MAANDAG 14 JUNI 1937 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. 2 KOEL. DE BILT SEINT: Zwakke tot matige Noord-Westelijke tot Zuid-Westelijke wind, half tot zwaar be wolkt, weinig of geen regen, iets koeler des nachts, overdag weinig verandering in temperatuur. Hoogste barometerst.772.0 te Wisby. Laagste barometerst.: 752.7 te Isafjord. Over geheel West-Europa ligt een gebied van hooge luchtdruk, dat overal meer dan 765 m.m. bedraagt. Over de Oostzee en in het Zuid-Westen over den Oceaan liggen kernen met standen boven 770 m.m., welke door een voor van betrekkelijk lagelucht- druk gescheiden zijn. Over IJsland ligt een depressie, ook over het Zuid-Oosten van het waarnemingsgebied is de luchtdruk betrekkelijk laag. Genoemde voor van lage luchtdruk welke over de Noordzee en be oosten ons land langs loopt, scheidt het waamemingsgevbied in twee deelen. In het Oostelijk deel waaien zwakke Zuidelijke winden met heldere tot lichtbewolkte lucht, in het Westelijke deel is de wind meest matig uit het Noord-Westen, met zwaar bewolkte tot betrokken lucht en la gere temperaturen. Voor onze omgeving wordt verwacht, dat de wind Westelijk zal blijven met iets afnemende bewolking en weinig of geen regen. De nacht zal vermoe delijk iets koeler zijn, terwijl overdag wei nig verandering in temperatuur verwacht wordt. LUCHTTEMPERATUUR. 16.2 gr. C. LICHT OP VOOR FIETSERS e. a. Van Maandagnamiddag 9.53 uur tot Dinsdagmorgen 4.07 uur. HOOG WATER. Te Katwijk aan Zee op Dinsdag 15 Juni voorm. 8.30 en nam. 9.06 uur. WATERTEMPERATUUR. De Zijl 21 gr. C. Poelmeer 22 gr. C. Koninklijk bezoek aan Amsterdam DE HOOFDSTAD VIERT BLIJDE FEEST. Koningin, Prinses en Prins voor de Boschbaan. Grootsche Oranjehulde op den Dam. Rit door de verlichte stad het besluit. Nadat H. M. de Koningin Zaterdag op het Amsterdamsche IJsclubterrein de kin derspelen, georganiseerd door den Oranje jeugdbond, had bijgewoond, volgde dien dag nog een uitgebreid programma. Het „Handelsblad" geeft de volgende beschrijving van den blijden feestdag in de hoofdstad. In de morgenuren had Z. H. K. Prins Bernhard een langdurig bezoek aan Artis gebracht en 's middags reden de Koningin, de Prinses en de Prins per open auto uit naar de roeibaan in het vermaarde Bosch plan. H. M. de Koningin had zich n.l. bereid verklaard de nieuwe roeibaan te openen en vóór H. M. deze plechtigheid verrichtte hield de burgemeester, dr. W. de Vlugt, een korte toespraak, waarin hij wees op de beteekenis van het Boschplan en van de roeibaan. Zoowel op den rit naar de roeibaan als terug naar het Paleis, is de Koninklijke Familie door tienduizenden, die langs de wegen stonden geschaard, recht-hartelijk en vaak ook uitbundig toegejuicht en direct na dezen tocht volgde weer een der hoogte punten van dit Koninklijk bezoek: de Oranjehulde op den Dam, georganiseerd door het Centraal Comité van Oranje- en nationale vereen igingen te Amsterdam. Meer dan tienduizend deelnemers deden met hun vaandels en vlaggen, muziek- en trommelkorpsen, aan die hulde mee en boven aller hoofden waren breede oranje banden, naar alle kanten dwars over het middenvak van den Dam gespannen, uit gaand van een hoog-opgerichte geweldig- groote kleurige kroon, midden op den Dam. De Koninklijke Familie verscheen op het balcon, waarna de deelnemers aan de hulde, betuiging vaderlandsche liederen ten ge- hoore brachten. Drie weesmeisjes en een weesjongen boden Koningin en Prinses bloemen aan en de kinderen kregen een plaats op net Paiei^balcon! 