DINSDAG 27 JULI 1937
BESTRIJDING VAN MEELDAUW OP
ROZENBLADEREN.
Vanmorgen heeft de heer J. de Krey, die
een nieuw chemisch bestrijdingsmiddel
tegen den meeldauw, een zwam, die de bla
deren van rozen aantast, heeft samenge
steld, met medewerking van den planten-
ziektekundigen dienst en het bestuur van
het „Vondelpark" in het rosarium van het
Vondelpark te Amsterdam een demonstratie
met dit nieuwe middel gegeven. Reeds vroe
ger waren in samenwerking met den pian-
tenziektekundigen dienst al eenige proe
ven genomen, die een goed resultaat op
leverden. Ook nu weer volgde de planten-
ziektekundige dienst met groote belang
stelling de resultaten van deze demonstra
tie.
Behalve als bestrijdingmiddel tegen meel
dauw, heeft het preparaat ook nog in-
secten-doodende waarde.
NIEUWE VOGELWET 1 OCTOBER IN
WERKING?
Uitvoeringsmaatregelen worden
gereedgemaakt.
Naar wij vernemen ligt het in het voor
nemen van de regeering de nieuwe Vogel-
wet met ingang van 1 October a.s. in wer
king te doen treden. Een commissie van
bijstand houdt zich thans bezig met het
ontwerpen der uitvoeringsmaatregelen.
De centrale landbouworganisaties, die
zich zeer voor het vogelvraagstuk interes
seeren op grond van de groote belangen,
welke de land- en tuinbouw vooral by de
bescherming van nuttige vogels hebben,
hebben tot de regeering het verzoek ge
richt, over den inhoud van den algemee-
nen maatregel van bestuur advies te mo
gen uitbrengen.
VRIJWILLIG NAAR DUITSCHLAND
GEGAAN.
Antwoord op vragen betreffennde de gebr.
Holland.
Ten vervolge op de beantwoording van
vragen van den heer Boon, betreffende
het doen van stappen bij de Duitsche Re
geering tot onmiddellijke invrijheidstelling
van de door Duitsche beambten gearres
teerde gebroeders Holland, heeft de minis
ter van buitenlandsche zaken a.i., dr. H.
Colijn, medegedeeld, dat uit het ingestelde
onderzoek naar aanleiding van de gevan
genneming in Duitschland op 27 Maart 1937
van de Duitsche onderdanen A. Th. en J.
H. Holland, eerstgenoemde wonende te
Twistede in Duitschland en de andere wo
nende te Well, gemeente Bergen, in Lim
burg. is gebleken, dat deze vreemdelingen
vrijwillig naar Duitschland zijn gegaan naar
Duitschland zijn gegaan naar aanleiding
van een hun door een Duitsche douanebe
ambte mondeling overgebracht verzoek om
met een anderen hun bekenden Duitschen
douanebeambte te komen spreken.
Deze beide Duitschers, die zich uit hoof
de van hun beroep herhaaldelijk in
Duitschland bevonden, hebben niet ge
vraagd, waarover de douanebeambte hen
wenschte te spreken en zijn, na het vertrek
van den eersten douanebeambte, op eigen
gelegenheid naar Diutschland vertrokken
alwaar zij vervolgens zijn aangehouden. Na
4 weken is J. H. Holland in vrijheid gesteld,
terwijl zijn broeder A. Th. Holland, die in
Duitschland nog een gevangenisstraf van
3 maanden te goed had, in verzekerde be
waring gehouden is.
BEVROREN VARKENS TER
BESCHIKKING.
Bestemd voor de vleesehwaren-
fabricage.
De Ned. Veehouderijcentrale heeft aan
de gewone afnemers van zachte en bescha
digde baconvarkens bericht, dat met in
gang van Maandag 26 Juli door haar be
vroren varkens beschikbaar zullen worden
gesteld. Deze bevroren varkens, die dus
bestemd zijn voor de vleesch warenfabrica-
ge, worden verkocht zonder reuzel, nieren,
voorpooten en kalen kop.
De varkens zijn ingedeeld in 3 gewichts
klassen, t.w.: klasse L. van circa 90 tot 120
K.G. geslacht gewicht; klasse M. van 120
tot 140 K.G. geslacht gewicht, en klasse Z.
boven de 140 K.G. geslacht gewicht.
