President Lebrun woonde in het Claridge hotel te Parijs het feest der ver-
eeniging Frankrijk Engeland bij, waar ook de Engelsche gezant, sir Erie
Phipps, eeregast was
"e Grouw zijn Vrijdag de groote driedaagsche zeilwedstrijden begonnen,
•«vice uitgeschreven zijn door de Friesche Zeilvereeniging .Oostergoo
Een snapshot tijdens den strijd in de 30 M2 klasse
SJa £cicbdxe (Sou/temt
De Russische expeditie aan de Noordpool. Hel vliegveld in hel hooge
Noorden
Een kijkje op een der groote pontonbruggen te Bilbao, welke door de genietroepen van het
nationalistische leger werden gebouwd ter vervanging der vernielde bruggen
Voor dé uitbreiding van een der fabrieken te Koog aan
de Zaan zijn nieuwe ijzeren tanks aangevoerd van ongeveer
20 ton, welke volledig gemonteerd naar de plaats van be
stemming werden getransporteerd
Fransche luchtvaartautoriteiten onderzoeken de ruïne van het vliegtuig, dat
bij Sarrebourg neerstortte en waarbij vijf personen om het leven kwamen
De Amerikaan Budge werd Vrijdag
winnaar in het heeren-enkelspel tijdens
het tennistournooi te Wimbledon, door
zijn overwinning op den Duitscher Von
Cramm. De kampioen (rechts) en
hun
Prof. dr. W. A. P. Schüffner, directeur
der atdeeling Tropische Hygiëne van
het Koloniaal Instituut, neemt Maandag
afscheid als hoogleeraar in de Tropische
Hygiëne aan de universiteit te Amster
dam
FEUILLETON
WELKOM THUIS
De wonderlijke belevenissen
van dr. Kaiserlien j
door
WILL AMBERQ.
(Nadruk verboden).
8)
Vervelend, pedant en overdreven se
cuur, dat zijn zoo ongeveer de predicaten,
welke ook op Weckerle van toepassing zou
den kunnen zijn. Hij is geen slecht jurist
waarlijk niet; misschien zelfs een te goe
de. Hij stelt tientallen vragen voor hij dr.
Kaiserlien diens eerste beantwoordt. Zelfs
moet hij weten wie Ina Heldt is, of zij
zich kan legitimeeren en waarom zij dr.
Kaiserlien vergezelt.
Maar eindelijk grijgt Kaiserlien dan toch
het woord: „Ik zou gaarne inzage hebben
van de acten van executorialen verkoop van
mijn villa".
Weckerle krabt zich bedenkelijk aan de
kin. „De acten van executorialen verkoop
van uw villa hm, welk belang hebt u
daarbij?"
„Vindt u het zoo vreemd, dat ik weten
wil waarom mijn huis verkocht is?"
„Die belangstelling komt wel wat laat",
constateert de notaris, nuchter. Hij overlegt
en spreekt luid met zichzelf: „Een wette
lijke reden om u de inzage van die acten
te weigeren, is er niet. Ik zal de papieren
even halen."
Hij verdwijnt in het aangrenzende ver
trek. Ooor de open deur dringt een bedomp
te lucht van stof en oude archiefstukken.
Maar hij schijnt toch zijn zaken in orde te
hebben, want hij keert bijna onmiddellijk
met een blauwe map in de hand, in de
spreekkamer terug.
„Ja", deelt hij mede, en het stompje pot
lood zwaait dreigend door de lucht, „de
executoriale verkoop van uw villa is een
gevolg geweest van en vonnis der Arron
dissementsrechtbank Berlijn in, inzake een
proces van Eduard Stolzenberg tegen u."
„Hebt u dat vonnis bij de hand?"
„Ja zeker!"
Op het vooihoofd van den notaris ver
schijnen rimpels, alsof hij weer zeggen wil:
Uw belangstelling voor dat vonnis komt
vrij laat. Hij blijkt echter een geheel ander
bezwaar te hebben.
„Ja, overhandigen mag ik u het von
nis niet. Ik zou het u hoogstens kunnen
voorlezen, als u er prijs op stelt den in
houd nog eens te hooren."
„Tot dusver is mij de inhoud nog totaal
onbekend," antwoordt Kaiserlien, die het
laatste uur geleerd heeft zijn ziel in leid-
zaamheid te bezitten.
„Zoo....?" vraagt de notaris, in de ac
ten bladerend. „Dat is dan toch uw eigen
schuld, als u het nog niet kent. Want, aha....
hier heb ik het, blijkens mijn acten is het
op den elfden Maart van dit jaar reeds in
uw bezit gekomen.
„In mijn bezit? Hoe weet u dat?"
„Omdat in de acten staat, dat de brie
venbesteller het vonnis persoonlijk aan uw
woning heeft afgeleverd."
Dit argument kende Kaiserlien reeds
Muschmann had bijna woordelijk hetzelfde
gezegd. Het had geen nut den notaris nu
duidelijk te maken, dat hier van een per
soonsverwisseling sprake was. Van meer
belang was het er achter te komen, wat de
oorzaak kon zijn van die verwisseling.
