Ned. Veehou derijcentrale hebben gesteld. Onder geen beding zal van deze bepaling worden af geweken. Invoerrecht op vleesch. De minister van Financiën brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de com missie van deskundigen voor de vaststel ling van de prijscourant op versch en ge koeld vleesch in haar vergadering van 23 dezer bedoelde prijscourant heeft vastge steld als volgt: Rund- en kalfsvleesch, versch of gekoeld, 100 kg. 70. Paardevleesch, versch of gekoeld, 100 kg. ƒ55. Gedurende de maand Augustus 1937 zal mitsdien het invoerrecht voor de hierboven bedoelde vleeschsoorten bedragen: 20 pet. van de aldus vastgestelde waarde voor het rund- en kalfsvleesch, zijnde 14 per 100 kg. bruto; \2y, pet. van de waarde, voor het paar devleesch vastgesteld, zijnde 6.87^ per 100 kg. bruto. VOOR DE JAMBOREE. Naar wij vernemen zullen de Indische padvinders in de gelegenheid worden ge steld, de voor Prinses Juliana en Prins Bernhard meegebrachte geschenken aan te bieden op 4 Augustus, tijdens het koninklijk bezoek aan de Jamboree. Mocht de Prinses alsdan niet aanwezig kunnen zijn, dan zal de Prins de geschen ken mede namens de Prinses aanvaarden. MELKWOL VOOR DAMES- EN HEERENSTOFFEN. Een goedkooper en meerwaardiger product. Zooals bekend is men in Italië begon nen met uit ondermelk (d.i. melk, waarvan de room vervaardigd is), een vezel te be reiden, welke in bijna elk opzicht de wol kan vervangen. In ons land is de A.K.U. er in korten tijd in geslaagd eveneens uit ondermelk wol te vervaardigen en zelfs enkele bezwaren, welke aan het Italiaansche product kleven, te ondervangen. Het weekblad „De Manufacturier" deelt omtrent deze melkwol o.a. het volgende mede: De melkwol, die de A.K.U. thans levert, behoeft in geen enkel opzicht voor natuur lijke wol onder te doen. Alle eigenschap pen, die wol zoo bij uitstek geschikt ma ken voor de kleedingfabricage, bezit de melkwol eveneens, ja, in sommige opzich ten overtreft zij wol. Daarbij heeft de melkwol het voordeel, dat zij tijdens de fabricage geheel op de zelfde wijze behandeld kan worden als wol. Voor spinnen, weven, verven en apprè- teeren behoeven dus geen bijzondere ma chines of andere verfstoffen of nieuwe werkmethodes toegepast te worden. Uitvoerige proeven werden door de N.V. Van Dooren Dams' Textielfabrieken te Tilburg, in samenwerking met de A.K.U. van het begin af genomen. Daardoor werd de fabricage van melkwol direct gericht naar het meest economische en voor de practijk meest bruikbare product. De verhouding 50 pet. wol en 50 pet. melkwol heeft de beste resultaten opgele verd en doet de goede eigenschappen zoo wel van de wol als van de melkwol het meest naar voren komen. De melkwol geeft een iets voller en vaster gevoel, terwijl door de wol voldoende poreusheid behou den blijft. Behalve in japonstoffen zijn ook uitste kende resultaten bereikt met damesman telstoffen en kamgaren heerenstoffen. Daar de prijs van melkwol lager is dan van wol, zal het gebruik van melkwol by deze zwaardere artikelen den kostprijs be duidend verlagen. De productie van melkwol is thans nog te gering, om aan alle aanvragen te vol doen. Door de A.K.U. wordt echter alles in het werk gesteld, om binnen betrekkelijk en korten tijd een grootere fabrieksinstallatie in bedrijf te kunnen stellen. De fabricage van melkwol zal voor ons land van groote economische beteekenis zijn. Groote hoeveelheden ondermelk, wel ke nu betrekkelijk waardeloos zijn, zullen voor de fabricage van melkwol kunnen worden gebruikt. In tegenstelling met Ita lië, waar men de uit ondermelk gefabri ceerde caseïne in ons land moet