BIOSCOPEN
DONDERDAG 17 JUNI 1937
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD - PAG. Tl
RECHTZAKEN
DE TREINRAMP BU WOERDEN
Machinist staat in hooger beroep
Het gerechtshof te Amsterdam, gepresi
deerd door mr. Joh. M. Jolles, behandelde
vandaag in hooger beroep de strafzaak te
gen den 52-jarigen machnist der Neder-
landsche Spoorwegen H. J. S., den man,
die den stoomsneltrein reed, welke in den
laten avond van den 7den October van het
vorige jaar in de nabijheid van het sta-
ston Woerden verongelukte.
De gevolgen waren verschrikkelijk, twee
reizigers kwamen om het leven en een
aantal gewonden moest naar diverse zie
kenhuizen worden gebracht. Ook de ma-
terieele schade was zeer groot. Het dérail
lement van den sneltrein, die uit Utrecht
kwam had tengevolge, dat een der eerste
wagons dwars over de rails kwam te staan
en de aangrenzende sporen blokkeerde,
Van de andere richting naderde een snel-
goederentren, die met groote snelheid op
de wrakstukken inreed. In enkele oogen-
blikken van verschrikking, waarin wan
den en daken van compartimenten kra
kend vaneenspleten en wagons als kin
derspeelgoed door elkaar werden gesmakt,
en op en over elkaar schoven, ontstond
een onbeschrijfelijken chaos. De locomo
tief van den goederentrein kantelde en
kwam in een sloot terecht, machinist en
stoker hadden zich op het laatste moment
kunnen redden.
De spoorwegdeskundigen en de justitie
stelden een uitvoerig onderzoek in. Ma
chinist S. had volgens de deskundigen den
trein met veel te groote snelheid op af
takkend spoor gereden. De seinen hadden
dit aftakkingsspoor aangegeven, zoodat de
machinist zijn snelheid van 90 K.M. op 45
K.M. had moeten terugbrengen.
De Spoorwegen straften den man zwaar
disciplinair. De machinist die jarenlang op
de groote lijnen heeft gereden, werd gede
gradeerd tot loodsmachinist.
Voor de rechtbank te Utrecht had hij
zich te verantwoorden wegens „het aan
zijn schuld te wijten hebben, dat een
spoortrein der Ned. Spoorwegen is ont
spoord, waardoor twee personen-overle
den". Verder legt de dagvaarding ten las
te,, dat de ontsporing te wijten zou zijn
aan „hoogst roekeloos en onvoorzichtig
rijden'.
De Officier van Justitie was van oor
deel, dat de schuld van den machinist on-
omstootelijk vast staat, waar hij op roeke-
looze wijze met een dubbele snelheid dan
was voorgeschreven reed. Spr. eischte drie
maanden gevangenisstraf; de Rechtbank
veroordeelde den verdachte op 5 Januari
tot drie weken gevangenisstraf. De officier
kwam van dit vonnis in hooger beroep.
Evenals in eerste instantie werd ver
dachte verdedigd door mr. H. B. J. Was
landen
Ook verdachte had hooger beroep tegen
het vonnis aangeteekend,. aangezien hij
van meening was, dat hij onschuldig aan
het ongeluk was.
Op de vragen van den president zet hq
zijn standpunt uiteen: uit de seinen meen
de hij op te mogen maken, dat hij met on
verminderde snelheid door kon rijden.
Presidant: U dacht, dat u over het ge
wone spoor a. zou komen, doch uit de
signalen bleek, dat u op spoor b. moest
overgaan. Dat was dus een vergissing van
u, die noodlottig werd: twee dooden.
Verd.: Ik heb geprobeerd de goederen
trein op te houden.
Pres.: Ja, u hebt gedaan wat u kon. Was.
u dien dag vermoeid, was uw dienst zwaar
geweest.
Ja, zegt verdachte, ik was afgemat....
een zware dag.
Dan vertelt verdachte, dat hij thans op
wachtgeld staat, hij is onlangs afgekeurd
omdat hij glas in het oog heeft gekregen.
Zijn pensioen zal c.a. 1200 bedragen.
