„Waar de blanke top der duinen... Het duin wordt bedreigd door de zee, door water-onttrekking en door de konijnen KERKNIEUWS RECHTZAKEN ZATERDAG 5 JUNI 1937 DE LE1DSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 Het groote gevaar der waterleidin gen voor het achterland. Zout kwelwater. Behoud van de duinen als ontspanningsoord en natuur monument. 11 In het Casino te Noord wijk aan Zee is heden vanwege de Commissie voor den Monumentendag de 12de Monumentendag gehouden. De voorzitter, prof. dr. A. W. Bijvanck, hoogleeraar te Leiden, heette de aan wezigen welkom en dankte de sprekers, dr. Thijsse en ir. Bijl voor hun medewer king. Ter inleiding der besprekingen wijdt spr. zijn gedachten aan de beteekenis van de duinen en aan de vraag, waarom zij moeten worden beschermd. WAAROM MOETEN DE DUINEN WORDEN BESCHERMD De duinen zijn een jonge geologische for matie, maar zij hebben reeds een wissel vallige geschiedenis. Zij danken htm ont staan aan de zee, die het zand aanvoert, aan den wind, die het opwaait, aan de klei ne organismen en de planten, die het vast houden. Oudtijds lag het duinlandschap aLs een lange schoorwal vóór de kust. Daarachter is het gebied van de provincie Holland ontstaan, uit water en zandban ken, later veenmoeras, tenslotte door de menschen voor de cultuur veroverd. Het bewoonbaar maken avn dit gebied is mo gelijk geweest door de bescherming der duinen. De duinen te bewaren is dus een historische plicht. Voordat met de ontginning van het veen- landschap kon worden begonnen, heeft de zee nog een poging gedaan, het duinland schap te vernietigen. Maar de zee breekt niet alleen af;' zij bouwt ook op. Een dui zend jaar geleden is het jonge duinland schap ontstaan, met de hooge witte dui nen, waaraan men het eerst denkt, wan neer men van duinen spreekt. Het is goed, dit niet te vergeten en steeds klaar te staan om de natuurlijke zeewering in stand te houden. Het be schermen van de duinen is een waterstaat kundige plicht. Voor den Monumentendag zijn echter de duinen als natuur hoofdzaak. De duinen zijn het aangewezen recreatie gebied voor de volkrijkste streek van Ne derland. De instandhouding der duinen is dus zeker ook een sociale plicht. Spreker meent een beroep te moeten doen op de besturen der duingemeenten om te zorgen, dat dit voor onze volksgezondheid zoo be langrijke bezit niet verloren gaat. De dui nen dienen als een natuurmonument te blijven bewaard. Want ook als louter natuur zijn de dui nen van groote beteekenis. Wellicht is er geen plaats in Nederland, waar de na tuur zoo onmiddelijk en zoo ongestoord tot ons spreekt als in de duinen. Nergens kan men de natuur zoo ondergaan als daar. De duiten zijn bij uitstek een na tuurmonument. Om die reden hebben zij ook recht op de bijzondere belangstelling van een monumentendag. DE DUINEN UIT WATERSTAATKUNDIG OOGPUNT De heer ir. J. C. Bijl, ingenieur van den Haarlemmermeerpolder, heeft vervolgens gesproken over de duinen, waterstaatkun dig beschouwd. Spr. zette uiteen dat geologen het denk beeld, dat onze kustvlakte vroeger een diep waterbekken was, hebben verlaten. Prof. Eug. Dubois had reeds terecht be toogd, dat bij de duinvorming in 't bijzon der aan den invloed van den vloedstroom gedacht moest worden. De getijbewegin gen in den Atlantischen Oceaan planten zich door het Engelsche kanaal in de Noordzee voort en langs onze kusten is de vloedstroom krachtiger dan de eb- stroom. De afname gedurende historische tijden van onze duinkust werd daarop door andere onderzoekers toegeschreven aan een veronderstelde voortschrijdende verbreeding van die zeestraat. Deze hypothese veroorzaakte een onge rustheid, die in de Staten-Generaal weer klank vond. De Directie van den Rijkswa terstaat had middelerwijl niet stil gezeten, doch ir. Joh. van Veen een onderzoek op gedragen, wiens onlangs