MAANDAG 21 JUNI 1937
UE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 2
NOG BUIIG.
DE BILT SEINT:
Meest matige Noord-Westelijke tot Wes
telijke wind, half tot zwaar bewolkt, aan
vankelijk nog kans op regen, of onweers
buien, weinig verandering in temperatuur.
Hoogste barometerst.: 768.3 te Haparanda.
Laagste barometerst.: 754.8 te Blaavandshuk
Het gebied van lagen luchtdruk blijft
statiormair in onze omgeving: Het werd in
den nacht minder vlak en er vormde zich
een duidelijk uitgesproken minimum over
Jutland, waardoor de wind naar Noord-
West draaide en in kracht toenam. Het
gebied van hoogen luchtdruk over den
Oceaan wordt steeds vlakker, doch breid
de zich naar het Oosten uit. In het geheele
Noorden blijft de luchtdruk hoog, de de
pressies in de-Poolzee blijven op zeer hoo-
ge breedten. In het Noordwesten en op
het vasteland blijft het weer koel en buiig.
In de Alpen blijft Ret zeer koud en valt
boven 2000 meter bij voortduring sneeuw,
In Noord-Scandinavië, in Finland en in de
Baltische Staten, komt groote zomerwarmte
voor, met temperaturen van 25 graden op
den poolcirkel. In Engeland en in geheel
West- en Centraal-Europa vielen onweers
regens, Hamburg meldt 38, Groningen 24
m.m. Op IJsland is het weer koud gewor
den. Het is te verwachten, dat het weer in
onze omgeving aanvankelijk nog koel en
buiig zal blijven.
LUCHTTEMPERATUUR.
14.6 gr. C.
LICHT OP VOOR FIETSERS e. a.
Van Maandagnamidag 9.55 uur tot
Dinsdagmorgen 4.07 uur.
HOOG WATER.
Te Katwijk aan Zee op Dinsdag 22 Juni
voorm. 2.48 uur en nam. 3.08 uur.
WATERTEMPERATUUR.
De Zjjl 16.5 gr.
Poelmeer 17 gr. C.
RECHTZAKEN
Huishoudster veroordeeld
wegens dubbele moord.
IN HOOGER BEROEP.
Het gerechtshof te 's-Hertogenbosch be
handelde vendaag in hooger beroep de straf-
zaak tegen de 64-jarige huishoudster Ma
ria Clara van Helden, die door de recht
bank te Maastricht conform den eisch van
den Officier van Justitie wegens doodslag
tweemaal gepleegd tot vijftien jaar gevan
genisstraf is veroordeeld. De vrouw en ook
het O. M. zijn in hooger beroep gekomen.
Een vreeselijk drama heeft zich op 22
November van het vorig jaar in de woning
van den 73 jarigen M. A. F. Buijsers te
Merkelbach afgespeeld. Op dien Zondag
ochtend doodde de vrouw, die thans terecht
staat en die door de bevolking „de heks
van Merkelbach" zou worden genoemd, den
man, waarbij zij als huishoudster in dienst
was en diens 71-jarige schoonzuster.
Op dien noodlottigen dag was het ker
mis in Merkelbach, Buijsers' schoonzuster
was overgekomen uit Neerbeek.
De verhouding met de huishoudster liet
te wenschen over. Er was herhaaldelijk
geld verdwenen en de huishoudster, die
men verdacht, had steeds „een man" in de
nabijheid van het huis gezien. Zondagavond
kwam de huishoudster zeer opgewonden bij
de woning van de buren. Er waren indrin
gers in huis, zij had hulp noodig. De bu
ren spoedden zich naar de woning van
Buijsers en kwamen tot de ontstellende
ontdekking, dat de schoonzuster van B. met
afgesneden hals in de keuken lag. De huis
houdster snelde naar boven en kwam even
later vertellen dat ook Buijsers vermoord
was. Ook hij lag met afgesneden hals in
bed.
De huishoudster deed een vreemd ver
haal tegen de politie. Zij was, zoo verklaar
de ze, dien ochtend naar de bushalte ge
gaan, terwijl de schoonzuster van B. naar
de kerk was. Zij had echter haar portemon-
naie vergeten en keerde terug. Er kwam
haar een man tegemoet die een revolver en
een mes in de hand hield. Hij sloeg haar op
het hoofd en zij vluchtte naar den zolder.
