Een grootsche huldebetuiging
De Dultsche pilote Vera von Bissing, die deelnam aan de
internationale vliegfeesten die tijdens het weekend op Waal
haven werden gehouden, ontvangt een kleine bloemenhulde
Een overzicht tijdens het hoofdnummer, de Jonge Acht B, op de nieuwe roei
baan van het Boschplan te Amsterdam, na de officieele in gebruikstellinq door
H. M. de Koningin
5e Koninklijke Familie heeft Zaterdagavond in den Stadsschouwburg te
Amsterdam een gala-voorstelling van de Wagnervereeniging bijgewoond.
^Inr.: H. M. de Koningin, H. K. H. Prinses Juliana en Z. K. H. Prins Bern-
hard in de loge
FEUILLETON
DE MOEIZAME WEG
Naar het Engelsch
door
THEA BLOEMERS.
(Nadruk verboden).
32)
„Hoe is 't gebeurd?" vroeg het meisje,
„weet u 't?"
„We kunnen het tot nu toe alleen maar
gissen", antwoordde de man kortaf. „Maar
men denkt, dat een vuur, dat aan 't smeu
len was in de put onder de derde galerij,
door een of andere spleet getrokken is en
zoo in aanraking gekomen is met mijngas."
„Is meneer Warwick beneden?" vroeg
ze, trachtend haar stem te beheerschen.
„Ja, hij is bezig de lichamen van de nog
levenden en van sommige dooden naar de
ladingsplaats van de kooi te sjouwen. Hij
heeft er al ongeveer tien of twintig ge
red, hoewel hij nog geen half uur bene
den is."
Terwijl hij zoo sprak, bereikten ze de
landingsplaats; ze herkende Warwick, die
er zwartgeblakerd en barbaarsch uitzag.
Hij was omring door een hoop erbarmelijk
uitziende uitgeputte schepsels, waarbij er
enkelen weren, waar geen menschelijke
hulp meer voor baten kon.
„Maar Christian, dit is geen plaats voor
iou", riep hij boos, toen ze uit de kooi
tapte. „Je moet oogenblikkelijk weer naar
oven gaan,"
„Ik denk er niet over", antwoordde ze
kalm: „Ik heb sterke zenuwen en ben aan
nare dingen gewend. Laat me alsjeblieft
helpen."
Terwijl ze sprak kwamen juist twee
mijnwerkers aanwaggelen, die een half
dooden kameraad tusschen zich voortrok
ken. Zooveel lichamen als de kooi kon be
vatten, werden er zorgvuldig ingelegd en
de opstijging werd behoedzaam geleid door
degenen, die boven wachtten Intusschen
deden Warwick en Christian wat ze kon
den om de levensgeesten op te wekken
en het lijden te verzachten van hen, die wa
ren achtergebleven. Nadat hij eerst tegen
haar aanwezigheid beneden geprotesteerd
had, vond hij het ten slotte toch vanzelf
sprekend, dat ze er was. Ze spraken maar
weinig, slechts nu en dan eenige woorden,
een kort bevel van hem en een gemompel
van goedkeuring van haar.
De tijd verliep onopgemerkt. Langzamer
hand verminderde de vreeselijke hoop ver
minkte menschelijke overblijfselen en ten
laatste kwamen de ingenieurs en afge-
dwaalden van de reddingsploeg, die er moe
en afgemat uitzagen, langs de galerij krui
pen met de mededeeling dat er geen
lichamen meer te vinden waren. Een oogen-
blik later kwam de onderwerkbaas bene
den om te rapporteeren, dat alle vermisten,
't zij dood of levend terecht waren. De kooi
steeg voor een andermaal op met de men-
schen, die aan 't reddingswerk hadden mee
geholpen. Warwick bleef achter, daar de
kooi al eenigszins overladen was en Chris
tian liet hem, zijn vermaningen ten spijt,
niet alleen.Toen de kooi langzamerhand
uit het gezicht verdween, begon Christian,
die over haar zenuwen heen was, hysterisch
te lachen
„Stil toch," zei Warwick ernstig en ver-
goeilijkend. „Je hebt je tot nu'toe schitte
rend gedragen, ga nu niet tot 't andere
uiterste over."
Zich geweld aandoend, onderdrukte ze
haar snikkende lach. ,,'t Spijt me", stamel
de ze, maar
„Ja, ik weet 't wel", zei hy teeder, zijn
arm om haar heenslaand. „Je bent 'n braaf
dapper meisje geweest, en ik ben trotsch
op je, en je moet nog even flink en dapper
blijven."
Ze keek hem strak aan en fluisterde:
„Ja."
Hij hield haar wat dichter tegen zich aan
en boog toen plotseling zijn hoofd en kus
te haar. Ze hield zich heel stil, terwijl haar
besmeurd gezichtje tegen zijn jas rustte,
zich wonderlijk gelukkig en tevreden voe
lend, totdat zij de kooi naar beneden
hoorden komen, 'n Paar minuten later ston
den ze verblind en duizelig in 't heldere
daglicht bij den mijningang, half verdoofd
door 't gejubel van de opgewonden me
nigte.
„Heb je 't gehoord?" vroeg Christian
zacht, toen ze voorbij de schuur gingen,
waar „mottige Sammy" lag. „Sam Owen is
dood".