koopen, kan de A.K.U. de ondermelk direct tot melkwol verwerken, hetgeen extra bewer kingen en vrachtkosten uitspaart. In de wolverwerkende industrie bestaat voor melkwol groote belangstelling. Nu is een product gevonden, dat goedkooper is dan wol, doch niet, zooals bij gebruik van katoen of kunstzijde-afval, de stof een min derwaardig aanzien geeft. Het is dan ook te verwachten, dat de melkwol een goede toekomst heeft. BURGEMEESTERS. Bij Kon., besluit is benoemd tot burge meester der gemeenten Noordeloos, Hoog- blokland en Hoornaar D. C. de Leeuw, met toekenning van gelijktijdig eervol ontslag als burgemeester der gemeenten Schoonre- werd en Hei- en Boeicop. Bij Kon. besluit is aan jhr. H. A. van Doorn eervol ontslag verleend als burge meester der gemeente Oost- en West-Sou burg. Machinefabriek „Breda" geeft loonsverhooging. De samenwerkende Algemeene R.K. en Christelijke metaalbewerkersbonden had den bij de machinefabriek „Breda" 10 pet. loonsverhooging en één week vacantie ge vraagd. Na een tweetal conferenties ten kantore van den Metaalbond, verklaarde de directie zich bereid de uurloonen van 97 personen van 30 jaar en ouder met gemiddeld 5.2 pet. te verhoogen, terwijl zij de uurloonen van 215 personen beneden 30 jaar bereids met gemiddeld 9.4 pet. had verhoogd. Voor dit jaar wenschte zij echter de va cantie niet verder te verlengen. Deze be droeg vorig jaar 1% en nu 3 dagen. Notaris D. W. van Niekerk. f Te 's-Gravenhage, waar hij tijdelijk ver toefde, is Zaterdag overleden de heer D. W. van Niekerk, notaris te Haarlem. De heer Van Niekerk werd 5 Augustus 1871 te Utrecht geboren en werd na vol tooiing van zijn studie candidaat-notaris te 's Hertogenbosch. In 1904 werd hij benoemd tot notaris te Haarlem. De begrafenis zal Woensdagmorgen ge schieden op de R.-K. Begraafplaats te Haarlem. DE LEIDSCHE COURANT VAN M'N BOEKENTAFEL Godfried Bomans. Memoires of Gedenkschriften van Mr. P. Bas. Thijmfonds, Rotterdam. Wat is het gelukkig, dat onder de vele ernstige menschen, die boeken schrijven, de menschen van de zwaarwichtige pro blemen en de levenstragiek, er plotseling een kan opstaan, die zoo onbezorgd en zoo onbevangen als een fluitende straatjongen een figuur in het leven kan roepen als Pie- ter Bas. Men heeft bij dit boek gespro ken over een nieuwe Camera Obscura; hiermee is de richting er van inderdaad ge karakteriseerd. Er klinkt een toon van mil de ironie in dit boek, een boek, dat, zoo als de schrijver zelf zegt, niet „af" is. Een aantal grepen uit een menschenleven, waar in het koddig-gewichtige van veel situa ties uit onze burgerlijke samenleving zoo helder aan het licht treedt. Men vraagt zich bij de lezing van dit boek wel eens af, wat juist -de bedoeling van den schrijver is, waar hij ernstig en waar hij ondeu gend is, maar ik vind, dat we de proble- mel maar niet met een nieuw vermeerde ren moeten. Wie een donker uur heeft, leze dit boek. Het laat iemand gul en hartelijk lachen om malligheden, die hij zelf onge twijfeld ook eens ooit heeft uitgehaald. Zoo'n lach is zoo gezond! Want gewoonlijk zullen we eerst dan van onze dwaasheden genezen zijn, als we er zelfs eens echt van harte om gelachen hebben. Jan Nieuwenhuis. De witte wandelaar. Met penteekeningen van Cuno van der Steene. Thijmfonds, Rotterdam, uitgav.e van het Thijmfonds is een detective-roman van een heel bijzondere soort. Een vlotgeschreven boek, waarin de spanning niet ontbreekt, waarin ons op ra ke intelligente manier een aantal menschen wordt uitgeteekend, maar waarin ons te vens soms plotseling op een diepe en hei lige waaarheid gewezen wordt. Het boek