Den heelen dag had hij de trap bewaakt,
alleen had hij haar gedwongen een boter
ham voor hem te maken.Nadat hij haar
nog had gedwongen een rijksdaalder te ge
ven was hij verdwenen.
Het lugubere verhaal van de vrouw vond
weinig geloof by rijksveldwacht en ma
rechaussee Haar hoofd immers vertoonde
wonde noch buil. Het vee in de stallen was
goed verzorgd, wat onmogelijk zou zijn
wanneer ze den geheelen dag opgesloten
was geweest.
In de dagvaarding was aan verdachte
ten laste gelegd, dat zij, met het oogmerk
om Maria Arnold Ferdinand Buijsers van
het leven te berooven, dezen met een En-
gelschen sleutel of iets dergelijks een slag
op het hoofd heeft toegebracht waardoor
een zoodanig ernstige wonde ontstond, dat
dit met het toebrengen van zwaar licha
melijk letsel valt gelijk te stellen, althans
dat zy hem opzettelijk met een scheermes
althans met een scherp voorwerp zoodanig
in den hals heeft gesneden dat verscheide
ne teere deelen daardoor op doodelijke wij
ze zijn verwoest.
Tweedens was aangevoerd, dat zij met
het oogmerk om Maria Josepha Huberta
Senden van het leven te berooven, deze ins
gelijks met een scheermes of iets soortge
lijks meerdere malen in den hals heeft ge
sneden met een even noodlottig gevolg als
bij haar zwager het geval was.
De rechtbank te Maastricht heeft het aan
de verdachte ten laste gelegd bewezen ge
acht, waarbij zij haar oordeel o.m. baseerde
op een brief dien verdachte aan haar doch
ter en schoonzoon geschreven heeft, in wel
ken brief zij een volledige bekentenis afleg
de, welke bekentenis aangevuld en beves
tigd is geworden door andere verkloringen
van de verdachte, van diverse getuigen en
door de rapporten der getuigen-deskundi-
gen. De rechtbank overwoog in haar von
nis voorts, dat de vrouw een hard en wreed
mensch is, hetgeen haar verwijdering uit de
maatschappij voor geruimen tijd wensche-
lijk maakt.
De belangstelling voor deze zaak was bui
tengewoon groot, geen plaasje bleef op de
publieke tribune onbezet. De verdachte,
voorgelyeid, maakt een diepe buiging voor
het Hof.
Onbewogen hoort zij de uitvoerige dag
vaarding aan, die door den advocaat-ge
neraal wordt voortgelezen.
De president, mr. A. J. Vliegenthart,
vraagt daarna aan de verdachte: „Waarom
bent u in hooger beroep gekomen?"
Verdachte: „Omdat ik onschuldig ben.
Ik heb van die menschen geen haar op het
hoofd gekrenkt."
President: „Het wordt hoe langer hoe
mooier. U hebt toch een bekentenis afge
legd?"
Verdachte: „Dat is zoo, maar dat heb ik
gedaan om mijn schoonzoon te redden. Hij
werd er van verdacht, de menschen te heb
ben vermoord. Hij heeft zes kinderen, en
ik wilde niet, dat hij in de gevangenis
kwam. Toen heb ik de schuld maar op mij
genomen. Maar ik heb het niet gedaan."
De vrouw, die rad van tong is, protes
teert met verheffing van stem tegen de be
schuldigingen, tegen haar ingebracht.
Zij vertelt dan nog, door een onbekende
te zijn overvallen. Deze man moet de da
der geweest zijn. Ook haar heeft deze man
geslagen en gestompt. Zij kreeg van hem
nog even den tijd om een akte van berouw
te bidden.
President: „U hebt niet alleen voor den
rechter-commissaris bekend, maai' in het
Huis van Bewaring schreef u ook aan uw
familieleden een brief, waarin u een be
kentenis aflegde."
Verdachte: „Dat is zoo, maar dat heb ik
gedaan om mijn schoonzoon te redden."
Als eerste getuige werd gehoord mr. Ga-
diot, rechter-commissaris bij de rechtbank
te Maastricht, die met den substituut-of
ficier van justitie een onderzoek heeft in
gesteld op de plaats, waar de dubbele
moord is geschied.
