BIOSCOPEN DONDERDAG 17 JUNI 1937 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD - PAG. Tl RECHTZAKEN DE TREINRAMP BU WOERDEN Machinist staat in hooger beroep Het gerechtshof te Amsterdam, gepresi deerd door mr. Joh. M. Jolles, behandelde vandaag in hooger beroep de strafzaak te gen den 52-jarigen machnist der Neder- landsche Spoorwegen H. J. S., den man, die den stoomsneltrein reed, welke in den laten avond van den 7den October van het vorige jaar in de nabijheid van het sta- ston Woerden verongelukte. De gevolgen waren verschrikkelijk, twee reizigers kwamen om het leven en een aantal gewonden moest naar diverse zie kenhuizen worden gebracht. Ook de ma- terieele schade was zeer groot. Het dérail lement van den sneltrein, die uit Utrecht kwam had tengevolge, dat een der eerste wagons dwars over de rails kwam te staan en de aangrenzende sporen blokkeerde, Van de andere richting naderde een snel- goederentren, die met groote snelheid op de wrakstukken inreed. In enkele oogen- blikken van verschrikking, waarin wan den en daken van compartimenten kra kend vaneenspleten en wagons als kin derspeelgoed door elkaar werden gesmakt, en op en over elkaar schoven, ontstond een onbeschrijfelijken chaos. De locomo tief van den goederentrein kantelde en kwam in een sloot terecht, machinist en stoker hadden zich op het laatste moment kunnen redden. De spoorwegdeskundigen en de justitie stelden een uitvoerig onderzoek in. Ma chinist S. had volgens de deskundigen den trein met veel te groote snelheid op af takkend spoor gereden. De seinen hadden dit aftakkingsspoor aangegeven, zoodat de machinist zijn snelheid van 90 K.M. op 45 K.M. had moeten terugbrengen. De Spoorwegen straften den man zwaar disciplinair. De machinist die jarenlang op de groote lijnen heeft gereden, werd gede gradeerd tot loodsmachinist. Voor de rechtbank te Utrecht had hij zich te verantwoorden wegens „het aan zijn schuld te wijten hebben, dat een spoortrein der Ned. Spoorwegen is ont spoord, waardoor twee personen-overle den". Verder legt de dagvaarding ten las te,, dat de ontsporing te wijten zou zijn aan „hoogst roekeloos en onvoorzichtig rijden'. De Officier van Justitie was van oor deel, dat de schuld van den machinist on- omstootelijk vast staat, waar hij op roeke- looze wijze met een dubbele snelheid dan was voorgeschreven reed. Spr. eischte drie maanden gevangenisstraf; de Rechtbank veroordeelde den verdachte op 5 Januari tot drie weken gevangenisstraf. De officier kwam van dit vonnis in hooger beroep. Evenals in eerste instantie werd ver dachte verdedigd door mr. H. B. J. Was landen Ook verdachte had hooger beroep tegen het vonnis aangeteekend,. aangezien hij van meening was, dat hij onschuldig aan het ongeluk was. Op de vragen van den president zet hq zijn standpunt uiteen: uit de seinen meen de hij op te mogen maken, dat hij met on verminderde snelheid door kon rijden. Presidant: U dacht, dat u over het ge wone spoor a. zou komen, doch uit de signalen bleek, dat u op spoor b. moest overgaan. Dat was dus een vergissing van u, die noodlottig werd: twee dooden. Verd.: Ik heb geprobeerd de goederen trein op te houden. Pres.: Ja, u hebt gedaan wat u kon. Was. u dien dag vermoeid, was uw dienst zwaar geweest. Ja, zegt verdachte, ik was afgemat.... een zware dag. Dan vertelt verdachte, dat hij thans op wachtgeld staat, hij is onlangs afgekeurd omdat hij glas in het oog heeft gekregen. Zijn pensioen zal c.a. 1200 bedragen. De eerste deskundige, die door het Hof wordt gehoord is Ir. E. Roodenburg, rijks inspecteur bij het Spoorwegwezen. Des kundige lichtte zijn rapport toe. Seinhuis a. en c., de wissels, de seinen en voorsei- nen waren alle door hem gecontroleerd. Wissels en seinen hebben den juisten stand en kleuren gevoerd. Volgens getuige is het uitgesloten dat de machinist iets anders heeft gezien, dan het onveilig signaal voor het hoofdspoor. Pres.: Hij zegt een groen licht te heb ben gezien