Kardinaal Pacelli de gast van Frankrijk De Martelaren der Paters Capucijnen in Catalonië De grootste huldiging te Parijs Geen hoop meer voor Amelia Earhart 28ste Jaargang WOENSDAG 14 JULI 1937 No. 8774 Ste Ccki6elve(Soi4^aivt DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: 0.50 De kardinaal-staatssecretaris prijst Frankrijks roemrijke historie Z. H. Em. kardinaal-staatssecretaris Pa celli was gisteren, na zijn missie als Kar dinaal-Legaat „a latere" te hebben vol bracht, de gast van de Fransche regeering en van de stad Parijs en, gezien de wer kelijk grandioze ontvangst, die den ver tegenwoordiger van den Stedehouder van Christus op Franschen bodem is ten deel gevallen, mag men wel zeggen: de gast van het Fransche volk. Gistermorgen celebreerde de kardinaal een plechtige H. Mis in de Notre Dame. In de kathedraal was niet alleen de ka tholieke elite, niet alleen de volksmassa, die de ontzaglijke kerk op schier onmoge lijke wijze vulde, ook de staat was er ver tegenwoordigd, schrijft de correspondent van de „Msb.". Op de eereplaats voor het altaar was ge zeten de Fransche gezant bij het Vaticaan, Roux, als vertegenwoordiger van het gou vernement, kolonel Hoffel, als vertegen woordiger van den president der Fransche republiek en verder de vertegenwoordigers van de Fransche academie en tal van hooge colleges. Aan de Evangeliezijde was gezeten mada me Lebrun, echtgenoote van den president en douairière Lyautey. De kardinaal-staatssecretaris werd aan den ingang met liturgisch ceremonieel ont vangen door den kardinaal-aartsbisschop van Parijs, omringd door kardinaal Baudrillard en de hulpbisschoppen van Pa rijs. Zijne Eminentie werd naar het hoogaltaar geleid, waar een troon voor hem was opge steld. In het midden van het transept, onder een gouden baldakijn, was het altaar geplaatst, waaraan de kardinaal-staatssecretaris de Hoogmis zou celebreeren. Na een wijle in gebed verzonken te zijn geweest, begaf kardinaal Pacelli zich naar den kansel, om namens den H. Vader eenige woorden te richten tot de menigte in de ka thedraal en tegelijkertijd tot het gansche Fransche volk. „Frankrijk, het land, dat spijts alles voor waarts schrijdt, Frankrijk is onsterfelijk", zeide de kardinaal. De Kerk, aldus de Kardinaal-Legaat, is niet voornemens eenigerlei plan of eeniger- üei politieke partij te begunstigen of te be strijden. „Wij kennen de verlangens en de zorgen van het huidige Frankrijk. De thans levende generatie droomt er van, een gene ratie van voortrekkers en wegbereiders te zijn, in dienst van het herstel eener wanke lende wereld. Zij bespeurt in haar hart de geestdrift, het initiatief-verlangen, den on- weerstaanbaren dadendrang. Het heeft geen zin, bij de verklaring daarvan te denken aan eenig fanatisme of rassen-determinisme. Het Frankrijk van heden antwoordt, juist zooals het Frankrijk van vroeger, door die erfelijkheid haar waren naam te geven: „roeping". Frankrijks weg in de wereld is door de eeuwen heen een levende verluchting ge weest van die groote historische wet van den inysterieuzen en niettemin zoo klaar- blijkelijken samenhang tusschen de natuur lijke plichtsvervulling van een volk en de nakoming van zijn bovennatuurlijke taak. Wanneer ik denk aan Frankrijks ver leden, aan zijn huidige taak en zijn huidige plichten, en aan de rol, welke het in de toekomst kan en moet spelen, in één woord aan Frankrijks roeping, hoe zou ik dan over de welsprekendheid van den grooten kan selredenaar Lacordaire wenschen te be schikken!" Na te hebben geconstateerd, met welk een idealisme de geloovige Fransche jeugd belang stelt in „het eerste-rangs - vr a agstuk van het proletariaat