Getuige heeft de verdachte met de lij
ken van de twee slachtoffers geconfron
teerd, doch zij bleef onbewogen. Op 16 No
vember heeft verdachte aan getuige be
kend, dat zij met den landbouwer Buij
sers ruzie heeft gehad. Zij zag plotseling,
dat Buysers 'n scheermes in de hand hield.
Zij heeft hem dit mes willen afnemen en
bij deze worsteling is Buysers met zijn hals
op het mes gevallen. Daarna is zij naar be
neden gegaan, waar vrouw Senden ruzie
met haar maakte over het werk op de boer
derij. Vrouw Senden maakte zich kwaad en
vloog op haar af. Verdachte heeft zich toen
verdedigd en vrouw Senden viel toen ook
met haar halfs op het mes.
Mr. Gadiot heeft ter plaatse naar bewijs
materiaal gezocht. O.a. heeft hij een blou
se en een schort aangetroffen, welke stijf
lagen van het bloed. Verdachte ontkende,
dien dag de kleedingstukken te hebben ge
dragen. Wel gaf zij toe, dat zij eenige, da
gen tevoren deze kleedingstukken had aan
gehad, doch toen heeft zij uit haar neus ge
bloed en uit een wondje aan haar hand.
President: „Als dat waar is, dan kunnen
er wel eenige bloeddruppels op dit klee-
dingstuk gekomen zijn, maar dan kunnen
zij toch niet door het bloed verstijfd zijn."
Raadsheer mr. van Veen vraagt aan den
rechter-commissaris: „Op 20 November
heeft de verdachte toch bekend, dat vrouw
S. niet op het mes is gevallen, maar zij
vrouw S. met het mes den hals heeft afge
sneden?"
Door mr. Gadiot wordt zulks toegegeven.
De president mr. van Meeuwen vraagt
dan aan den rechter-commissaris:
Heeft de verdachte in den brief, dien
zij aan haar dokter heeft geschreven, niet
volledig bekend, dat zij Buyssers en diens
schoonzuster uit drift heeft gedood?
De rechter-commissaris gaf dit toe en hij
wees hierna op de verklaring van verdach
te, waarbij zij bekent Buyssers met een
sleutel op het hoofd te hebben geslagen.
Deze sleutel en nog eenige andere gereed
schappen worden aan verdachte getoond.
De president: Hoe komt dit bloed op
den Engelschen sleutel?
Verdachte: dat weet ik niet. Ik heb
hem gedurende eenige dagen gemist.
Mr. van Veen tot verdachte: Als u
Buyssers niet met den sleutel hebt mishan
deld, waarom heeft u dat dan bekend?
Verdachte: Ik heb dat niet bekend.
De rechter-commissaris en de wachtmees
ter hebben maar wat opgeschreven.
President: U hebt alles toch ondertee
kend. Waarom hebt u dat dan gedaan?
Verdachte: Ik was overstuur en daar
om heb ik dat gedaan.
De rechter-commissaris bracht hierna nog
naar voren, dat bij Buyssers meermalen
geld was gestolen. Eenmaal zelfs een be
drag van vijfhonderd gulden. Ook hiervan
is zij verdacht geweest.
De dokter getuigt.
De volgende getuige is dr. L. Kolman,
arts te Maastricht, die de sectie op de lij
ken van de slachtoffers heeft verricht, de
schedels van den man en de vrouw die
nen als stukken van bewijs en werden op
de tafel van den president gedeponeerd.
Dr. Kolman verklaarde, dat Buyssers een
oude man was, doch kerngezond. Getuige
is er van overtuigd, dat Buyssers eerst
door een slag met een hard voorwerp op
den schedel is getroffen. Deze slag moet
met groote kracht zyn toegebracht en de
schedel is daardoor op diverse plaatsen
gescheurd. De dokter is er van overtuigd,
dat het slachtoffer meer slagen heeft gekre
gen. Gezien de schedelbasisfractuur moet
Buyssers direct bewusteloos zijn geweest
en pas daarna is hem met het scheermes
den hals doorgesneden. De verwondingen
aan den hals moeten met groote kracht zijn
toegebracht en wijzen op opzet.