voor het hoofdspoor. Deskun dige acht dit uitgesloten. Er zijn op het emplacement geen lichten, die verwarrend kunnen werken. Pres. Hoe staat deze machinist bekend? Het blijkt, dat hij nooit groote ongeluk ken heeft gehad. Wel zijn er kleine onre gelmatigheden en slordigheden geweest, waarvoor disciplinaire straffen zijn opge legd. Raadsheer mr. Canes: Slordigheden bij zijn dienst? Deskundige: Ja, in de uitoefening van zijn dienst. Verd.: Ja, wegens te lang rijden, ik verspeelde wel eens enkele minuten, zoo dat ik het traject niet in den vastgestelden tijd reed. Get. Th. van Rhenen, seinhuiswachter te Woerden, wordt dan voorgeroepen. Hij was belast met post C. De seinhuiswachter had op de ontvan gen instructies de seinen en wissels be diend. Op de gewone wijze had hij alles gecontroleerd en in orde bevonden. De sneltrein uit Utrecht had op spoor b. moe ten loopen met verminderde snelheid. Pres.: Dus verd. heeft niet op de seinen gelet en met te groote snelheid naar het afgetakte spoor gereden. Ja, daar is de wachter het mee eens. Op een vraag van den president ver klaart hij, dat hij na het ongeluk niets aan den stand van de wissels heeft ver anderd. Pres. (tot verd.): Zag u nu werkelijk de twee gele lichten van het voorsignaal groen worden? Verd.: Eerst waren de lichten geel (on veilig). Bij de bakens sloot ik stoom af, doch direct daarop zag ik twee groene lichten, dus zette ik weer stoom bij en meende, dat ik op het hoofdspoor bleef. Ook het hoofdsingnaal stond veilig. Pres.: U bent niet altijd zoo positief. Aanvankelijk sprak u over „overtuigd zijn" en „ik meende". Bij den rechter commissaris sloot u een vergissing niet uit. Verd.: Ik was overtuigd, dat ik goed gezien had, maar door de verklaringen van deskundigen en det seinhuis wachters ben is begonnen te twijfelen. Maar ik weet zeker, dat ze bij 't voorbijrijden van geel groen werden. Vergissing is echter mogelijk, concludeert verdachte. Ir. Roodenburg verklaart naar aanlei ding van verd.'s verdediging, dat verd. reeds langzamer had moeten rijden bij 't voorsein. Het getuigenverhoor is ten ein de. Verd. geeft nog enkele inlichtingen over zijn huiselijke omstandigheden en dan is het woord aan den advocaat-gene raal mr. dr. D. Reilingh. Requisitoir. De technische kwestie, zoo zegt spr., is duidelijk. Bij den rechter-commissaris gaf verd. toe, dat hij bij het passeeren het voorsein een oogenblik uit 't oog heeft ver loren: Later sprak hij over een geel licht dat groen werd. Hij heeft niet opgemerkt uit de seinen, dat hij over moest gaan op spoor B., zoo dat hij snelheid moest verminderen. Ook het inrijden heeft hij onjuist waargeno men, een dubbele onachtzaamheid, die af schuwelijke gevolgen heeft gehad. Hij de railleerde en de goederentrein liep op den ontspoorden trein. Verd. heeft toen hij het ongeluk aan zag komen, alles gedaan wat hij kon. Met een rood licht is hij den goederentrein tege- moetgeloopen. We moeten er echter reke ning mee houden, dat het ongeluk twee menschenlevens heeft gekost. Spr. acht het echter beter een hechtenis- straf op te leggen en wel voor den tijd van drie weken. Voorts requireerde spr. bevestiging van het vonnis der rechtbank. Pleidooi De verdediger mr. H. B. J. Waslander bepleitte clementie in den vorm van een voorwaardelijke veroordeeling. Een vrij heidsstraf is in deze zaak zeer zeker niet noodzakelijk. Hij gaat reeds zwaar gebukt onder het gebeurde. Ook uit een oogpunt van generale preventie is een vrijheids straf niet geboden. Verd. is reeds zwaar getroffen door zijn pensioneering en het verlies van zijn be trekking. Arrest 29 Juni a.s. ROOFMOORD TE LEEK. Behandeling voor de rechtbank te Groningen. Zeven verdachten staan terecht. Onder groote belangstelling werd heden voor de rechtbank te Groningen behandeld de zaak van den roofmoord te Leek, ge- pleegd op den heer C. Reijntjes aldaar, die j in den nacht van Woensdag 1 December I 1936 na een overval in zijn woning