WOENSDAG 9 JUNI 1937 OE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BUD - PAG. 7 Polderbesturen in Zuid- Holland De waterschapsbond vergadert. Het beheer van Rijnland's boezem in in verband met het nieuwe gemaal van Rijnland. Gisteren heeft te Gouda de Zuid-Hol- landsohe Waterschapsbond zijn jaarlijksche algemeene vergadering gehouden, welke door 62 leden werd bijgewoond, terwijl als gasten aanwezig waren de vertegenwoor digers van de unie van waterschapsbonden in Nederland, mr. dr, F. Vonk de Both, burgemeester van Tilburg, mr. dr. Th. J. A. Dolk uit den Haag en de dijkgraaf van Rijnland mr. P. A. Pijnacker Hordijk te Leiden. In het jaarverslag over 1936. dat door den secretaris, den heer G. J. C. Schilthuis, werd uitgebracht, werd het 25-jarig be staan van den Zuid-Hollandschen Water schapsbond en de feestelijke herdenking daarvan in herinnering gebracht. De zekerheidsstelling van penningmeesters. Het vraagstukder zekerheidsstelling door den penningmeester is, na vele be moeiingen van het bestuur en besprekin gen met Gedeputeerde Staten tot een op lossing gebracht, althans Gedep. Staten hebben bij de Prov. Staten deze aangele genheid aanhangig gemaakt. Er zijn nieuwe voorschriften ontworpen, waarhij bepaald is, dat de polders verzekeringen moeten sluiten tegen de schaden, welke door de nalatigheid van penningmees ters kunnen ontstaan. Het bondsbestuur heeft een overeen komst getroffen met de N.V. Nationale Borgmaatschappij te Amsterdam, waarbij de voorwaarden en premies zijn vastge steld, die zouden gelden voor verzekering van Zuid-Hollandsche waterschappen te gen de genoemde schade, omtrent welke voorwaarden de goedkeuring van Ged. Staten is verkregen waarbij is bepaald, dat een vijfde deel van het netto-inkomsten bedrag moet worden verzekerd. Het pre miebedrag door de Nationale Borgmaat schappij op die basis gesteld zal meer dan tien gulden per jaar bedragen. Door de Unie van Waterschapsbondeh is herhaaldelijk aangedrongen om -steun uit Rijks- en provinciale middelen te verkrij gen voor de onderhoudsplichtigen van de tertiaire wegen, voor zoover deze van meer dan locale beteekenis zijn. Het door de Re geering in 1936 ingediende wetsontwerp om voor verbetering of onderhoud dier we gen te worden besteed. Door de wijze van verdeeling dier gelden, zooals die thans is vastgesteld, is er voor de provincie Zuid- Holland veel van het aanlokkelijke verlo ren gegaan, omdat de bekostiging der uit voering van het provinciaal wegienplan wordt' bemoeilijkt. Naar aanleiding van dit verslag gingen in de vergadering enkele stemmen op, die het betreurden dat Ged. Staten niet een hooger bedrag verzekeringsplichtig had den gesteld. Het een vijfde deel werd door hen minder safe geacht, dan zij dit wen- schen. De rekening over 1936, welke aan in komsten aanwijst 2155.48 en aan uitga ven ƒ2503.10, sluit met een nadeelig saldo van ƒ347.62. De aftredende bestuursleden, de heeren P. S. O verwater, dijkgraaf van het water schap „De Hoeksche Waard" te Strijen en mr. J. Slagter, secretaris van het Hoog heemraadschap van Rijnland te Leiden, werden met algemeene stemmen herkozen. Het nieuwe boezem-gemaal van Rijnland. Aan het eind der vergadering hield ir. P. de Gruyter, ingenieur van het hoogheem raadschap van Rijnland, een voordracht over de beteekenis van Rijnland's boezem- beheer, waarbij hij een uiteenzetting gaf van de totstandkoming van het nieuwe ge maal te Gouda, de voordeelen die dit