en zijn rechtvaardige Christelijke oplossing", waarschuwde Kar dinaal Pacelli tegen het gevaar, dat die genen bedreigt, die in weerwil van de En cyclieken den ernst van het sociale vraag stuk niet begrijpen, en tegen het gevaar, dat diegenen loopen, die „de grenzen drei gen te miskennen, aan de overzijde waar van de waarheid plaats maakt voor de dwa ling, de ijver fanatisme wordt, en nuttige hervormingen worden omgezet in revolu tie". In zijn peroratie legde de Kardinaal den nadruk op de onafhankelijkheid der Kerk, die „niets anders op het oog heeft dan de vrijheid en waardigheid der kinderen Gods. Aan welken kant zij ook op onrecht stuit, zij gispt en veroordeelt het. Maar er is één ding, dat zij van al haar kinderen verlangt, en dat is, dat de louter heid van him ijver niet worde bedorven door dwalingen, waarin men stellig te goe der trouw en met de beste bedoelingen ver valt, maar die per slot van rekening vroeg of laat toch niet alleen worden toegeschre ven aan hen, die ze huldigen, maar aan de Kerk zelf". Op het Elysée. Toen kardinaal Pacelli om half één gis termiddag aan het Elysée arriveerde, om een bezoek te brengen aan president Le brun, stond ook daar weder een eerewacht klaar, om de gebruikelijke eerbewijzen te brengen. Aan den maaltijd, dien de president aan den kardinaal en zijn gevolg aanbood, na men een groot aantal Fransche hoogwaar- digheidsbekleeders deel, o.a. de nuntius, de kardinalen en bisschoppen van Parijs, de gezanten Charles Roux, De Margéry, de Fontane en Léger. Ook de regeering was ruim vertegenwoordigd, o.a. door minister president Chautemps, den minister van bui- tenlandsche zaken Delbos, den minister van financiën Bonnet en de Tessan, onderstaats secretaris van buitenlandsche zaken. Ofschoon het uur van het bezoek aan het Graf van den Onbekenden Soldaat geheim was gehouden, verdrong zich tegen half drie een groote menigte om het monument. Ook hier werden de eerbewijzen gebracht door een afdeeling soldaten onder comman do van den militairen gouverneur van Pa rijs. De kardinaal bleef geruimen tijd voor het Graf van den Onbekenden Soldaat bidden. De ontvangst op het Pafijsche stadhuis, die daarna plaats had, was zeer grootsch. De kardinaal-legaat werd toegesproken door den prefect van de Seine en door den president van den Parijschen raad. Omstreeks vijf uur was er een groote re ceptie op het ministerie van buitenlandsche zaken. Ook hier werd de kardinaal ontvan gen met vorstelijk huldebetoon. Onder de aanwezigen waren o.a. Sarraut, de oud- leider der radicale partij, en madame Brunswick, oud-minister in het pas afge treden ministerie-Blum. Omstreeks half zeven werd naar het Gare de Lyon gereden, waar een eerbetoon der troepen plaats had. De kardinaal maakte van het feit, dat hij zeer vroeg aan den trein was, gebruik, om plotseling het protocol van het bezoek vaar wel te zeggen, door zich naar de menigte te begeven, geheel alleen, terwijl zijn gevolg achter bleef. Hij zegende in de menigte kin deren en drukte verschillende handen, om zoodoende aan Parijs het duidelijke bewijs te geven van de groote ontroering, die zich van hem meester gemaakt heeft in deze dagen, die de wereldstad tot een waren triomf voor den vertegenwoordiger van den Stedehouder van Christus heeft gemaakt-. Even later verscheen de minister van bui tenlandsche zaken en de vertegenwoordiger van den president en verder de kardinalen en prelaten, om aan den legaat uitgeleide te doen. De muziek hief de Paushymne aan, gevolgd door de Marseillaise. De kardinaal inspecteerde de eerewacht en nam persoonlijk afscheid van de auto riteiten, die hem uitgeleide deden. Bij het vertrek