De prijzen die van week tot week zullen
worden vastgesteld, zijn voor dc week van
26 t/m 31 Juli als volgt: klasse L. ƒ0.63
per K.G.; klasse M. ƒ0.62 per K.G.; klasse
Z. 0.61 per K.G., franco station van be
stemming. Het minimum aantal varkens
dat per week afgenomen moet worden, be
draagt 10 stuks, terwijl betaling direct na
ontvangst der varkens moet geschieden. Er
zal voor geen grooter bedrag geleverd kun
nen worden dan het bedrag der Dankgaran-
tie, die de afnemers bij de Ned. Veehou
derijcentrale hebben gesteld. Onder geen
beding zal van deze bepaling worden af
geweken.
Invoerrecht op vleesch.
De minister van Financiën brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat de com
missie van deskundigen voor de vaststel
ling van de prijscourant op versch en ge
koeld vleesch in haar vergadering van 23
dezer bedoelde prijscourant heeft vastge
steld als volgt:
Rund- en kalfsvleesch, versch of gekoeld,
100 kg. 70.
Paardevleesch, versch of gekoeld, 100 kg.
ƒ55.
Gedurende de maand Augustus 1937 zal
mitsdien het invoerrecht voor de hierboven
bedoelde vleeschsoorten bedragen:
20 pet. van de aldus vastgestelde waarde
voor het rund- en kalfsvleesch, zijnde 14
per 100 kg. bruto;
\2y, pet. van de waarde, voor het paar
devleesch vastgesteld, zijnde 6.87^ per
100 kg. bruto.
VOOR DE JAMBOREE.
Naar wij vernemen zullen de Indische
padvinders in de gelegenheid worden ge
steld, de voor Prinses Juliana en Prins
Bernhard meegebrachte geschenken aan te
bieden op 4 Augustus, tijdens het koninklijk
bezoek aan de Jamboree.
Mocht de Prinses alsdan niet aanwezig
kunnen zijn, dan zal de Prins de geschen
ken mede namens de Prinses aanvaarden.
MELKWOL VOOR DAMES- EN
HEERENSTOFFEN.
Een goedkooper en meerwaardiger product.
Zooals bekend is men in Italië begon
nen met uit ondermelk (d.i. melk, waarvan
de room vervaardigd is), een vezel te be
reiden, welke in bijna elk opzicht de wol
kan vervangen.
In ons land is de A.K.U. er in korten tijd
in geslaagd eveneens uit ondermelk wol
te vervaardigen en zelfs enkele bezwaren,
welke aan het Italiaansche product kleven,
te ondervangen.
Het weekblad „De Manufacturier" deelt
omtrent deze melkwol o.a. het volgende
mede:
De melkwol, die de A.K.U. thans levert,
behoeft in geen enkel opzicht voor natuur
lijke wol onder te doen. Alle eigenschap
pen, die wol zoo bij uitstek geschikt ma
ken voor de kleedingfabricage, bezit de
melkwol eveneens, ja, in sommige opzich
ten overtreft zij wol.
Daarbij heeft de melkwol het voordeel,
dat zij tijdens de fabricage geheel op de
zelfde wijze behandeld kan worden als wol.
Voor spinnen, weven, verven en apprè-
teeren behoeven dus geen bijzondere ma
chines of andere verfstoffen of nieuwe
werkmethodes toegepast te worden.
Uitvoerige proeven werden door de N.V.
Van Dooren Dams' Textielfabrieken te
Tilburg, in samenwerking met de A.K.U.
van het begin af genomen. Daardoor werd
de fabricage van melkwol direct gericht
naar het meest economische en voor de
practijk meest bruikbare product.
De verhouding 50 pet. wol en 50 pet.
melkwol heeft de beste resultaten opgele
verd en doet de goede eigenschappen zoo
wel van de wol als van de melkwol het
meest naar voren komen. De melkwol geeft
een iets voller en vaster gevoel, terwijl
door de wol voldoende poreusheid behou
den blijft.
Behalve in japonstoffen zijn ook uitste
kende resultaten bereikt met damesman
telstoffen en kamgaren heerenstoffen.
Daar de prijs van melkwol lager is dan
van wol, zal het gebruik van melkwol by
deze zwaardere artikelen den kostprijs be
duidend verlagen.
De productie van melkwol is thans nog
te gering, om aan alle aanvragen te vol
doen. Door de A.K.U. wordt echter alles in
het werk gesteld, om binnen betrekkelijk en
korten tijd een grootere fabrieksinstallatie
in bedrijf te kunnen stellen.