ge maal biedt boven het oude en de inrichting van dit dieselgemaal. Door den bouw van het nieuwe dieselge- maal zijn practisch de problemen van wa- terinlating en van boezembemaling voor de naaste toekomst opgelost. De zuivere bedrijfskosten van het nieuwe gemaal bedragen voor het uitmalen van 1000 M3. thans nog geen 5 cent, terwijl de kosten daarvan bij het oude stoomge maal 15j-< cent bedroegen. De installatie van dit gemaal bestaat uit drie agregaten, waardoor hij storing of de fect de bemaling niet behoeft te worden stopgezet. Dit is van zeer groot belang, daar Rijn land's andere gemalen de taak van Gouda's gemaal niet kunnen overnemen. De op brengst is driemaal vergroot. De opvoer- hoogte is beduidend hooger. Bij een opvoer - hoogte van 3.20 kan nog 1200 M3. per mi nuut worden uitgemalen. Na een gemeenschappelijken koffietafel begaven de deelnemers zich naar het nieu we dieselgemaal van Rijnland. De heer E. van der Wall wethouder te Haarlem? De onzekerheid over het bezetten van den vacanten wethouderszetel is thans ge weken; de rechtsche raadsfracties zijn na melijk tot overeenstemming gekomen in het aanwijzen van den candidaat. Indien de Raad er zich mede vereenigt, en de heer E. van der Wall (C-H.) in het college van B. en W. gekozen als opvolger van wijlen den heer W. Roodenburg, die even eens tot de Christelijk-Historischen be hoorde. De heer Van der Wall is 53 jaar oud; hij is ontvanger der directe belastingen in de inspectie Haarlem; sinds najaar 1934 is hij lid van den Raad. «Tel." HET NIEUWE BRIEFTARIEF VOOR NED.-INDIë. 6 Cent is altijd te weinig. Bij de eerste verzending volgens de nieuwe regeling op 5 Juni j.i. is gebleken, dat het publiek zich nog geen voldoende rekenschap heeft gegeven van de wijziging in het tarief van brieven naar Ned.-Indië. Dit bedraagt 121/2 cent voor elke 10 gram, terwijl de verzending steeds met den luchtdienst AmsterdamBandoeng ge schiedt. Alléén in het geval, dat de afzender door duidelijke aanduiding op den brief omslag te kennen geeft dat verzending met de landmail moet geschieden geldt het ge wone internationale tarief van 12 1/2 cent voor 20 gram en 7 1/2 cent voor elke vol gende 20 gram. Een brief voor Ned.-Indië is met 6 cent dus altijd te laag gefran keerd en wordt met strafport be last, door den geadresseerde te be talen bij de uitreiking. Wel is het mogelijk alleen voor ver zending met de landmail een postblad van 6 cent te gebruiken. Bij de mail van 5 Juni j.l. waren nog tal van brieven welke met 6 cent gefrankeerd waren en welke dus alle met strafport wor den belast. Men zorge in zijn eigen belang voor juiste frankeering. IS VORDERING OP STEUN GEOORLOOFD? Interessante procedure te wachte^ Een der werkloozen uit de gemeente Echt is overeenkomstig vonnis van den kantonrechter verplicht tot bijdrage van een bepaald bedrag in de onderhoudskos ten van een familielid. Eisoheresse van deze vordering wil dit bedrag verhalen op het loon, dat de betreffende werklooze in de werkverschaffing verdient, alsmede op het steungeld, dat hem wordt uitgekeerd. Door haar rechtskundigen raadsman heeft zij nu beslag laten leggen op het loon, dat de arbeider in de werkverschaffing verdient en tevens op zijn steungeld. Krachtens de betreffende bepaling van het B. W. moe ten B. en W. van Echt wekelijks 20 pet. van het loon inhouden en aan eischeresse doen toekomen. In hoeverre eischeresse gerechtigd is om deze alimentatiekosten eveneens te verhalen