van den trein barstte de menigte nog in kreten uit: „Leve de Paus! Leve de kardinaal-legaat!" Besprekingen met Delbos. Kardinaal Pacelli heeft voor zijn vertrek uit de Fransche hoofdstad drie besprekin gen gehad met den Franschen minister van Buitenlandsche Zaken, Delbos, over den toestand in Europa en kwesties, welke voor al voor Frankrijk en het Vaticaan van be lang zijn. De eerste bespreking werd bijgewoond door president Lebrun, Chautemps en de Tessan, de tweede door Sarraut, het laatste onderhoud had plaats in een salon aan de Gare de Lyon. waar vlug de balans van de Onder de Spaansche Provincie der Paters Capucijnen, heeft Cata lonië ongetwijfeld het meeste ge leden van de anarchistische revo lutie in Spanje, zooals blijkt uit het volgend relaas dat is opge steld op grond van ooggetuigen- berichten van kloosterlingen, die naar het buitenland konden vluch ten. De Paters Capucijnen ongeveer 200 in getal waren in dit gebied zeer popu lair en stonden bij alle klassen der bevol king in hoog aanzien. Zij legden zich ge heel toe op de zielzorg, verkondigden de eeuwige waarheden des geloofs en in hun tijdschriften werden de groote philosofische en theologische problemen van dezen tijd Ondanks dit alles, of beter gezegd, juist wegens dit alles werden de Paters in de oorlogsmaanden vervolgd. Door toedoen van Moskou waren de arbeiders vervuld een blinde haat tegen alle kloosterlin gen, en toen tallooze Russische, Fransche en Mexicaansche communisten Catalonië binnendrongen, werd de toestand nog on draaglijker. Deze benden trokken alleen uit te plunderen en te vernielen. Vooral Catalonië moest „goddeloos" worden ge maakt. Ook de paters Capucijnen ontkwamen niet aan hun woede. De kerken, de kloos ters der paters werden vérwoest, of in ka zernes of lazaretten veranderd. Het kloos ter in Barcelona-Sarria, de zetel van den Provinciaal en Studiehuis voor de Theolo gie, werd een prooi der vlammen. Alleen het heiligdom, dat aan O. L. Vrouw van Pompei is toegewijd, bleef gespaard. Daar de Capucijnen bij hun vlucht onmiddellijk enkele geneesheeren hadden ontboden, werd de kerk in een hospitaal veranderd. De altaren, beelden en" paramenten wer den echter een prooi der vlammen. Ook de rijke bibliotheek met kostbare incunabe len en meer dan 20.000 boeken, werd ge heel verwoest. Hetzelfde lot trof het missie-museum, het gedenkteeken van Kardinaal Vives y Tuto, het achief etc. Van het klooster bleef niets over dan een puinhoop. Zoo ging het eveneens met het klooster van Ignalada, met het Serafijnsche college, het noviciaat te Manresa, het klooster in Olot en het klooster in Arenys de Mar. De kloosters van Taragana en Borges Blanques werden veranderd in kazernes voor communistische troepen. De paters zelf moesten de vlucht ne men. Wie in handen viel van de F. A. I. (Federacion Anarchica Iberica) werd mee- doogenloos neergeschoten. Dikwijls werden de paters voor de executie wreed gemar teld en verminkt. In midden Januari wist men reeds met zekerheid dat 32 Capucijnen vermoord wa ren, waarvan 19 paters, 4 fraters en 9 lee- kenbroeders. Van 10 anderen vermoedt men eveneens, dat zij vermoord zijn. Twaalf Capucijnen verzuchten nog in de gevangenis, sommigen vertoeven daar reeds vanaf het begin van de revolutie. Zij worden barbaarsch behandeld en ver- keeren in voortdurend gevaar. Ongeveer 70 kloosterlingen houden zich nog bij particu lieren verborgen. Betrekkelijk weinigen konden naar het buitenland ontkomen. Onder degenen, die hun leven hebben moeten geven voor hun geloof, bevinden zich Pater Modestus van Mieres, pater Vin- centius van Peralta, pater Martimis van Barcelona, pater Dorotheus