Bij vrouw Senden heeft de getuige di
verse verwondingen op het gezicht aange
troffen. Eveneens heeft hy bij vrouw S.
twee groote verwondingen aan den hals
aangetroffen.
Deze verwondingen moeten met groote
kracht en opzettelijk zijn toegebracht. Een
ongeluk acht hij absoluut uitgesloten. Ge
tuige achtte het zeer waarschijnlijk, dat de
verwondingen met een scheermes zijn toe
gebracht. Hij heeft ook de verdachte on
derzocht. Zij had eenige schrammetjes aan
den hals. Volgens de verdachte zouden
deze verwondingen zyn toegebracht door
een aanrander. Getuige zegt, dat zulks niet
waar heeft kunnen zijn, want het waren
schrammetjes, toegebracht door een speld.
Verdachte had ook nog beweerd, dat de
aanrander haar met een groote hamer op
het hoofd heeft geslagen. Getuige heeft op
het hoofd echter geen enkel letsel aange
troffen. Toen de verdachte met de lijken
van de slachtoffers werd geconfronteerd,
heeft getuige den polsslag van haar gecon
troleerd. Deze was zeer normaal en abso
luut onbewogen.
Door den president gevraagd deelde ge
tuige nog mede, dat verdachte hem be
kend heeft, Buyssers en zijn schoonzuster
te hebben gedood. „Ik heb het echter niet
met opzet gedaan", had zij daaraan toege
voegd, „maar het is hun eigen schuld".
De dokter acht het onaannemelijk, dat
Buyssers zichzelf met een scheermes heeft
verwond, want door den slag op het hoofd
was hy reeds bewusteloos. Hij is er dan ook
van overtuigd, dat de verdachte vrouw
Senden van achteren heeft aangevallen. De
aard der verwondingen duidt daar op.
De dokter verklaarde nog, dat op de
slaapkamer van Buyssers het bloed was
weggeveegd. Mogelijk is, dat hierbij aan de
schort van de verdachte en aan haar blouse
bloed is gekomen.
De verdachte ontkent weer, de menschen
te hebben vermoord: „Ik heb die men
schen nooit iets misdaan. Als ik bekend heb
dan is het om mijn schoonzoon en mijn
dochter te redden. Ik heb moederliefde."
Bij deze woorden begint het publiek op
de tribune te joelen. De president maant
tot kalmte aan.
De volgende getuige is A. van der Mul-
lem, operwachtmeester te Brunssum, die
met eenige collega's een onderzoek ter
plaatse heeft ingesteld Hij verklaart, dat
vrouw Senden op het punt stond uit te
gaan, of dat zij juist was thuis gekomen.
Het lijk van Buyssers lag in de slaapka
mer op bed en was keurig toegedekt. Het
bloed was reeds opgeveegd. In de keuken
werd verdachte aangetroffen, die terstond
aan een verhoor werd onderworpen. Zij
verklaarde eerst van niets te weten doch la
ter zeide ze, dat zij door een man was over
vallen, die haar met een revolver be
dreigde en naar den zolder joeg. Getuige
heeft de verdachte terstond aangehouden.
Daarna heeft hij een huiszoeking gedaan,
waarbij in beslag werden genomen een
blouse en een schort, die vol bloed zaten.
Door een collega werd nog een Engelsche
sleutel aangetroffen, die eveneens met
bloed was bevlekt. Bij het lijk van vrouw
Senden lagen eenige haarspelden en op
merkelijk is het, dat de verdachte twee
haarspelden mist.
De president tot getuige: „Kunt u mis
schien eenig motief vinden, waarom de
verdachte het misdrijf heeft gepleegd?"
Getuige antwoordt, dat er volgens den
volksmond een verhouding moet hebben
bestaan tusschen de verdachte en Buyssers,
vrouw S. is altyd tegen de verhouding ge
weest met het gevolg, dat er op de hoeve
dikwijls ruzie was. Getuige gelooft ook wel,
dat het drama zich rondom deze verhou
ding heeft afgespeeld. Eenige dagen nadat
de vrouw was gearresteerd, heeft get. het
scheermes gevonden. Get. wees er nog op,
dat de verdachte meermalen op haar ver
klaringen is teruggekomen.