De eerste deskundige, die door het Hof
wordt gehoord is Ir. E. Roodenburg, rijks
inspecteur bij het Spoorwegwezen. Des
kundige lichtte zijn rapport toe. Seinhuis
a. en c., de wissels, de seinen en voorsei-
nen waren alle door hem gecontroleerd.
Wissels en seinen hebben den juisten stand
en kleuren gevoerd. Volgens getuige is het
uitgesloten dat de machinist iets anders
heeft gezien, dan het onveilig signaal voor
het hoofdspoor.
Pres.: Hij zegt een groen licht te heb
ben gezien voor het hoofdspoor. Deskun
dige acht dit uitgesloten. Er zijn op het
emplacement geen lichten, die verwarrend
kunnen werken.
Pres. Hoe staat deze machinist bekend?
Het blijkt, dat hij nooit groote ongeluk
ken heeft gehad. Wel zijn er kleine onre
gelmatigheden en slordigheden geweest,
waarvoor disciplinaire straffen zijn opge
legd.
Raadsheer mr. Canes: Slordigheden bij
zijn dienst?
Deskundige: Ja, in de uitoefening van
zijn dienst.
Verd.: Ja, wegens te lang rijden, ik
verspeelde wel eens enkele minuten, zoo
dat ik het traject niet in den vastgestelden
tijd reed.
Get. Th. van Rhenen, seinhuiswachter te
Woerden, wordt dan voorgeroepen. Hij
was belast met post C.
De seinhuiswachter had op de ontvan
gen instructies de seinen en wissels be
diend. Op de gewone wijze had hij alles
gecontroleerd en in orde bevonden. De
sneltrein uit Utrecht had op spoor b. moe
ten loopen met verminderde snelheid.
Pres.: Dus verd. heeft niet op de seinen
gelet en met te groote snelheid naar het
afgetakte spoor gereden.
Ja, daar is de wachter het mee eens.
Op een vraag van den president ver
klaart hij, dat hij na het ongeluk niets
aan den stand van de wissels heeft ver
anderd.
Pres. (tot verd.): Zag u nu werkelijk de
twee gele lichten van het voorsignaal
groen worden?
Verd.: Eerst waren de lichten geel (on
veilig). Bij de bakens sloot ik stoom af,
doch direct daarop zag ik twee groene
lichten, dus zette ik weer stoom bij en
meende, dat ik op het hoofdspoor bleef.
Ook het hoofdsingnaal stond veilig.
Pres.: U bent niet altijd zoo positief.
Aanvankelijk sprak u over „overtuigd
zijn" en „ik meende". Bij den rechter
commissaris sloot u een vergissing niet uit.
Verd.: Ik was overtuigd, dat ik goed
gezien had, maar door de verklaringen
van deskundigen en det seinhuis wachters
ben is begonnen te twijfelen. Maar ik
weet zeker, dat ze bij 't voorbijrijden van
geel groen werden. Vergissing is echter
mogelijk, concludeert verdachte.
Ir. Roodenburg verklaart naar aanlei
ding van verd.'s verdediging, dat verd.
reeds langzamer had moeten rijden bij 't
voorsein. Het getuigenverhoor is ten ein
de. Verd. geeft nog enkele inlichtingen
over zijn huiselijke omstandigheden en
dan is het woord aan den advocaat-gene
raal mr. dr. D. Reilingh.
Requisitoir.
De technische kwestie, zoo zegt spr., is
duidelijk. Bij den rechter-commissaris gaf
verd. toe, dat hij bij het passeeren het
voorsein een oogenblik uit 't oog heeft ver
loren: Later sprak hij over een geel licht
dat groen werd.
Hij heeft niet opgemerkt uit de seinen,
dat hij over moest gaan op spoor B., zoo
dat hij snelheid moest verminderen. Ook
het inrijden heeft hij onjuist waargeno
men, een dubbele onachtzaamheid, die af
schuwelijke gevolgen heeft gehad. Hij de
railleerde en de goederentrein liep op den
ontspoorden trein.