op het steungeld is een kwestie, waar verschil van meening over bestaat. B. en W. hebben zich in de zen gewend tot den Minister van Sociale Zaken, die er echter evenmin een oplos sing voor weet. In dit twijfelachtige geval zal de rechter moeten beslissen. De ge meente is inmiddels rechtens aangespro ken, doch B. en W. kunnen niet procedee- ren, zoolang de Raad geen machtiging daar toe heeft verleend. In de Maandagavond gehouden raadszitting gaf de voorzitter als zijn persoonlijke mëening te kennén,"dat, beslag op steungeld niet mogelijk zal zijn, daar de werklooze krachtens de betreffen de wetsbepaling geen recht op steun heeft. Tot nog toe heeft de gemeente den betrok ken werklooze zijn steungeld ad 7.in de week geheel uitbetaald. De raad vond het een vreemde zaak, dat een werklooze van zijn zeven gulden In de week nog onderhoudskosten voor fa milie moet betalen. Tot nog toe heeft zich een dergelijke moeilijkheid nog niet voorgedaan, zoodat beroep op gerechtelijke uitspraken niet mo gelijk is. Dit geval wordt dus een proef konijn. Na lang beraad heeft de raad ten slotte besloten de gewenschte machtiging aan B. en W. te verleenen, niet enkel voor een procedure voor het Kantongerecht, maar eventueel ook voor hooger beroep en zoo noodig ook te casseeren bij den Hoogen Raad. De belangen der gemeente zullen in de zen behartigd worden door het advocaten kantoor Michiels van Kessenich te Roer mond. DE UITVOER VAN GECONDENSEERDE MELK NAAR ENGELAND. Besprekingen met de organisaties van belanghebbenden. Aangezien de termijn voor de huidige regeling van den invoer van Nederlandsche melkproducten in Engeland binnenkort af loopt, werd dezer dagen, naar aan het A.N.P. van bevoegde zijde wordt gemeld, onder voorzitterschap van ir. S. L. Louwes, regeeringscommissaris voor den akker bouw en de veehouderij, een vergadering gehouden met de organisaties van belang hebbenden bij dezen invoer, met name den Algemeen en Nederlandschen Zuivelbond, de vereeniging van belanghebbenden bij den handel in gecondenseerde melk en melkpoeder, de vereeniging van groothan delaren in melkproducten en de Vereeni ging voor zuivelindustrie en-melkhygiëne. De vraag werd behandeld, of na afloop van de huidige regeling een nieuwe dient te worden getroffen. Na bespreking der mogelijkheden, wélke sedert de instelling der huidige regeling, waarbij de invoer van Nederlandsche gecondenseerde magere melk in blikken wordt gecontroleerd door een beperkt aantal firma's, op dit gebied zijn gebleken, spraken de belanghebbenden zich in principe er voor uit om, indien na afloop der huidige overeenkomst met En geland een nieuwe regeling noodig mocht blijken, het bestaande systeem te handha ven. Wel liepen de meeningen ten aanzien van het aantal van de met dezen invoer te be lasten firma's nog' uiteen en werden des tijds door sommige groepen tegen de ge volgde werkwijze ingebrachte bezwaren in principe gehandhaafd, doch gezien de tot dusverre met dit systeem opgedane erva ringen en de heerschende omstandigheden, werd handhaving daarvan thans door de belanghebbenden het meest gewenscht ge acht. Voedselvoorziening in oorlogstijd. De werking van het Rijksbureau. Omtrent de werkwijze van het onlangs door den minister van Landbouw en Vis- scherij ingesteld rijksbureau ter voorberei ding van de voedselvoorziening in oorlogs tijd, vernemen wij het volgende: Door de instelling van dit bureau, welke een onmiddellijk gevolg is van een door de