't Was weer een treffend-schoone Oranje hulde daar op den Dam, die niet naliet op allen, die er getuige van mochten zijn, een diepen indruk te maken. Zaterdagavond reed de Koninklijke Fa milie per auto naar den Stadsschouwburg. Langs den weg stonden duizenden, juichend en wuivend; in de zaal waren wondermooie versieringen aangebracht en de schouwburg bood met al de avondtoiletten, juweelen en uniformen een zeldzaam rijken aanblik. De balletgroep van de Wagn er-ver een i- ging bood een belangwekkend en fraai pro gramma de balletten onder leiding van Yvonne Georgi; het Residentie-orkest speel de onder leiding van Ernest Ansermet. Nadat de Koninklijk Familie te kwart voor elven op het Paleis was teruggekeerd, werd om elf uur opnieuw uitgereden voor een autorit, buiten het programma om, n.l. ter bezichtiging van de feestverlichting. De stad bood dezen mooien koelen avond een record-feestdrukte, er waren wellicht hon derdduizenden op de been temidden van de versieringen en verlichtingen. Amster dam was één feest, één feestgedruisch steeg op Onbeschrijfelijk was het enthousiasme der menigten in de binnenstad, toen de hof stoet, voorafgegaan door twaalf politie motoren, zich door de volte een weg zocht en wel langs de volgende route: Dam, Mozes en Aaronstraat, N. Z. Voorburgwal, Spui, Singel, Vijzelstraat, Heerengracht even zijde, N. Spiegelstraat, Keizersgracht on evenzijde, Vijzelstraat, Heerengracht on even zijde, Thorbeckeplein, Rembrandt- plein stille en drukke zijde, Reguliers- breestraat. Munt, Rokin, Dam, Damrak, P. H. Kade, Martelaarsgracht, Nieuwen- dijk, Dam, Kalverstraat, Spui, Rokin, Dam! H. K. H. Prinses Juliana heeft aan deze tocht niet deelgenomen. PRINS BERNHARD IN DE NIEUWE KERK. Zondagochtend heeft Z. K. H. Prins Bern hard met de hofhouding de godsdienst oefening in de Nieuwe Kerk aan den Dam bijgewoond. Hoewel niet van te voren be kend was gemaakt, waarheen de Prins zich zou begeven, begreep de menigte, die zich voor het paleis verzameld had, dat de Nieuwe Kerk het doel zou zijn, toen geen rijtuigen voorkwamen. In de kerk was reeds geruimen tijd voor den aanvang van den dienst geen plaats meer te krijgen. Zóó vol was het er, dat talloozen moesten blij ven staan. De voorganger, ds. J. C. Konings berger, deelde de gemeente voor den dienst mede, dat het een gewone godsdienst oefening gold, zoodat de hooge bezoeker niet wenschte te worden opgemerkt. Omstreeks half elf begaf Prins Bernhard zich te voet van het paleis naar de kerk, waar hy door de kerkmeesters werd ont vangen. Onmiddellijk daarna nam de dienst een aanvang. De gemeente zong ps. 95, de verzen 1 en 7: „Komt, laat ons samen Israëls Heer, den rotssteen van ons heil, met eer, met Godgewijden zang ontmoeten", en na de schuldbelijdenis en de genadever kondiging gez. 83 vers 3 en 4: „Heer, waar dan heen?" In zyn gebed smeekte de predikant Gods zegen over het koninklijk huis af. Hij sprak vervolgens naar aanleiding van Jesaja 55: 2, tweede deel: „Hoort aandachtig lijk naar mij, en eet het goede, en laat uw ziel met overvloed zich verzadigen". Men kent de uitnoodiging, in dit woord van Jesaja vervat, aldus ds. Koningsbergen, maar hoort men er ook naar? Wij maken onszelf al te vaak tot God en willen, dat God naar ons luistert. Menigeen oogst slechts teleurstelling en ontgoocheling, om dat hij in zichzelf de verlossing zoekt. En wat is dan de oplossing? Niemand zal uit zichzelf tot Christus komen: dat kan slechts, als Gods geest zyn hart opent. Na zijn predicatie liet de voorganger Ps. 89 verzen 7 en 8 zingen: „Hoe zalig is het volk, dat naar uw klanken hoort". Hij ging voor in dankgebed, waarna de gemeente zong gez. 249 vers 3: „De stem, die fluistert in onz' ooren, gelijk der englen harpgezang, is waard, dat wij haar dankend hooren". Na den zegen bleven de kerkgangers eer biedig wachten, tot Prins