Verd. heeft toen hij het ongeluk aan zag
komen, alles gedaan wat hij kon. Met een
rood licht is hij den goederentrein tege-
moetgeloopen. We moeten er echter reke
ning mee houden, dat het ongeluk twee
menschenlevens heeft gekost.
Spr. acht het echter beter een hechtenis-
straf op te leggen en wel voor den tijd
van drie weken. Voorts requireerde spr.
bevestiging van het vonnis der rechtbank.
Pleidooi
De verdediger mr. H. B. J. Waslander
bepleitte clementie in den vorm van een
voorwaardelijke veroordeeling. Een vrij
heidsstraf is in deze zaak zeer zeker niet
noodzakelijk. Hij gaat reeds zwaar gebukt
onder het gebeurde. Ook uit een oogpunt
van generale preventie is een vrijheids
straf niet geboden.
Verd. is reeds zwaar getroffen door zijn
pensioneering en het verlies van zijn be
trekking.
Arrest 29 Juni a.s.
ROOFMOORD TE LEEK.
Behandeling voor de rechtbank te
Groningen.
Zeven verdachten staan terecht.
Onder groote belangstelling werd heden
voor de rechtbank te Groningen behandeld
de zaak van den roofmoord te Leek, ge-
pleegd op den heer C. Reijntjes aldaar, die
j in den nacht van Woensdag 1 December
I 1936 na een overval in zijn woning werd
I gebonden en gedood.
I
De tenlastelegging van de
hoofddaders.
j Aan de drie hoofdverdachten is ten laste
gelegd, dat zij in den bewusten nacht door
middel van een valschen sleutel den stal
van het perceel, dat de heer Reijntjes be-
I woonde, zijn binnengedrongen. Daarna heb-
ben zij de sluiting van de deur tot de keu-
I ken, waar Reijntjes sliep, verbroken. Uit
een secretaire hebben zij geld weggenomen
j alsook uit de winkel, in totaal een bedrag
van ongeveer f 1000.
I Verder is hun ten laste gelegd, dat zij
J Reijntjes die in bed lag, hebben overvallen
i en gebonden en diens hoofd en lichaam
j met beddegoed hebben overdekt.
Hierdoor werd de luchttoevoer tot de
J ademhalingswegen van het slachtoffer ver-
hinderd, tengevolge van welke handelin-
i gen van verdachten of van een of meer
dere van hen, aldus de dagvaarding, Reijn
tjes door opzettelijke verstikking, in elk
geval door hartverlamming kort daarop is
overleden.
Dit deel van de dagvaarding legt diefstal
met geweldpleging ten laste. Verdachten
hebben deze gewelddaden gepleegd om den
diefstal voor te 'bereiden en gemakkelijk
te maken en om, toen zij op heeterdaad
werden betrapt, de vlucht mogelijk te ma
ken. Tenslotte is hun tevens moord ten
laste gelegd, waar de dagvaarding in het
slot spreekt van de gewelddaden gepleegd
na kalm 'beraad en rustig overleg ter uit
voering van hun eenigen tijd te voren be
raamd plan en genomen besluit om Reijn
tjes van het leven te berooven.
De verdachten.
De volgende verdachten stonden terecht:
De 40-jarige Willem de Boer, de 30-jarige
Cornelis Trouw, beiden te Groningen en de
30-jarige Wietse van Duinen uit Hoogkerk,
als de drie hoofddaders, aan wie diefstal
met geweldpleging, den dood tengevolge
hebbende ten laste is gelegd; de 27-jarige
Fokke van Odsting te Hoogkerk en de 35-
jarige café-houder W. T. Poll te Groningen,
beiden wegens uitlokking van het misdrijf,
terwijl Fokke van Oosting zich tevens
wegens heling zal hebben te verantwoorden;
de 30-jarige café-houder F. Vroege, Gro
ningen, wegens medeplichtigheid en heling,
de 50-jarige F. v. d. Berg, Groningen, we
gens heling.
In deze zaak zijn 15 getuigen gedagvaard.
De verdediging.
Als verdedigers van de verdachten traden
op mr. J. A. Wolthuis voor de Boer, mr. G.