loopt natuurlijk heel anders af, dan men zou verwachten, maar door het onwaar schijnlijke van de situaties heen, wordt ons in enkele worden een kostbare les gege ven over waarheden, die voor ons leven on eindig belangrijk zijn. De schrijfwijze doet denken aan Father Brown van Chesterton, soms ook aan Dickens, maar verkreeg vol doende eigen accent, om literair verant woord te zijn. Het is een gelukkig ver schijnsel, dat wij onder onze Katholieke schrijvers menschen krijgen, die zich tot zulk een boek geroepen voelen en er de juiste toon voor weten te vinden. De vaar dige pen van Cuno van der Steene teeken- de een aantal geestige illustraties. Dr. H. v. R. EEN NIEUWE POPULAIRE VONDEL UITGAVE. Vondel nader brengen tot deze generatie, zal niet bereikt kunnen worden door lou ter en alleen Vondel's werk te publicee- ren. Vondel zal aan ons volk verklaard moe ten worden en dan zal men de schoonheid van zijn werk leeren verstaan en begrij pen. Deze waarheid indachtig, heeft het „Thijmfonds", in samenwerking met de Uitgeverij „Vox Romana" te Schiebroek, een Vondel-uitgave voorbereid, samenge steld door den bekenden Vondelkenner p. Maximilian us. Dat de samensteller in zijn werk is ge slaagd, mag bewezen worden door het feit, dat het dr. van Gilsfonds aan deze uit gave zijn medewerking wilde verleenen. Binnen enkele dagen zal het boek, dat een omvang van circa 400 pagina's heeft, bij de boekhandel verkrijgbaar zijn. LAND- EN TUINBOUW STAND DER GEWASSEN OP 19 JULI 1937 Het onderstaande overzicht betreffende den stand der gewassen op 19 Juli 1937 is, onder medewerking der Rijkslandbouwcon- sulenten, samengesteld naar gegevens, ver strekt door de correspondenten der Directie van den Landbouw. Behoudens een paar uitzonderingen is de stand der gewassen sedert het laatst gepu bliceerde oogstbericht vooruitgegaan, zon der dat deze evenwel normaal kan worden genoemd. Het blijkt thans wel duidelijk, dat de zaaiperiode voor het meerendeel der ge wassen te vochtig is geweest. Door de lang durige regens in den winter en in het voor jaar is de structuur van den bodem door- eengenomen ongunstig geworden, wat van zelfsprekend op den stand van de meeste gewassen van grooten invloed is geweest. De stand der tarwe is ongeveer gelijk ge bleven. Dooreengenomen is deze wat hol. Legering treedt weinig op. Voetziekten worden wel aangetroffen, doch deze plaag is veel minder dan in het vorige jaar. De stand kan goed tot vrij goed worden ge noemd. Op lichtere gronden is men reeds met het maaien der rogge begonnen. De stand is de laatste weken aanmerkelijk vooruitgegaan en dooreengenomen belooft de oogst goed tot vrij goed te worden. In vele streken klaagt men evenals bij de tarwe over een te dunnen stand. In de Veenkoloniën heeft de rogge zich tot een goed gewas ontwik keld. De wintergerst is vrijwel gemaaid. De stand was goed en men verwacht algemeen een behoorlijk beschot. De zomergerst heeft van de droogte te lijden gehad. De stand kan goed tot vrij goed worden genoemd. De stand der haver is goed en naar alle waarschijnlijkheid zal het gewas een nor malen oogst geven. Bij de zwarte haver komt plaatselijk legering voor. In de veldboonen treedt gedurende de laatste week zoowel in het noorden als zuidwesten des lands vrij veel luisaantas- ting op, die op veel plaatsen schade aan richt. De stand was tot dusver goed tot vrij goed te noemen. De stand der erwten is sedert midden Juni nog verder achteruitgegaan. Vele per- ceelen vertoonen een slecht gewas. Fusa- rium, voetziekte, knopmade-aantasting en St. Jansziekte treft men vrij veel aan. De stamboonen vertoonen