De fabricage van melkwol zal voor ons
land van groote economische beteekenis
zijn. Groote hoeveelheden ondermelk, wel
ke nu betrekkelijk waardeloos zijn, zullen
voor de fabricage van melkwol kunnen
worden gebruikt. In tegenstelling met Ita
lië, waar men de uit ondermelk gefabri
ceerde caseïne in ons land moet koopen,
kan de A.K.U. de ondermelk direct tot
melkwol verwerken, hetgeen extra bewer
kingen en vrachtkosten uitspaart.
In de wolverwerkende industrie bestaat
voor melkwol groote belangstelling. Nu is
een product gevonden, dat goedkooper is
dan wol, doch niet, zooals bij gebruik van
katoen of kunstzijde-afval, de stof een min
derwaardig aanzien geeft.
Het is dan ook te verwachten, dat de
melkwol een goede toekomst heeft.
BURGEMEESTERS.
Bij Kon., besluit is benoemd tot burge
meester der gemeenten Noordeloos, Hoog-
blokland en Hoornaar D. C. de Leeuw, met
toekenning van gelijktijdig eervol ontslag
als burgemeester der gemeenten Schoonre-
werd en Hei- en Boeicop.
Bij Kon. besluit is aan jhr. H. A. van
Doorn eervol ontslag verleend als burge
meester der gemeente Oost- en West-Sou
burg.
Machinefabriek „Breda" geeft
loonsverhooging.
De samenwerkende Algemeene R.K. en
Christelijke metaalbewerkersbonden had
den bij de machinefabriek „Breda" 10 pet.
loonsverhooging en één week vacantie ge
vraagd.
Na een tweetal conferenties ten kantore
van den Metaalbond, verklaarde de directie
zich bereid de uurloonen van 97 personen
van 30 jaar en ouder met gemiddeld 5.2
pet. te verhoogen, terwijl zij de uurloonen
van 215 personen beneden 30 jaar bereids
met gemiddeld 9.4 pet. had verhoogd.
Voor dit jaar wenschte zij echter de va
cantie niet verder te verlengen. Deze be
droeg vorig jaar 1% en nu 3 dagen.
Notaris D. W. van Niekerk. f
Te 's-Gravenhage, waar hij tijdelijk ver
toefde, is Zaterdag overleden de heer D. W.
van Niekerk, notaris te Haarlem.
De heer Van Niekerk werd 5 Augustus
1871 te Utrecht geboren en werd na vol
tooiing van zijn studie candidaat-notaris te
's Hertogenbosch. In 1904 werd hij benoemd
tot notaris te Haarlem.
De begrafenis zal Woensdagmorgen ge
schieden op de R.-K. Begraafplaats te
Haarlem.
DE LEIDSCHE COURANT
VAN M'N BOEKENTAFEL
Godfried Bomans. Memoires of
Gedenkschriften van Mr. P. Bas.
Thijmfonds, Rotterdam.
Wat is het gelukkig, dat onder de vele
ernstige menschen, die boeken schrijven,
de menschen van de zwaarwichtige pro
blemen en de levenstragiek, er plotseling
een kan opstaan, die zoo onbezorgd en zoo
onbevangen als een fluitende straatjongen
een figuur in het leven kan roepen als Pie-
ter Bas. Men heeft bij dit boek gespro
ken over een nieuwe Camera Obscura;
hiermee is de richting er van inderdaad ge
karakteriseerd. Er klinkt een toon van mil
de ironie in dit boek, een boek, dat, zoo
als de schrijver zelf zegt, niet „af" is. Een
aantal grepen uit een menschenleven, waar
in het koddig-gewichtige van veel situa
ties uit onze burgerlijke samenleving zoo
helder aan het licht treedt. Men vraagt zich
bij de lezing van dit boek wel eens af, wat
juist -de bedoeling van den schrijver is,
waar hij ernstig en waar hij ondeu
gend is, maar ik vind, dat we de proble-
mel maar niet met een nieuw vermeerde
ren moeten. Wie een donker uur heeft, leze
dit boek. Het laat iemand gul en hartelijk
lachen om malligheden, die hij zelf onge
twijfeld ook eens ooit heeft uitgehaald.
Zoo'n lach is zoo gezond! Want gewoonlijk
zullen we eerst dan van onze dwaasheden
genezen zijn, als we er zelfs eens echt van
harte om gelachen hebben.