P. Haverkamp voor Trouw, mr. U. P. Okken
voor van Duinen, mr. N. J. Polak voor van
Oosting, mr. H. J. Buwalda voor Poll en
Vroege en mr. T. Bout voor van der Berg.
Bij den aanvang van de behandeling der
verschillende zaken, richtte de president
der rechtbank te Groningen, mr. B. P. En
klaar, namens het college woorden van
waardeering tot alle bij het onderzoek be
trokken mannen van rijks- en gemeente
politie en maréchaussée, voor het door
hen, onder leiding van den rechter-com
missaris, mr. Feitsma en den commissaris
van de rijkspolitie, Moolenaar, verrichte
werk, waardoor deze geruchtmakende
moordzaak volledig tot oplosing is ge
bracht.
In de zaak tegen de hoofddaders Frouw
en de Boer, beiden van beroep exploitant
van een wasch-inrichting en van Duinen,
betonwerker, heeft vervolgens een zeer
uitvoerig getuigen- en deskundigen ver
hoor plaats, dat voornamelijk betrekking
heeft op de situatie op de plaats des mis
drijf s, zooals de politie-ambtenaren deze
naderhand hebben gevonden, en op de om
standigheden waaronder het slachtoffer is
overleden.
Commissaris Moolenaar verklaart, dat
de kussens en dekens, naar zijn meening,
niet zoodanig op het slachtoffer waren ge
legd, dat daardoor, onder normale om
standigheden, verstikking zou moeten
hebben plaats vinden. Intusschen was, toen
de commissaris een onderzoek deed, de
dokter reeds geweest.
Verdachte Frouw beweert, dat er geen
bedekking van den mond van Reyntjes
heeft plaats gehad en dat er dus van
moord geen sprake is geweest. In het bed
van het slachtoffer is echter ook een scho
teldoek gevonden. Volgens deze verdach
te zou de schoteldoek reeds in het bed
hebben gelegen toen hij en de anderen in
de kamer kwamen. Beklaagde de Boer
en van Duinen zeggen, dat zij geen scho
teldoek hebben gezien.
Getuige deskundige F. Hogewind, arts
te Leek, die na de ontdekking van het mis
drijf was gewaarschuwd, heeft het slacht
offer, dat een van zijn patiënten was, ge-1
bonden in zijn bed gevonden. Reyntjes leed
aan een hartkwaal, zoodat een plotseling
einde getuige niet zoo zeer zou hebben
verwonderd. De toestand van Reyntjes
was d enlaatsten tijd achteruitgaande. Vol
gens getuige lagen er kussens op mond en
neus. Zij lagen er echter losjes op. Getui
ge heeft de kussens verwijderd. De scho
teldoek lag op de borst van Reyntjes. De
indruk van dezen getuige is, dat hier eer
der van een gewelddadigen dood moet
worden gesproken dan van een overlijden,
tengevolge van de doorstane emoties.
Deskundige dr. Mieremet, die de lijk
schouwing heeft verricht, zet uiteen, dat
het hier, mede door den gezondheidstoe
stand van het slachtoffer, een zeer gecom
pliceerd geval betreft. Verstikkingsdood is
niet vast te stellen. Hoewel eenige ver
schijnselen er op wezen, ontbraken er
weer andere symptomen. Dr. Mieremet
concludeert tot dood door hartverlamming
waarbij evenwel de vastgestelde omstan
digheden, waarander Reyntjes is overle
den, vaiy noodlottigen invloed zullen zijn
geweest.
De verdachten legden uitvoerige ver
klaringen af omtrent den overval. Toen de
verdachten het.huis weer verlieten, heeft
verdachte de Boer het beddegoed weer van
Reyntjes afgetrokken. Deze zou toen vol
gens hem nog normaal hebben adem ge
haald. Thuis gekomen heben de verdach
ten den buit, ruim ƒ800, verdeeld, Circa
ƒ240 heeft verdachte Frouw aanvankelijk
nog achtergehouden. Verschillende klee-
dingstukken zijn verbrand.
Het woord is daarna aan den officier.
