Hittegolf in Amerika. - Op den eersten dag van hun verblijf in Nederland defileerden de Indische padvinders, die aan de Wereldjamboree zullen deelnemen, voor den minister van Koloniën, mr. Ch. J. I. M. Weiter, bij welke gelegenheid de minister de padvinders toesprak Ter gelegenheid van dén Franschen nationalen feestdag vond Woensdag te Parijs de gebruikelijke militaire revue plaats. Een overzicht op de place de l'Etoile tijdens het défilé der tanks De Amboneesche fluitisten speelden Woensdag bij hun aankomst te Rotterdam met het Indisch Padvinderscontingent voor de a.s. Wereld jamboree het Wilhelmus In samenwerking met de K.N.A.C is Woensdagavond te Scheveningen een demonstratie gegeven met een auto, voorzien van een automatisch werkend noodluik. Inzittenden van een tewater gereden auto weten zich via den nooduitgang te redden Hittegolf in Amerika. - De stedeling zoekt verfrissching. Badplaatsimpressie in de schaduw der wolkenkrabbers FEUILLETON WELKOM THUIS De wonderlijke belevenissen van dr. Kaiserlien door WILL AMBERG. (Nadruk verboden). 18) Het meest was de boekhoudster van dr. Vogt hem tegemoet gekomen. Zij had haar chef eenvoudig telefonisch van zijn lunch weggeroepen. Kaiserlien ontving van hem de niet bepaald bemoedigende mededeeling, dat de gisteren bij de DeDi-bank opgeno men effecten reeds aan den advocaat van mevrouw Kaiserlien, collega Arnheimer, waren overhandigd. Voor het overige kon dr. Vogt nog slechts herhalen, dat de dr, Heinz Kaiserlien, die in Charlotenbrug, Kantstraat honderd twee en dertig had ge woond, eenige maandên getrouwd was ge weest, daarna echter was gescheiden en bij die gelegenheid op onbegrijpelijk royale wijze zijn vrouw schadeloos had gesteld. Het was niet veel meer dan een schrale troost ten slotte nog te vernemen, dat hij niet de minste gelijkenis vertoonde met den man, die als dr. Heinz Kaiserlien uit de Kantstraat was opgetreden: die was kleiner, blond, veel forscher en waarschijn lijk ook wel iets ouder geweest; een be schrijving, waarmee ook al niet veel te be ginnen was. En zoo had Kaiserlien dan een half uur later van dr. Arnheimer moeten vernemen, dat deze de hem door dr. Vogt ter hand gestelde effecten onmiddellijk, zooals zijn plicht hem gebood, „ter bevoegder plaat se" had gedeponeerd, zoodat deze thans in het bezit waren van de gescheiden mevrouw Kaiserlien. De mededeeling van zijn bezoe ker, dat hij het slachtoffer was geworden van een sluwe oplichtersbende, ontving hij met een spottend glimlachje en de opmer king, dat het Kaiserlien natuurlijk geheel vrij stond daarvan den rechter op de hoog te te stellen. Ter griffie van de Arrondissementsrecht bank Berlijn in, welke vervolgens voor een bezoek in aanmerking kwam, had men zich van zijn meest ambtelijke zijde doen ken nen. Van Kamer 192 verwees men hem naar 195; 195 adviseerde eens te informee- ren op 232, 232 zond hem naar 210 en 210 verwees hem terug naar 192. Daar was men er intusschen achter gekomen, dat men het dosier „Kaiserlien Edith contra dr. Kaiser lien Heinz, inzake onderhoud" onder zijn beheer moest hebben, maar nu maakte de ambtenaar bezwaar hem van de stukken inzage te geven, omdat de bezoeker, naar hij zelf beweerde, niet tot de partijen be hoorde. Er bleef dus niets anders over dan een bezoek af te steken tij den president van de rechtbank, die ten slotte na lang aarze len opdrecht gaf requestrant de stukken te toonen. Hü geraakte al aardig in de juridische vaktermen thuis. Woorden als „eischeres", „gedaagde", „verweer" en „in confesso zijn", begroetten hem als oude bekenden en lieten zich 'reeds gemakkelijker lezen dan menig krantenartikel. In de tegen hem ingediende beschuldiging, werd er door den advocaat van zijn vrouw, den onvrien- deliiken dr Arnheimer. op gewezen, dat Kaiserlien met zijn vrouw Edith, geboren Wismuth, een fabrikantendochter uit Saar- brucken, zes maanden in een verre van ge lukkige echt verbonden was geweest tot de civiele Kamer van de Arrondissements rechtbank afd. Echtscheidingen op verzoek van mevrouw Kaiserlien het huwelijk ont bonden had verklaard. Edith, geboren Wismuth! Dat was dus de nieuwe naam, welke thans opdook. Doch ter van een fabrikant uit Saarbrucken, thans wonende Berlijn, Kleintstraat drie, derde verdieping. En gefortuneerd, dat