Wat zij den eenen dag bekende trok zij
den volgenden dag weer in.
(De verdachte zit tijdens de verklarin
gen van den opperwachtmeester een glaas
je water te drinken).
Door den verdediger mr. van der Kroon
werden nog eenige vragen gesteld omtrent
de ligging van de boerderij, bewoond door
Buysers, waarop de opperwachtmeester een
duidelijke uiteenzetting gaf van de situatie
te plaatse. De opperwachtmeester ging hier
na broedvoerig in op het verhaal, dat de
verdachte hem gedaan heeft, omtrent een
overval op haar gepleegd door een man
met een masker voor. Getuige was er di
rect van overtuigd, dat dit verhaal ver
zonnen was.
De volgende getuige is de brigadier van
de rijksveldwacht J. Meyer, te Mexkelbach,
die op de kermis aldaar werd gewaar
schuwd, dat er in de boerderij van Buysers
een moord was gepleegd. Getuige is er on
middellijk heengegaan en trof daar de ver
dachte aan, die hem een omstandig ver
haal deed van een overval. De overvaller
zou haar met een hamer op het hoofd heb
ben geslagen. Daar getuige op het hoofd van
verdachte geen enkele verwonding vond en
de verdachte zeer overdreven te keer ging,
leek getuige dit verhaal direct zeer ver
dacht. Hij bracht de vrouw naar de keuken,
waarna hij de marechaussee waarschuwde.
Door den getuige J. Linkens, gemeente
veldwachter te Merkelbach, werden de ver
klaringen, afgelegd door J. Meyer, beves
tigd. Samen zijn zij naar de boerderij van
Buysers gegaan en samen hebben zij het
onderzoek geleid. Verdachte deed ook hem
een zeer omstandig verhaal van een man
met een masker voor, die geld moest heb
ben. De huishoudster sprak zich telkens
tegen. Dan weer had de man een masker
voor en dan weer niet. Hij had dan weer
een revolver in de hand en even later sprak
zij van een mes of een hamer. Getuige zegt,
dat de K., de' verdachte, in Merkelbach geen
gunstige reputatie heeft. Zij is hard tegen
haar .kinderen geweest en toen zij als huis
houdster bij Buysers in betrekking kwam
werden daar veel diefstallen gepleegd. De
reputatie van Buysers is gunstig. Getuige
deelt verder nog mede, dat de verdachte,
toen zij werd aangehouden, nog geprobeerd
heeft zich zelf van het leven te berooven.
Ook in het huis van bewaring te Maastricht
heeft zij nog een zelfmoordpoging gedaan.
De volgende getuige is de heer Dagevos,
directeur van het Huis van Bewaring te
Maastricht, die verklaarde dat de verdach
te hem bekend heeft Buysers den hals te
hebben afgesneden, toen deze haar aan
viel. Vrouw Senden zou zij toen bewuste
loos hebben geslagen.
Requisitoir.
De advocaat-generaal,, mr. Massink, nam
hierna requisitoir in deze zaak. Wat te
Merkelbach is geschied is ontzettend en
men moet deernis hebben met den man en
de vrouw die daar zijn afgeslacht. Daar
naast is het gerechtvaardigd de politie te
bewonderen die te verdachte heeft opge
spoord en een onderzoek ingesteld waar
van de resultaten zoodanig zijn dat de
vrouw door de rechtbank te Maastricht als
daderes kon worden veroordeeld. Mr. Mas
sink zei voorts dat verdachte beschikt over
een groote fantasie, vandaar het fantasti
sche verhaal van'den gemaskerden man.
Toen aan de vrouw werd aangetoond, dat
dit verhaal niet waar kon zijn heeft zij
ten slotte een bekentenis afgelegd, welke
zij later introk om daarna opnieuw te be
kennen en weer te ontkennen.
Wij kunnen haar echter aan haar beken
tenis houden, aldus spr. Het tooneel dat
zich op de hoeve van Buyssers heeft afge
speeld is verschrikkelijk. Na eerst den
landbouwer op zijn bed te hebben over
vallen en te hebben afgemaakt is de ver
dachte naar beneden gesneld en heeft zij
de schoonzuster den hals afgesneden. De
verdachte is vroeger uit de ouderlijke
macht ontzet geweest. Men noemde haar
destijds het „duivelskind". De dubbele
moord is gepleegd met een cynisme een
duivel waardig.
