De nieuwe Edelachtbaar
Sigareniabrieken
Werklooze Onderwijzers
Ambtenaarsbetrekkingen.
Drie millioen voor scholing
van werkloozen
DONDERDAG 8 JULI 193.
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5
in
Een prachtige combinatie
van zakelijkheid en
ntenschelijkheid
Moderne techniek en
sociaal gevoel
Vrijdag a.s. zal de nieuwe groote Edel
achtbaar-Sigarenfabriek der firma Wij ten-
burg officieel worden geopend.
Degenen, die zooals wij, reeds in de ge
legenheid zijn geweest, deze nieuwe fa
briek te bezichtigen, zullen met ons 'cot de
ervaring zijn gekomen, dat hier sprake is
van een gebeurtenis voor Leiden en ver
daarbuiten. Er zullen er velen zijn, die
deze nieuwe fabiek zullen beschouwen en I
prijzen louter als 'n groot onderdeel van een
productie-proces, waar de arbeid zoo ra- J
tioneel mogelijk en prachtig geordend ge
schiedt, en waar door meer dan vierhon
derd arbeiders een millioen sigaren per
week kan worden geproduceerd.
Voor ons echter ligt de beteekenis van
deze nieuwe fabriek veel dieper dan do
voorname, prachtig geoutilleerde fabrieks-
zalen, uitgerust met alle moderne vindin
gen der techniek. Voor ons ligt de betee
kenis ervan nog meer in de sociale zorg,
waarmede bij den bouw en de inrichting
van deze fabriek is rekening gehouden.
Gistermiddag werd de pers in de gele
genheid gesteld om onder leiding van ie
heeren S. en Chr." Wijtenburg en archi
tect B. Koldeweij de nieuwe fabriek in
oogenschouw te- nemen.
Toen hebben wij de gelegenheid waar
genomen om architect Koldeweij naar
diens inzichten bij den opzet van dezen
bouw te vragen.
De nieuwe fabriek is gevestigd in de
vroegere weverij der Leidsche Katoen
maatschappij tusschen de 2e Looierstraat
en den Zijlsingel. Van deze 6500 M2. groo
te fabrieksruimte zijn alleen de muren blij
ven staan en zelfs deze behoefden nog be
langrijke herziening.
Eenmaal deze groote open ruimte bin
nen de oude muren verkregen hebbende,
aldus vertelde ons de architect, ben ik
uitgegaan van een centraal punt als be
ginsel. Om dit centraal punt moesten alle
afdeelingen vanaf de binnenkomst van het
ruwe product tot aan de expeditie, zich
groepeeren en bovendien van daaruit kun
nen worden voorzien. Zooals u ziet, is dit
geschied. Alle afdeelingen, die zooveel mo
gelijk door glas van elkaar gescheiden zijn,
kan men vanaf deze vierkante, in het tref
punt van vier zalen gebouwde commando
brug overzien en door de glazen wanden
de overige. Maar daarbij wilde ik niet ver
vallen in louter nieuwe zakelijkheid, die
den dood van de arbeiders beteekent, omdat
deze zich dan slechts voelt als een onder
deel van een machine.
En met het oog hierop zorgde ik voor
lichte zalen in warme kleuren als wit met
blauw, andere zachtgeel met grijs, maar
allen vroolijk. En de grootste verdienste
van de heeren Wijtenburg is, dat zij een
jongen kunstenaar Lode Sengers, de ge
legenheid gaven, die witte muren te ver
sieren met voorstellingen, welke voor al
len, die daar werken, van opvoedende
waarde zijn. (Na het artikel met foto hier
van in ons blad van gisteren behoeven wij
hierop niet meer nader in te gaan).
De achitect is in zijn pogingen om zake
lijkheid en rationalisme te combineeren
met warme menschelijkheid, volkomen ge
slaagd. Als men door al de zalen van deze
groote fabriek gaat, voelt men, dat hier
arbeidsv r e u g d e zijn kan. En dat is de
groote sociale beteekenis van de nieuwe
Edelachtbaar Sigarenfabrieken.