Jan Nieuwenhuis. De witte
wandelaar. Met penteekeningen
van Cuno van der Steene.
Thijmfonds, Rotterdam,
uitgav.e van het Thijmfonds is een
detective-roman van een heel bijzondere
soort. Een vlotgeschreven boek, waarin de
spanning niet ontbreekt, waarin ons op ra
ke intelligente manier een aantal menschen
wordt uitgeteekend, maar waarin ons te
vens soms plotseling op een diepe en hei
lige waaarheid gewezen wordt. Het boek
loopt natuurlijk heel anders af, dan men
zou verwachten, maar door het onwaar
schijnlijke van de situaties heen, wordt ons
in enkele worden een kostbare les gege
ven over waarheden, die voor ons leven on
eindig belangrijk zijn. De schrijfwijze doet
denken aan Father Brown van Chesterton,
soms ook aan Dickens, maar verkreeg vol
doende eigen accent, om literair verant
woord te zijn. Het is een gelukkig ver
schijnsel, dat wij onder onze Katholieke
schrijvers menschen krijgen, die zich tot
zulk een boek geroepen voelen en er de
juiste toon voor weten te vinden. De vaar
dige pen van Cuno van der Steene teeken-
de een aantal geestige illustraties.
Dr. H. v. R.
EEN NIEUWE POPULAIRE VONDEL
UITGAVE.
Vondel nader brengen tot deze generatie,
zal niet bereikt kunnen worden door lou
ter en alleen Vondel's werk te publicee-
ren.
Vondel zal aan ons volk verklaard moe
ten worden en dan zal men de schoonheid
van zijn werk leeren verstaan en begrij
pen.
Deze waarheid indachtig, heeft het
„Thijmfonds", in samenwerking met de
Uitgeverij „Vox Romana" te Schiebroek,
een Vondel-uitgave voorbereid, samenge
steld door den bekenden Vondelkenner p.
Maximilian us.
Dat de samensteller in zijn werk is ge
slaagd, mag bewezen worden door het feit,
dat het dr. van Gilsfonds aan deze uit
gave zijn medewerking wilde verleenen.
Binnen enkele dagen zal het boek, dat
een omvang van circa 400 pagina's heeft,
bij de boekhandel verkrijgbaar zijn.
LAND- EN TUINBOUW
STAND DER GEWASSEN OP 19 JULI 1937
Het onderstaande overzicht betreffende
den stand der gewassen op 19 Juli 1937 is,
onder medewerking der Rijkslandbouwcon-
sulenten, samengesteld naar gegevens, ver
strekt door de correspondenten der Directie
van den Landbouw.
Behoudens een paar uitzonderingen is de
stand der gewassen sedert het laatst gepu
bliceerde oogstbericht vooruitgegaan, zon
der dat deze evenwel normaal kan worden
genoemd. Het blijkt thans wel duidelijk, dat
de zaaiperiode voor het meerendeel der ge
wassen te vochtig is geweest. Door de lang
durige regens in den winter en in het voor
jaar is de structuur van den bodem door-
eengenomen ongunstig geworden, wat van
zelfsprekend op den stand van de meeste
gewassen van grooten invloed is geweest.
De stand der tarwe is ongeveer gelijk ge
bleven. Dooreengenomen is deze wat hol.
Legering treedt weinig op. Voetziekten
worden wel aangetroffen, doch deze plaag
is veel minder dan in het vorige jaar. De
stand kan goed tot vrij goed worden ge
noemd.
Op lichtere gronden is men reeds met het
maaien der rogge begonnen. De stand is de
laatste weken aanmerkelijk vooruitgegaan
en dooreengenomen belooft de oogst goed
tot vrij goed te worden. In vele streken
klaagt men evenals bij de tarwe over een
te dunnen stand. In de Veenkoloniën heeft
de rogge zich tot een goed gewas ontwik
keld.
De wintergerst is vrijwel gemaaid. De
stand was goed en men verwacht algemeen
een behoorlijk beschot.
De zomergerst heeft van de droogte te
lijden gehad. De stand kan goed tot vrij goed
worden genoemd.
De stand der haver is goed en naar alle
waarschijnlijkheid zal het gewas een nor
malen oogst geven. Bij de zwarte haver
komt plaatselijk legering voor.
In de veldboonen treedt gedurende de
laatste week zoowel in het noorden als
zuidwesten des lands vrij veel luisaantas-
ting op, die op veel plaatsen schade aan
richt. De stand was tot dusver goed tot vrij
goed te noemen.