De Officier van Justitie, mr. J. N. Mein-
dersma, staat in zijn requisitoir, na een
woord van deelneming met het slachtoffer
en van lof tot politie en deskundigen, uit
voerig stil bij hetgeen door het onderzoek
is komen vast te staan. Zoowel de verzwa
rende omstandigheden van inbraak, als die
van geweldpleging, staan vast. Niet echter,
dat de verdachten van den aanvang af het
voornemen hadden, Reyntjes van het leven
te berooven, terwijl ook de twijfel, welke
er overigens ten aanzien van de doodsoor
zaak bestaat, ten voordeele van de ver
dachten zal moeten worden uitgelegd. Hier
mede vervalt dan ook de ten lastelegging
van moord of opzettelijken doodslag. Spr.
is echter overtuigd, dat de dood van Reyn
tjes het gevolg is geweest van de hande
lingen van de verdachten. De hartkwaal
van het slachtoffer kan hen daarbij niet
disculpeeren en dat te minder, waar zij
daarmede bekend waren. De verdachten
worden schuldig geacht aan diefstal met
geweldpleging, den dood tengevolge heb
bende, waarbij verdachte Trouw voorna
melijk moet worden beschouwd als de man
van de daad. Hij, zoo min als de Boer, heeft
een blanco strafregister. Van Duinen ech
ter is eerst om elf uur in de zaal gehaald
en zijn deelneming daaraan is min of meer
een raadsel
Rekening houdende met alle omstandig
heden en met de persoon van de verdach
ten, eischte spr. tenslotte tegen Trouw, de
Boer en van Duinen respectievelijk dertien,
tien en acht jaar gevangenisstraf.
Het woord is daarna aan de verdedigers,
mr. Haverkamp, mr. Wolthuis en mr. Ok
ken, die moord noch doodslag bewezen ach
ten en evenmin het directe verband tus-
schen den dood van Reyntjes en de hande
lingen van de verdachten. Bewezen is al
leen de diefstal onder verzwarende om
standigheden. Te dien aanzien dringen zij
op clementie voor de verdachten aan, die
alle drie zeker nog te reclasseeren zijn.
MOORD TE OPENDE.
Het Gerechtshof te Leeuwarden heeft
heden arrest gewezen in de zaak van P.
M., 45 jaar, arbeider te Opende (Groote-
gast), verdacht van medeplichtigheid aan
den roofmoord op den 72-jarigen boekhou
der van het armbestuur, R. Zetsma te
Opende.
Wegens medeplichtigheid aan het misdrijf
werd hij door de Groninger Rechtbank
veroordeeld tot twaalf jaar gevangenisstraf
De procureur-generaal eischte wegens het
opzettelijk, door het geven van inlichtin
gen, uitlokken van diefstal, voorafgegaan
door geweld tegen personen (het element
doodslag, dat de rechtbank hierbij had la
ten gelden, liet de procureur-generaal dus
vallen) acht jaar gevangenisstraf.
Het gerechtshof veroordeelde P. M. he
den tot zes jaar gevangenisstraf met af
trek van de voorloopige hechtenis.
VERDACHT VAN ZWENDEL-
PRAKTIJKEN.
De Amsterdamsche rechtbank, gepresi
deerd door mr. Thöne, behandelde na een
zeer uitvoerige instructie, de strafzaak
tegen den directeur van de Hollandsche
Escompto Bank, den 36-jarigen koopman
S. M. E. I. T., die verdacht wordt door zwen-
delpractijken een groot aantal cliënten van
de bank te hebben benadeeld. Uit de groote
reeks feiten zijn er slechts twee in de dag
vaarding ten laste gelegd. Dr. Maurice
Godart te Sainte Menehould (Marne) en
Henri SeueTac te Namen gaven, na op de
bekende wijze door remisiers te zijn be
werkt, hun waardepapieren aan de Es-
comptobank af, waardoor het geld verloren
ging. Een reeks deskundigen en getuigen
zijn door den officier, mr. Wassenbergh, op
geroepen. Als verdedigers treden op mr. J.
Hartig de Vries en mr. W. Loeb.