Over het motief tast men wel in het duis
ter maar dit neemt niet weg, dat zij en
niemand anders het misdrijf heeft ge
pleegd.
Spreker eischte tegen de verdachte, die
reeds 64 jaar oud is, wegens doodslag
tweemaal gepleegd, vijftien jaar gevange
nisstraf.
De maximumstraf wilde spreker niet
eischen want de verdachte heeft haar leef
tijd mede. Dit is de eenige verzachtende
omstandigheid, welke te haren gunste
spreekt.
HAAGS CUE POLITIERECHTER.
Zitting van 21 Juni.
Ongerechtigd steun getrokken.
C. L. te V e u r moest hedenmorgen voor
den politierechter, prof. v. Bemmelen, ver
schijnen, omdat hij de verdiensten van een
zoontje verzwegen had.
Verdachte had opgegeven aan den voor
zitter van de werkloozencommissie, dat zijn
zoontje leerling was en niets verdiende.
Verdachte ontkende het feit, maar aan
gezien de getuigenverklaringen pertinent
het tegendeel getuigden, eischte de officier,
r.a gezegd te hebben, dat het bedrag 110
bedroeg, en verdachte reeds driemaal ge
waarschuwd was door de commissie, een
gevangenisstraf van 3 maanden.
De politierechter veroordeelde hem tot
een gevangenisstraf van twee maanden.
Met een mes gestoken.
A. A. van B. te Zoeterwoude heeft
een inwoner van Delft, zekere J. S., met
een mes gestoken en hem getrapt en gesla
gen.
De gestokene is niet geheel normaal te
noemen; deswege behoefde hij den eed
niet af te leggen.
Vast kwam te staan, dat deze getuige
eerst gesard en geplaagd heeft waarna de
verdachte zijn zelfbeheersching verloor en
tot deze daden was gekomen.
De gestokene vroeg bovendien een scha
devergoeding van 7.50, zijnde een trui en
de doktersrekening.
De officier vond het feit buitengewoon
ernstig. Niettemin wilde spr. het nog wel
eens met dezen verdachte probeeren, aan
gezien er een gunstig rapport was binnen
gekomen en hij een blanco strafregister
heeft.
Eisch: 2 maanden gevangenisstraf voor
waardelijk met een proeftijd van 3 jaar
en een geldboete van 100 subs. 50 dagen.
Uitspraak 2 maanden gevangenisstraf
voorwaardelijk met een proeftijd van 2
jaar en een boete van 50 subs. 50 dagen
en betaling van een schadebedrag van 6
aan den gestokene.
AGENDA
LEIDEN.
Dinsdag. R.K. Bond van Handels-, Kan
toor- en Winkelb. „St. Franciscus
v. Assisië". Gebouw R.K. Volks-
bond, 8.15 uur.
Vrijdag. „St. Christoffe", Ledenvergade
ring in café-rest. ,De Harmonie,
8.30 uur.
De Zondagsdienst der huisartsen te Lei-
wordt waargenomen door de dokters:
Bruins Slot, P. van Es, Lahr, Niemer en
Starck.
De Zondagsdienst der huisartsen te Oegst
geest wordt waargenomen door dr. Vare
kamp, Tel. 1910.
De avond-, nacht- en Zondagsdienst der
apotheken wordt van Maandag 14 tot
en met Zondag 20 Juni a.s. waargeno
men door de apotheken P. du Croix, Ra
penburg 9, tel. 807, E. B. de Metz, Kamer-
lingh Onneslaan 28, telef. 3553 en J. Doe-
dens, Wilhelminapark 8, Oegstgeest tel. 274
Wederspormigb eid, dronken
schap en opruiing.
J. v. D., binnenschipper te K a t w ij k,
moest verschijnen, omdat hij Tweeden
Kerstdag te Katwijk zich verzet heeft te
gen een tweetal veldwachters, die hem wil
den arresteeren wegens dronkenschap.
Verdachte wilde niet meegaan, maar be
gon een vechtpartij. Toen hij het dreigde te
verliezen, had hij tegen eenige vrienden
geroepen: „Jongens, helpt mij en slaat ze
de hersens in, een heb ik er al".