gepubliceerde resultaten, behalve voor ons land, in niet mindere mate voor het overige kustgebied van groote beteekenis zijn. Aan de hand van waarnemingen heeft hij toch onom- stootelijk aangetoond, dat het Kanaal ge durende eene periode langer dan de his torische niet of slechts weinig in vermo gen veranderde en dat thans geen profiel verruiming van het nauwste deel door uit schuring, noch verondieping door afzet ting van materiaal verwacht mag worden. Gelukkigerwijs kunnen wij dus eene theorie, die weliswaar de groote verande ringen in onze zeekust verklaarde, doch ons daarnevens eene onheilspellende toe komst voor oogen stelde, verwerpen; maar sinds eeuwen weten wij, dat het verstui ven van het droge zand en den afslag bij stormvloed aan de zeezijde de oorza ken zijn der afname van strand en dui nen en tegen deze beide gevaren was en blijft onze verdediging gericht. Het begin van de verdediging tegen de zee Vragen wij wie deze verdediging leidt, dan mag niet uit het oog worden verlo ren, dat, waar of wanneer wij onze ge schiedenis raadplegen, de Hooge Over heid steeds de drager van het gezag in Waterstaatszaken was. Een bekend voor beeld geeft het bevelschrift van kiezer Frederik Barbarossa om de dam aan de Zwade of grens de Zwammerdam op te ruimen, opdat de Rijn weer als „een koninklijken waterweg daarheen zou stroomen". Een meer dichtelijk dan waar heidsgetrouw bevel, door den Holland- schen Graaf slechts noode opgevolgd, waar in wij het voorspel kunnen zien van de oprichting van het Hoogheemraadschap van Rijnland, in welks gebied ook Noord- wijk gelegen is. Dit waterschap, in 1253 door Graaf Willem II gesticht, zag zich, in 't bijzonder nadat de Hollandsche ste den bij keizer Maximiliaan op behoorlijk onderhoud der duinen als waterkeering hadden aangedrongen, daarmede belast. Voorheen was de Grafelijke houtvester, die op het slot Teilingen woonde, alleen baas. Nog heden ten dage geschiedt het on derhoud overeenkomstig de contracten uit de XVIde eeuw, waarbij vrije en onvrije duinen onderscheiden worden. Het onder houd der onvrije duinen, waartoe onder meer bijna de geheele zeereep behoort, komt ten laste van Rijnland. Ook de__ onderhoudswijze bleef vrijwel onveranderd n.l. helm- en stroobeplan- ting en somtijds het stellen van rietscher- men of stuifbinden, eenvoudige maatre gelen, die mogelijkerwijs onnoodig waren, wanneer het natuurlijk biologisch even wicht bewaard was gebleven. Het waren, vooral na het verdwijnen der vossen, de konijnen, die een ware plaag werden. Reeds eeuwen geleden sprak men van het depeupleeren der duinen, daarmede het konijnen-vrij-houden bedoelend. Ditzelfde woord zou thans kunnen herleven in de beteekenis van het weren van menschen, die zoo niet moedwillig, dan toch uit on wetendheid of onverschilligheid de vege tatie vernielen en waartegen onsympathie ke draadafrasteringen gesteld worden. De ernstige gevolgen van de wateronttrekking Tengevolge van een andere evenwichts- verstoring zijn er nieuwe en niet minder ernstige gevaren te duchten, n.l. die, wel ke als gevolg der wateronttrekking door de duinwaterleidingen optreden. Te dezer zaken stelde het bestuur der Vereeniging tot behoud van Natuurmonumenten (dank zij het zoo zeer te waardeeren initiatief van Jhr. Mr. J. W. G. Boreel van Hooge landen) een commissie in, wier rapport naar te verwachten is van ingrijpende be teekenis zal zijn. Vond voorheen het regenwater, voor zoover het niet verdampte, of door de ve getatie verbruikt werd, in de duinen geen anderen uitweg dan den bodem, waardoor het langzaam wegzakte, eenerzijds naar de geestgronden, anderzijds naar de Noord zee, het werd later in de prise d'eau opge vangen en ten behoeve der drinkwater voorzieningen afgevoerd. Het waterver bruik steeg echter dermate, dat het de regenval steeds meer en in zeer belang