MAANDAG 14 JUNI 1937
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 2
KOEL.
DE BILT SEINT:
Zwakke tot matige Noord-Westelijke tot
Zuid-Westelijke wind, half tot zwaar be
wolkt, weinig of geen regen, iets koeler des
nachts, overdag weinig verandering in
temperatuur.
Hoogste barometerst.772.0 te Wisby.
Laagste barometerst.: 752.7 te Isafjord.
Over geheel West-Europa ligt een gebied
van hooge luchtdruk, dat overal meer dan
765 m.m. bedraagt. Over de Oostzee en in
het Zuid-Westen over den Oceaan liggen
kernen met standen boven 770 m.m., welke
door een voor van betrekkelijk lagelucht-
druk gescheiden zijn. Over IJsland ligt een
depressie, ook over het Zuid-Oosten van
het waarnemingsgebied is de luchtdruk
betrekkelijk laag. Genoemde voor van lage
luchtdruk welke over de Noordzee en be
oosten ons land langs loopt, scheidt het
waamemingsgevbied in twee deelen. In het
Oostelijk deel waaien zwakke Zuidelijke
winden met heldere tot lichtbewolkte
lucht, in het Westelijke deel is de wind
meest matig uit het Noord-Westen, met
zwaar bewolkte tot betrokken lucht en la
gere temperaturen. Voor onze omgeving
wordt verwacht, dat de wind Westelijk zal
blijven met iets afnemende bewolking en
weinig of geen regen. De nacht zal vermoe
delijk iets koeler zijn, terwijl overdag wei
nig verandering in temperatuur verwacht
wordt.
LUCHTTEMPERATUUR.
16.2 gr. C.
LICHT OP VOOR FIETSERS e. a.
Van Maandagnamiddag 9.53 uur tot
Dinsdagmorgen 4.07 uur.
HOOG WATER.
Te Katwijk aan Zee op Dinsdag 15 Juni
voorm. 8.30 en nam. 9.06 uur.
WATERTEMPERATUUR.
De Zijl 21 gr. C.
Poelmeer 22 gr. C.
Koninklijk bezoek
aan Amsterdam
DE HOOFDSTAD VIERT BLIJDE FEEST.
Koningin, Prinses en Prins voor de
Boschbaan. Grootsche Oranjehulde
op den Dam.
Rit door de verlichte stad het besluit.
Nadat H. M. de Koningin Zaterdag op
het Amsterdamsche IJsclubterrein de kin
derspelen, georganiseerd door den Oranje
jeugdbond, had bijgewoond, volgde dien dag
nog een uitgebreid programma.
Het „Handelsblad" geeft de volgende
beschrijving van den blijden feestdag in
de hoofdstad.
In de morgenuren had Z. H. K. Prins
Bernhard een langdurig bezoek aan Artis
gebracht en 's middags reden de Koningin,
de Prinses en de Prins per open auto uit
naar de roeibaan in het vermaarde Bosch
plan.
H. M. de Koningin had zich n.l. bereid
verklaard de nieuwe roeibaan te openen
en vóór H. M. deze plechtigheid verrichtte
hield de burgemeester, dr. W. de Vlugt,
een korte toespraak, waarin hij wees op
de beteekenis van het Boschplan en van
de roeibaan.
Zoowel op den rit naar de roeibaan als
terug naar het Paleis, is de Koninklijke
Familie door tienduizenden, die langs de
wegen stonden geschaard, recht-hartelijk en
vaak ook uitbundig toegejuicht en direct
na dezen tocht volgde weer een der hoogte
punten van dit Koninklijk bezoek: de
Oranjehulde op den Dam, georganiseerd
door het Centraal Comité van Oranje- en
nationale vereen igingen te Amsterdam.
Meer dan tienduizend deelnemers deden
met hun vaandels en vlaggen, muziek- en
trommelkorpsen, aan die hulde mee en
boven aller hoofden waren breede oranje
banden, naar alle kanten dwars over het
middenvak van den Dam gespannen, uit
gaand van een hoog-opgerichte geweldig-
groote kleurige kroon, midden op den Dam.
De Koninklijke Familie verscheen op het
balcon, waarna de deelnemers aan de hulde,
betuiging vaderlandsche liederen ten ge-
hoore brachten. Drie weesmeisjes en een
weesjongen boden Koningin en Prinses
bloemen aan en de kinderen kregen een
plaats op net Paiei^balcon!
't Was weer een treffend-schoone Oranje
hulde daar op den Dam, die niet naliet op
allen, die er getuige van mochten zijn, een
diepen indruk te maken.