In de dagvaarding is door den officier
uitvoerig opgenomen op welke wijze ver
dachte beide personen heeft bewogen tot
afgifte van him fondsen over te gaan. Hij
deed het o.a. voorkomen of de Holl. Es-
comptobank een sinds lange jaren geves
tigd bankbedrijf was met voortreffelijke
bankrelaties.
In werkelijkheid kon de bank ter beurze
geen zaken doen, omdat noch de bank, noch
verdachte, noch een der geëmployeerden
lid was van de Vereeniging voor den Ef
fectenhandel. Het bedrijfskapitaal bedroeg
slechts enkele honderden guldens.
Door verdachte aldus de dagvaarding
werd bij Seuerac en Godart opzettelijk
listig en bedriegelijk den indruk gewekt,
dat de Hollandsche Escomptobank haar tus-
schenkomst verleende bij het uitvoeren van
hun opdrachten en het doen van premie
zaken, terwijl verd. wist, dat de N.V. de
opdrachten tot aan- en verkoop niet uit
voerde, doch deze opdrachten z.g. in zich
zelf afsloot, derhalve als tegenpartij op
trad en belangen had tegenstrijdig met
die der cliënten.
Op deze wijze is Henri Seuerac bewogen
tot afgifte van 110 aandeelen Canadian
j Eagle Oil Company, 15 obligaties Chemin de
Fer P.L.M., 10 aandeelen Tharsis en 1 aan
deel Hotchkis en dr. Godart van 5 certifi
caten en 25 aandeelen Government Gold-
mining Areas en 5 aandeelen de Beers' pre
ference.
Subsidiair is de verduistering van deze
stukken ten laste gelegd.
Ten tweede is aan T. ten laste gelegd het
onjuist bijhouden van de boeken ter be-
driegelijke verkorting van de rechten van
de schuldeischers in het faillissement, dat
op 22 April 1936 werd uitgesproken.
Ten derde is hem ten laste gelegd, dat
hij als directeur van de N.V. Handelmaat
schappij Amsterdam premiezaken heeft af
gesloten, wel'ke zaken uiteindelijk een groot
verlies opleverden, terwijl in de acte van op
richting als uitsluitend doel der N.V. im-
porteeren en exporteeren van den handel
in goederen en waren stond opgegeven.
De officier van Justitie eischte tegen ver
dachte twee jaar gevangenisstraf.
De Haagsche Rechtbank heeft heden
door de N.V. Hillen aangeboden accoord
gehomologeerd.
i Volgens dit accoord hebben crediteuren
de keuze tusschen betaling van 25 pet. hun
ner vorderingen incontanten tegen defi-
nitieve kwijting of opneming der volle be
dragen in de 7 pet. obligatieleening van
Hillen.
SURSéANCE-AANVRAGE HANDEL
MAATSCHAPPIJ DE RUITER.
Naspel iler Haagsche tribune-exploitatie.
Gisteren werd onder voorzitterschap van
mr. J. G. de Vries voor de Haagsche recht
bank behandeld het verzoekschrift tot sur
séance van de handelmaatschappij de Rui
ter te Amsterdam voor den duur van an
derhalf jaar, welke maatschappij door den
cngelukkigen afloop van de exploitatie der
tribunes op 7 Januari j.l. ter gelegenheid
van het huwelijk van H. K. H. Prinses Ju
liana en Z. K. H. Prins Bernhard in moei
lijkheden is geraakt.
De raadsman van de maatschappij, mr.
H. Mulderije, licht het verzoek nader toe
en zegt, dat van crediteuren behoudens een
tweetal tribunecrediteuren, de grootst mo
gelijke medewerking is ondervonden. De
zaak van de Ruiter was tot Januari j.l. vol
komen gezond en alleen aan de exploitatie
der tribunes, die een tekort hebben opge
leverd van circa ƒ180.000, is het verzoek
schrift tot surséance toe te schrijven.
Uit het rapport van den accountant der
firma blijkt, dat aan de voorraden bij
voortzetting van het bedrijf de dubbele
waarde kan worden toegekend dan in ge
val van likwidatie, welke gegevens in over
leg met deskundige zijn vastgesteld.