De Edelachtbaar-Sigarenfabrieken van
de firma A. H. J. Wijtenburg werden op
gericht in het jaar 1845.
Hetgeen deze fabrieken tot den omvang
waartoe zij nu zijn uitgegroeid, heeft ge
maakt, een bloeiende sigaren-industrie met
ruim 400 man werkend personeel, getuigt
er van hoe de directie steeds haar tijd heeft
verstaan en de behoefte van het roo-
kend publiek heeft aangevoeld, waardoor
het seriemerk „Edelachtbaar" onder de ge
renommeerde sigarenmerken een vooraan
staande plaats heeft ingenomen.
De gestadige en gezonde groei bevorder
de een noodzakelijke expansie, die tenslot
te vroeg om een fabrieksgebouw, hetwelk
het geheele bedrijf dat tot nu uit drie fa
brieken bestond aan Uiterstegracht en
Heerengracht, onder één dak zou samen
brengen.
Deze gelegenheid bood zich in 1936, toen
de directie, gesteund door de zeer welwil
lende medewerking van het Gemeentebe
stuur, een fabrieksterrein van circa 6500
vierkante Meter kon aankoopen. Op dit
terrein is thans onder leiding van den ar
chitect B. J. Koldeweij te Voorburg, deze
modern geoutilleerde sigarenfabriek ge
bouwd, die ruimte biedt voor 1200 man
personeel.
Vanaf binnenkomst „ruwe tabak" tot en
met verzending „gereed sigaar" liggen al
le werkruimten zeer economisch in logi
sche circulatie. Bijzonder valt daarbij op,
de zeer ruime en goed geventileerde loka
len, die allen baden in een zee van licht.
Zooals gezegd, sluit alles logisch aan el
kander aan. Vanaf den ingang aan de 2e
Looierstraat vindt men achter elkaar reizi
gerslokaal, directiekantoor, kantoor chef
boekhouder en kantoor personeel, die telkens
in onderling verband staan. Vanaf den
Zijlsingel zijn aan de eene zijde de schaft
lokalen, die modern met radio zijn
ingericht en daarnaast vanaf den aanvoer
de opslagplaatsen ruwe tabak, sorteer- en
plukzaal, de invochterij, de zaal met bos
jesmachines voor het binnenwerk, de dek
bladbewerking, de sorteerderij en plakke-
rij, de drogerij, de expeditie, met aanslui
tend de opslagplaatsen voor verpakkings
materiaal met moderne toiletten, wasch-
gelegenheden en garderobes voor het per
soneel. Dit alles is, zooals gezegd, gegroe
peerd rond het centrale middelpunt.
Van de hypermoderne installaties noe
men wij de ventilatoren in de invochterij,
een geheel nieuw systeem. Groote ventila
toren verspreiden hier een waterdamp zon
der waterdruppels te vormen, welke het
dekblad zouden beschadigen. Zij doen dit
tct een percentage van plm. 90 a 95 pet.
Wordt het vochtgehalte in deze ruimte
hooger dan slaan de ventilatoren automa
tisch uit. Dezelfde ventilatoren, maar klei
ner, treft men in de zalen, waar het dek
blad wordt behandeld om het zijn voch
tigheid niet te doen verliezen.
Een geheel nieuw systeem vindt men
ook in de droogruimte, waarin vanuit den
zolder en vanuit den grond warme lucht
wordt geblazen, die in deze ruimte circu
leert en door pijpen langs de muren weer
wordt afgevoerd.
De verwarming der zalen geschiedt door
toevoer van warme lucht. Hierdoor is men
in staat 's zomers koele lucht toe te voe
ren, zoodat de temperatuur ten allen tijde
geregeld kan worden.