Zaterdagavond reed de Koninklijke Fa
milie per auto naar den Stadsschouwburg.
Langs den weg stonden duizenden, juichend
en wuivend; in de zaal waren wondermooie
versieringen aangebracht en de schouwburg
bood met al de avondtoiletten, juweelen en
uniformen een zeldzaam rijken aanblik.
De balletgroep van de Wagn er-ver een i-
ging bood een belangwekkend en fraai pro
gramma de balletten onder leiding van
Yvonne Georgi; het Residentie-orkest speel
de onder leiding van Ernest Ansermet.
Nadat de Koninklijk Familie te kwart
voor elven op het Paleis was teruggekeerd,
werd om elf uur opnieuw uitgereden voor
een autorit, buiten het programma om, n.l.
ter bezichtiging van de feestverlichting. De
stad bood dezen mooien koelen avond een
record-feestdrukte, er waren wellicht hon
derdduizenden op de been temidden van
de versieringen en verlichtingen. Amster
dam was één feest, één feestgedruisch steeg
op
Onbeschrijfelijk was het enthousiasme
der menigten in de binnenstad, toen de hof
stoet, voorafgegaan door twaalf politie
motoren, zich door de volte een weg zocht
en wel langs de volgende route: Dam, Mozes
en Aaronstraat, N. Z. Voorburgwal, Spui,
Singel, Vijzelstraat, Heerengracht even
zijde, N. Spiegelstraat, Keizersgracht on
evenzijde, Vijzelstraat, Heerengracht on
even zijde, Thorbeckeplein, Rembrandt-
plein stille en drukke zijde, Reguliers-
breestraat. Munt, Rokin, Dam, Damrak,
P. H. Kade, Martelaarsgracht, Nieuwen-
dijk, Dam, Kalverstraat, Spui, Rokin, Dam!
H. K. H. Prinses Juliana heeft aan deze
tocht niet deelgenomen.
PRINS BERNHARD IN DE
NIEUWE KERK.
Zondagochtend heeft Z. K. H. Prins Bern
hard met de hofhouding de godsdienst
oefening in de Nieuwe Kerk aan den Dam
bijgewoond. Hoewel niet van te voren be
kend was gemaakt, waarheen de Prins zich
zou begeven, begreep de menigte, die zich
voor het paleis verzameld had, dat de
Nieuwe Kerk het doel zou zijn, toen geen
rijtuigen voorkwamen. In de kerk was
reeds geruimen tijd voor den aanvang van
den dienst geen plaats meer te krijgen. Zóó
vol was het er, dat talloozen moesten blij
ven staan. De voorganger, ds. J. C. Konings
berger, deelde de gemeente voor den dienst
mede, dat het een gewone godsdienst
oefening gold, zoodat de hooge bezoeker
niet wenschte te worden opgemerkt.
Omstreeks half elf begaf Prins Bernhard
zich te voet van het paleis naar de kerk,
waar hy door de kerkmeesters werd ont
vangen. Onmiddellijk daarna nam de dienst
een aanvang. De gemeente zong ps. 95, de
verzen 1 en 7: „Komt, laat ons samen
Israëls Heer, den rotssteen van ons heil, met
eer, met Godgewijden zang ontmoeten", en
na de schuldbelijdenis en de genadever
kondiging gez. 83 vers 3 en 4: „Heer, waar
dan heen?"
In zyn gebed smeekte de predikant Gods
zegen over het koninklijk huis af. Hij sprak
vervolgens naar aanleiding van Jesaja 55:
2, tweede deel: „Hoort aandachtig lijk naar
mij, en eet het goede, en laat uw ziel met
overvloed zich verzadigen".
Men kent de uitnoodiging, in dit woord
van Jesaja vervat, aldus ds. Koningsbergen,
maar hoort men er ook naar? Wij maken
onszelf al te vaak tot God en willen, dat
God naar ons luistert. Menigeen oogst
slechts teleurstelling en ontgoocheling, om
dat hij in zichzelf de verlossing zoekt. En
wat is dan de oplossing? Niemand zal uit
zichzelf tot Christus komen: dat kan slechts,
als Gods geest zyn hart opent.
Na zijn predicatie liet de voorganger Ps.
89 verzen 7 en 8 zingen: „Hoe zalig is het
volk, dat naar uw klanken hoort".
Hij ging voor in dankgebed, waarna de
gemeente zong gez. 249 vers 3: „De stem, die
fluistert in onz' ooren, gelijk der englen
harpgezang, is waard, dat wij haar dankend
hooren".