commissie voor de economische verdedi gingsvoorbereiding bij den ministerraad in gediend rapport, zijn de voorzieningen in zake de voedings- en voedermiddelen in één hand gelegd. Het is te wenschen, dat bij deze voorbe reidende maatregelen, welke genomen wor den in het belang van het geheele volk in al zijn geledingen en al zijn groepeeringen, niemand achterwege blijve bij het verlee nen van zijn daadwerkelijke medewerking, zonder welke het bureau zijn taak niet vol ledig kan volbrengen en zonder welke ook ons volk in benarde omstandigheden in diepe ellende zal geraken. Als taak van dit bureau moet gezien wor den de voorbereiding der voedselvoorzie ning in tijden van nood (d.i. oorlog, mobi lisatie, oorlogsgevaar dan wel verhoogde internationale spanning) ten behoeve van het geheele volk. De jaren 19141918 hebben wel be wezen, dat het niet bestaan van een goed voorbereiden voorzien in gsdienst voor het volk een groote ramp kan be- teekenen en zonder twijfel zal leiden tot een groot voedseltekort met alle gevolgen daarvan. Vele andere regéeringen hebben reeds uitgebreide maatregelen ter voorbereiding van een goeden voedselvoorzieningsdienst in oorlogstijd getroffen. Wanneer Nederland op dit gebied niet tijdig eveneens voor een behoorlijke organisatie zorgt, zal het straks buitengewoon moeilijk 'blijken iets van belang te doen, mede doordat andere landen die zich voldoende hebben voorbereid, de noodige maatregelen reeds zullen hebben uitgevoerd. Verschillende economische om standigheden sedert den wereldoor log hebben tot gevolg gehad, dat op voorraden van onderscheidene grondstoffen voor de voedselvoor ziening niet zoo zeker valt te reke nen als voor den wereldoorlog. Het is de taak van dit bureau maat regelen te nemen om voorraads- vorming te bevorderen en bij even tualiteiten klaar te. zijn. Bij deze voorbereiding beAvijzen de huidige crisiscentrales, welke grootendeels over het gewenschte materiaal beschikken, goede diens-, ten. BOND VAN P.T.T.-PERSONÉEL „ST.-PETRUS". Het bestuur van de landelijke vakgroep van bestellers van den Nederlandschen R.-K.. Bond van P.T.T.-personeel St. Pe trus heeft dezer dagen te Utrecht onder leiding van den voorzitter van de lande- Gister.enavond kwam de Raad der ge meente Veur onder voorzitterschap van Burgemeester W. Keijzer in openbare ver gadering bijeen. Na de gebruikelijke opening, worden di verse ingekomen stukken, o.m. goedkeu ring van de schoolgeldheffing, hondenbe lasting en de heffing opcenten Gemeente fondsbelasting, de goedkeuring van de Ge meenterekening, dienst 1934, voor kennis geving aangenomen. Het voorstel tot wijziging van de aflos sing, enz. van het aan mevr. Palmen, geb. van Dijk verleende hypothecaire voorschot, wordt z. h. s. goedgekeurd. De heer Borst merkt hierbij op, dat B. en W. toch niet al te scheutig moeten zijn met het verleenen van uitstel, want men komt dan van kwaad tot -erger. De voorzit ter doet de noodige toezegging. Het voorstel tot yasselling van de ver goeding ex artikel 101 der L.O.