Al deze nieuwe vindingen, die technisch
volmaakt zijn, zijn ontworpen door en aan
gebracht onder leiding van ir. A. G. Fuchs,
te Arnhem, die bij de geheele moderne in
richting als technisch raadgever is opge
treden.
Het werd werd uitgevoerd door de fir
ma Bik en Breedeveld te Leiden.
Deze moderne en voortreffelijk inge
richte fabriek mag zonder twijfel een
aanwinst voor Leiden worden genoemd en
dit zal te meer uitkomen, wanneer het sa-
neeringsplan der gemeente rond deze fa
briek is uitgevoerd en een 13 M. breede
weg, uitkomend op de nieuwe brug over
den Zijlsingel naast de fabriek is aange
legd. Morgen zal de fabriek door den bur
gemeester van Leiden officieel worden ge
opend.
DALEND AANTAL LEER
LINGEN.
Alleen de Katholieke scholen
kleine vermeerdering
GROOTSTE KLASSEN TE AMSTERDAM.
Aan de cijfers van het Centraal.
Bureau voor de Statistiek te Den
Haag, waaruit wij al eenige gege
vens over het doubleeren van klas
sen op de lagere en u.l.o.-scholen
hebben genomen, ontleenen wij nog
het volgende:
Het totale aantal leerlingen van het ge
woon lager onderwijs is in de jaren 1933
1935 van 1.202.758 op 1.141.976 gedaald, dus
met 60.000 of 5 pet. De oorzaken van
deze daling zijn: a. de achteruitgang van
het geboortecijfer; b. de opschuiving van
de toelatingsleeftijd van 5 y2 tot zes jaar;
een gevolg van de daling is een inkrim
ping van het onderwijzerscorps eveneens
met 5 pet. Door dezen factor alleen vin
den pl.m. 1600 onderwijzers geen emplooi.
Het sterkst hebben de openbare scho
len onder de daling geleden, door het ver
lies van rond 50.000 leerlingen, tegen rond
12.000 minder op de protest, bijz. scholen;
de r. k. zijn nog een 1000 leerlingen vooruit
gegaan.
Het aantal leerlingen der u.l.o.-scholen,
dat begin 1930 60.000 bedroeg, beliep eind
1932 75.240 en eind 1935 90.333. Een stij
ging in zes jaren van 50 pet. en in de laat
ste drie jaren van 20 pet.
Het openbaar onderwijs volg
den in 1932 35.6 pet., en in 1935
nog 33.2 pet. van het totale aantal
leerlingen; het percentage van het
bijzonder onderwijs is dus 64.4 en
66.8. Daar in de lagere klassen het
percentage kinderen dat openbaar
onderwijs geniet, kleiner, en dat
w bijzonder onderwijs ontvangt groo-
ter is dan het gemiddelde cijfer
van de vorige alinea, zal de ver
schuiving van het openbaar naar
het bijzonder onderwijs voorals
nog niet tot stilstand komen.
Er zijn in 1933 101 openbare scholen op
geheven, in 1934 274 en in 1935 nog 82; het
aantal leerlingen per school is daardoor
aanzienlijk opgevoerd. Op 31 Dec. 1935
omvatte het openbaar onderwijs 38.2 pet.
der scholen (bij 33.2 pet. der leerlingen, zie
boven) en het bijzonder onderwijs 61.8 pet.
der scholen bij 66.8 pet. der leerlingen. Er
waren nog 57 openbare scholen met 25 of
minder leerlingen, tegenover vier bijzon
dere. Het aantal eenmansscholen bedroeg
bij het openbaar onderwijs 98, bij het bij
zonder 25. Het gemiddeld aantal leerlin
gen van de openbare school was 138, dat
van de bijzondere 172.
Bij het u.l.o. had het openbaar onder
wijs 31.7 pet. der scholen en 42.5 pet. der
leerlingen, het bijzondere 68.3 pet. der scho
len en 57.5 pet. der leerlingen. Het ge
middelde aantal leerlingen van het open
bare U.I.O. bedroeg 155, tegenover die van
de bijzondere slechts 98.