Bernhard en zijn gevolg het gebouw verlaten hadden. Aan den uitgang der kerk had zich in middels een groote menigte opgesteld, die den prins hartelijk toejuichte. DE GROOTE RIJTOER VAN ZONDAG. Geheel in overeenstemming met de tra ditie is de Koninklijke Familie gistermid dag om half drie van het Paleis op den Dam met groot gevolg vertrokken voor den grooten rijtoer, welke voorbehouden is aan den Zondagmiddag van haar jaarlijk- sche bezoek aan de hoofdstad. De Koninklijke Familie nam plaats in de met scharlaken bekleede caleche welke a la deaumont was bespannen. Het ge volg maakte den tocht in open rijtuigen mede. H. M. droeg een licht paars toilet. De Prinses een donker blauw toilet, ter wijl Prins Bernhard het groottenue van marine-officier droeg. Op den Dam was het zwart van de men- schen en ook langs den weg, welke de Ko ninklijke Familie vol volgen, stonden de be langstellenden dicht aaneengeschaard. Op het Jonas Daniël Meyerplein had de Koninklijke Familie een zanghulde in ont vangst te nemen van een koor van eenige honderden Joodsche kinderen, die voor de nieuwe synagoge stonden opgesteld onder leiding van den heer S. H. Englander, den dirigent van het koor der groote synagoge. De burgemeester stelde den heer Eng lander voor aan de leden der Koninklijke Familie. Eenige leden van het kerkbe stuur van het Nederl. Israël, kerkgenoot schap, onder leiding van den voorzitter, den heer A. Asscher, waren ter begroeting aanwezig. Er werden bloemen aangeboden aan H. M. de Koningin en aan Prinses Juliana. Het zeer verdienstelijk zingende kinder koor bracht na het eerste en het zevende couplet van het Wilhelmus een door den heer Isr. J. Olhman op muziek gezette tekst van Ruth Sarphati „Oranje en Is raël" ten gehoore. Deze zanghulde werd be sloten met het eerste couplet van het Wien Neerlands Bloed. Met groote aandacht volgden de Konin- ging, de Prinses en de Prins in de hun aangeboden programma's den specialen feestzang, welke door het talrijke publiek met een luid applaus werd begroet. Onder enthousiast gejuich der menigte gin de tocht vervolgens naar het Stedelijk LETTEREN EN KUNST OPERA ITALIANA. Feestconcert 24 Juni, Leiden. De medewerkende solisten op het buiten gewone Opera-concert (ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan der Italiaansche Opera in Nederland) op Donderdagavond 24 Juni, aanvang half negen in de Stadsgehoorzaal zijn: Antenore Reali, heldenbaryton, Diana Micelli, Sopramo leggero, Maria Teresa Grosso, mezzo soprano, Juanita Toso, so prano dramatico, Silvio Costa Lo Giudice, tenore lirico, Agostino Casavecchi, tenore leggero, Eraldo Code, basso, Mario Gordone, Maestro Accompagnatore. Gezongen worden wereldberoemde succes aria's, duo's enz. uit: Paljas (proloog), Kwar tet Rigoletto, Lucia di Lammermoor, Tosca, Cavalleria, de Troubadour, La Boheme, An drea Chenier, Manon Lescaut, Mignon, II Barbiere di Siviglia, Uu Ballo in Masche- ra enz. RECHTZAKEN KANTONGERECHT TE LEIDEN. Voor den plaatsvervangend kantonrechter Mr. M. B. Vos werd hedenmorgen de vol gende zaak behandeld. Oneenigheid om een vorkpaal der Nederlandsche Spoorwegen. Sedert de omlegging van het verkeer, in verband met de werkzaamheden aan de Haagbrug te Leiden, wordt de Morsch- weg te Leiden veel drukker bereden. Ver schillende hindemissen moeten overwon nen worden. Een ervan is de spoorweg overgang aan den Morschweg te Leiden. De overweg zelf is nog niet het ergste, maar het is juist de z.g. vorkpaal waar de afsluitboomen in vallen. Dit midden op den weg staand „hinderpaaltje" is dan ook ettelijke malen het kind van de rekening geworden en omver gereden. De spoorwe gen maakten dan steeds procesverbaal