-Wet 1920 over 1934, wordt z. h, "s. aangenomen. Benoeming controleur steun- verleening en Aver kv er schaf f in g. Aan de orde komt het voorstel tot vast stelling eener wedderegeling voor een te benoemen controleur voor de steunverlee- ning en Averk verschaffing. De heer Koerts vraagt, of ook een in- structieregeling wordt vastgesteld en of het niet beter is hangende de kwestie van sa menvoeging, te benoemen op arbeidscon tract. De voorzitter antwoordt, dat door B. en W. een instructieregeling wordt vastgesteld en de controleur op arbeidscontract Avordt benoemd. De heer Uittenhout zegt o.m., dat hij voor deze gemeenten een controleur overbodig vindt en dringt er op aan, als iemand moet worden aangesteld om er dan een gezin mede te helpen en geen vrijgezel te benoe men. Het salaris voor zulk een verantwoor delijke taak vindt hij te laag. De heer Borst heeft nooit van veel frau de van werkloozen in deze gemeente ge- WAT ANDERE BLADEN SCHRIJVEN GEROMMEL IN DE N.S.B. De Standaard deelt mede, dat het he vig rommelt in de N.S.B.al wordt dan ook naar buiten de indruk gewekt, dat de or ganisatie nog hecht en sterk is. Er heerscht ernstige ontevredenheid ook onder de candidaten voor het Kamerlid maatschap. De heer Rost van Tonningen, zoo schrijft het blad, moest aan een „baan tje" worden geholpen. Wel heeft deze als hoofdredacteur van het „Nationale Dag blad" aanvankelijk 400 per maand gekre gen, doch de ongunstige gang van zaken met dit dagblad heeft ook tot gevolg ge had, dat van zulk een belooning ook geen sprake meer kon zijn. De schadeloosstelling van lid der Tweede Kamer was voor hem dan ook niet te versmaden. Mr. Rost van Tonningen, die zeer ten ongenoege van v. Geelkerken grooten invloed op MusSert heeft, weigert er blijk baar genoegen mede te nemen, dat hij bui ten de Kamer zou blijven. Daarvoor had hij dan ook voor de beweging te belang rijk werk verricht. Immers, reeds meerma len is hij naar Berlijn geweest, het laatst nog drie weken voor de verkiezingen om besprekingen te voeren met minister Goeb- bels. Het is ook mr. Rost van Tonningen ge- AA'eest, die de heeren Woudenberg, v. Lun- teren, Kettman en ir. v. Houten (een broer van den directeur), uit de redactie van het Nationale Dagblad gewerkt heeft. Het blad deelt verder mede, dat van aankoop van den Haagschen dierentuin nu wel voorloopig zal worden afgezien. Men had gerekend met minstens 12 man de Tweede Kamer te zullen binnengaan en nu lag het in de bedoeling het gebouw van den Haagschen Dierentuin in te richten als tehuis voor de Nat. Soc. Tweede Kamer- club. Mr. Rost van Tonningen zou dan de leiding krijgen van het aldaar te vestigen Adviesbureau voor de N.S.B.-Kamerleden. Om de exploitatie van het Tehuis voor Kamerleden mogelijk te maken, zouden de naar men dacht minstens 12 Nat. Soc. Kamerleden grootendeels afstand doen van de schadeloosstelling welke zij zouden ge nieten. Maar nu alles zoo geheel anders uitgeko men is dan de heeren gedacht hadden, is er groote oneenigheid en in zooverre is het te begrijpen, dat Mussert geen zitting neemt als Kamerlid. Voorloopig heeft hij genoeg te doen om te trachten de gemoederen weer tot rust te brengen en om te zorgen dat de „beweging" niet geheel kapot gaat. lijke vakgroep, den heer F. C. van Lierop een vergadering boélegd, waarin waren ver tegenwoordigd delandelijke vakgroepen van Noord-Brabant, Limburg en Zuid-Hol land. In deze vergadering werd een motie" aan genomen, waarin het bondsbestuur wordt verzocht in verband met de voortdurende stijging van den levensstandaard, zoo spoe dig mogelijk in afwachting van een al- aeheple salarisherziening met alle haar ten dienste staande middelen te willen be vorderen, dat vooral aan de laagst bezol digden een duurtetoeslag zal worden uitge- keeid, In het bijzonder wordt naar een der gelijke uitkeering uitgezien door de hoof den van groote gezinnen, die