rijke mate ging overtreffen. Het surplus werd toen onttrokken aan de zoeterwater- voorraad, die zich in den ondergrond der duinen bevindt. Dit zoete diepduinwater had zich in den loop der eeuwen geduren de de duinformatie verzameld, het was nimmer in rust, doch benaderde een even wichtstoestand, waarbij over langeren tijdsduur gerekend aan- en afvoer onge veer evengroot zouden zijn. Doordat deze evenwichtstoestand, reeds voor het berei ken daarvan, door de waterleidingen ver broken werd, kunnen in de toekomst ern stige bezwaren ontstaan. Het commissoriale rapport stelt in een scherp daglicht, hoe het zoute zeewater, dat zich in den on dergrond der duinen onder het zoe te water bevindt, evenmin in rust verkeert, doch ten gevolge van de diepe droogmakerijen, als den Haarlemmermeerpolder, die zich achter de kuststrook bevinden, zich landwaarts, d.w.z. van de zee naar binnen beweegt. Tegen deze waterbeweging vormt het zoet waterlichaam, in de duinen boven het zoute water gelegen, eene bar rière, die te deugdelijker werkt, naarmate zij breeder en dikker is, omdat daardoor de door het zee water af te leggen weg langer wordt. Omgekeerd zal inkrimping dier barrière, door de wateront trekking der waterleidingen, de toestrooming van zeewater bevor deren en vervolgt het rapport: „Welk een vloek deze brakke kwel voor ons polderland is, be hoeft geen betoog". In aansluiting hiermede, wees spreker op de Haarlemmermeer- en Wieringer- mterpolders. In de eerste, door een duin- rij van de zee afgesloten, stijgt jaarlijks ongeveer 77.500.000 K.G. keukenzout op. Een waarlijk niet te onderschatten hoe veelheid, doch onbeduidend t.o.v. het zout- bezwaar in den even grooten Wieringer- meerpolder, hetwelk onlangs door de Zui derzeewerken voor de toekomst berekend werd op 500.000.000 K.G. Spreker acht deze laatste schatting te laag, doch dat daargelaten, ook in een zeer verre toe komst zal het polderwater in den Wierin- germeerpolder nimmer zoet worden. De heer J. v. d. Hoeven vestigde onlangs de aandacht op de mogelijkheid van nog een ander gevaar, dat uit het interen van den zoetwatervoorraad kan voortspruiten. Ten gevolge van de colloïdale eigenschap pen verkrijgt n.l. het duin- en strand- zand een grooter volume bij bezinking in zeewater dan in zoetwater. Aangezien nu de afvloeiing van het zoete duinwater naar de zeezijde, ten gevolge van de wa ter onttrekking door de waterleidingen vermindert, kan het strand minder sta biel worden en grooter gevaar voor aan tasting by stormweer loopen. Het kwaad straft zichzelve In feite plegen thans de waterleidingen roofbouw, doch ook hier straft het kwaad zichzelve. De onderscheiden prises d'eau gaan elkaar hinderen en raken overbelast. De Amsterdamsche gemeenteraad nam onlangs het duinpiassen ontwerp aan; het provinciaal waterleidingbedrijf van Noord- Holland zoekt zijn heil in het IJsselmeer; de Haagsche waterleiding deed aan den Noorder Lekdijk een proefinstallatie tot zuivering van rivierwater bouwen. Er komt dus licht aan den horizon en de tijd zal aanbreken, waarop wij de waterlei dingbedrijven slechts dankbaar zijn en wel omdat zij steeds uitgestrekter duingebieden in handen verkregen en deze daardoor tegen bebouwing en als natuurmonumen ten bewaarden. Zooals spreker reeds opmerkte vraagt 't behoud der duinen tevens eene verdedi ging tegen afslag bij stormweer door het zeewater. Opmerkenswaard is het, dat dijkbouw het eerst langs de rivieren plaats vond en dit systeem naderhand on gewijzigd langs de zeekust werd toege past. Nieuwere inzichten voerden echter tot den bouw van strandhoofden, welke op onderscheiden wijze geconstrueerd, thans langs den geheelen Zuid Oostelijken Noordzeekust worden aangetroffen. Ir. Bijl eindigde zijne voordracht met een woord van hulde aan de commissie voor den Monumentendag, die de schoon