op en de aanrijders werden veroordeeld. Ook op 4 Jan. werd deze paal aangereden en wel door M. J. J. K. te Oegstgeest. Een proces-verbaal was gevolgd, maar deze automobilist liet het er niet bij zitten en deed op zijn beurt de Ned. Spoorwegen een dagvaarding toekomen, welke dagvaarding terecht kwam bij den hoofdopzichter van het sein wezen N. J. v. B. te Haarlem, aan wien ten laste was gelegd het onverlicht plaatsen van de vorkpaal, terwijl boven dien een schadevordering werd ingesteld door den autobestuurder voor een bedrag van 43.80, zijnde de schade aan de auto. De verdachte K. werd in dit geval „bij gestaan" door de Leidsche agenten Slot en Straathof, die evenals verdachte verklaar den, dat zij op 11 Maart proeven hadden genomen met de auto van den verdachte op hetzelfde punt 's avonds bij donker, met dezelfde snelheid en hetzelfde licht. Toen was hun gebleken, dat bij een snelheid van 25 K.M. het paaltje op grooten afstand ab soluut niet te zien was, althans komende van de richting Haagsche Schouw, het was pas te zien op een afstand van 6 a 7 M. Ook de straatlantaarns wierpen geen vol doende licht op de vorkpaal. Wel was er een roode reflector aangebracht, maar deze stond niet op den as van den weg en was voor automobilisten pas op het laatste mo ment te zien. De ambtenaar zeide in zijn requisitoir o.a., dat sedert het verkeer omgelegd was verschillende klachten waren binnengeko men. Het gaat hier nu om het feit, of de overweg behoorlijk verlicht is of niet. Spr. meent, dat dit niet het geval is. De verlichting is daar ter plaatse niet vol doende terwijl de reflector geen dienst deed. De agenten, die ter plaatse heel goed bekend zijn, konden terwijl zij wisten, dat de paal er stond, dezen toch eerst ontdek ken op een afstand van 6 a 7 Meter. An dere autorijders, die ter plaatse onbekend zijn, zien deze paal mogelijk nog later. Omdat verdachte echter ter goeder trouw was geweest was de eisch schuldig ver klaring zonder oplegging van straf. De verdediger van verdachte conclu deerde in een uitvoerig pleidooi op ontslag van rechtsvervolging subs, vrijspraak om dat zijn cliënt de vorkpaal niet heeft ge plaatst. De ingenieur van het seinwezen heeft het werk uitbesteed. De aannemer heeft het gemaakt en verdachte heeft toe zicht gehouden of alles volgens teekening werd aangebracht. Hij kon en mocht op eigen idee geen veranderingen aanbrengen Hoogere instanties hebben daarin iets te zeggen,- maar verdachte niet. Ten slotte heeft de aannemer de vorkpaal geplaatst en niet verdachte. Na re- en dupliek werd de uitspraak be paald op acht dagen; alsdan zal tevens de civiele vordering beslist worden. Vervolgens werd de automobilist K., die de paal had aangereden voorgeroepen als verdachte en nadat deze nog verklaard had, dat hij van de spoorwegen een rekening had gekregen van 72 cent zijnde de toege brachte schade, was de eisch tegen hem 1 subs. 1 dag. Ook hier uitspraak over 8 dagen. Museum, waar de Koninklijke Familie werd begroet door den wethouder van de kunst zaken, den heer Ed. Boekman, den direc teur van het Stedelijk Museum, jhr. D. C. Röell en de leden van het bestuur van de vereeniging van Aziatische Kunst de hee- ren mr. H. K. Westendorp, voorzitter, Th. van Erp en Th. B. van Leliveld en den conservator, den heer H. F. E. Visser. Het bezoek aan de tentoonstelling duur de een half uur. Om kwart over vier keerde de konink lijke stoet in het Paleis terug. De laatste officieele rijtoer van de vor stelijke bezoekers was hiermede ten einde. LOTISICO EN DE LOTERIJWET. De eigen trekkingen onaangetast; slechts zullen de polissen op naam moeten worden gesteld. De Hooge Raad heeft heden arrest gewe zen