in de ruim ste mate de gevolgen van de prijsstijging ondervinden. GEMEENTERAAD VAN VEUR boord en heeft niet kunnen inzien, dat het noodig was zulk een bedrag voor een con troleur uit te trekken. Als er echter iemand benoemd wordt, laten B. en W. dan zorgen, dat hij altijd mensch blijft. De voorzitter zegt, dat B. en W. even min voor de benoeming van een controleur Avaren en dit ook zoo lang mogelijk heb- hen tegengehouden, thans moeten zij nood gedwongen door hoogerhand hiertoe over gaan. De heer Zuijdwijk is niet tegen een con troleur, noch tegen het salaris, doch Avel tegen de verdeeling hiervan; hij wenscht de betaling geregeld te zien naar het aan tal werkloozen in de beide gemeenten en niet naar het zielenaantal, omdat Veur dan meer betalen zal dan Stompwijk. De voorzitter en wethouder de Koning lichten deze kwestie, welke een ernstige bespreking in B. en W. heeft uitgemaakt, nader toe. B. en W. zullen ook, zulks naar aanleiding van een Arraag van den heer Uittenhout, indien dit noodig blijkt, met salarisverhoogin.g komen. Het voorstel wordt dan z. h. s. aangenomen. De wijziging Gemeentebegrooting dienst 1936 en 1937 wordt z. h. s. goedgekeurd. In behandeling komt een beroepschrift van den heer Schell over Aveigering ver leening bouwvergunning van een schuur. Over deze kwestie Avorden door diverse heeren lange besprekingen gevoerd, waar uit blijkt, dat de heeren tegenover het voorstel van B. en W. om den heer Schell niet ontvankelijk te verklaren, daar het beroep te laat is ingekomen, niet sympa thiek staan en aandringen op soepelheid en de vei'leening van een tijdelijke vergun ning, enz. B. en W. zeggen, dat het hier gaat om het recht en men toch iedereen niet kan laten doen, dat hij wil. Ten slotte stelt de heer Borst voor het voorstel van B. en W. aan te nemen en B. en W. te vra gen dan rekening te houden met de wen schen van den Raad. Het voorstel wordt dan z. h. s. goedgekeurd. Na behandeling van enkele mindere be langrijke aangelegenheden, wordt de ver gadering gesloten. KERKNIEUWS PASTOOR A, J. T. d. DONK. Zooals gemeld, is aan pastoor A. J. v. d. Donk O. F. M. te Rotterdam om gezond heidsredenen eervol ontslag verleend. Naar aanleiding van dit ontslag schrijft de „Maasbode": „Zoo heeft de oude St. Rosalia-parochie dan na betrekkelijk korten tijd weer een nieuwen herder gekregen. Want pastoor A. J. v. d. Donk, die na den dood van pastoor B. Geeve naar hier kwam, heeft slechts drie jaren het pastoraat kunnen beklee- den. Doch in die drie jaar heeft pastoor Van den Donk ondanks zijn zwakke gezondheid heel veel mogen bereiken. Hij toch is de hersteller geweest van de oude Sint Ro salia in haar vroegeren luister. Hij is dege ne geweest, die rond de oude kerk een mo dernen nieuwbouw tot stand bracht, waar door de parochie in het bezit kwam van een up-to-date parochiehuis met prachtige zaal, patronaatslokalen, Derde-Ordebiblio- theëk enz. Op 13 September van het vorig jaar vond. de officieele opening hiervan plaats bij welke gelegenheid de dankba re parochianen als een verdiende hulde voor zijn noesten, doortastenden arbeid hem een door den kunstschilder Adr. van der Plas geschilderd portret aanboden. Momenteel wordt juist begonnen aan den verderen nieuwbouw van dit oude blok, begrensd door Weste Wagenstraat, Meent, Roode Zand en Leeuwenstraat. De oude Rosaliakerk met de pastorie en eenige wei nige huizen aan de Weste Wagenstraat zul len omvat worden door een modern hui