De stand der erwten is sedert midden
Juni nog verder achteruitgegaan. Vele per-
ceelen vertoonen een slecht gewas. Fusa-
rium, voetziekte, knopmade-aantasting en
St. Jansziekte treft men vrij veel aan.
De stamboonen vertoonen dooreengeno
men een vrij goed gewas.
De stand van het vlas was eveneens iets
vooruitgegaan. In het Noorden des lands
heeft het gewas zich beter ontwikkeld dan
in het Zuidwesten. In deze streken was het
gewas zwaar, in verband waarmede men
het vroeg heeft getrokken.
De stand van het koolzaad kon kort vóór
het oogsten goed tot vrij goed worden ge
noemd. Bij het dorschen blijken de op
brengsten evenwel niet mee te vallen.
De stand der karwij, welk gewas ook
reeds is geoogst, ging gedurende de laatste
weken van de groeiperiode achteruit. Het
gewas begon plaatselijk doode planten- en
stengeldeelen te vertoonen en de reeds ge-
dorschte velden vallen in opbrengst tegen.
Mosterdzaal vertoont een goeden stand,
evenals het suikerbietenzaad.
Ook de consumptie-aardappelen hebben
hebben zich hersteld, zoodat de stand thans
nagenoeg goed is te noemen. Ziekten, voor
al virusziekten, schijnen nogal voor te
komen. De opbrengst van vroeg gerooide
perceelen valt dooreengenomen tegen.
De fabrieksaardappelen zullen naar alle
waarschijnlijkheid een goeden oogst opleve
ren. Phytophtora begint intusschen pleks-
gewijze in dit gewas op te rtden.
De suikerbieten vertoonen op de goed ont
waterde perceelen een zeer goeden stand.
Waar het aan een goede ontwatering hapert,
is het gewas maar matig. In Zeeland komt
in de suikerbieten in vrij sterke mate luis-
aantasting voor. Dooreengenomen kan de
stand goed tot vry goed worden genoemd.
De stand der uien is vrij goed. Vele per
ceelen zyn eenigszins dun en de made van
de uienvlieg veroorzaakt o.a. in Zeeland
vrij veel schade.
De stand der voederbieten is goed.
Roode en witte klaver vertoonen even
eens een goed gewas, terwijl sedert het laat
ste oogstbericht ook de stand der lucerne
aanmerkelijk is vooruitgegaan.
De stand van het grasland is door de
droogte belangrijk achteruitgegaan, zoodat
deze van goed tot zeer goed in Juni, thans
tot vry goed is gedaald.
Ook het etgroen heeft zich onvoldoende
kunnen ontwikkelen. De regenval geduren
de de laatste dagen heeft evenwel reeds
eenige verbetering gebracht
De opbrengsten van grashooi en klaver-
hooi zijn zeer ruim geweest.
WENKEN VOOR IEDERE MAAND.
2e helft Juli.
Het bereiden van de Jam. Zij, die zoo ge
lukkig zijn een niet al te kleinen tuin te
bezitten, hebben vaak in het volst van den
vruchtentij d zooveel te plukken dat ze met
hun gezin niet alles versch gebruiken kun
nen. Het overschietende verkoopen zal me
nigeen niet willen. En daarom zullen er on
der de lezers (of lezeressen) waarschijnlijk
wel zijn, die hun overvloed van fruit tot
jam wenschen te verwerken, om er zoo
doende nog in den winter van te kunnen
genieten. Ook onder de niet-bezitters van
een tuin zijn er zeker wel, die liever zelf
hun jam bereiden, dan ze te koopen, om
dat men in het laatste geval niet altijd ver
zekerd is van een goede kwaliteit.