in de zaak van den officier van justitie te 's-Gravenhage tegen W. B., directeur van de N.V. de Eerste Nederlandsche Maat schappij tot verzekering van Risico in Lo terijen (Lotisico). Tegen den heer B. was een vervolging ingesteld op grond, dat Lotisico wijziging zou hebben gebracht in haar werkwijze, zooals deze bij de in 1932 opnieuw goedge keurde statuten is vastgelegd. De Haagsche kantonrechter sprak een veroordeelend vonnis uit, van oordeel zijnde, dat in de in kleeding van de z.g. termijnpolissen een afwijking is te zien van het oorspronkelijke plan. In hooger beroep heeft de rechtbank dit vonnis vernietigd en den heer B. ontslagen van rechtsvervolging. De officier van justitie teekende cassatie aan en hieromtrent heeft de Hooge Raad thans het volgende overwogen: Dat het cassatiemiddel enkel bedoelt op te komen tegen hetgeen de rechtbank heeft beslist omtrent de polissen aan toonder en omtrent de eigen trekkingen; dat wat dit laatste punt betreft (de eigen trekkingen), het middel afstuit op de fei telijke vaststelling van de rechtbank, dat de mogelijkheid van eigen trekkingen ook reeds bij den oorspromkelijken opzet van vóór 1 Juli 1905 was voorzien, doch dat ten aanzien van eerstgenoemd punt de polis sen aan toonder op afbetaling het mid del gegrond is; dat de rechtbank in haar overweging fei telijk vaststelt, dat weliswaar vóór 1 Juli 1905 door Lotisico werden uitgegeven „po lissen" zoowel op naam als aan toonder, in het eerste geval ook tegen betaling der pre mie in termijnen, maar dat een verschil met den toestand van vóór genoemden da tum hierin is gelegen, dat toen niet, zoo als thans, termijnpolissen aan toonder wer den uitgegeven; dat de rechtbank van oordeel is, dat dit verschil het wezen van den opzet der lo terijen niet raakt, doch dat deze beschou wing niet te aanvaarden is. Dat toch door het uitgeven van de polis sen aan toonder op afbetaling aan ieder de gelegenheid wordt geboden om, zonder eenig risico voor verdere aansprakelijkheid, geheel naar eigen willekeur tegen betaling van 2.50 bij slechts één trekking naar prijzen mede te dingen, zulks in tegenstel ling met den meer blij venden band, die bij termijnpolissen op naam juist op den voor grond treedt en een der grondslagen van het onderhavige loterijbedrijf vormde; dat artikel 10 der loterijwet 1905 blijkens de geschiedenis ten doel heeft om, als over gangsmaatregel, toe te laten, dat loterijen, die reeds in het leven geroepen waren, zou den kunnen worden afgewikkeld; dat het uitgeven van termijnpolissen aan toonder oplevert een principieele afwijking van het loterijbedrijf, zooals dat te voren door Lotisico werd uitgeoefend, welke han delwijze door genoemd artikel 10 niet wordt gedekt. Op grond hiervan heeft de hooge raad het uitgeven van termijnpolissen aan toon der strafbaar verklaard en met vernietiging van het vonnis van de rechtbank den heer B. daarvoor alsnog veroordeeld tot een geldboeten van 1.000. Voor het overige werd het cassatieberoep van den officier van justitie verworpen. Van de zijde van Lotisico deelt men ons mede, dat zooals wel vanzelf spreekt zij zich stipt aan het arrest van den hoo- gen raad zal houden, zoodat vanaf heden geen termijnpolissen op afbetaling aan toonder meer zullen worden uitgegeven. Zooals vroeger geschiedde, zullen ook deze zoogenaamde termijnpolissen op naam worden gesteld. Daar de eigen trekkingen van Lotisico thans door den rechter wettig en geoor loofd zijn verklaard, wordt het bedrijf van Lotisico overigens op denzelfden voet voortgezet. GEMEENTEL. AANKONDIGINGEN. COLLECTE VOOR HET FONDS TOT AANMOEDIGING EN ONDERSTEUNING VAN DEN GEWAPENDEN DIENST IN DE NEDERLANDEN. Burgemeester en Wethouders van Lei den; Gelet op de circulaire van den Commis saris der Koningin in deze provincie d.d. 16 Februari 1937. Brengen ter algemeene kennis, dat op Dinsdag 15, Woensdag 16, Donderdag 17 en Vrijdag 18 Juni 1937 door de Districts commissie tot aanmoediging en ondersteu ning van den Gewapenden Dienst in de Nederlanden langs de huizen de gewone jaarlijksche collecte, ingesteld bij Z. M. dispositie van 16 November 1820, No. 81, zal worden gehouden. 