Mr. Mulderije dringt er bij de crediteu
ren ten sterkste op aan het verzoek te steu
nen en om het aanvankelijk verzet, dat bij
enkelen is gerezen, te laten varen.
De bewindvoerder, mr. Bünker brengt
zijn verslag uit en ondersteunt-het verzoek,
er op wijzende, dat faillietverklaring de be
langen der crediteuren zou schaden wegens
geforceerde verkoop der voorraden. Sur
séance sluit niet uit, dat de beschikbare
contanten van circa 40 mille tot verdeeling
worden gebracht, terwijl bij waardeering
der voorraden op exploitatiébasis er reeds
weder een overschot aanwezig is. Het totale
passief beloopt ruim ƒ195.000. De bewind
voerder geeft crediteuren in overweging
om het verzoek te steunen.
Uit de crediteuren worden vervolgens
eenige vragen gesteld voornamelijk de
grootte van sommige vorderingen betref
fende en den duur der gevraagde surséan
ce voor anderhalf jaar, die door den raads
man worden beantwoord.
Vervolgens wordt tot stemming overge
gaan, waarbij aanwezig of vertegenwoor
digd blijken 106 crediteuren, vertegenwoor
digende een bedrag van circa 190.000. Na
dat mr. Hendrix en mr. Nieuwenhuis heb
ben verklaard, dat hun cliënten zich tegen
inwilliging van het verzoek niet langer zul
len verzetten, blijken alle crediteuren vóór
de inwilliging te stemmen. De president
sluit vervolgens het onderzoek en bepaalt
de uitspraak over acht dagen.
BEVRIEND STAATSHOOFD
BELEEDIGD.
In hooger beroep verzwaring van straf
gevorderd.
De 47-jarige bootwerker L. Th. B. had
28 November van het vorig jaar zich in
een winkel in de Boekhorststraat te Den
Haag beleedigend uitgelaten over de drie
voornaamste bestuurders van het Duitsche
rijk. Juist waren in dien winkel twee re
chercheurs in burger aanwezig, die proces
verbaal opmaakten. De Haagsche Recht
bank had B. tot drie dagen gevangenisstraf
veroordeeld, doch de officier van justitie
die een maand had geëischt, ging in hooger
beroep.
Voor het gerechtshof verklaarde verdach
te Woensdag, in dronkenschap de woorden
zonder bedoeling te hebben geuit. Hij deed
heelemaal niet aan politiek.
De procureur-generaal achtte de straf,
welke de rechtbank opgelegd had, te laag
in verband met den ernst van het feit en
vorderde veertien dagen gevangenisstraf.
Uitspraak 28 Juni.
„Moeder, ik heb een verrassing voor U,
ik heb een spijker ingeslikt!"
THEATER
HOOFDFILMS
INHOUD
AANVANGSUUR
KEURING
Casino:
De Privé-secreta-
resse (Herman Thi-
mig Renate Mül-
ler).
Een man van de
daad (John Waye).
Komisch
Dag. 811, Zondags
bovendien 4—7 uur,
Matinee Zaterd. en
Woensd. 2.30. uur.
Toelaatbaar v.
volwassenen
Lido:
Zonen van de Zuid
zee (Mala en Lotus)
Opgejaagd (Con
stance Bennett)
Speelfilm
Sensatie
Dag. 8.-511.15 uur.
Zondags bovendien
27 uur, Matinee
Zat. en Woensd.
2.30 uur.
Toelaatbaar v.
volwassenen
Luxor:
De Spion (Willy
BirgelLida Baa-
rova)
Dansmuziek.
Sensatie
Kluchtig
Dag. 811 uur. Zon
dags bovendien 27
uur, Matinee, Zaterd.
en Dond., 2 uur.
Volwassenen
Trianon:
Fraulein Lilly (Fran-
ziska Gaal Szöke
Szakall).
Ons Dagelijksch
Brood (Karen Mor-
ley Tom Keene).
Komisch
Speelfilm
Dag. 8—11 uur. Zon
dags bovendien 27
uur. Matinée Zaterd.
en Woensdag 2 uur.
Goedgekeurd