Hoeveel leerlingen aan één leerkracht
zijn toevertrouwd, blijkt uit onderstaand
staatje.
Gemeenten met
meer dan 100.000 inw.
Openbaar Protest, r. kath.
Amsterdam
39.2
31.8
33.9
Rotterdam
38.5
3^.1
31.8
Den Haag
34.3
39.3
29.8
Utrecht
31.—
33.2
32.2
Haarlem
37.1
32.5
34.9
Groningen
35.7
30.8
32.4
50.001—100.000
inw.
36.2
32.1
36.—
20.001— 50.000
inw.
34.8
33.3
37.—
5.001— 20.000
inw.
32.8
32.1
36.7
5000 en minder inw.
30.1
30.4
35.4
Gemiddeld
34.1
31.7
35.6
Het openbaar onderwijs in Amsterdam
staat wat gemiddelde klassegrootte aan
gaat, aan de spits. Het staat zelfs met 5.1
boven het gemiddelde van het Rijk.
Wanneer men de eerste en tweede kolom
vergelijkt, springt de beteekenis van de
kweekelingen met acte in het oog. Vooral
bij het protest, bijzonder onderwijs schijnt
men van hen veel gebruik te maken. In to
taal waren aan het eind van 1935 5641
kweekelingen in de scholen werkzaam. De
zelfstandige leiding eener klas hadden 2910
kweekelingen.
De regeeringspersdienst schrijft: Dezer
dagen is in de Staatscourant een regeling
gepubliceerd ter bevordering van plaatsing
in den overheidsdienst, buiten het onder
wijs, van personen, die in het bezit zijn
van de akte van bekwaamheid als onder
wijzer bij het lager onderwijs en die ten
gevolge van de uit bezuinigingsnoodzaak
voortgevloeide beperking van het aantal
onderwijskrachten geen of slechts zeer
geringe kans hebben om de functie, waar
voor zij zijn opgeleid, nog nooit te kun
nen uitoefenen.
Het aantal van dergelijke akte-houders
is zeer groot, zóó groot, dat net zeer wel
te verklaren is, dat deze groep der regee
ring zorg baart. Immers, aa" den eenen
kant eischte de noodzakelijke beperking
van de openbare uitgaven inkrimping van
het onderwijzend personeel, aan den ande
ren kant mocht in het belang van het on
derwijs de toevoer van nieuwe krachten
niet geheel worden gestuit, m. a. w. de
opleiding tot onderwijzer moest doorgaan.
Aldus ontstond een surplus aan akte-hou
ders en de wijze van ontstaan van dit over
compleet heeft de regeering er toe ge
bracht maatregelen te treffen om de niet
voor het onderwijs benoodigde aktehou
ders in andere richting een redelijk be
staan te bezorgen, althans zooveel moge
lijk.
De getroffen regeling zij is te vinden
in de Staatscourant van 30 Juni jl. geeft
niet aan alle werklooze akte-houders aan
spraak om in eene voor hen geschikt te
achten rijksbetrekking te worden ge
plaatst, daarvoor is hun aantal te groot.
Maar wel krijgen zij door die regeling een
zeer belangrijken voorsprong op andere
solicitanten. Er is een zoodanige organisa
tie vastgesteld, dat de tmannelijke
aktehouders, voor zoover zij niet jonger
dan 21 en niet ouder dan 35 jaar zijn, i n
de eerste plaats in aanmerking
zullen komen voor bepaalde, uiteraard
meestal administratieve betrekkingen in
den overheidsdienst, wanneer vacatures
daarin zouden Voorzien moeten worden
door particuliere gegadigden.
