Harddraverijen te Leeuwarden. 3)e ÊéiebcHe 6ou/ïcmt Een zwaar karwei met zwaar geschut. Op initiatief van den commandant der zesde infanterie-brigade werden Vrijdag oefeningen gehouden in het oversteken van de Eendracht tusschen het eiland Tholen en Bero«»n oo Zoom De heer A Verheul, sinds 1903 bur gemeester van Benthuizen en sinds 1906 ook van Moerkapelle, heeft eervol ontslag uit zijn functies aangevraagd Te Leeuwarden zijn Vrijdag de jaarlijksche lange- en kortebaandraverijen, één der belangrijkste evenementen op dit gebied in het paardenrijke Noorden, gehouden. Een interessant snapshot van één der races De fabrieksbrand te Tegelen. Een overzicht van de uitgebrande steenovens der N.V. Russel Tiglia aan den Kaldenkircherweg De Belgische rennersploeg, die weigerde den Tour de France verder te rijden, op weg naar huis n de Vrijdag te Den Haag gehouden vergadering van de Kon. Ned. Auto- nobiel Club werd jhr. mr. J. Th. M. Smits van Oyen (rechts staande) gekozen nt voorzitter van de K.N.A.C. als opvolger van mr. J. Linthorst Homan (links) FEUILLETON WELKOM THUIS De wonderlijke belevenissen van dr. Kaiserlien door WILL AMBERG. (Nadruk verboden). 26) Nu, dergelijke waardeeringen zijn indi vidueel. Tot de schoonheden, welke de hee- ren op straat aanleiding geven, zich nog eens om te keeren, behoort zij allerminst. Zij valt niet op door een bijzonderen gloed iïi haar oogen, doch door een temperament vol uiterlijk. Maar er gaat van haar ge- heele persoontje een bekoring uit, die fijn gevoelige mensohen fascineert. Om haar mondhoeken ligt een guitige trek en haar kin welft zich allerliefst tot een teedere ronding. Maar wat Kaiserlien allereerst, en met een tot dusver nog ongekend gevoel van vreugde opmerkt, dat is het heldere grijs van haar oogen, die rijp en toch on schuldig de wereld in zich schijnen op te nemen. De manier, waarop Cinon het tweetal aan elkaar voorstelt, is geheel in overeen stemming met zijn, van het eerste oogen- blik af betoonde uitbundigheid: „Waarde juffrouw Gotron, dit is dr. Kyrmayer, een Duitsch geleerde, boekenwurm en tevens man van de practijk, die er allang naar ver langt met een zoo lieftallige jongedame als u kennis te maken." Zy reikt hem de hand, maar slaagt er toch niet in een zekere verlegenheid over de complimenten van den ouden heer te verbergen en die verlegenheid staat haar alleraardgist. „Waar bent u vandaag geweest, juf frouw Gotron?" vraagt de professor, en Kaiserlien constateert eenigszins tot zijn verwondering, dat zijn nieuwe kennis na deze vraag even wacht en 'niet zichzelf ant woord geeft. „Ik was in Vevay en in Lausanne. Daar zijn veel bezienswaardigheden." „Precies!" geeft de professor toe en zich dan tot Kaiserlien wendend: „En u? Bent u hier om wetenschappelijk werk te ver richten of uitsluitend voor ontspanning?" Het was niet zoo heel gemakkelijk voor deze vraag het juiste antwoord te vinden. „In zeker opzicht voor beiden", zegt hij ten slotte ontwijkend. Gelukkig komt de kellner juist aan hun tafeltje serveeren, zoodat dr. Kaiserlien niet verder kan ondervraagd worden. Het diner verloopt verder zonder dat dr. Kaiserlien iets naders omtrent de gasten kan gewaar worden, daar de professor zich het meest tot juffrouw Gotron wendt, die hij van haar tocht naar Vevay en Lausanne laat vertellen. Doch. dr. Kaiserlien wacht geduldig zijn beurt af en hoopt na het eten meer gelegenheid te hebben om andere in lichtingen te verkrijgen. En daarin wordt hij niet teleurgesteld, want nauwelijks heeft juffrouw Gotron de zaal verlaten, of Cinon verandert van on derwerp. Hij heeft haar met onverholen bewondering nagekeken en tegenover Kai serlien maakt hij van deze bewondering geen geheim. „Een allercharmantste jongedame, die juffrouw Gotron", verklaart hij openhar tig. „M'n waarde doctor, grijpt u die kans met beide handen aan en tracht dat hartje Hij laat den ander wederom niet aan het woord komen. „Neen, neen, spreekt u mij nu eens niet tegen. Ik mag dan een beetje een eigenaardige kerel zijn jawel, dat weet ik maar aan menschenkennis ont breekt het mij gelukkig niet. Ik heb on middellijk gezien, dat u hier bent om u een vrouw te zoeken en daarom verzeker