werd I gebonden en gedood. I De tenlastelegging van de hoofddaders. j Aan de drie hoofdverdachten is ten laste gelegd, dat zij in den bewusten nacht door middel van een valschen sleutel den stal van het perceel, dat de heer Reijntjes be- I woonde, zijn binnengedrongen. Daarna heb- ben zij de sluiting van de deur tot de keu- I ken, waar Reijntjes sliep, verbroken. Uit een secretaire hebben zij geld weggenomen j alsook uit de winkel, in totaal een bedrag van ongeveer f 1000. I Verder is hun ten laste gelegd, dat zij J Reijntjes die in bed lag, hebben overvallen i en gebonden en diens hoofd en lichaam j met beddegoed hebben overdekt. Hierdoor werd de luchttoevoer tot de J ademhalingswegen van het slachtoffer ver- hinderd, tengevolge van welke handelin- i gen van verdachten of van een of meer dere van hen, aldus de dagvaarding, Reijn tjes door opzettelijke verstikking, in elk geval door hartverlamming kort daarop is overleden. Dit deel van de dagvaarding legt diefstal met geweldpleging ten laste. Verdachten hebben deze gewelddaden gepleegd om den diefstal voor te 'bereiden en gemakkelijk te maken en om, toen zij op heeterdaad werden betrapt, de vlucht mogelijk te ma ken. Tenslotte is hun tevens moord ten laste gelegd, waar de dagvaarding in het slot spreekt van de gewelddaden gepleegd na kalm 'beraad en rustig overleg ter uit voering van hun eenigen tijd te voren be raamd plan en genomen besluit om Reijn tjes van het leven te berooven. De verdachten. De volgende verdachten stonden terecht: De 40-jarige Willem de Boer, de 30-jarige Cornelis Trouw, beiden te Groningen en de 30-jarige Wietse van Duinen uit Hoogkerk, als de drie hoofddaders, aan wie diefstal met geweldpleging, den dood tengevolge hebbende ten laste is gelegd; de 27-jarige Fokke van Odsting te Hoogkerk en de 35- jarige café-houder W. T. Poll te Groningen, beiden wegens uitlokking van het misdrijf, terwijl Fokke van Oosting zich tevens wegens heling zal hebben te verantwoorden; de 30-jarige café-houder F. Vroege, Gro ningen, wegens medeplichtigheid en heling, de 50-jarige F. v. d. Berg, Groningen, we gens heling. In deze zaak zijn 15 getuigen gedagvaard. De verdediging. Als verdedigers van de verdachten traden op mr. J. A. Wolthuis voor de Boer, mr. G. P. Haverkamp voor Trouw, mr. U. P. Okken voor van Duinen, mr. N. J. Polak voor van Oosting, mr. H. J. Buwalda voor Poll en Vroege en mr. T. Bout voor van der Berg. Bij den aanvang van de behandeling der verschillende zaken, richtte de president der rechtbank te Groningen, mr. B. P. En klaar, namens het college woorden van waardeering tot alle bij het onderzoek be trokken mannen van rijks- en gemeente politie en maréchaussée, voor het door hen, onder leiding van den rechter-com missaris, mr. Feitsma en den commissaris van de rijkspolitie, Moolenaar, verrichte werk, waardoor deze geruchtmakende moordzaak volledig tot oplosing is ge bracht. In de zaak tegen de hoofddaders Frouw en de Boer, beiden van beroep exploitant van een wasch-inrichting en van Duinen, betonwerker, heeft vervolgens een zeer uitvoerig getuigen- en deskundigen ver hoor plaats, dat voornamelijk betrekking heeft op de situatie op de plaats des mis drijf s, zooals de politie-ambtenaren deze naderhand hebben gevonden, en op de om standigheden waaronder het slachtoffer is overleden. Commissaris Moolenaar verklaart, dat de kussens en dekens, naar zijn meening, niet zoodanig op het slachtoffer waren ge legd, dat daardoor, onder normale om standigheden, verstikking zou moeten hebben plaats vinden. Intusschen was, toen de commissaris een onderzoek deed, de dokter reeds geweest. Verdachte Frouw beweert, dat er geen bedekking van den mond van Reyntjes heeft plaats gehad en dat er dus van moord geen sprake is geweest. In het bed van het slachtoffer is echter ook een scho teldoek gevonden. Volgens deze verdach te zou de schoteldoek reeds in het bed hebben gelegen toen hij en de anderen in de kamer