De belanghebbenden hebben voorshands
niet anders te doen dan aan den directeur
van het centraal capitulantenbureau te
's Gravenhage, Raam weg 3, s c h r i ft e-
1 ij k te verzoeken om als houder van de
akte van bekwaamheid als onderwijzer, be
doeld in .artikel 77a der wet van 17 Au
gustus 1878 (Staatsblad no. 127), te wor
den ingeschreven op de candidatenlijst tot
plaatsing in een betrekking in overheids
dienst, eenigen tijd daarna ontvangt de
verzoeker alsdan een vragenlijst, in drie
voud, ter invulling, welke drie lijsten hij,
na alle daarop gestelde vragen te heb
ben beantwoord, vervolgens aan genoem
den directeur moet terugzenden.
Uiteraard worden alleen behoorlijk ge
frankeerde stukken in ontvangst genomen
en heeft de directeur geen gelegenheid be
langhebbenden anders dan na uitnoodi-
ging te ontvangen.
Aan de hand van de gegevens, op de in
gevulde vragenlijst verstrekt, worden de
belanghebbenden dus op een candidaten
lijst ingeschreven.
Komt er nu een betrekking vacant, waar
in een aktehouder geplaatst zou kunnen
worden, dan wordt daarvoor bestemd de
ingeschrevene, die daarvoor het meest ge
schikt wordt geacht, zooveel mogelijk in
volgorde van inschrijving op de candida
tenlijst. Deze aanwijzing geschiedt door
den capitulantenraad.
De inschrijving op de lijst geschiedt al
dus: hij, die het eerst de onderwijzersakte
behaalde, komt bovenaan, als twee of meer
candidaten op denzelfden datum die akte
verwierven, gaat de oudste in leeftijd voor,
en wanneer ook de leeftijd gelijk zou zijn,
dan gaat voor hij die bij inschrijving in
alphabetisch-lexicografische volgorde het
eerst op de lijst zou worden geplaatst.
BEGROOTING VAN SOCIALE
ZAKEN DOORGEVOERD.
AANVULLINGSBROOTING VAN
SOCIALE ZAKEN.
Ingediend is een aanvullingsbegrooting
van sociale zaken voor 1937.
Uitbreiding van het personeel.
Bij de indiening van de begrooting kon
niet worden, voorzien, dat bij de af deeling
werkverschaffing en steunverleening nog
controleurs voor de steunverleening moes
ten worden in dienst genomen.
In verband hiermede wordt voor artikel
2 een verhooging aangevraagd van 50.000.
De dienst der arbeidsinspectie heeft sinds
eenigen tijd te kampen met moeilijkheden,
doordat de sterkte van zijn personeel niet
meer in de juiste verhouding staat tot de
werkzaamheden, welke tegenwoordig tot
zijn bemoeiingen behooren. Zoo valt b.v.
te wijzen op de invoering op 1 October
1936 van de Huisarbeidswet. Voorts
is het gewenscht, dat de arbeidsinspectie
haar toezicht op de naleving van de Ar
beidswet in de bakkerijen ver
scherpt. Een en ander maakt het noodig,
dat zoo spoedig mogelijk tot eenige uit
breiding van het personeel van dien dienst
wordt overgegaan.
Voorgesteld wordt, in den loop van dit
jaar 10 controleurs en 7 schrijvers of admi
nistratieve ambtenaren in dienst te nemen.
De toeneming van het aantal onregelma
tigheden bij de 'uitvoering van de
Vleeschkeuringswet maakt een
verscherpt toezicht op de naleving dier wet,
in het bijzonder met betrekking tot de na
leving van de wettelijke voorschriften op
de keuring, noodzakelijk.
De minister acht het daarom gewenscht,
dat een inspecteur van de volksgezondheid
in algemeenen dienst wordt aangesteld,
die uitsluitend tot taak zal hebben, de uit
voering van de wet in het geheele land
te controleeren. Door dit verscherpte toe
zicht zal een preventieve invloed worden
uitgeoefend, waarvan een meer nauwgezet
te naleving van de wet en een verminde
ring van het aantal gevallen van fraude
mag worden verwacht.
De kosten in verband met
verplaatsing van arbeiders.