ik u met de hand op het hart: dit is de ware! Overigens wil ik u geenszins de mogelijk heid ontnemen ook met andere dametjes in het hotel wat nader kennis te maken. Als u zich daarmee kunt vereenigen, gaan wij eens een uurtje in de hall zitten om te zien, wat daar zooal voorbij komt. Maar dat doe ik uitsluitend om u ad oculos te demon- streeren, hoe juist mijn bewering is. Wacht eens even, ik zal u een voorbeeld geven. Ziet u die zwarte dame 'aar achter in de zaal aan het laatste tafeltje. Kijkt u maar eens onopvallend dien kant uit". Inderdaad, Kaiserlien ziet haar. Zij was hem zooeven al opgevallen. „Welnu, dat is een jongedame met een zeer twijfelachtige reputatie. Die is hier elk jaar vier of zes weken en elk jaar is zij ook weer in gezelschap van een anderen heer, dien zij voor de kosten laat opdraaien. Pas op, dat u zich niet door zoo een laat beetnemen, doctortje, dat zou ik toch heusch jammer vinden!" „Maar kent u juffrouw Gotron dan zoo goed", gaat Kaiserlien er tegen in. Hij vraagt dat op eenigszins wetenschappelijk geintereseerden toon, alsof het er hem eigenlijk meer om te doen is om Cinon's menschenkennis op de proef te stellen. „Of ik j uffrouw GotronkenNeemt u mij niet kwalijk, die jongedame zit al sinds vijf dagen bij mij aan tafel, ik observeer haar 's morgens, 's middags en 's avonds en spreek haar eiken dag een half uur bij het concert. Dacht u, dat ik haar dan nog niet ken? Ik verzeker u, dat meisje heeft maar één fout: dat zij Edith heet. Vindt u dien naam niet afschuwelijk? Kaiserlien voelt plotseling èen steek door het hart. Bij elke andere vrouw zou hij op dit oogenblik dien naam afgrijselijk heb ben gevonden. Edit Gotron echter klinkt hem sympathiek en toch bepaald wellui dend in de ooren. Sn toch is door deze on verwachte mededeeling van den professor zijn argwaan opgewekt, een vreeselijke argwaan. Als men eenige .eiten in aanmer king neemt, zooals daar zijn: dat die jonge dame Duitsche is, dat zij van een leeftijd is, welke niet veel zal afwijken van die van Edith Wismuth, dat zij Edith heet, Kai serlien wenscht zijn argwaan mijlen ver weg. En omdat hij niet objectief zijn w i 1, zoekt hij een slechts ten deele bruikbaar argument tegen zijn wantrouwen: Edith Wismuth treedt natuurlijk onder een ge heel valschen naam op óf onder haar ech ten. Dat zij haar voornaam zou behouden om allen haar achternaam te veranderen, is al zeer onwaarschijnlijk. „Waaraan denkt u jonge vriend?" vraagt Cinon. Kaiserlien herstelt zich zoo goed moge lijk. „Ach zoo, jaVertelt u mij eens, hoe komt het eigenlijk, dat juffrouw Go tron alleen hier is?" „Dat moet u haar zelf vragen!" ant woordt Cinon met een afwerend gebaar. „Met familie-aangelegenheden houd ik m(j niet op. Mij intereseert slechts aan de men- schen, wat ik persoonlijk kan waarnemen. Gelooft u mij niet? Ga maar eens mee naar de hall, jongeman, dan zullen we daar een en ander eens nader bestudeeren." Deze Cinon is een afgezant van Fortunal Hij had geen beter voorstel kunnen doen. Kaiserlien volgt den professor naar bene den en neemt daar plaats in een fauteuil tegenover de portiersloge. „Hier is namelijk mijn vaste plaats", ver trouwt Cinon hem toe. „Van hier uit kan je alles prachtig overzien. Weet u wel, dat ik het vorige jaar hier een hoteldief ont dekt heb, alleen doordat ik van deze plaats alles scherp observeerde?" „Van deze plaats?" „Zeker!" bevestigt Cinon. „Stelt u voor: ik zit rustig in m'n fauteuil en daar komt een logé, Schroder heette zij, de trap af. Zij lacht vriendelijk tegen me. Ik weet niet, wat daarvan eigenlijk de oorzaak was, maar m'n wantrouwen jegens haar was al van het begin af aan opgewekt. En plotseling ontdek ik met m'n scherpen blik een klei nigheid. Stel u voor: de zijden kousen van die dame zaten bij de enkels zeer slordig, zelfs eenigszins bol. Mag zooiets een dame overkomen, die het duurste apartement in het hotel bewoont, vraagt professor Ci non zich af. De dame passeert mij hier en lacht wederom en ik, waarde doctor, lach ook. Want weet u, wat ik plotseling ontdek te: dat er in haar kousen iets zwarts door schemerde. Begrijpt u het nu?" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 9