Een geschenk voor
het Prinselijk Echtpaar.
FEUILLETON
WELKOM THUIS
De wonderlijke belevenissen
van dr. Kaiserlien
door
WILL AMBERG.
(Nadruk verboden).
23)
Precies Ina Heldt! dringt het* zich on
middellijk aan hem op. Hetzelfde zwarte
haar, in het midden gescheiden, dezelfde
zwarte oogen en hetzelfde slanke figuur.
„Ik zou graag directeur Hammer willen
spreken!"
„Wie mag ik zeggen....?"
„Dr. Kaiserlien".
„Ach, dr. Kaiserlien", herhaalt zij, ver
baasd en tevens nieuwsgierig, terwijl zij
hem een oogenblik aanstaart, als ware hij
een of ander wondermensch uit een cir
cus. Dan laat zij plotseling een kirrrend
lachje hooren, waaraan Kaiserlien zich
echter niet lang behoeft te ergeren, want
reeds draait zij zich om. „Een oogenblik,
ik 2al u even aandienen."
Ais zij lacht, heeft zij niets van de wat
weemoedige, weeke gratie van Ina Heldt.
Met kokette trippelpasjes verdwijnt zij
achter de deur van het aangrenzend ver
trek. Met die belangstelling voor de
▼rouw, welke Nora Tilden in hem heeft op
gewekt, kijkt hij haar na. Aardig, mompelt
hjj. maar onmiddellijk daarop philosofee-
rend: „Een aardsche schoonheid laag
bij den grond."
Nog eer hij het met zichzelf eens is,
keert zij terug: „Wilt u maar binnen ko
men?"
En achter haar duikt ook reeds de iet
wat gedrongen gestalte van Hammer op.
„Kaiserlien, kerel, dat is aardig van je,
dat je het allereerst eens naar mij komt
kijken. Man, daar ben ik werkelijk blij
om, dat ik je eindelijk weer eens zien. Kom
binnen, ik heb juist volop tijd."
Ja, dat is de oude, echte Hammer. Goed
moedig en hartelijk. En dat is ook de oude,
zakelijke toon, waarop hij zich tot de ty
piste wendt: „Ik wil voorloopig niet ge
stoord worden, juffrouw Schaf er. De post
ter onderteekening bewaart u maar tot
vanmiddag".
Dan valt de deur met een slag achter hen
in het slot.
„Laat ik je eens bekijken", zegt hij, ter
wijl hij zich wijdbeens voor zijn bezoe
ker neerplant en zijn handen op diens
schouder legt. „Je bent dikker geworden,
kerel en knapper. Die zon daar in Pa
lestina heeft je goed gedaan!"
Kaiserlien maakt een afwerende bewe
ging, maar Hammer jammert: „En ik kan
doen, wat ik wil, het helpt geen zier. Met
geen mogelijkheid zie ik kans van m'n
embonpoint af te komen, niettegenstaande
ik driemaal per week aan gymnastiek doe
en in den zomer eiken morgen een uur
tennis."
Hij haalt sigaren en sigaretten. „Wat
rook je?"
Kaiserlien neemt een sigaret; Hammer
steekt behaaglijk een sigaar op.
„Zie je, dat bewijst ook al weer, hoe
ver het reeds met me gekomen is. Ik rook
alleen nog maar sigaren. De sigarettenleef-
tijd heb ik al achter me." En dan op zijn
lichtblond, hier en daar reeds dunne plek
ken vertoonend haar wijzend: „Ik word
oud, man! Vandaag of morgen beland ik
nog in de haven van het huwelijk brr,
ik moet er niet aan denken. Maar hoe gaat
het met jou?"
Dat laatste is slechts een» beleefdheids-
vraag. Hij verwacht, dat Kaiserlien op zijn
gewone, korte manier „Dankje-goed!" zal
zeggen en dat hij Kaiserlien dan verder
zal kunnen vertellen van zijn zaken, zijn
vereenigingen, zijn plichten als bestuurs
lid bij diverse organisaties, alles dingen,
waarnaar Kaiserlien vroeger met zoo pret
tige aandacht kon luisteren.
Maar Kaiserlien geeft het frappeerende
antwoord: „Mij gaat het miserabel; het kon
mij vermoedelijk niet slechter gaan."
Hammer staart hem verbaasd aan. „Ver
liefd? Hopeloos verliefd?" vraagt hij. Hij
kan zich niet voorstellen, dat zijn welge
stelde vriend met diens evenwichtig ka
rakter iets anders zou kunnen overko
men.
„Neen!" zegt Kaiserlien. „Helaas niet
verliefd. Dat zou op zichzelf zoo erg niet
zijn. Ik kom hier als bedelaar. Ik wil geld
van je leen en."
„Dat is toch maar een grapje....?!*'
„Ik wou dat het waar was!"
„Vertel op dan; wat is er aan de hand?"
„Dat is een lange geschiedenis, die ten
slotte hierop neerkomt, dat ik al mijn geld
kwijt bent en dat ik een paar duizend mark
moet leenen om het weer terug te krij
gen
„Vergokt?"
„Neen, bestolen en opgelicht!"
Hammer luistert aandachtig naar het ver
haal van zijn vriend zonder hem een en
kele maal in de rede te vallen.