Door de opleving in verschillende indus
trieën neemt het werken van arbei
ders buiten de woonplaats aan
zienlijk toe, hetgeen o.a. blijkt uit het veel
grootere aantal vragen om bijdragen in
verplaatsingskosten over de laatste maan
den. Te verwachten is, dat bij voortgaan
de opleving deze aanvragen nog zullen toe
nemen, waardoor het bedrag van 20.000
stellig te klein zal zijn. Daarom wordt
voorgesteld art. 115 met f 10.000 te verhoo-
gen.
Nog meer dan voorzien kon worden bij
het ontwerpen van de rijksbegrooting voor
1937 is emigratie voor Nederlanders moge
lijk gebleken. Er doen zich teekenen voor,
dat verdere uitbreiding van die mogelijk
heid niet uitgesloten is. Ten einde op doel
treffende wijze, waar noodig, de helpen
de hand te kunnen bieden, is het derhalve
raadzaam te kunnen beschikken over een
grooter bedrag, dan aanvankelijk werd
geraamd. Met name bestaat de waarschijn
lijkheid te kunnen bevorderen, dat vrou
wen en kinderen van emigran
ten, die reeds een broodwinning in over-
zeesche landen hebben gevonden, zich bij
him mannen en vaders kunnen voegen.
Nu op het breede terrein van de werk-
loozenzorg reeds vele jaren achtereen zeer
veel is tot stand en nog dagelijks, mede
door maatregelen op het gebied van werk
verschaffing en werkverruiming, werken
worden aangevat, welke voor het geheele
Nederlandsche volk van beteekenis zijn,
achtte de regeering het wenschelijk, hier
van op voorlichtende wijze te laten blijken.
Deze voorlichting kan er toe bijdragen
dat meer algemeen inzicht wordt verkre
gen, hoe de werkloozenzorg dienstbaar is
en wordt gemaakt aan verruiming van de
werkgelegenheid, terwijl tevens de belang
stelling voor deze publieke zaak wordt ver
groot.
Om dit te bereiken werd in 1936 met fi-
nancieelen steun van de regeering het boek
werk uitgegeven, getiteld „Het Werken
de Land"; hiervoor wordt bij suppletoire
begrooting voor het dienstjaar 1936 een
bedrag van 7100 aangevraagd. Thans heeft
de regeering opdracht gegeven voor het
vervaardigen van een film, welke in groote
lijnen op het doek zal brengen, wat op het
gebied van het verschaffen van werk is ge
schied. De hieraan voor het rijk verbonden
kosten zullen 15.000 bedragen.
De zorg voor de jeugdige
werkloozen.
Het is in den aanvang van een begroo-
tingsjaar uiterst moeilijk, zoo niet ondoen
lijk, met eenige zekerheid te zeggen, hoe
de zorg voor de werklooze jeugd zich in
een volgend jaar zal ontwikkelen. Gewe
zen moge o.a. worden op de noodzakelijk
heid van het b ij brengen van scho
ling, welke uitbreiding van het aantal
centrale werkplaatsen noodig maakt.
Om nu in 1937 de belangen van
de jeugdige werkloozen naar be
hooren te kunnen behartigen,
waarbij tevens gedacht is aan de
herscholing van oudere arbeiders,
zal naar schatting in totaal noodig
zijn ƒ3.200.000. Er moge op wor-
gewezen, dat boven dit bedrag nog
komt hetgeen de gemeentebesturen
voor de jeugdige werkloozen uit
trekken, benevens hetgeen de on
derscheidene organisaties bij het
Nederlandsche volk verzamelen
ten behoeve van het kampwerk.
EEN DER ZALEN IN DE NIEUWE „EDELACHTBAAR"-SIGARENFABRIEKEN. RECHTS IN DEN HOEK EEN GEDEELTE
VAN DE UITKIJKPOST" HET CENTRALE PUNT, VAN WAARUIT MEN ALLE ZALEN KAN. OVERZIEN.