„In ieder geval zou ik u vriendelijk wil
len verzoeken mij het vonnis voor te lezen,
als u zich niet verantwoord acht het mij
vijf minuten ter hand te stellen."
Weckerle doet een poging beleefd te zijn:
„Van wantrouwen jegens u is natuurlijk
geen sprake, maar zonder toestemming van
den president van de Arrondisementsrecht-
bank mag ik documenten als deze niet uit
handen geven. Wanneer u niet belangheb
bende was, dan zou ik u niet eens van den
inhoud van het vonnis op de hoogt mogen
stellen."
„Zoo, jazegt Kaiserlien kwasie-
ernstig, terwijl hij Ina Heldt een knip
oogje geeft, „dan is het toch nog voor iets
goeds, dat ik in deze kwestie belanghebben
de ben, Doet u mij dus een genoegen en
leest u mij het vonnis even voor!"
Weckerle zucht en begint te lezen. Voor
recitator heeft hij geen aanleg. Monotoon
en gespeend van elke variatie, dreunt hij
de zinnen op.
„De civiele Kamer van de Arrondisse
mentsrechtbank Berlijn III, uitspraak
doende
inzake
Stolzenberg, Eduard, fabrikant, Berlin-
Halensee, Kurfurstendamm 140, eischer, in
rechten vertegenwoordigd door dr. Arnhei-
mer, advocaat en procureur, Berlijn
contra
Kaiserline, dr. Heinz, doctor in de chemie,
wis- en natuurkunde, Berlijn-Charlotten-
burg, Kantstraat honderd-twee-en-dertig,
gedaagde, in rechten vertegenwoordigd
door dr. Vogt, advocaat te Berlijn,
recht doende terzake van den ingestel-
den eisch, spreekt uit het navolgende
vonnis!"
De notaris maakt een korte pauze en
werpt Kaiserlien, dr. Heinz, doctor in de
Chemie, een onderozkenden blik toe. Deze
kijkt echter vrij onverschillig voor zich. Zoo
ongeveer had hij zich het begin van het
vonnis voorgesteld. Het schijnt nu eenmaal
zijn noodlot te zijn, dat de heer Eduard
Stolzenberg en dr. Kaiserlien n voortdu
rend zijn weg kruisen.
De notaris vervolgt: „Het volgende von
nis:
L Gedaagde heeft aan eischer R.M.
85.000, zegge, vijf-en-tachtig-duizend rijks-
markt te betalen.
n. Gedaagde wordt veroordeeld in de
kosten van het geding".
„Hoeveel?" informeert Kaiserlien be
langstellend.
„Vijentachtigduizend mark", herhaalt de
notaris onbarmhartig. „Is dat bedrag nieuw
voor u?"
„Voor mij is zoo ongeveer alles nieuw in
deze merkwaardige aangelegenheid", ant
woordt Kaiserlien. „En nu zou ik nog wel
graag willen weten, waarom meneer Eduard
Stolzenberg vijfentachtigduizend mark van
mij moet hebben."
„De motiveering van het vonnis is zeer
kort; ik zal het u voorlezen". En weder-
ombegint hij met zijn monotone stem:
„Gedaagde Kaiserlien heeft als schei
kundige in December 1923 te Starnberg
een villa met laboratorium laten bouwen.
Daar, tengevolge var de deflatie, zijn geld
middelen niet toereikend waren, verzocht
hü den met hem bevrienden eischer hem
100.000 rijksmark te leenen. Als tegenpres
tatie zegde dr. Kaiserlien eischer de helft
der hem voor een chemische uitvinding
toekomende licenties toe.
Op deze toezegging leende eischer aan
dr. Kaiserlien het verlangde bedrag van
100.000 rijksmark, dat echter, naar is ko
men vast te staan, in den loop van het
daarop volgende jaar is terugbetaald. Tot
dusver weigerde gedaagde evenwel aan
eischer diens aandeel in de licenties uit
te betalen, omdat deze overeenkomst niet
schriftelijk zou zijn vastgelegd en hier bo
vendien sprake zou zijn, daar door eischer
profijt zou zijn getrokken van den ongun-
stigen financieelen toestand, waarin ge
daagde tijdelijk verkeerde. Dat de helft van
het, dat licenties omvattende bedrag 85.000
rijksmark zou bedragen, wordt door dr.
Kaiserlien niet bestreden.
Kaiserlien's motieven tot niet-betaling
zijn door de rechtbank niet steekhoudend
bevonden. Een schriftelijke vorm voor de
overeenkomst, zooals die door partijen is
aangegaan, schrijft de wet niet voor. Voor
woeker ontbreken voldoende vermoedens
en andere aanwijzingen; uit den omvang
van het bedrag der toegezegde licenties
kan bezwaarlijk worden afgeleid, dat hier
van een irreëele zaak sprake is.
Kaiserlien is derhalve verplicht eischer
85.000 rijksmark uit te betalen en moet in
de kosten van het proces worden veroor
deeld.
(w.g.) Geisel, Wunder. Hirth".
(Wordt vervolgd).