dooreengeno men een vrij goed gewas. De stand van het vlas was eveneens iets vooruitgegaan. In het Noorden des lands heeft het gewas zich beter ontwikkeld dan in het Zuidwesten. In deze streken was het gewas zwaar, in verband waarmede men het vroeg heeft getrokken. De stand van het koolzaad kon kort vóór het oogsten goed tot vrij goed worden ge noemd. Bij het dorschen blijken de op brengsten evenwel niet mee te vallen. De stand der karwij, welk gewas ook reeds is geoogst, ging gedurende de laatste weken van de groeiperiode achteruit. Het gewas begon plaatselijk doode planten- en stengeldeelen te vertoonen en de reeds ge- dorschte velden vallen in opbrengst tegen. Mosterdzaal vertoont een goeden stand, evenals het suikerbietenzaad. Ook de consumptie-aardappelen hebben hebben zich hersteld, zoodat de stand thans nagenoeg goed is te noemen. Ziekten, voor al virusziekten, schijnen nogal voor te komen. De opbrengst van vroeg gerooide perceelen valt dooreengenomen tegen. De fabrieksaardappelen zullen naar alle waarschijnlijkheid een goeden oogst opleve ren. Phytophtora begint intusschen pleks- gewijze in dit gewas op te rtden. De suikerbieten vertoonen op de goed ont waterde perceelen een zeer goeden stand. Waar het aan een goede ontwatering hapert, is het gewas maar matig. In Zeeland komt in de suikerbieten in vrij sterke mate luis- aantasting voor. Dooreengenomen kan de stand goed tot vry goed worden genoemd. De stand der uien is vrij goed. Vele per ceelen zyn eenigszins dun en de made van de uienvlieg veroorzaakt o.a. in Zeeland vrij veel schade. De stand der voederbieten is goed. Roode en witte klaver vertoonen even eens een goed gewas, terwijl sedert het laat ste oogstbericht ook de stand der lucerne aanmerkelijk is vooruitgegaan. De stand van het grasland is door de droogte belangrijk achteruitgegaan, zoodat deze van goed tot zeer goed in Juni, thans tot vry goed is gedaald. Ook het etgroen heeft zich onvoldoende kunnen ontwikkelen. De regenval geduren de de laatste dagen heeft evenwel reeds eenige verbetering gebracht De opbrengsten van grashooi en klaver- hooi zijn zeer ruim geweest. WENKEN VOOR IEDERE MAAND. 2e helft Juli. Het bereiden van de Jam. Zij, die zoo ge lukkig zijn een niet al te kleinen tuin te bezitten, hebben vaak in het volst van den vruchtentij d zooveel te plukken dat ze met hun gezin niet alles versch gebruiken kun nen. Het overschietende verkoopen zal me nigeen niet willen. En daarom zullen er on der de lezers (of lezeressen) waarschijnlijk wel zijn, die hun overvloed van fruit tot jam wenschen te verwerken, om er zoo doende nog in den winter van te kunnen genieten. Ook onder de niet-bezitters van een tuin zijn er zeker wel, die liever zelf hun jam bereiden, dan ze te koopen, om dat men in het laatste geval niet altijd ver zekerd is van een goede kwaliteit. Voor het bereiden van jam kiest men goed rijp fruit uit; mooi en gaaf behoeft het niet te wezen; wat minder geschikt is voor tafelgebruik, kan nu nog zeer goed dienst doen. In de eerste plaats wordt het nu flink gewasschen, zoodat het gezuiverd wordt van zand, slakkensporen, enz. Bij frambo zen lette men er op, dat de daarin vaak voorkomende „wormpjes" verwijderd wor den. Pitten, stelen, enz. worden natuurlijk verwijderd. Nu wordt het fruit in een goed geëmailleerde pan gedaan; een ijzeren pan kan volstrekt niet dienen, wijl de jam daarin een leelijke, blauwachtige kleur en een onaangenamen smaak krijgt. Water be hoeft men er niet bij te voegen; het water, dat er bij het wasschen tusschen blijft, is voldoende, als men n.l. de vruchten niet op een vergiet