„Dat is een fraaie geschiedenis!" zegt hij,
als Kaiserlien alles in geuren en kleuren
heeft verteld. „Het dunkt mij het beste,
dat je onmiddellijk de politie in den arm
neemt."
„Dank je!" antwoordt Kaiserlien droog.
„Van de autoriteiten heb ik voorloopig ge
noeg!"
„Natuurlijk wil ik je met liefde een paar
duizend mark geven" biedt Hammer on
middellijk aan. „Het gaat mij niet slecht.
Ik heb een behoorlijk salaris en ik kan het
dus missen. Maar wacht eens even, het
lijkt mij nog beter, dat je een en ander
schriftelijk te onzer kennis brengt en daar
bij dan een verzoek indient om je het sa
laris, dat je ontvangen zoudt hebben, wan
neer je niet zoo vlug met je onderzoekingen
gereed was geweest, alsnog uit te betalen.
Ik ben er van overtuigd, dat het syndicaat
daartoe bereid zal worden gevonden, te
meer, omdat die oplichterij slechts een ge
volg is van het feit, dat je er zoo prompt
aan het contract hebt gehouden."
„Merci!" weert Kaiserlien af. „Een aal
moes verlang ik niet. En als ik er niet van
overtuigd was, dat ik je het geld spoedig
zal kunnen teruggeven, zou ik het van jou
ook niet willen hebben."
„Je bent een rare kerel", meent Ham
mer. „Heb je genoeg aan drieduizend
mark?"
„En jij bent nog altijd een beste vent,
Hammer!" antwoordt Kaiserlien.
Hammer is een man van snelle beslui
ten. Gezegd en gedaan is bij hem hetzelfde.
Hij neemt zijn chèqueboek uit zijn schrijf
bureau en schrijft onmiddellijk een chèque
uit. „Of heb je het misschien liever con
tant? Uitstekend! Kan je ook krijgen".
Hij neemt de hoorn van de huis telefoon
en ontbiedt zijn typiste.
„Juffrouw Hansi, loopt u eens even naar
de kas om deze chèque te innen. - Ik hoop
van harte, kerel, dat het je een beetje mee
loopt", gaat hij voort. „Eerlijk gezegd, lij
ken mij je kansen niet zoo erg best te
staan, want voor je wat positiefs ontdekt
hebt, kan je geld allang verdwenen zijn."
„Het komt er slechts op aan zoo snel
mogelijk in te grijpen", verzekert Kaiser
lien. „Je moet weten, dat het geld pas
drie dagen geleden bij de bank is opgeno
men. Het is jammer, dat ik niet een paar
dagen eerder ben gekomen; dan had ik ten-
minsthe kunnen voorkomen, dat die op
lichterij zulke afmetingen aannam."
„Tja," zegt Hammer peinzend, „dat is
zoo. Maar hoe zit dat eigenlijk? Je hebt ons
toch al zes a acht weken geleden meege
deeld, dat je met je onderzoek klaar was?
Waarom ben je toen niet onmiddellijk te
ruggekomen?"
Kaiserlien kleurt tot over zijn ooren.
„Ik wilde eerst nog een paar weken uit
rusten; ik ben naar Cairo geweest", licht
hij toe. Dat is geen leugen; "slechts de hal
ve waarheid. Maar Hammer's vraag doet
hem plotseling tot de erkenning komen,
dat de kennismaking met Nora Tilden hem
alerminst geluk heeft gebracht. Was hij
dien avond op den Karmel bij zijn beshiit
gebleven, had hij zich nie t laten bepraten
om nog eenige weken verlof te nemen, dan
had hij zijn rriend nu niet om een leeninj
behoeven lastig te vallen.
(Wordt vervolgd).
Het inrichten der tentoonstelling van Belgische schilderkunst,
welke Zaterdag in het gemeentemuseum te Den Haag wordt
geopend
Mr. J. P. graat van Limburg Stirum, de nieuwe Nederlandsche gezant te
Londen, gereed om zich naar Buckingham Palace te begeven ter over
handiging van zijn geloofsbrieven aan den Engelschen Koning
De Indische padvinders, die ter deelneming aan de a.s. Wereldjamboree in
ons land vertoeven, hebben zich Dinsdagavond te Hilversum rond het kamp
vuur vereenigd, waar door zang en muziek de ware stemming erin werd
gebracht
Te Soestdijk is Dinsdagavond door de burgerij van Amers
foort aan het Prinselijk Echtpaar een Lippische kei aange
boden. H. K. H. Prinses Juliana en Z. K. H. Prins Bernhard
tijdens de aanbieding
De étappe Perpig-
nan-Luchon geldt
als een der moei
lijkste van den
Tour de France
De renners onder
weg temidden der
prachtige omge
ving van het berg
landschap
De twee leidende figuren in den Tour de France, de Belg
Sylvère Maes en de Franschman Lapebie tijdens de étappe
Luchon-Pau
Een typisch moment uit de oefeningen, welke door het 2e halfregiment
Huzaren in samenwerking met de Grenadiers en het 4e Regiment Infanterie
uit Leiden in de duinen bij de Wassenaarsche Slag werden gehouden