4025 Bevelen deze collecte, die strekt tot in standhouding van het fonds tot ondersteu ning van personen, die in den strijd voor het vaderland verminkt of invalide zijn ge worden, dringend in de liefdadigheid der ingezetenen aan. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 14 Juni 1937. AGENDA LEIDEN. Woensdag. Ledenvergadering „St. Ra- phaël", Bondsgebouw, 8 uur. Donderdag. R.-K. Reclasseeringsvereeni- ging zitting in het gebouw der St. Vincentiusvereeniging Hoogl. Kerk- gracht 32. De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apotheken wordt van Maandag 14 tot en met Zondag 20 Juni a.s. waargeno men door de apotheken P. du Croix, Ra penburg 9, tel. 807, E. B. de Metz, Kamer- lingh Onneslaan 28, telef. 3553 en J. Doe- dens, Wilhelminapark 8, Oegstgeest tel. 274 DE BRANDSTICHTING AAN DE VLÏET- LAAN TE ROTTERDAM. Rotterdamsch winkelier tot twee jaar veroordeeld. Het Gerechtshof te 's Gravenhage wees heden arrest in de zaak tegen den Rotter- damschen koopman P. V., die wegens uit lokking tot brandstichting terecht had ge staan. Er was nl. in den nacht van 6 op 7 Oc tober van het vorig jaar brand uitgebroken in den manufacturenwinkel, die V. aan de Vlietlaan dreef en al spoedig kreeg de politie het vermoeden, dat de brand aan gestoken moest zijn. V. was op dat moment met vacantie te Beekbergen, doch werd bij zijn terugkomst te Rotterdam, onmiddellijk gearresteerd, omdat men hem verdacht de brandstichting te hebben uitgelokt. De brandstichter zelf evenwel Is nog steeds niet gevonden. De Rotterdamsche rechtbank had V. tot een gevangenisstraf van twee jaar ver oordeeld, van welke straf de procureur- generaal in hooger beroep een verhooging eischte tot drie jaar. Ook het Gerechtshof achtte de uitlokking tot brandstichting en het verschaffen van middelen daartoe bewezen en veroordeelde P. V. tot een gevangenisstraf van twee jaar met aftrek van drie maanden preventieve hechtenis. ACADEMIENIEUWS LEIDEN, Geslaagd: Doctoraal examen Indisch Recht: de heer D. A. Krabbe, Oegstgeest. LAATSTE BERICHTEN PRINS BERNHARD WOONT DEN OLYMPISCHEN DAG BIJ. Naar wij vernemen, heeft Prins Bern hard den wensch te kennen gegeven den „Olympischen Dag", welke Zondag a.s. in het Amsterdamsche Stadion zal worden gehouden, bij te wonen. IN EEN SLOOT GERAAKT EN VERDRONKEN. Weer twee slachtoffers. Te Te Teul bij Zaltbommel is gister avond het tweejarig zoontje van H. van Gameren in een onbewaakt oogenblik in een sloot voor de ouderlijke woning ge raakt en verdronken. In Hobreede (gem. Oosfchuizen) is Zondag het zesjarig zoontje van den heer H. Struving bij het visschen in het water gevallen en jammerlijk verdronken. ZWEM NIET BIJ DE PIEREN. Het 16-jarige meisje B. W., wonende te Delft, werd Zondag bij het zwemmen te Kijkduin bij een golfbreker door een golf omver geworpen. Zij verkeerde in levens gevaar, doch werd zoo spoedig mogelijk door zwemmers op het droge gebracht, waarna bleek, dat zij veel water had bin nengekregen. Na voorloopige behandeling op het strand, onder leiding van twee al daar aanwezige artsen, werd zij in bewuste- loozen toestand door den G.G.D. naar het ziekenhuis Westeinde vervoerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 2