De vierdaagsche afstandsmarschen Aan den vooravond der vierdaagsche afstandsmarschen werd Maandag te Nijmegen de Te Nijmegen heerschte Maandagavond reeds de traditioneele drukte rond de gebruikelijke vlaggenparade gehouden ierdaagsche afstandsmarschen, waarvan hierboven een aardig detail De Wereldjamboree te Vogelenzang in voorbereiding. Het entrée, door de verkenners zelf vervaardigd g-age magen op het terrein der Wereldjamboree bereid wordt. Ofschoon nog slechts eenige honderden gasten aan wezig zijn. komt er voor de maaltijden reeds heel wat kijken Vader neemt afscheid van zijn zoon bij het vertrek van manschappen der Amsterdamsche verkeerspolitie naar de vierdaagsche afstandsmarschen te Nijmegen kapper Wereldjamboree-terrein druk heeft reeds Indische padvinders zijn op het terrein der Wereldjamboree te Vogelenzang reeds be gonnen met den opbouw van hun tentenkamp onder deskundige leiding FEUILLETON WELKOM THUIS De wonderlijke belevenissen L van dr. Kaiser lien door WILL AMBERG. (Nadruk verboden). 38) DERDE DEEL. L Reeds meer dan een week vertoeft Kai- serlien nu al in Montreux, maar in de kwestie-Edith Wismuth is hij nog steeds geen stap verder gekomen. Nog steeds seint juffrouw Arrand, achter kranten verborgen haar morseteekens naar meneer Lenel, ont vangt juffrouw Rost haar telegrammen in alle talen, zit de zwartlokkige kokette ma dame Roland bij de deur in de eetzaal en pradeert de dochter van den fabrikant Meyser voor den spiegel in de hall. Gasten komen en gaan. Er duikt een ze kere juffrouw Nora Wirthmann uit Saar- brucken op, een kortzichtig onbeteekenend wicht, dat ondanks haar jeugd reeds aanleg heeft voor een oude vrijster. Wanneer zij niet Saarbrucken als haar woonplaats had aangegeven en haar achternaam niet met W. begon, dan zou Kaiserlien haar zeker wel in de allerlaatste plaats voor Edith Witsmuth hebben gehouden. Professor Cinon vervolgt dagelijks zijn vervelende voordrachten over geologische democratie en plaatst overigens zijn ver standige opmerkingen over de hotelgasten. Tot hij op zekeren dag eenigszins zonder ling, zooals dat in zijn aard ligt, hals over kop vertrekt: daar in de omgeving van Messina eenige ernstige aardschokken zijn geregistreerd, heeft hij 'besloten onmiddel lijk naar Sicilië te vertrekken de voort zetting der geologische democratiseering in den vorm van een aardbeving mag hij zich niet laten ontgaan. Kaiserlien deelt zijn tafel in de eetzaal van dat oogenblik af dus slechts met Edith Gotron. En hij deelt ook zijn tochten in de omgeving en zijn wandelingen langs het strand voortaan met haar. Precies om half acht 's morgens ontmoeten zij elkaar aan het ontbijt en een half uur later verlaten zij het hotel. Nu eens wandelen zij naar Glion, dan weer naar Les Avants of naar de kloof van Chauderon. Merkwaardig is de kameraadschappelijkheid, welke er in die paar dagen tusschen hen beiden is ge groeid. Zij weten vrijwel niets van elkaar af en zij schrikken er beiden voor terug iets meer van elkaar te vernemen. Vaak loopen zij geruim en tijd zwijgend naast elkaar voort, maar juist dit zwijgen voelt Kaiserlien als het beste bewijs, dat zij elkander volkomen begrijpen. Gewoonlijk is het dan tenslotte Edith Gotron, die het zwijgen verbreekt door Kaiserlien een of andere zeldzame bloem, een eigenaardig rotsblok of een fraai vergezicht opmerk zaam te maken. En als dan daarmee de spraak en tegenspraak is opgewekt, pra ten zij over het karakter van de landstreek, over de menschen, die deze landstreek be wonen, over de gedragingen der hotelgas ten, soms ook over boeken, welke zij bei den hebben gelezen er een enkele maal over groote ideeën, die den mensch bezig houden, over socialisme, verzoening en we reldvrede, maar nooit over hun eigen be levenissen. Doch eens schijnt toch het oogenblik aan gebroken, waarbij zij meenen elkaar iets van zichzelf te kunnen toevertrouwen. Dat is, als zij op een avond samen een trip maken naar het kasteel Chillon. Kaiserlien wordt daarbij plotseling overvallen door een onverklaarbare angst voor het oogen blik, waarop hij zal moeten vertrekken, omdat zijn geldmiddelen zijn uitgepyt. In het donker raadt zij den pijnlijken trek op zijn gelaat. „U hebt zorgen, doctor!" Deze opmerking komt zoo onverwacht, dat Kaiserlien even