kwamen. Beklaagde de Boer en van Duinen zeggen, dat zij geen scho teldoek hebben gezien. Getuige deskundige F. Hogewind, arts te Leek, die na de ontdekking van het mis drijf was gewaarschuwd, heeft het slacht offer, dat een van zijn patiënten was, ge-1 bonden in zijn bed gevonden. Reyntjes leed aan een hartkwaal, zoodat een plotseling einde getuige niet zoo zeer zou hebben verwonderd. De toestand van Reyntjes was d enlaatsten tijd achteruitgaande. Vol gens getuige lagen er kussens op mond en neus. Zij lagen er echter losjes op. Getui ge heeft de kussens verwijderd. De scho teldoek lag op de borst van Reyntjes. De indruk van dezen getuige is, dat hier eer der van een gewelddadigen dood moet worden gesproken dan van een overlijden, tengevolge van de doorstane emoties. Deskundige dr. Mieremet, die de lijk schouwing heeft verricht, zet uiteen, dat het hier, mede door den gezondheidstoe stand van het slachtoffer, een zeer gecom pliceerd geval betreft. Verstikkingsdood is niet vast te stellen. Hoewel eenige ver schijnselen er op wezen, ontbraken er weer andere symptomen. Dr. Mieremet concludeert tot dood door hartverlamming waarbij evenwel de vastgestelde omstan digheden, waarander Reyntjes is overle den, vaiy noodlottigen invloed zullen zijn geweest. De verdachten legden uitvoerige ver klaringen af omtrent den overval. Toen de verdachten het.huis weer verlieten, heeft verdachte de Boer het beddegoed weer van Reyntjes afgetrokken. Deze zou toen vol gens hem nog normaal hebben adem ge haald. Thuis gekomen heben de verdach ten den buit, ruim ƒ800, verdeeld, Circa ƒ240 heeft verdachte Frouw aanvankelijk nog achtergehouden. Verschillende klee- dingstukken zijn verbrand. Het woord is daarna aan den officier. De Officier van Justitie, mr. J. N. Mein- dersma, staat in zijn requisitoir, na een woord van deelneming met het slachtoffer en van lof tot politie en deskundigen, uit voerig stil bij hetgeen door het onderzoek is komen vast te staan. Zoowel de verzwa rende omstandigheden van inbraak, als die van geweldpleging, staan vast. Niet echter, dat de verdachten van den aanvang af het voornemen hadden, Reyntjes van het leven te berooven, terwijl ook de twijfel, welke er overigens ten aanzien van de doodsoor zaak bestaat, ten voordeele van de ver dachten zal moeten worden uitgelegd. Hier mede vervalt dan ook de ten lastelegging van moord of opzettelijken doodslag. Spr. is echter overtuigd, dat de dood van Reyn tjes het gevolg is geweest van de hande lingen van de verdachten. De hartkwaal van het slachtoffer kan hen daarbij niet disculpeeren en dat te minder, waar zij daarmede bekend waren. De verdachten worden schuldig geacht aan diefstal met geweldpleging, den dood tengevolge heb bende, waarbij verdachte Trouw voorna melijk moet worden beschouwd als de man van de daad. Hij, zoo min als de Boer, heeft een blanco strafregister. Van Duinen ech ter is eerst om elf uur in de zaal gehaald en zijn deelneming daaraan is min of meer een raadsel Rekening houdende met alle omstandig heden en met de persoon van de verdach ten, eischte spr. tenslotte tegen Trouw, de Boer en van Duinen respectievelijk dertien, tien en acht jaar gevangenisstraf. Het woord is daarna aan de verdedigers, mr. Haverkamp, mr. Wolthuis en mr. Ok ken, die moord noch doodslag bewezen ach ten en evenmin het directe verband tus- schen den dood van Reyntjes en de hande lingen van de verdachten. Bewezen is al leen de diefstal onder verzwarende om standigheden. Te dien aanzien dringen zij op clementie voor de verdachten aan, die alle drie zeker nog te reclasseeren zijn. MOORD TE OPENDE. Het Gerechtshof te Leeuwarden heeft heden arrest gewezen in de zaak van P. M., 45 jaar, arbeider te Opende (Groote- gast), verdacht van medeplichtigheid aan den roofmoord op den 72-jarigen boekhou der van het armbestuur, R. Zetsma te Opende. Wegens medeplichtigheid aan het misdrijf werd hij door de Groninger Rechtbank veroordeeld tot