heid der natuur in duinen nogmaals tot allen deed spreken, terwijl eene andere en niet minder monumentale schoonheid, n.l. die welke gelegen is in den ontwikkelings gang der natuur, ons evenzeer treft. Dr. Jac. P. Tijsse heeft vervolgens een inleiding gehouden over: DE FLORA EN FAUNA VAN HET DUIN. Dr. Thijsse schetste in het kort het ont staan van het duin en zyn verdere lotge vallen. Onze duinen zijn een aeolische for matie uit zeezand onder invloed van den plantengroei. Waar plantengroei ontbreekt of vernietigd werd, kunnen duinen zich niet vormen of gaan zij te niet. Het vast leggen van het zand in de zone waar de hooge vloeden nog kunnen doordringen ge schiedt door een beperkt aantal planten, waaronder het biestarwegras (triticum junceum) het belangrijkste is. Wanneer de daardoor gevormde duintjes een zekere hoogte hebben bereikt vestigen zich helm, handhaver, e.a. planten, w.o. later de duin doorn en vlier. In het algemeen mag gezegd worden dat de onbedorven duinen de gelegenheid ge ven voor de ontwikkeling van een merk waardige rijke en gevarieerde vegetatie, die op menige plaats haar climaxvorm be reikt in woud en wel loofwoud. Het duin heeft zich gevormd en blyft zich nog vormen als een bewogen land schap met voor ons land vrij groote hoog teverschillen en van grilige samenstelling: lange ruggen, breede plateau's, diepe geu len, wijde vlakten, waarin enkele geiso- leerde duintjes nog wandelen of tot rust j gekomen zijn. De geulen en vlakken lig gen vaak zoo laag, dat het grondwater er aan den dag komt, en zoo ontstaan de be- tooverend mooie duinpiassen en duinmeer tjes De duinen munten dus uit door een groo te verscheidenheid van grondgesteldheid en ligging. Er zijn vruchtbare en onvrucht bare kalkrijke en kalkarme gronden, natte bodem, hooge droge bodem, hellingen en al lerlei windrichting en in alelrlei hellings graad. Geen wonder dus, dat de duinen een vegetatie vertoonen die door haar aan passingen haar soortenrijkdom, en door de aanwezigheid van zeldzame planten elk ander landschap in Ne derland overtx-eft en door onze bij zondere ligging ook voor heel Europa een bijzondere plaats bekleedt. Het spreekt vanzelf, dat een zoo rij ke vegetatie ook een overvloedige fau na met zich brengt. Van de 172 soor- van Nederlandsche broed vogels wor den er niet minder dan 130 Sn onze duinen aangetroffen, meest in grooten overvloed. Dit overvloedig vogelleven duidt meteen op een rijkelijk voorko men van insecten en andere lagere dieren. De duinen zijn dus een waar lust oord en him moderne bestemming zou moeten zijn die van een groot natio naal park aan de monden van Schel de, Maas en Rijn. Helaas hebben zij van de vroegste tijden af, zoolang de duinstreek door menschen is bewoond, te lijden gehad van allerlei wanbeheer. Vernietigend voor de toch zoo onontbeer lijke vegetatie was de beweiding met vee en de aanwezigheid van het konijnen. De onbegrijpelijke kortzichtigheid om ter wil le van de jacht dit dier te behouden, te behoeden, zelfs aan te kweeken, kan niet genoeg worden gelaakt. Een overbevolking aan konijnen beteekent den ondergang van nagenoeg de geheele flora. Daarmee gaat natuurlijk de fauna evenzeer achteruit. Iedere plantensoort heeft zijn begeleiders uit het dierenrijk, voornamelijk insecten en deze vormen weer voedselvoorraad voor de vogels. Wij zien dan ook in het konij nenduin allerlei vogelsoorten gaandeweg verdwijnen. Voorts hebben de duinen geleden door ontwatering. Door allerlei oorzaken is de grond-waterspiegel in de duinen tusschen Den Haag en Schoorl gedaald met bedra gen van 2 tot 4 meter. De planten van de natte valleien kunnen de gewone seizoen dalingen en zelfs de bekende elfjarige schommelingen van neerslag-maxima en minima gerust doorstaan. Door een blijvend lager peil doet de flora van de natte pannen geheel verdwe