Na den zegen bleven de kerkgangers eer
biedig wachten, tot Prins Bernhard en zijn
gevolg het gebouw verlaten hadden.
Aan den uitgang der kerk had zich in
middels een groote menigte opgesteld, die
den prins hartelijk toejuichte.
DE GROOTE RIJTOER VAN ZONDAG.
Geheel in overeenstemming met de tra
ditie is de Koninklijke Familie gistermid
dag om half drie van het Paleis op den
Dam met groot gevolg vertrokken voor
den grooten rijtoer, welke voorbehouden is
aan den Zondagmiddag van haar jaarlijk-
sche bezoek aan de hoofdstad.
De Koninklijke Familie nam plaats in
de met scharlaken bekleede caleche welke
a la deaumont was bespannen. Het ge
volg maakte den tocht in open rijtuigen
mede. H. M. droeg een licht paars toilet.
De Prinses een donker blauw toilet, ter
wijl Prins Bernhard het groottenue van
marine-officier droeg.
Op den Dam was het zwart van de men-
schen en ook langs den weg, welke de Ko
ninklijke Familie vol volgen, stonden de be
langstellenden dicht aaneengeschaard.
Op het Jonas Daniël Meyerplein had de
Koninklijke Familie een zanghulde in ont
vangst te nemen van een koor van eenige
honderden Joodsche kinderen, die voor de
nieuwe synagoge stonden opgesteld onder
leiding van den heer S. H. Englander, den
dirigent van het koor der groote synagoge.
De burgemeester stelde den heer Eng
lander voor aan de leden der Koninklijke
Familie. Eenige leden van het kerkbe
stuur van het Nederl. Israël, kerkgenoot
schap, onder leiding van den voorzitter,
den heer A. Asscher, waren ter begroeting
aanwezig.
Er werden bloemen aangeboden aan H.
M. de Koningin en aan Prinses Juliana.
Het zeer verdienstelijk zingende kinder
koor bracht na het eerste en het zevende
couplet van het Wilhelmus een door den
heer Isr. J. Olhman op muziek gezette
tekst van Ruth Sarphati „Oranje en Is
raël" ten gehoore. Deze zanghulde werd be
sloten met het eerste couplet van het Wien
Neerlands Bloed.
Met groote aandacht volgden de Konin-
ging, de Prinses en de Prins in de hun
aangeboden programma's den specialen
feestzang, welke door het talrijke publiek
met een luid applaus werd begroet.
Onder enthousiast gejuich der menigte
gin de tocht vervolgens naar het Stedelijk
LETTEREN EN KUNST
OPERA ITALIANA.
Feestconcert 24 Juni, Leiden.
De medewerkende solisten op het buiten
gewone Opera-concert (ter gelegenheid van
het 40-jarig bestaan der Italiaansche Opera
in Nederland) op Donderdagavond 24 Juni,
aanvang half negen in de Stadsgehoorzaal
zijn: Antenore Reali, heldenbaryton, Diana
Micelli, Sopramo leggero, Maria Teresa
Grosso, mezzo soprano, Juanita Toso, so
prano dramatico, Silvio Costa Lo Giudice,
tenore lirico, Agostino Casavecchi, tenore
leggero, Eraldo Code, basso, Mario Gordone,
Maestro Accompagnatore.
Gezongen worden wereldberoemde succes
aria's, duo's enz. uit: Paljas (proloog), Kwar
tet Rigoletto, Lucia di Lammermoor, Tosca,
Cavalleria, de Troubadour, La Boheme, An
drea Chenier, Manon Lescaut, Mignon,
II Barbiere di Siviglia, Uu Ballo in Masche-
ra enz.
RECHTZAKEN
KANTONGERECHT TE LEIDEN.
Voor den plaatsvervangend kantonrechter
Mr. M. B. Vos werd hedenmorgen de vol
gende zaak behandeld.
Oneenigheid om een vorkpaal
der Nederlandsche Spoorwegen.
Sedert de omlegging van het verkeer, in
verband met de werkzaamheden aan de
Haagbrug te Leiden, wordt de Morsch-
weg te Leiden veel drukker bereden. Ver
schillende hindemissen moeten overwon
nen worden. Een ervan is de spoorweg
overgang aan den Morschweg te Leiden.