twaalf jaar gevangenisstraf De procureur-generaal eischte wegens het opzettelijk, door het geven van inlichtin gen, uitlokken van diefstal, voorafgegaan door geweld tegen personen (het element doodslag, dat de rechtbank hierbij had la ten gelden, liet de procureur-generaal dus vallen) acht jaar gevangenisstraf. Het gerechtshof veroordeelde P. M. he den tot zes jaar gevangenisstraf met af trek van de voorloopige hechtenis. VERDACHT VAN ZWENDEL- PRAKTIJKEN. De Amsterdamsche rechtbank, gepresi deerd door mr. Thöne, behandelde na een zeer uitvoerige instructie, de strafzaak tegen den directeur van de Hollandsche Escompto Bank, den 36-jarigen koopman S. M. E. I. T., die verdacht wordt door zwen- delpractijken een groot aantal cliënten van de bank te hebben benadeeld. Uit de groote reeks feiten zijn er slechts twee in de dag vaarding ten laste gelegd. Dr. Maurice Godart te Sainte Menehould (Marne) en Henri SeueTac te Namen gaven, na op de bekende wijze door remisiers te zijn be werkt, hun waardepapieren aan de Es- comptobank af, waardoor het geld verloren ging. Een reeks deskundigen en getuigen zijn door den officier, mr. Wassenbergh, op geroepen. Als verdedigers treden op mr. J. Hartig de Vries en mr. W. Loeb. In de dagvaarding is door den officier uitvoerig opgenomen op welke wijze ver dachte beide personen heeft bewogen tot afgifte van him fondsen over te gaan. Hij deed het o.a. voorkomen of de Holl. Es- comptobank een sinds lange jaren geves tigd bankbedrijf was met voortreffelijke bankrelaties. In werkelijkheid kon de bank ter beurze geen zaken doen, omdat noch de bank, noch verdachte, noch een der geëmployeerden lid was van de Vereeniging voor den Ef fectenhandel. Het bedrijfskapitaal bedroeg slechts enkele honderden guldens. Door verdachte aldus de dagvaarding werd bij Seuerac en Godart opzettelijk listig en bedriegelijk den indruk gewekt, dat de Hollandsche Escomptobank haar tus- schenkomst verleende bij het uitvoeren van hun opdrachten en het doen van premie zaken, terwijl verd. wist, dat de N.V. de opdrachten tot aan- en verkoop niet uit voerde, doch deze opdrachten z.g. in zich zelf afsloot, derhalve als tegenpartij op trad en belangen had tegenstrijdig met die der cliënten. Op deze wijze is Henri Seuerac bewogen tot afgifte van 110 aandeelen Canadian j Eagle Oil Company, 15 obligaties Chemin de Fer P.L.M., 10 aandeelen Tharsis en 1 aan deel Hotchkis en dr. Godart van 5 certifi caten en 25 aandeelen Government Gold- mining Areas en 5 aandeelen de Beers' pre ference. Subsidiair is de verduistering van deze stukken ten laste gelegd. Ten tweede is aan T. ten laste gelegd het onjuist bijhouden van de boeken ter be- driegelijke verkorting van de rechten van de schuldeischers in het faillissement, dat op 22 April 1936 werd uitgesproken. Ten derde is hem ten laste gelegd, dat hij als directeur van de N.V. Handelmaat schappij Amsterdam premiezaken heeft af gesloten, wel'ke zaken uiteindelijk een groot verlies opleverden, terwijl in de acte van op richting als uitsluitend doel der N.V. im- porteeren en exporteeren van den handel in goederen en waren stond opgegeven. De officier van Justitie eischte tegen ver dachte twee jaar gevangenisstraf. De Haagsche Rechtbank heeft heden door de N.V. Hillen aangeboden accoord gehomologeerd. i Volgens dit accoord hebben crediteuren de keuze tusschen betaling van 25 pet. hun ner vorderingen incontanten tegen defi- nitieve kwijting of opneming der volle be dragen in de 7 pet. obligatieleening van Hillen. SURSéANCE-AANVRAGE HANDEL MAATSCHAPPIJ DE RUITER. Naspel iler Haagsche tribune-exploitatie. Gisteren werd onder voorzitterschap van mr. J. G. de Vries voor de Haagsche recht bank behandeld het verzoekschrift tot sur séance van de handelmaatschappij de Rui ter te Amsterdam voor den duur van an derhalf jaar, welke maatschappij door den cngelukkigen afloop van de exploitatie der tribunes op 7 Januari j.l. ter gelegenheid van het