heeft laten uitlekken. De bij te voegen hoeveelheid broodsuiker is verschil lend: voor 1 pond aardbeien of aalbessen heeft men noodig 3 ons suiker, voor 1 pond kersen zonder pitten en stelen 1/2 pond; evenzoo voor frambozen, kruisbessen, prui men, bramen. Nu laat men den inhoud der pan op een zacht vuurtje koken, zonder deksel, waarbij men nu en dan roert, om aanbranden te voorkomen en het verdampen van het wa ter te bevorderen. Bemerkt men, dat de vruchten niet goed fijn gaan, dan drukt men ze met een vork wat stuk. Is de jam een stroopdikke massa geworden, wat na VA a 2 uur het geval is, dan giet men ze in potjes. Laat men ze te kort koken dan loopt men gevaar dat ze later gaat gisten, terwijl men bij telang koken te veel aan gewicht verliest. Nadat de jam afgekoeld is, bedekt men deze met een juist passend cirkelvormig stukje papier, dat men te voren gedrenkt heeft in brandewijn. Daarna giet men nog een weinig brandewijn op het papiertje en sluit het potje terstond met perkamentpa pier. Flesschen met een schroefdeksel zijn natuurlijk ook zeer goed. Als men nu de jam op een koele, frissche plaats bewaart, kan men er den heelen winter van genie ten, zelfs tot het begin van den volgenden zomer, als het versche fruit weer in aan tocht is. De aldus met zorg bereide jam gist of schimmelt niet; een veeljarige ervaring heeft ons dit geleerd. Men kan natuurlijk TWEEDE BLAD - PAG. 8 verschuilende vruchten vermengen en dus zooveel soorten bereiden als men wil. Ieder zal zijn smaak dus kunnen bevredigen. Ook van kruisbessen en bramen kan men heer lijke jam bereiden, ofschoon de laatste mo gelijk naar sommiger oordeel wel wat te groote harde zaadjes bevat. De kosten zijn niet groot; men krijgt zuivere, heerlijke jam voor veel lagere prijzen. Onze frambozen zijn nu op hun mooist. Dagelijks kan men genieten van die roode samengestelde steen vruchtjes, die zoo ge makkelijk van hun pit loslaten. „Met of zonder", zoo vragen de tuinjongens, wan neer ze frambozen moeten plukken, waar mee ze eenvoudig bedoelen of ze met de pit of zonder deze geplukt moeten worden. Pit is plantkundig wel niet erg zuiver, maar we zullen dat witte puntje, dat er overschiet wanneer we de vruchten er af trekken, nu maar zoo betitelen. Laten we die pitten aan de struiken, dan zijn de frambozen veel gauwer weg, ze houden zich niet zoo mooi; 't ligt voor de hand, want door de ontstane holte heeft de vrucht niets geen weerstandsvermogen meer, en een framboos is toch al zoo'n teer popje. Plukken we onze frambozen met een klein steeltje, dus met het pitje er bij, dan lijden ze lang zooveel niet, ze zijn veel beter te hanteeren en op de dessertschaal hebben ze vrij wat meer oog. De appels zijn thans in volle rui, zooals men dat noemt, d.i. vele kleine vruchten ter grootte van een goeden knikker laten ze vallen. De af gevallen vruchten mogen ni^ blijven lig gen, maar moeten verwijderd worden. UIT DE LAND- EN TUINBOUWWERELD. Windeieren. Eieren zonder schaal heeft men den naam van „windeieren" gegeven. Eigenlijk een heel verkeerde naam; men zou, als men niet beter wist, gaan denken, dat er in zoo'n ei, in plaats van eiwit en dooier, misschien „wind", en dat beteekent in de volkstaal „lucht", voorkwam. Het tegendeel is echter waar, in een zoogenaamd windei, vindt men dikker dooier en meer eiwit dan in een gewoon ei van dezelfde hen. Wie dat gaat nameten, zal zien, dat dit zoo is. Wanneer leggen de hennen windeieren? In 't begin van 't legsel. Onder „legsel" ver staan we het geheele getal eieren, dat de gewone kip produceert, vóór ze broedsch wordt. Iemand, die de eieren van een