Voor het bereiden van jam kiest men
goed rijp fruit uit; mooi en gaaf behoeft het
niet te wezen; wat minder geschikt is voor
tafelgebruik, kan nu nog zeer goed dienst
doen. In de eerste plaats wordt het nu flink
gewasschen, zoodat het gezuiverd wordt
van zand, slakkensporen, enz. Bij frambo
zen lette men er op, dat de daarin vaak
voorkomende „wormpjes" verwijderd wor
den. Pitten, stelen, enz. worden natuurlijk
verwijderd. Nu wordt het fruit in een goed
geëmailleerde pan gedaan; een ijzeren pan
kan volstrekt niet dienen, wijl de jam
daarin een leelijke, blauwachtige kleur en
een onaangenamen smaak krijgt. Water be
hoeft men er niet bij te voegen; het water,
dat er bij het wasschen tusschen blijft, is
voldoende, als men n.l. de vruchten niet op
een vergiet heeft laten uitlekken. De bij te
voegen hoeveelheid broodsuiker is verschil
lend: voor 1 pond aardbeien of aalbessen
heeft men noodig 3 ons suiker, voor 1 pond
kersen zonder pitten en stelen 1/2 pond;
evenzoo voor frambozen, kruisbessen, prui
men, bramen.
Nu laat men den inhoud der pan op een
zacht vuurtje koken, zonder deksel, waarbij
men nu en dan roert, om aanbranden te
voorkomen en het verdampen van het wa
ter te bevorderen. Bemerkt men, dat de
vruchten niet goed fijn gaan, dan drukt
men ze met een vork wat stuk. Is de jam
een stroopdikke massa geworden, wat na
VA a 2 uur het geval is, dan giet men ze in
potjes. Laat men ze te kort koken dan loopt
men gevaar dat ze later gaat gisten, terwijl
men bij telang koken te veel aan gewicht
verliest.
Nadat de jam afgekoeld is, bedekt men
deze met een juist passend cirkelvormig
stukje papier, dat men te voren gedrenkt
heeft in brandewijn. Daarna giet men nog
een weinig brandewijn op het papiertje en
sluit het potje terstond met perkamentpa
pier. Flesschen met een schroefdeksel zijn
natuurlijk ook zeer goed. Als men nu de
jam op een koele, frissche plaats bewaart,
kan men er den heelen winter van genie
ten, zelfs tot het begin van den volgenden
zomer, als het versche fruit weer in aan
tocht is. De aldus met zorg bereide jam gist
of schimmelt niet; een veeljarige ervaring
heeft ons dit geleerd. Men kan natuurlijk
TWEEDE BLAD - PAG. 8
verschuilende vruchten vermengen en dus
zooveel soorten bereiden als men wil. Ieder
zal zijn smaak dus kunnen bevredigen. Ook
van kruisbessen en bramen kan men heer
lijke jam bereiden, ofschoon de laatste mo
gelijk naar sommiger oordeel wel wat te
groote harde zaadjes bevat. De kosten zijn
niet groot; men krijgt zuivere, heerlijke
jam voor veel lagere prijzen.
Onze frambozen zijn nu op hun mooist.
Dagelijks kan men genieten van die roode
samengestelde steen vruchtjes, die zoo ge
makkelijk van hun pit loslaten. „Met of
zonder", zoo vragen de tuinjongens, wan
neer ze frambozen moeten plukken, waar
mee ze eenvoudig bedoelen of ze met de
pit of zonder deze geplukt moeten worden.
Pit is plantkundig wel niet erg zuiver,
maar we zullen dat witte puntje, dat er
overschiet wanneer we de vruchten er af
trekken, nu maar zoo betitelen. Laten we
die pitten aan de struiken, dan zijn de
frambozen veel gauwer weg, ze houden
zich niet zoo mooi; 't ligt voor de hand,
want door de ontstane holte heeft de vrucht
niets geen weerstandsvermogen meer, en
een framboos is toch al zoo'n teer popje.
Plukken we onze frambozen met een klein
steeltje, dus met het pitje er bij, dan lijden
ze lang zooveel niet, ze zijn veel beter te
hanteeren en op de dessertschaal hebben
ze vrij wat meer oog. De appels zijn
thans in volle rui, zooals men dat noemt,
d.i. vele kleine vruchten ter grootte van
een goeden knikker laten ze vallen. De af
gevallen vruchten mogen ni^ blijven lig
gen, maar moeten verwijderd worden.
UIT DE LAND- EN TUINBOUWWERELD.
Windeieren. Eieren zonder schaal heeft
men den naam van „windeieren" gegeven.
Eigenlijk een heel verkeerde naam; men
zou, als men niet beter wist, gaan denken,
dat er in zoo'n ei, in plaats van eiwit en
dooier, misschien „wind", en dat beteekent
in de volkstaal „lucht", voorkwam. Het
tegendeel is echter waar, in een zoogenaamd
windei, vindt men dikker dooier en meer
eiwit dan in een gewoon ei van dezelfde
hen. Wie dat gaat nameten, zal zien, dat
dit zoo is.