van Vilalba, pater Augustinus van Montclar en anderen. Zij zijn allen vermoord uit haat tegen het geloof. Zij werden niet aangekk als vijanden van het vaderland of van de regeering. Zij hadden zich niet verzet te gen de soldaten, die hun kerken en kloos ters in brand staken. Him eenige misdaad verschillende besprekingen werd opge maakt. De kardinaal toonde zich zeer bezorgd, aldus Havas, over de tendentieuze interpre tatie, welke door de Duitsche pers aan zijn verblijf in Frankrijk werd gegeven en zijn eerste vraag aan Delbos was, daarover na dere ophelderingen te verstrekken. Toen kardinaal Pacelli vernam, dat een nationaal- socialistische blad zelfs zoover was gegaan uit propaganda-doeleinden te verzinnen, dat hij een onderhoud op Fransch gebied met minister Eden had gehad, zeide de kardinaal, dat hij daarover „verontwaar digd en ontsteld" was. was: kloosterling of priester te zijn. Het was genoeg, als zooiets ontdekt werd, om de persoon in kwestie zonder vorm van proces neer te schieten. Meer nog. De haat der communisten leid de tot de gruwelijkste wreedheden. Pater Oriel van Barcelona had enkele arme Zusters in veiligheid gebracht en keerde naar huis terug. Men ontdekte dat hij een kloosterling was. De communisten brachten hem in een bosch, bonden hem een boom, en eischten van hem, dat hij God zou belasteren. Hij begon echter het „Te Deum" te zin gen, en riep met luide stem „Te per orbem terrarum Sancta confitetur Ecclesia", „De H. Kerk belijdt U over de heele wereld". De communisten sloegen hem nu gruw zaam met stokken en wierpen hem met steenen. De pater echter bleef bidden en God verheerlijken, tot hij aan de bekomen sla gen en wonden stierf. Hij was een bekend schrijver over liturgie en kerkgeschiede nis. Een andere martelaar was de jonge pre dikant pater Timotheus van Palafrugell, een kloosterling met onvermoeibaren zie lenijver. Na het uitbreken van de onlusten verliet hij het klooster van Olot en ver toefde bij families, die de paters Capucij nen goed gezind waren. Kort daarop had men hem ontdekt, en werd hij in de gevangenis geworpen. In dezelfde gevangenis waren nog twee andere priesters en een aantal Katholie ke leeken. Spoedig bepaalde men de dag van hun terechtstelling. Pater Timotheus sprak hen allen moed en sterkte in, en op den vooravond gaf hij allen na een rouw moedige biecht de H. Absolutie. Hij zelf biechtte bij een van de andere priesters. In de nacht droeg hij de H. Mis op. Daar er niets voorhanden was, consacreerde hij brood en wijn, die van het avondmaal wa ren overgebleven. Allen ontvingen de H. Communie. Den volgenden morgen ging pater Timotheus de communisten tegemoet en vroeg hem om alleen hem te dooden en de anderen te sparen. Vooral vroeg hij om toch de huisvaders in vrijheid te stellen. Alles vergeefs. Allen werden naar het veld Triai ge bracht bij de stad Olot, waar zij ver moord werden. Waarschijnlijk werden zij eerst gemarteld en verminkt, want later vond men stukken vleesch en verminkte lichaamsdeelen op het veld. De lijken wer den op een vrachtwagen geladen en in een massagraf op het kerkhof begraven. Eeni ge dagen later kon men in de straten nog bloedsporen en op het kerkhof nog armen en beenen zien liggen. Ook pater Zacharias van Llorens, predi kant en godsdienstleeraar aan het college van St. George in Barcelona werd vreese- lijk gemarteld. Een jonge apotheker, die nu aan de zijde van Franco strijdt, heeft bericht dat men eerst de oogen van den pater had uitgestoken, daarna zijn tong en ooren had afgesneden. Ook de vroegere Provinciaal, pater Fre- dericus van Berga, werd vermoord. Hij werd ontdekt, toen hij juist tevoren de