geheel legsel bewaart, zal opmerken, dat de eerst- gelegde eieren de grootste zijn, en dat die langzamerhand, iets kleiner worden. Bij alle vogels is dat aldus, zelfs bij een legsel van slechts 5 eitjes, b.v. in een kanarienest, zal men die opmerking kunnen maken. Bij kippen is gewoonlijk het derde of vierde ei van 't legsel het dikst, want dan werkt de natuur het sterkst. En dan zal ook men lette hierop maar eens nauwkeurig het leggen van eieren zonder schaal het eerst en het meest voorkomen. Want de bloedrijkheid der kip is dan het meest ge concentreerd in de voorttelingsorganen. Het ei wordt dan in minder dan normalen tijd gevormd en hierop zit in deze de zaak vast het opvolgende ei verdringt dan wel eens het voorgaande, zoodat er geen tijd blijft, dat zich hierom de schaal vormt, en er wordt dus een windei gelegd. Boven dien: waar concentratie is van bloedrijk- dom, daar is ook prikkeling in de omge legen deel en: meer behoefte dus aan be vruchting door 't mannelijk dier; en wan neer daaraan heel dikwijls wordt voldaan, abnormale prikkeling. Iemand, die er steeds op uit was de beste eierlegsters te hebben, deelde als zijn erva ring het volgende mee: als hij een jonge hen had, die nu en dan eieren legde zonder schaal, windeieren dus, dan dacht hij altijd: „Dat wordt een beste, die moet aangehou den worden voor de teelt", en de ervaring had hem steeds gelijk gegeven. En hij had niet meer dan ieder ander die goed voederde en een goed soort kippen had, last van windeieren. We weten niet of hij gelijk had. Ook vertelde dezelfde kippenfokker als zijn ondervinding, dat geheele verandering van voeder opeens, alras het gebrek ophief. Ge heele verandering van voeder behoefde het slechts te zyn, géén vermindering. Verlies door regenval of anderzins? Na den veelvuldigen neerslag in den herfst en winter van 1936 hoorde men door vele boe ren de vraag stellen: of van het fosforzuur in het slakkemneel niet veel verloren zou zijn gegaan, dat naar den ondergrond zou zijn verdwenen met het regenwater. Het onderzoek heeft meermalen aangetoond, dat men dienaangaande gerust kan zijn, en dat men dus zonder vreest vóór den winter de meststof kan uitzaaien en door den grond werken. Bij scheikundig onderzoek bleek namelijk, dat van het fosforzuur weinig of niets was weggeraakt. Een andere vraag, welke dikwijls is en wordt gedaan, luidt: of het niet weggezakte fosforzuur niet bederft. Men bedoelt hiermee, of geen verlies te duchten is, doordat het fosforzuur mogelijk verandering ondergaat en daardoor minder geschikt wordt voor de voeding der plant. Ook hieromtrent kan men gerust zijn. Het fosforzuur van het slakkenmeel is daarin gebonden aan kalk. Wordt dit laatste in den bodem van het eerste gescheiden, dan vindt dit wel een andere stof, bijv. ijzer, waar mee het een verbinding aangaat, 't Fosfor zuur wordt daardoor wel wat moeilijker oplosbaar, maar dit belet de opname door de plantenwortels niet. Het slakkenmeel is namelijk zóó fijn verdeeld, dat de planten wortels er gemakkelijk op kunnen inwer ken, en in den regel werken die sterk. Alle werkingen van den grond zijn niet na te speuren, daarvoor zijn ze te afwisselend en te talrijk, maar men mag zich verzekerd houden, dat door bederf zoo min als door wegzakken beduidend verlies van het fos forzuur in slakkenmeel plaats vindt. Met kali is het eenigszins anders, het onderzoek gaf daaromtrent eenigszins verschillende uitkomsten: in zeer doorlatende gronden kan eenig verlies worden geconstateerd na regenval, maar in goed land was dit toch gering.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 8