De overweg zelf is nog niet het ergste,
maar het is juist de z.g. vorkpaal waar
de afsluitboomen in vallen. Dit midden op
den weg staand „hinderpaaltje" is dan ook
ettelijke malen het kind van de rekening
geworden en omver gereden. De spoorwe
gen maakten dan steeds procesverbaal op
en de aanrijders werden veroordeeld.
Ook op 4 Jan. werd deze paal aangereden
en wel door M. J. J. K. te Oegstgeest. Een
proces-verbaal was gevolgd, maar deze
automobilist liet het er niet bij zitten en
deed op zijn beurt de Ned. Spoorwegen een
dagvaarding toekomen, welke dagvaarding
terecht kwam bij den hoofdopzichter van
het sein wezen N. J. v. B. te Haarlem, aan
wien ten laste was gelegd het onverlicht
plaatsen van de vorkpaal, terwijl boven
dien een schadevordering werd ingesteld
door den autobestuurder voor een bedrag
van 43.80, zijnde de schade aan de auto.
De verdachte K. werd in dit geval „bij
gestaan" door de Leidsche agenten Slot en
Straathof, die evenals verdachte verklaar
den, dat zij op 11 Maart proeven hadden
genomen met de auto van den verdachte
op hetzelfde punt 's avonds bij donker, met
dezelfde snelheid en hetzelfde licht. Toen
was hun gebleken, dat bij een snelheid van
25 K.M. het paaltje op grooten afstand ab
soluut niet te zien was, althans komende
van de richting Haagsche Schouw, het was
pas te zien op een afstand van 6 a 7 M.
Ook de straatlantaarns wierpen geen vol
doende licht op de vorkpaal. Wel was er
een roode reflector aangebracht, maar deze
stond niet op den as van den weg en was
voor automobilisten pas op het laatste mo
ment te zien.
De ambtenaar zeide in zijn requisitoir
o.a., dat sedert het verkeer omgelegd was
verschillende klachten waren binnengeko
men. Het gaat hier nu om het feit, of de
overweg behoorlijk verlicht is of niet.
Spr. meent, dat dit niet het geval is. De
verlichting is daar ter plaatse niet vol
doende terwijl de reflector geen dienst
deed. De agenten, die ter plaatse heel goed
bekend zijn, konden terwijl zij wisten, dat
de paal er stond, dezen toch eerst ontdek
ken op een afstand van 6 a 7 Meter. An
dere autorijders, die ter plaatse onbekend
zijn, zien deze paal mogelijk nog later.
Omdat verdachte echter ter goeder trouw
was geweest was de eisch schuldig ver
klaring zonder oplegging van straf.
De verdediger van verdachte conclu
deerde in een uitvoerig pleidooi op ontslag
van rechtsvervolging subs, vrijspraak om
dat zijn cliënt de vorkpaal niet heeft ge
plaatst. De ingenieur van het seinwezen
heeft het werk uitbesteed. De aannemer
heeft het gemaakt en verdachte heeft toe
zicht gehouden of alles volgens teekening
werd aangebracht. Hij kon en mocht op
eigen idee geen veranderingen aanbrengen
Hoogere instanties hebben daarin iets te
zeggen,- maar verdachte niet. Ten slotte
heeft de aannemer de vorkpaal geplaatst
en niet verdachte.
Na re- en dupliek werd de uitspraak be
paald op acht dagen; alsdan zal tevens de
civiele vordering beslist worden.
Vervolgens werd de automobilist K., die
de paal had aangereden voorgeroepen als
verdachte en nadat deze nog verklaard had,
dat hij van de spoorwegen een rekening
had gekregen van 72 cent zijnde de toege
brachte schade, was de eisch tegen hem 1
subs. 1 dag.
Ook hier uitspraak over 8 dagen.
Museum, waar de Koninklijke Familie werd
begroet door den wethouder van de kunst
zaken, den heer Ed. Boekman, den direc
teur van het Stedelijk Museum, jhr. D. C.
Röell en de leden van het bestuur van de
vereeniging van Aziatische Kunst de hee-
ren mr. H. K. Westendorp, voorzitter, Th.
van Erp en Th. B. van Leliveld en den
conservator, den heer H. F. E. Visser.
Het bezoek aan de tentoonstelling duur
de een half uur.
Om kwart over vier keerde de konink
lijke stoet in het Paleis terug.
De laatste officieele rijtoer van de vor
stelijke bezoekers was hiermede ten einde.
LOTISICO EN DE LOTERIJWET.
De eigen trekkingen onaangetast; slechts
zullen de polissen op naam moeten
worden gesteld.