H. Mis had opgedragen. Hij werd ge vangen genomen en men hoorde niets meer van hem. Onlangs vond men na lang zoe ken een fotografie van zijn lijk. Het hoofd is met kogels doorboord, en op zijn gelaats trekken lag een uitdrukking van de groot ste smart een teeken, dat ook hij vóór zijn dood gemarteld werd. Dit zijn enkele bladzijden uit het marty- riologium der paters Capucijnen van de twintigste eeuw. Het is nog niet volledig. Eerst na den oorlog zal nog veel aan het licht komen over de wreedheid der ver volgers en de standvastigheid der martela- Dit nummer bestaat uit vier bladen. VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. Kardinaal Pacelli op grootsche wijze te Parijs ontvangen en gehuldigd. (1ste blad). Dagelijks rukken 10.000 man Japanscbe troepen over de Chineesche muur China binnen. (2de blad). Het Britsche bemiddelingsplan inzake de Spaansche controle niet voor heden avond bekend. (2de blad). De Russische Noordpoolvliegers in Cali- fornië aangekomen. (Luchtv., 2de blad). ERNSTIG ONGELUK TE SEMARANG. Drie Europeanen verdronken. Aneta seint uit Semarang: Gisteravond reed een langs Kalibaroe rijdende auto een deeleman (een met een paard getrokken rijtuigje) aan. De auto geraakte te water met gevolg dat drie der inzittenden ver dronken. De drie slachtoffers waren de heeren F. A. Staas, exploitant van een behangers zaak, de heer E. Polvliet, kastelein in den stadstuin van Semarang, en de heer D. J. Swart, treinconducteur te Poerwodadi. De heer Staas was gehuwd en had vier kinde ren, de heer Polvliet was ook gehuwd en had een kind, terwijl het derde slachtof fer ongehuwd was. Alle omgekomenen wa ren oud-onderofficieren. BINNENLAND. De Indische padvinders zijn heden in ons land aangekomen. (1ste blad). ZESTIG VLIEGTUIGEN ZOCHTEN VERGEEFS. Laatste sprankje hoop verdwenen. Het Amerikaansche vliegkampschip „Lexington" is gisteren in de nabijheid van het eiland Howland aangekomen en direct begonnen deel te nemen aan het zoe ken naar Amelia Earhart. Gistermiddag zijn zestig vliegtuigen van de „Lexington" opgestegen, om een gebied van 93.240 vierkante kilometer af te zoe ken. Dit was de grootste opsporingstocht in de geschiedenis der Amerikaansche marine. Deze grootste opsporingsdienst is echter tevergeefsch geweest want de zestig vlieg tuigen hebben geen spoor van de verdwe nen aviatrice en haar metgezel, of van haar toestel, kunnen vinden, en zijn onverrich- terzake naar de „Lexington" teruggekeerd. Na deze laatste vergeefsche poging kan het lot van de sinds elf dagen verdwenen beroemde aviatrice thans definitief zeker geacht worden. Noodlottige aanrijding op den Hooge Rijndijk te Lelden MEISJE AAN DE GEVOLGEN OVERLEDEN. Gisteravond te ruim 7 uur heeft op den Hooge Rijndijk bij de grens der gemeente een ernstige aanrijding met doodelijken afloop plaats gehad. Het zevenjarig meisje L. J. is aldaar in de nabijheid van de ouderlijke woning door een uit de richting Utrecht komende auto gegrepen. Het meisje stak plotseling van het trot toir den weg over, toen een auto, bestuurd door den 19-jarigen A. L. M., wonend in de Wasstraat met 'n snelheid van 30 a 40 K.M. naderde. De bestuurder trachtte het kind nog te ontwijken, doch dit gelukte niet, zoodat het tegen den grond werd geworpen. Met ernstige inwendige kwetsuren werd het meisje de ouderlijke woning binnen gedragen. Haar toestand was van dien aard, dat zij niet vervoerd mocht wor den. In den afgeloopen nacht is het kind aan de bekomen verwondingen bezweken. Men kan zich de droefheid der ouders voorstellen, die hun eenig kind op deze tragische wijze verloren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 1