huwelijk van H. K. H. Prinses Ju liana en Z. K. H. Prins Bernhard in moei lijkheden is geraakt. De raadsman van de maatschappij, mr. H. Mulderije, licht het verzoek nader toe en zegt, dat van crediteuren behoudens een tweetal tribunecrediteuren, de grootst mo gelijke medewerking is ondervonden. De zaak van de Ruiter was tot Januari j.l. vol komen gezond en alleen aan de exploitatie der tribunes, die een tekort hebben opge leverd van circa ƒ180.000, is het verzoek schrift tot surséance toe te schrijven. Uit het rapport van den accountant der firma blijkt, dat aan de voorraden bij voortzetting van het bedrijf de dubbele waarde kan worden toegekend dan in ge val van likwidatie, welke gegevens in over leg met deskundige zijn vastgesteld. Mr. Mulderije dringt er bij de crediteu ren ten sterkste op aan het verzoek te steu nen en om het aanvankelijk verzet, dat bij enkelen is gerezen, te laten varen. De bewindvoerder, mr. Bünker brengt zijn verslag uit en ondersteunt-het verzoek, er op wijzende, dat faillietverklaring de be langen der crediteuren zou schaden wegens geforceerde verkoop der voorraden. Sur séance sluit niet uit, dat de beschikbare contanten van circa 40 mille tot verdeeling worden gebracht, terwijl bij waardeering der voorraden op exploitatiébasis er reeds weder een overschot aanwezig is. Het totale passief beloopt ruim ƒ195.000. De bewind voerder geeft crediteuren in overweging om het verzoek te steunen. Uit de crediteuren worden vervolgens eenige vragen gesteld voornamelijk de grootte van sommige vorderingen betref fende en den duur der gevraagde surséan ce voor anderhalf jaar, die door den raads man worden beantwoord. Vervolgens wordt tot stemming overge gaan, waarbij aanwezig of vertegenwoor digd blijken 106 crediteuren, vertegenwoor digende een bedrag van circa 190.000. Na dat mr. Hendrix en mr. Nieuwenhuis heb ben verklaard, dat hun cliënten zich tegen inwilliging van het verzoek niet langer zul len verzetten, blijken alle crediteuren vóór de inwilliging te stemmen. De president sluit vervolgens het onderzoek en bepaalt de uitspraak over acht dagen. BEVRIEND STAATSHOOFD BELEEDIGD. In hooger beroep verzwaring van straf gevorderd. De 47-jarige bootwerker L. Th. B. had 28 November van het vorig jaar zich in een winkel in de Boekhorststraat te Den Haag beleedigend uitgelaten over de drie voornaamste bestuurders van het Duitsche rijk. Juist waren in dien winkel twee re chercheurs in burger aanwezig, die proces verbaal opmaakten. De Haagsche Recht bank had B. tot drie dagen gevangenisstraf veroordeeld, doch de officier van justitie die een maand had geëischt, ging in hooger beroep. Voor het gerechtshof verklaarde verdach te Woensdag, in dronkenschap de woorden zonder bedoeling te hebben geuit. Hij deed heelemaal niet aan politiek. De procureur-generaal achtte de straf, welke de rechtbank opgelegd had, te laag in verband met den ernst van het feit en vorderde veertien dagen gevangenisstraf. Uitspraak 28 Juni. „Moeder, ik heb een verrassing voor U, ik heb een spijker ingeslikt!" THEATER HOOFDFILMS INHOUD AANVANGSUUR KEURING Casino: De Privé-secreta- resse (Herman Thi- mig Renate Mül- ler). Een man van de daad (John Waye). Komisch Dag. 811, Zondags bovendien 4—7 uur, Matinee Zaterd. en Woensd. 2.30. uur. Toelaatbaar v. volwassenen Lido: Zonen van de Zuid zee (Mala en Lotus) Opgejaagd (Con stance Bennett) Speelfilm Sensatie Dag. 8.-511.15 uur. Zondags bovendien 27 uur, Matinee Zat. en Woensd. 2.30 uur. Toelaatbaar v. volwassenen Luxor: De Spion (Willy BirgelLida Baa- rova) Dansmuziek. Sensatie Kluchtig Dag. 811 uur. Zon dags bovendien 27 uur, Matinee, Zaterd. en Dond., 2 uur. Volwassenen Trianon: Fraulein Lilly (Fran- ziska Gaal Szöke Szakall). Ons Dagelijksch Brood (Karen Mor- ley Tom Keene). Komisch Speelfilm Dag. 8—11 uur. Zon dags bovendien 27 uur. Matinée Zaterd. en Woensdag 2 uur. Goedgekeurd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 11