De Hooge Raad heeft heden arrest gewe
zen in de zaak van den officier van justitie
te 's-Gravenhage tegen W. B., directeur van
de N.V. de Eerste Nederlandsche Maat
schappij tot verzekering van Risico in Lo
terijen (Lotisico).
Tegen den heer B. was een vervolging
ingesteld op grond, dat Lotisico wijziging
zou hebben gebracht in haar werkwijze,
zooals deze bij de in 1932 opnieuw goedge
keurde statuten is vastgelegd. De Haagsche
kantonrechter sprak een veroordeelend
vonnis uit, van oordeel zijnde, dat in de in
kleeding van de z.g. termijnpolissen een
afwijking is te zien van het oorspronkelijke
plan.
In hooger beroep heeft de rechtbank dit
vonnis vernietigd en den heer B. ontslagen
van rechtsvervolging.
De officier van justitie teekende cassatie
aan en hieromtrent heeft de Hooge Raad
thans het volgende overwogen:
Dat het cassatiemiddel enkel bedoelt op
te komen tegen hetgeen de rechtbank heeft
beslist omtrent de polissen aan toonder en
omtrent de eigen trekkingen;
dat wat dit laatste punt betreft (de eigen
trekkingen), het middel afstuit op de fei
telijke vaststelling van de rechtbank, dat
de mogelijkheid van eigen trekkingen ook
reeds bij den oorspromkelijken opzet van
vóór 1 Juli 1905 was voorzien, doch dat ten
aanzien van eerstgenoemd punt de polis
sen aan toonder op afbetaling het mid
del gegrond is;
dat de rechtbank in haar overweging fei
telijk vaststelt, dat weliswaar vóór 1 Juli
1905 door Lotisico werden uitgegeven „po
lissen" zoowel op naam als aan toonder, in
het eerste geval ook tegen betaling der pre
mie in termijnen, maar dat een verschil
met den toestand van vóór genoemden da
tum hierin is gelegen, dat toen niet, zoo
als thans, termijnpolissen aan toonder wer
den uitgegeven;
dat de rechtbank van oordeel is, dat dit
verschil het wezen van den opzet der lo
terijen niet raakt, doch dat deze beschou
wing niet te aanvaarden is.
Dat toch door het uitgeven van de polis
sen aan toonder op afbetaling aan ieder de
gelegenheid wordt geboden om, zonder
eenig risico voor verdere aansprakelijkheid,
geheel naar eigen willekeur tegen betaling
van 2.50 bij slechts één trekking naar
prijzen mede te dingen, zulks in tegenstel
ling met den meer blij venden band, die bij
termijnpolissen op naam juist op den voor
grond treedt en een der grondslagen van
het onderhavige loterijbedrijf vormde;
dat artikel 10 der loterijwet 1905 blijkens
de geschiedenis ten doel heeft om, als over
gangsmaatregel, toe te laten, dat loterijen,
die reeds in het leven geroepen waren, zou
den kunnen worden afgewikkeld;
dat het uitgeven van termijnpolissen aan
toonder oplevert een principieele afwijking
van het loterijbedrijf, zooals dat te voren
door Lotisico werd uitgeoefend, welke han
delwijze door genoemd artikel 10 niet wordt
gedekt.
Op grond hiervan heeft de hooge raad
het uitgeven van termijnpolissen aan toon
der strafbaar verklaard en met vernietiging
van het vonnis van de rechtbank den heer
B. daarvoor alsnog veroordeeld tot een
geldboeten van 1.000.
Voor het overige werd het cassatieberoep
van den officier van justitie verworpen.
Van de zijde van Lotisico deelt men ons
mede, dat zooals wel vanzelf spreekt
zij zich stipt aan het arrest van den hoo-
gen raad zal houden, zoodat vanaf heden
geen termijnpolissen op afbetaling aan
toonder meer zullen worden uitgegeven.
Zooals vroeger geschiedde, zullen ook
deze zoogenaamde termijnpolissen op naam
worden gesteld.
Daar de eigen trekkingen van Lotisico
thans door den rechter wettig en geoor
loofd zijn verklaard, wordt het bedrijf van
Lotisico overigens op denzelfden voet
voortgezet.
GEMEENTEL. AANKONDIGINGEN.
COLLECTE VOOR HET FONDS TOT
AANMOEDIGING EN ONDERSTEUNING
VAN DEN GEWAPENDEN DIENST
IN DE NEDERLANDEN.
Burgemeester en Wethouders van Lei
den;
Gelet op de circulaire van den Commis
saris der Koningin in deze provincie d.d.