die dame geweest moest zijn! Haar rechtsge leerde raadsman beweerde in de door hem ingediende beschuldiging, dat zij twee hon derdduizend mark aan geld, en ongeveer eenzelfde bedrag aan effecten en sieraden mede ten huwelijk had gebracht. In over eenstemming met haar afkomst en haar maatschappelijken welstand, welke uit deze cijfers bleek, verlangde mevrouw Edith als eischeres een maandelijksche uit- keering van twee duizend mark van haar gescheiden echtvriend en bovendien na tuurlijk teruggave van haar ingebrachte eigendommen. De pseudo dr. Kaiserlien had door middel van zijn advocaat aangevoerd, dat zijn vrouw hoogstens honderdduizend mark in geld en geldswaardige papieren en voor nog geen veertigduizend mark aan sieraden mede ten huwelijk had gebracht en dat hij er niet aan dacht haar maande lijks meer dan driehonderd mark uit te keeren; voor het overige was hij bereid, zijn vrouw schadeloos te stellen. Uit dit, van beide jijden zeker niet onverzoenlijk standpunt had de rechtbank de gewenschte consequentie getrokken en een verzoenings termijn vastgesteld. Het resultaat daarvan was het kostelijke vergelijk, waarvan Kai serlien eenige uren tevoren bij den bank directeur kennis had genomen; mevrouw Edith werd met Kaiserlien's vermogen, dat bij de De-Di-bank berustte, schadeloos ge steld. Het stond dus nu wel vast, dat er ten minste drie personen bij deze zaak betrok ken waren: bij de namen Stolzenberg en Kaiserlien II had zich thans als derde nog Edith Wismuth gevoegd. Helaas was uit de stukken niet op te maken of die Edith van nature even knap was als rijk aan fantasie; blond, zwart, slank, klein, bruine of blau we oogen, temperamentvol of zachtzinnig van aard men kon zich zoo veel van den naam Edith Wismuth voorstellen, het moest toch wel de moeite waard zijn eens met die dame kennis te maken, temeer Ja, temeer, omdat hij met haar getrouwd was geweest. Toch eigenlijk een blamable geschiedenis, als men zijn eigen vrouw niet eens kende. Hij behoorde toch tenminste te weten, waarom zijn huwelijk de witte broodsweken niet overleefd had en waar om men uitsluitend hem de schuld aan de scheiding in de schoenen had geschoven. Doch toen hem bleek, dat hij zich voor de daarop betrekking hebbende documen ten wederom naar een andere afdeeling zou moeten begeven, waar men hem zeker op nieuw van het kastje naar den muur zou sturen zag hij daarvan in arren moede af en stelde hij zich tevreden met de beschei den inlichtingen, welke deze ambtenaar hem nog kon vertrekken en die hierop neerkwamen, dat hij op den lsten Maart 1929 door den ambtenaar van den Burger lijken Stand te Berlijn-Charlottenburg met Edith Wismuth in het huwelijk was ver bonden, dat dit huwelijk kinderloos was gebleven en dat zijn gescheiden echtgenoo- te thans den aanvalligen leeftijd van twee en twintig en een half jaar had bereikt. Twee en twintig jaar zes jaar jonger dan hij zelf! Kaiserlien kreeg werkelijk eer bied voor de fijngevoeligheid en de tact van zijn tegenstanders, want zes jaar, dat was zoo ongeveer het leeftijdsverschil, dat hij tusschen man en vrouw voor een lang durig huwelijksgeluk wenschelijk achtte, als hij zijn ega zelf had gekozen, zou hij met zijn opvattingen dienaangande zeker niet beter rekening hebben kunnen hou den. Intusschen was het hem nog niet geheel duidelijk hoe de bende in het bezit was ge komen van het, ongetwijfeld echte trouw bewijs. De autorite, ten gaven een derge lijk document toch maar niet aan Jan en alleman, tenzij in deze de betrokken amb tenaar zijn plir'it had verzaakt, of Of.... ja, er bestond werkelijk nog een andere mogelijkheid. En hoe onwaarschijn lijk het ook mocht klinken, de ervaringen van de laatste dagen hadden Kaiserlien zooveel geleerd, dat hij ook aan deze schijnbaar absurde mogelijkheid zijn volle aandacht meende te mogen schenken. Als men uit louter bedriegelijke overwegingen voor den schijn processen aanhang: matk- te, deurwaarders op de been bracht, advo caten, rechters en bankdirecteuren over blufte waarom zou men zich dan niet eveneens voor den schijn, in het huwel- laten verbinden <?n in zijn vuistje lachen over de goedgeloov;gheid van den ambte naar, die trouwde, terwijl hij juist had moeten wantrouwen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 5