nen, zooals dat van Den Haag tot Velzen dan ook nu het geval is. Met elkander be slaan die laagten een groot deel van het duin, meer dan de helft. Wij kunnen dus zeggen, dat de wateronttrekking het groot ste deel van het gebied beroofd heeft van een schoone en belangrijke flora. Wat daarvoor in de plaats komt of kan komen staat daarbij verre ten achter. Ook voor eenigszins hooger gelegen gronden heeft een snelle daling van het grondwater een ongunstige uitwerking. Behalve door wateronttrekking hebben sommige waterleidingbedrijven het land schap ook geschaad door het systeem van open kanalen en puttenreeksten. Alles roept om een betere verzorging van het duin. Behalve door bestrijding van het konijn en door de zorg. voor het waterka pitaal vindt men die ook in doelmatige duinbeplanting. Langen tijd heeft men in dit opzicht gezocht en geëxperimenteerd en in het laatst van de vorige eeuw is het Staatsboschbeheer begonnen, hier doelbe wust op te treden. Het ware te wenschen, dat wij aan alles wat er thans nog aan duinen is overgeble ven een dergelijk bestaan konden verze keren. Dan zouden we weer aan de duinen kunnen denken met bewondering, liefde en dankbaarheid, in plaats van zooals nu, met wrevel en schaamte. Is dat mogelijk? Niet geheel en al, want de waterleidingbedrij ven van Den Haag en Leiden, van Am sterdam, Haarlem Bloemendaal en de pro vincie Noord-Holland kunnen niet gemist worden. Zij kunnen echter hun techniek wijzigen in gunstigen zin. De provincie Noord-Holland geeft reeds het goede voor beeld. Zij zal een groot deel van haar wa ter betrekken uit het IJsselmeer. In haar duinen beperkt zij zich tot diepwaterwin- ning. Er is geen sprake van overbevolking van konijnen. Het landschap wordt ver zorgd, op omzichtige wijze geschikt ge maakt voor recreatie en voor een groot deel ongemoeid gelaten. In de duinen van het Staatsboschbeheer zfjn duizenden hektaren aangewezen als natuurmonument en werkelijk volledig als zoodanig behandeld onder wetenschappelijk toezicht. Het zijn de beroemde natuurmo numenten in het Schoolsche duin en op de Noordzee-eilanden. Van die van Texel we ten wij nu al zeker, dat zij voor de wel vaart van het eiland meer te beduiden hem- ben, dan toen zij verpacht werden als scha penweiland. Het natuurmonument Bosch plaat op Terschelling mag, en om zijn duin formaties, en om zijn flora en fauna mee tellen onder de schoonste ter wereld. Het ware te wenschen dat de departe menten van Waterstaat en Financiën ook dergelijke maatregelen troffen. Een goede stap in die richting is reeds gedaan door de stichting van het natuurijreservaat de Beer aan de Hoek van Holland. Moge Financiën inzien dat een bestem ming als natuurmonument het behoud van het duin en zijn schoonen natuurlijken vorm voor ons Nederlanders van meer waarde is dan de rijksdaalders die te verkrijgen zijn door verkoop of verpachting of door afzan- ding. Ik acht het geenszins onmogelijk, al dus eindigde spr., dat mettertijd aan alle duinen, van Cadzand tot Rottumer- oog toe een waardig bestaan kan wor den verzekerd en wel grootendeels als ongestoord duin met volledige be stemming als natuurmonument of, waar het de waterleiding-bedrijven be treft, zoodanig geëxploiteerd dat het landschap nog groote wetenschappe lijke en aesthetische waarde blijft be houden. MGR. DE JONG BIJ DEN PAUS. Belangstelling van den H. Vader voor de Kamerverkiezingen. Men seint uit Rome aan de „Msb.": Z. H. de Paus heeft gistermorgen den Aarts/bisschop van Utrecht Z. H. Exc. mgr. dr. J. de Jong in particuliere audiëntie ont vangen. Omtrent deze audiëntie vernemen wij nader, dat de Aartsbisschop er bijzonder over was voldaan. Hij had den H. Vader uitvoerig moeten inlichten over ons land en in het bijzonder waren daarbij de Twee de-Kamerverkiezingen van verleden week ter sprake gekomen. Voor den afloop