16 Februari 1937.
Brengen ter algemeene kennis, dat op
Dinsdag 15, Woensdag 16, Donderdag 17 en
Vrijdag 18 Juni 1937 door de Districts
commissie tot aanmoediging en ondersteu
ning van den Gewapenden Dienst in de
Nederlanden langs de huizen de gewone
jaarlijksche collecte, ingesteld bij Z. M.
dispositie van 16 November 1820, No. 81,
zal worden gehouden. 4025
Bevelen deze collecte, die strekt tot in
standhouding van het fonds tot ondersteu
ning van personen, die in den strijd voor
het vaderland verminkt of invalide zijn ge
worden, dringend in de liefdadigheid der
ingezetenen aan.
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 14 Juni 1937.
AGENDA
LEIDEN.
Woensdag. Ledenvergadering „St. Ra-
phaël", Bondsgebouw, 8 uur.
Donderdag. R.-K. Reclasseeringsvereeni-
ging zitting in het gebouw der St.
Vincentiusvereeniging Hoogl. Kerk-
gracht 32.
De avond-, nacht- en Zondagsdienst der
apotheken wordt van Maandag 14 tot
en met Zondag 20 Juni a.s. waargeno
men door de apotheken P. du Croix, Ra
penburg 9, tel. 807, E. B. de Metz, Kamer-
lingh Onneslaan 28, telef. 3553 en J. Doe-
dens, Wilhelminapark 8, Oegstgeest tel. 274
DE BRANDSTICHTING AAN DE VLÏET-
LAAN TE ROTTERDAM.
Rotterdamsch winkelier tot twee jaar
veroordeeld.
Het Gerechtshof te 's Gravenhage wees
heden arrest in de zaak tegen den Rotter-
damschen koopman P. V., die wegens uit
lokking tot brandstichting terecht had ge
staan.
Er was nl. in den nacht van 6 op 7 Oc
tober van het vorig jaar brand uitgebroken
in den manufacturenwinkel, die V. aan de
Vlietlaan dreef en al spoedig kreeg de
politie het vermoeden, dat de brand aan
gestoken moest zijn.
V. was op dat moment met vacantie te
Beekbergen, doch werd bij zijn terugkomst
te Rotterdam, onmiddellijk gearresteerd,
omdat men hem verdacht de brandstichting
te hebben uitgelokt.
De brandstichter zelf evenwel Is nog
steeds niet gevonden.
De Rotterdamsche rechtbank had V. tot
een gevangenisstraf van twee jaar ver
oordeeld, van welke straf de procureur-
generaal in hooger beroep een verhooging
eischte tot drie jaar.
Ook het Gerechtshof achtte de uitlokking
tot brandstichting en het verschaffen van
middelen daartoe bewezen en veroordeelde
P. V. tot een gevangenisstraf van twee jaar
met aftrek van drie maanden preventieve
hechtenis.
ACADEMIENIEUWS
LEIDEN, Geslaagd:
Doctoraal examen Indisch Recht: de heer
D. A. Krabbe, Oegstgeest.
LAATSTE BERICHTEN
PRINS BERNHARD WOONT DEN
OLYMPISCHEN DAG BIJ.
Naar wij vernemen, heeft Prins Bern
hard den wensch te kennen gegeven den
„Olympischen Dag", welke Zondag a.s. in
het Amsterdamsche Stadion zal worden
gehouden, bij te wonen.
IN EEN SLOOT GERAAKT EN
VERDRONKEN.
Weer twee slachtoffers.
Te Te Teul bij Zaltbommel is gister
avond het tweejarig zoontje van H. van
Gameren in een onbewaakt oogenblik in
een sloot voor de ouderlijke woning ge
raakt en verdronken.
In Hobreede (gem. Oosfchuizen) is
Zondag het zesjarig zoontje van den heer
H. Struving bij het visschen in het water
gevallen en jammerlijk verdronken.
ZWEM NIET BIJ DE PIEREN.
Het 16-jarige meisje B. W., wonende te
Delft, werd Zondag bij het zwemmen te
Kijkduin bij een golfbreker door een golf
omver geworpen. Zij verkeerde in levens
gevaar, doch werd zoo spoedig mogelijk
door zwemmers op het droge gebracht,
waarna bleek, dat zij veel water had bin
nengekregen. Na voorloopige behandeling
op het strand, onder leiding van twee al
daar aanwezige artsen, werd zij in bewuste-
loozen toestand door den G.G.D. naar het
ziekenhuis Westeinde vervoerd.