aarzelt. Nu was het eigenlijk het geschikte mo ment om haar te vertellen van het avon tuur, waarin hij verzeild is geraakt. Maar hij kan er niet toe besluiten, want hij vreest haar medelijden. „Men heeft mij leelijk beetgenomen", antwoordt hij kort. „Iedereen heeft zijn zorgen", ontwijkt zij zijn mededeeling. „Ik de mijne ook". Meer spreken zij niet van elkaar. En toch is zij voor Kaiserlien geen vreemde. Als hij haar aan zijn zijde weet of wanneer zij tegenover hem aan tafel zit, dan bekruipt hem een heerlijk gevoel van rust en veilig heid, dat hem niets meer te wenschen over laat. De Stolzenbergs en de Wismuths of hoezij, allen met elkaar met hun ware of gefingeerde namen ook mogen heeten, kunnen hem dan van zijn bezittingen heb ben beroofd, één dienst hebben zij hem dan tooh bewezen: dat zij hem in kennis hebben gebracht met Edith Gotron. Want zonder Edith Wismuth en haar helpers was er voor hem geen Montreux geweest en zonder Montreux geen Edith Gotron. En tusschen deze bedrijven door ont vangt hij een brief van Ina Heldt, die hem, dankend voor zijn bemiddeling, meedeelt, dat de heer Hammar haar tegen den eerste van het nieuwe kwartaal als corresponden te heeft aangenomen, en die daarbij tevens een andere brief insluit, welke Kaiserlien van uit Starnberg werd nagezonden. Het is een brief uit Caïro, waarin Nora Tilden in bewogen bewoordingen informeert, wan neer zij Kaiserlien zal terugzien. Met een gevoel van schaamte steekt Kai serlien den brief in zijn zak. Tegenover Edith Gotron verbleekt het beeld van Nora Tilden als een schim. Gebleven is slechts de herinnering aan een roes, welke hij zoo spoedig mogelijk wil vergeten. Kaiserlien bestudeert nauwkeurig het vreemdelingenboek en observeert de nieu we gasten, maar Edith Wismuth komt niet opduiken. Of Sabine Vollert hem naar waarheid heeft ingelicht? De beloofde fo to's heeft zij ook nog steeds niet toegezon den. Hij begint langzamerhand te beseffen, dat hij verstandiger had gedaan Ina Heldfs advies om de politie in den arm te nemen, niet onmiddellijk af te wijzen. Een handige rechercheur zou zeker geroutineerder te werk zijn gegaan dan hij. Die zou waar schijnlijk hebben begrepen, dat het spoor van een uit zooveel personen bestaande op lichtersbende niet alleen over de vrouwe lijke, maar ook over de mannelijke leden leidde en uit dien hoofde zou hij ongetwij feld ook aan de heeren in het hotel wat meer aandacht hebben geschonken. Weliswaar bestond er geen enkele reden om in den grooten, forschen kerel, die twee dagen na Cinon's vertrek in Hotel du Lac zijn intrek nam, onmiddellijk een lid van de oplichtersbende te z'en, maar alleen reeds de manier, waarop hij zijn entrée maakte, had een opmerkzamen toeschou wer eenigszins wantrouwend moeten stem men. In zijn afgedragen, slordig om het lichaam hangend manchester pak maakte hij onmiddellijk den indruk niet in dit ho tel thuis te behooren. En toen hij van den portier de prijzen vernam, krabde hij zich op onbehouwen wijze in zijn blonde kuif. Het duurde eenige seconden alvorens hij er toe kon besluiten de aangeboden kamers te nemen. De portier, die de zeldzaam sjofele ba gage van den vreemdeling met een veav achtelijken blik had opgenomen en daar mee duidelijk te kennen gaf, dat een deer lijk gehavende imitatie lederen koffer en een wat vlekkerig foudraal, waarin een fluit zou kunnen zitten, in dit hotel niet op hun plaats waren, moedigde den vreemde ling allerminst aan, maar desondanks be sloot de heer Fritz Hasenstab uit Saar- brücken het feit, dat hij uit Saarbrücken kwam alleen reeds, had Kaiserlien's belang stelling behooren op te wekken het ho tel mét zijn aanwezigheid 'te vereeren. De eerst twee dagen viel Fritz Hasen stab dr. Kaiserlien in 't geheel niet op. Dat Hasenstab Edith Gotron en hem op be paald opdringerige wijze fixeerde, ja. dat hij hen zelfs op hun wandelingen achter volgde en dat hij eens heimelijk een bezoek bracht aan Kaiserlien's kamer om een blik in diens papieren te slaan, dat alles ont ging Kaiserlien eveneens. Hij ontdekte Ha senstab voor het eerst, toen hij op een avond kort voor het soupei, vanuit zijn kamer in gedachten verdiept naar het strand staarde. En toen was het eigenlijk al te laat. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 5