Wanneer leggen de hennen windeieren?
In 't begin van 't legsel. Onder „legsel" ver
staan we het geheele getal eieren, dat de
gewone kip produceert, vóór ze broedsch
wordt. Iemand, die de eieren van een geheel
legsel bewaart, zal opmerken, dat de eerst-
gelegde eieren de grootste zijn, en dat die
langzamerhand, iets kleiner worden. Bij alle
vogels is dat aldus, zelfs bij een legsel van
slechts 5 eitjes, b.v. in een kanarienest, zal
men die opmerking kunnen maken.
Bij kippen is gewoonlijk het derde of
vierde ei van 't legsel het dikst, want dan
werkt de natuur het sterkst. En dan zal ook
men lette hierop maar eens nauwkeurig
het leggen van eieren zonder schaal het
eerst en het meest voorkomen. Want de
bloedrijkheid der kip is dan het meest ge
concentreerd in de voorttelingsorganen. Het
ei wordt dan in minder dan normalen tijd
gevormd en hierop zit in deze de zaak
vast het opvolgende ei verdringt dan
wel eens het voorgaande, zoodat er geen
tijd blijft, dat zich hierom de schaal vormt,
en er wordt dus een windei gelegd. Boven
dien: waar concentratie is van bloedrijk-
dom, daar is ook prikkeling in de omge
legen deel en: meer behoefte dus aan be
vruchting door 't mannelijk dier; en wan
neer daaraan heel dikwijls wordt voldaan,
abnormale prikkeling.
Iemand, die er steeds op uit was de beste
eierlegsters te hebben, deelde als zijn erva
ring het volgende mee: als hij een jonge
hen had, die nu en dan eieren legde zonder
schaal, windeieren dus, dan dacht hij altijd:
„Dat wordt een beste, die moet aangehou
den worden voor de teelt", en de ervaring
had hem steeds gelijk gegeven. En hij had
niet meer dan ieder ander die goed voederde
en een goed soort kippen had, last van
windeieren. We weten niet of hij gelijk had.
Ook vertelde dezelfde kippenfokker als zijn
ondervinding, dat geheele verandering van
voeder opeens, alras het gebrek ophief. Ge
heele verandering van voeder behoefde het
slechts te zyn, géén vermindering.
Verlies door regenval of anderzins? Na
den veelvuldigen neerslag in den herfst en
winter van 1936 hoorde men door vele boe
ren de vraag stellen: of van het fosforzuur
in het slakkemneel niet veel verloren zou
zijn gegaan, dat naar den ondergrond zou
zijn verdwenen met het regenwater. Het
onderzoek heeft meermalen aangetoond, dat
men dienaangaande gerust kan zijn, en dat
men dus zonder vreest vóór den winter de
meststof kan uitzaaien en door den grond
werken. Bij scheikundig onderzoek bleek
namelijk, dat van het fosforzuur weinig of
niets was weggeraakt. Een andere vraag,
welke dikwijls is en wordt gedaan, luidt: of
het niet weggezakte fosforzuur niet bederft.
Men bedoelt hiermee, of geen verlies te
duchten is, doordat het fosforzuur mogelijk
verandering ondergaat en daardoor minder
geschikt wordt voor de voeding der plant.
Ook hieromtrent kan men gerust zijn. Het
fosforzuur van het slakkenmeel is daarin
gebonden aan kalk. Wordt dit laatste in den
bodem van het eerste gescheiden, dan vindt
dit wel een andere stof, bijv. ijzer, waar
mee het een verbinding aangaat, 't Fosfor
zuur wordt daardoor wel wat moeilijker
oplosbaar, maar dit belet de opname door
de plantenwortels niet. Het slakkenmeel is
namelijk zóó fijn verdeeld, dat de planten
wortels er gemakkelijk op kunnen inwer
ken, en in den regel werken die sterk. Alle
werkingen van den grond zijn niet na te
speuren, daarvoor zijn ze te afwisselend en
te talrijk, maar men mag zich verzekerd
houden, dat door bederf zoo min als door
wegzakken beduidend verlies van het fos
forzuur in slakkenmeel plaats vindt. Met
kali is het eenigszins anders, het onderzoek
gaf daaromtrent eenigszins verschillende
uitkomsten: in zeer doorlatende gronden
kan eenig verlies worden geconstateerd na
regenval, maar in goed land was dit toch
gering.