daar van betoonde Z. H. levendige belangstel ling. MGR. HERMUS 50 JAAR PRIESTER. Viering in het Instituut voor Doofstommen te St. Michiels-Gestel. Gister herdacht de Hoogeerw. heer mgr. A. Hermus, directeur van het Instituut voor doofstommen te St. Michiels-Gestel, zijn gouden priesterjubileum. Gistermorgen is om tien uur in de ver sierde kapel van het doofstommen-insti tuut een plechtige H. Mis door mgr. A. Hermus opgedragen, waarbij assisteerden de priester-leeraren van het instituut, de zeereerw. heeren Bart els en Van Overbeek. Deze H. Mis werd o.m. bijgewoond door: Z. H. Exc. mgr. A. F. Diepen, bisschop van 's Hertogenbosch, Z. H. Exc. mgr. P. Hop mans, bisschop van Breda, Hoogeerw. heer mgr. Hendrikx, vicaris-generaal van het bisdom Den Bosch, Hoogeerw. heer mgr. Van Oers, vicaris-generaal van het bisdom Breda en door den Hoogeerw. heer Papen burg, deken te Dongen. Voorts waren te genwoordig leden van het hoofdbestuur van het instituut, o.m. mgr. Goyaerts, president van het Klein-Seminarie te St. Michiels- Gestel, mgr. Sweens, president van het Groot-Seminarie te Haaren, mr. W. van Lanschot, lid der Eerste Kamer der Staten- Generaal en jhr. Smits van Oyen, lid van Ged. Staten van Noord-Brabant. Om half twaalf had een intieme huldi ging plaats door de inwonenden van het instituut in tegenwoordigheid van genoem de autoriteiten. Van de receptie, die de Hoogeerw. jubi laris van een tot twee hield, werd een zeer druk gebruik gemaakt. HONDERDJARIG BESTAAN DER CONGREGATIE VAN DEN H. CAROLUS BORROMAEUS TE AMSTERDAM HERDACHT. Gisteren was het een feestdag voor de zusters van het O. L. Vrouwegasthuis te Amsterdam. Want haar congregatie, de con gregatie van den H. Carolus Borromaeus, vierde het honderdjarig bestaan. Z. H. Exc. mgr. J. P. Huibers heeft giste ren de Pontificale Hoogmis opgedragen in de kapel van het O. L. Vrouwe-gasthuis. Monseigneur werd daarbij geassisteerd door Rector H. Berkhout van het Maagdenhuis en Rector J. Th. Gussenhoven van het O. L. Vrouwe-gasthuis als diaken en sub-dia ken. Pastoor R. Hazebroek O.F.M. van de Mozes en Aaronkerk was presbyter-assi- stens, terwijl als troondiakens fungeerden Pater R. Bouman S.J. van de Krijtberg en Pastoor J. C. Schiphorst van de St. Boni- facius. In de kapel waren behalve de zusters ook de regenten, o.w. eere-kanunnik L. P. Stolk en de doktoren aanwezig. Mgr. hield na het Evangelie een korte toespraak. 's Middags zijn op een feestelijke receptie de zusters gehuldigd. DE MOORD OP DEN PASTOOR VAN GEISTEREN. De behandeling van den op 19 Juni van het vorig jaar gepleegden overval met roof op pastoor Litjens te Geisteren zal 15 Juni a.s. voor de rechtbank te Roermond een aanvang nemen. Vier verdachten, de twee gebroeders J. en hun vrienden H. en D. zijn door den officier van justitie gedag vaard. Hunwordt gezamenlijk ten laste gelegd poging tot diefstal met geweldple ging, tengevolge waarvan de pastoor is overleden. Negen getuigen zullen gehoord worden. BEDORVEN VLEESCH VOOR AUTOMATIEKEN. Voor den kantonrechter te Almelo is gis teren de geruchtmakende zaak tegen den Almeloër De W. behandeld, die bedorven vleesch geleverd heeft aan automatieken. Hij had zich te verantwoorden wegens drie overtredingen der vleeschkeuringswet, het in voorraad hebben van bedorven vleesch, in totaal 45 kilo, het laten slachten van kalveren zonder ze te laten keuren en het verkoopen van het vleesch. Uit de verhooren bleek, dat de voor- en achterkamer van De W. voor de „zaak" werden gebruikt. De kalveren zijn in een schuur geslacht. De ambtenaar van het O. M. vond de overtredingen zeer ernstig. Voor de „duiste re praktijken" eischte hij drie maal 200 boete of 100 dagen. Het vonnis luidde drie maal 200 of 30 dagen, met verbeurdver klaring van het in beslag genomene.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 6