zencomplex. Het is zeker mede aan pastoor Van den Donk te danken, dat het oude heiligdom zoo zorgvuldig bewaard tusschen dit nieu we heeft stand gehouden. Zijn pastoraat, hoewel slechts kort van duur, zal in de historie de herinnering blijven oproepen aan ee nzeer belangrijke periode in het bestaan der kerk." Naar wij vernemen, zal pastoor v d. Donk voorloopig in de pastorie der St. Rosalia- parochie blijven wonen. LETTEREN EN KUNST Het Schild. Apologetisch Maand schrift. Uitg. der A. V. Petrus Canisius. In de Juni-aflevering van het Schild, de laatste van de 18e jaargang, treffen wij een artikel aan van prof. dr. N. Greite- mann over „Christus en de Sabbatviering". De geleerde schrijver geeft hierin een overzicht van Christus' houding tegenover de Sabbatviering. Christus heeft niet dade lijk den Sabbat afgeschaft, doch is begon nen met zich te onderwerpen aan de Jood- sche Wet, ofschoon hij als de Messias en de Zoon van God de souvereine wetgever was. Hij wilde 2ijn tijdgenooten met voor zichtige tact optreden en daartoe was noo dig, dat hij niet direct brak met alles wat de Joodsche Wet voorschreef. Hij begon echter met recht te zetten, wat door de ver keerde uitlegging van de schriftgeleerden was verwrongen en verrichtte daarom bij voorkeur genezingen op den Sabbat. Chris tus stelde zich eenerzijds vrijwillig onder de Wet, maar liet anderzijds doorscheme ren, dat er diepere perspectieven openla gen, een nieuwe formuleering, in den geest van den Vader en van Christus zelf, maar die Hij aan de apostelen en Zijn Kerk zou overlaten. Drs. Jan Taal zet voorts zijn stukjes over het Primaatschap van St. Petrus voort en behandelt thans het wel typeerende ver schijnsel, dat het prestige van Petrus bij zijn mede-apostelen niet geleden had door zijn Christus-verloochening. Dat kan aan niets anders worden toegeschreven dan aan het feit, dat het gezag van Petrus van die pen, goddelijken oorsprong Avas. Prof. dr. Bender Ó.P. maakte van het antwoord op een hem gestelde vraag een algemeen artikel, n.l. over de vraag of men sterven kan vóór zijn tijd. Het ligt er maar aan, wat men er onder Arerstaat. Bedoelt men: voor den. tijd door God vastgesteld, dan is er geen sprake van, dat iemand, sterft vóór zijn tijd. Bedoelt men ech ter, dat iemand sterft, voordat men- schelijkerwfize gesproken zijn levens- krachtens uitgeput zijn, dan is het heel goed mogelijk, dat iemand sterft „voor zijn tijd". Geeft men zich dus rekenschap van hetgeen men bedoelt, dan is er geen probleem. Over het conflict tusschen Oost en West, twee werelden met zoo geheel verschillen de cultuur en mentaliteit, heeft dr. H. Pen- zel een artikel geschreven, dat door P. Crassaerts voor het Schild vertaald is. Daarin wordt behandeld hoe Japan en China staan tegenover de huidigen cultuur crisis; een artikel, dat eenig licht werpt op een probleem, dat voor ons Westerlin gen steeds vreemd zal blijven. Ten slotte de gewone rubrieken „Op den Uitkijk", Vragenbus en Boekbespreking, Avaarin o.m. is opgenomen een bespreking van de belangrijke dissertatie van dr. J. v. d. Lugt, leeraar aan het Seminarie Ha- geveld, over Ferdinand Brunetière. Aan het slot is de inhoudsopgave opgeno men van den afgeloopen jaargang. Nieuw bord. AM' Deze roode driehoek, met de punt naar beneden be- teekent, dat men een voor- rangsweg nadert, waarop ook het verkeer, dat van links nadert, voorrang heeft. a

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 7