De vrienden hadden zijn partij gekozen
en weldra regende het klink el's en straat-
steenen. De veldwachters hadden daarop
sabel en revolver getrokken, waarna de
vechtersbazen aftrokken.
De officier vond het feit buitengewoon
ernstig en vroeg een voorwaardelijke ge
vangenisstraf van 6 maanden en een boete
van 40 subs. 40 dagen, terwijl verdachte
tijdens zijn proeftijd, d.i. drie jaar, geen
alcohol mag gebruiken en niet op plaatsen
mag komen waar alcohol geschonken wordt.
Uitspraak een voorwaardelijke gevange
nisstraf van 3 maanden met twee jaar
proeftijd en een geldboete van ƒ40 subs.
40 dagen.
Zijn mede-kostganger bestolen.
J. M. te Leiden, die verstek liet gaan,
heeft van een mede-kostganger gedurende
een tijdvak van eenige maanden ƒ31 uit
diens zakken gehaald. Nadat de benadeel
de als getuige was gehoord, was de eisch
3 maanden gevangenisstraf. Uitspraak con
form.
Diefstal van oud ijzer.
C. v. B., kuiper, en A. H. v. L., koopman
beiden te K a t w ij k, hebben daar ter
plaatse oud ijzer weggehaald en verhandeld
zonder toestemming van de betrokken eige
naars.
Van v. L. was een gunstig rapport bin
nengekomen, daarom was de eisch tegen
hem 25 subs. 25 dagen en tegen van B.,
die niet op een gunstig rapport kon bogen,
een voorwaardelijke gevangenisstraf van
3 maanden met 3 jaar proeftijd. Uitspraak
tegen v. L. ƒ15 subs. 15 dagen en tegen
v. B. 3 maanden voorwaardelijk met een
proeftijd van 3 jaar.
Geknoei met steungelden?
G. Z. te Zoetermeer zou met steun
gelden gekoeid hebben. Daar niet vast was
komen te staan, dat verdachte een straf
baar feit heeft gepleegd, maar dat hij meer
de dupe was geworden van andere invloe
den, waren zoowel eisch als uitspraak, vrij
spraak.
Verduistering van een
belastingmerk.
Mej. L. J. H. te Leiden, heeft op het
terrein, van de gestichten. Endegeest te
Oegstgeest een rijwielbelastingmerk gevon
den, maar van deze vondst geen aangifte
gedaan bij de politie, doch het aan een
vriendin cadeau gegeven, die het kon ge
bruiken.
Eisch een maand gevangenisstraf voor
waardelijk met een proeftijd van 3 jaar.
Uitspraak 10 subs. 10 dagen.
Diefstal van appelen en
sinaasappelen.
W. v. K., bloemistknecht te Lei
den heeft uit een schuur van zekeren F.
te Sassenheim appelen en sinaasappelen
weggehaald. Daartoe moest verdachte het
hangslot verbreken, wat hij dan ook ge
daan heeft.
Daar verdachte nog nimmer met de po-
lititie in aanraking is geweest wilde de Off.
't nog wel eens probeeren en eischte daar
om een gevangenisstraf van drie maanden
voorwaardelijk met 'n proeftijd van 3 jaar.
Uitspraak 2 maanden voorwaardelijk met
een proeftijd van 2 jaar.
Diefstal gepleegd in dronkenschap.
J. v. D., varensgezel teKatwijk aan
Zee, heeft daar ter plaatse toen hij in
dronkenschap verkeerde een kiosk open
gebroken en daaruit een verrekijker en
wat lood weggehaald om deze artikelen in
geld om te zetten en voor dat geld weer
drank te koopen.
Verdachte is iemand, die niet buiten al
cohol kan en deswege meermalen veroor
deeld is.
Hier is geen voorwaardelijke straf op
zijn plaats, meende de officier en eischte
een onvoorwaardelijke gevangenisstraf
van 3 maanden en een voorwaardelijke ook
van 3 maanden; deze laatste 3 maanden
met een proeftijd van 3 jaar.
Uitspraak 2 maanden gevangenisstraf
onvoorwaardelijk en 4 maanden voor
waardelijk met een proeftijd van 2 jaar.