„Ja, ik weet 't'\ antwoordde hij kortaf.
Gedurende de eerstvolgende uren deed
Warwick zooveel in zijn macht was om de
ingenieurs bij 't harde werk, dat hen wacht
te helpen, terwijl Christian haar best deed
de vrouwen bij te staan en te troosten.
Eén arme ziel had haar man en twee zonen
verloren, 'n ander haar vader en drie
broers, een jong vrouwtje, net veertig da
gen geleden getrouwd, was nu weduwe. Er
waren evenwel minder dooden, dan men
eerst gevreesd had
't Was laat in den middag voor Warwick
en Christian huiswaarts keerden. Geen van
beiden voelden iets voor een gesprek, ze
reden de eerste twee, drie mijl zwijgend
voort. De vreeselijke tooneelen die ze sa
men hadden meegemaakt, drukte hen
zwaar en verzegelde hun lippen. Ze zagen
er ellendig uit, maar er was niemand, die
hen zag en het drong niet tot hen door.
Mike en Durran reden voorop, eveneens
gedwongen zwijgend. Gaddy wachtte hen
op aan den viersprong: hij rende naar ze
toe en viel bijna onder Betsy's hoeven.
„O Chris, en meneer Warwick", riep hij,
„Milly is zoo ongerust over jullie allebei
geweest en ik ook en lieve deugd, wat
zien jullie er moe uit! Komt u niet binnen,
meneer Warwick? Milly heeft 't avondeten
al klaar.
„Neen, vanavond niet, Gaddy", luidde het
korte antwoord.
Christian ondersteunde de uitnoodiging
van den jongen niet. Zij wilde liever alleen
zijn, om in stilte dat waanzinnig gelukkige
oogenblik, dat haar hoofd tegen Warwick's
schouder had gerust, nog eens te overden
ken, terwijl haar wangen nog warm wa
ren door de aanraking van zijn lippen. Ze
was er nu zeker van, dat hij haar vergeven
had, dacht ze peinzend. Toen ze elkaar de
hand gaven bij 't vertrek, vroeg ze zacht:
„Zal ik u morgen nog eens zien?"
Maar hij antwoordde koel, of zoo scheen
het haar toe: ..Ik hoop het."
Milly, die trouw op haar gewacht had,
de alles begrijpende Milly vroeg niets.
„O, Milly, zei het meisje, toen ze met
den luidruchtigen Gaddy achter zich aan,
naar binnen ging, „ik voel me zoo zenuw
achtig en ellendig."
„Geen wonder, m'n lammetje", zei Milly
op teederen toon. „Je hebt ongetwijfeld een
verschrikkelijken dag gehad. Te oordeelen
naar de glimp, dien ik alleen maar van
dien onnoozelen Mike te zien kreeg, die
wel wat van een doorweekten paljas heeft,
zijn jullie 'n paar helden geweest. Dus, als
je je wilt laten gaan, en eens flink wilt uit
huilen, hoewel je er nooit 't meisje naar
geweest ben, doe 't dan maar, het zal je
wel goed doen. Want zooals m'n Emmanuel
zaliger placht te zeggen: „als je je gevoe
lens tracht tebedwingen, den komen ze toch
tot een uitbarsting", en wat dien armen
meneer Warwick betreft, die zal zich on
getwijfeld heelemaal kapot voelen en een
stevige hartversterking nemen, voor hij
naar bed gaat. Wat ik je raden mag. ga di
rect onder de wol en drink eens een pittig
glaasje, al zou je er ook minder lekker van
worden."
XX
De late Maartsohe wind huilde door de
Kootenay vallei, en ofschoon de vorst aan
hield en de sneeuw nog huizenhoog lag,
waren er nu en dan toch teekenen van na
derenden dooi.
Sinds dien vreeselijken nacht in de Cur
ie w-mijn hadden Christian en Warwick el
kaar maar zelden ontmoet, er was tusscher,
hen een opmerkelijk gedwongen verhou
ding. Soms dacht ze haast, dat het gebeurde
daar beneden in de Curlew-mUn, zijn om
arming en de aanraking van. zijn lippen,
slechts een droom geweest kon zijn. Moge
lijk dat de opvallende stroeve houding ovei
en weer was, in iedei geval scheen hur
vriendschap te kwijnen tot op 't peil var
ongeveer een jaar geleden.
(Wordt vervolgd.)
3)e£cicbcHe(SouAomt
Tijdens den grooten rijtoer welken Zij Zondag door de hoofdstad maakte,
werd aan de Koninklijke Familie een zanghulde gebracht op het Jonas Daniël
Meijerplein, na afloop waarvan de vorstelijke personen zich met de leden
van het huldigingscomité onderhielden
Een grootsch huldebetoon aan het
vorstenhuis werd Zaterdag op den Dam
te Amsterdam gebracht door 14 000
leden van nationale vereenigingen.
De enthousiaste menigte bejubelt de
Koninklijke Familie
De heer A. de Jager, kapitein van de
reddingsboot .Koningin Wilhelmina
waarover hij vele jaren het commando
voerde, is op 62-jarigen leeftijd fe
Stellendam overleden