Hengeltijd. Weer is het hengeltijd. -Ik sla aan, leg In en, jawel hoor, zóó'n kanjer 1* Visscherslatijn in chronologische volgorde Het concours hippique, dat Woensdag te Wageningen plaats had. werd opgeluisterd door de medewerking van het corps trompetters der rijdende artillerie De fundeer ing voor het nieuwe Beursgebouw aan den Coolsingel te Rotterdam is gereed. Met den bovenbouw is inmiddels een aanvang gemaakt Een overzicht van het werk FEUILLETON DE MOEIZAME WEG Naar het Engelsch door THEA BLOEMERS. (Nadruk verboden). fS) ,,'t Lykt ongerijmd, weet u", ging ze met een nerveuze lach voort, „dat u en ik, die practisch alleen zijn hier, niet op goeden voet met elkaar zouden zijn". „Ik meen, dat ik u eens verteld heb. dat hetzelfde bij mij is opgekomen", antwoord de hy rustig. „Maar zijn we niet op goeden voet met elkaar? Ik zaj van mijn kant altijd blij zijn, als ik iets voor u kan doen. en ik ben er zeker van", voegde bij er aan toe, met een kort lachje, „dat als de omstandig heden zich voordeden, u 't zelfde voor mij zoudt doen". Toen wist Christian, dat ze hem in dien maan verlichten nacht in het diepst van zijn ziel beleedigd had en dat er geen vergeving voor haar was. „U ontwijkt mijn vraag", zei ze zacht, „dus kan ik niets meer zeggen, maa; ik dacht, omdat u zoo gauw weggaat" „Weggaan", herhaalde hij verbaasd, „ik heb niet het minste plan om weg te gaan. De wenscb is hier zeker de vader van de .gedachte" voegde hij er bitter aan toe. „U vergist u" riep ze vlug. „Ik wensch heelemaal niet dat u weggaat, integen deel. Ze brak plotseling af, ging toen verder: „Meneer Owen heeft mij juist verteld, dat iemand anders aanspi aak heeft gemaakt op Barnethan". „O, is 't dat? Ja, ik weet, dat hij dat ver haal heeft rondgestrooid. Vanbrugh heeft 't me verteld, maar ei is niet de minste grond voor, evenmin als er eenige waarheid is in die dwaze bewering van zooeven. Christian kleurde hevig. „U kon toch moeilijk voor een oogenblik verondersteld hebben, dat dat mogelijk was". Hij trok haast onmerkbaar zijn wenk brauwen op. „Vrouwen hebben soms vreemde grillen. Ik kan niet zeggen, dat Owen een mar. is, die door vrouwen sympathiek gevondeD zal worden en toch men kan nooit weten Toen voegde hij er op plotseling verander den toon aan toe: „Dus u beschouwt het feit dat ik Barnethan gekocht heb, niet meer van zoo'n vijandig standpunt als u eerst deedt? Zoudt u misschien myn mogelijk vertrek betreuren?" Hij zou niet hebben kunnen zeggen waar om hy op zulk een wijze met vuur speelde. Hij had haar niet vergeven en hy had zich zelf honderdmaal gezworen, haar nooit te zullen vergeven. En toch, toen zy naast hem stond, terwijl de wind haar golvend haar van 't voorhoofd woei, haar rok tegen hem aan wapperde en haar gewoor.Jyk ernstig gezicht en zachte en haast pein zende uitdrukking droeg, die "t dubbel aan trekkelijk maakte, voelde hy zich haast on weerstaanbaar gedrongen om „goede vrien den te worden". Haast maar niet ge heel". Want er zyn dingen, die in een mans ge heugen vreten, hoe verliefd hij ook moge zyn. En Christian had ongelukkigerwijze een van die dingen, die op den bewusten maanavond gebeurd waren, aangeroerd. Niettemin kregen zijn oogen een aanmer kelijk zachter uitdrukking, toen hij op haar antwoord wachtte. Maar zij spiak achteloos: „er is dus geen kwestie van, dat u weggaat, zooals u zegt, dus 't is nutteloos op uw vraag te antwoor den". Hij verhardde dus zijn hart weer, riep Perry met een stem, zooals deze zelden van hem hoorde en keerde zich om in de rich ting van zijn eigen domein. Om de een of andere reden sliep Chris tian dien nacht niet. Ze hoorde de kleine koekoeksklok in de keuken slaan, twaalf, een, twee. De wind was haast tot een storm aangewassen en tusschen de vlagen door, kon ze 't blaffen van een troep rondzwer vende honden hooren, die 's nachts de bergpaden doorkruisen met helsch honden kabaai. Drie of vier maal holden ze 't kamp door en weer weg in de duisternis, hun wolfachtig gehuil toe- en afnemend al naar gelang de wind loeide of zweeg. Tartar en Wag bromden in hun slaap, maar ze waren gewend geraakt aan deze nachtelijke be zoekers en vonden het niet de moeite waard er notitie van te nemen. Maar Christian huiverde en trok de deicens over haar hoofd. Er scheen in haar opgewonden verbeel ding iets dreigends in hun gehuil en ze had een vaag voorgevoel van komend gevaar. Warwick's rust werd ook onderbroken en gehinderd door afmattende droomen, waar in hy onophoudelijk eindelooze heuvels be klom op zoek naar niets hij wist niet wat iets dat huilde en kermde om hulp, in de duisternis. Tegen den morgen viel hy in een zwaren slaap, waaruit hy laat ontwaakte en in een voor hem buitengewoon slecht humeur. Gedurende den dag vertelde hij zichzelf meerdere malen dat hij een gek was. Maar 's nachts droomde hij weer; hij droomde dat hij 't jammerende dwaallichtje van den vorigen nachl bemachtigd had en toen hij het in zijn armen hield was 't een kind, een kind met de oogen van een vrouw. En toen hy goed keek, zag hy, dat het 't gezicht van Christian was. XV December had zijn intrede gedaan en 't was bitter en onmenschelijk koud. Op een namiddag reed Christian van Kilcorran naar huis terug door het eenzame, door sneeuwwolken verduisterde landschap. Er viel nog wel geen sneeuw, maar wat er een paar dagen geleden gevallen was, lag nog steeds droog en wit op de prairie en rustte als zilver draadwerk op eiken boom en heester en de gierende wind beloofde nog meer. Toen zy het reeds vroeger genoemde boschje inging, werd haar aandacht getrok ken door donkere, onregelmatige plekken in de sneeuw. Met een schok zag ze dat het bloedvlekken waren. Haar hart kiopte snel, toen zij afsteeg om ze van dichterbii te on derzoeken. Terwy] ze Betsy's teugels over een boomstam gooide, ging ze voorzichtig voort, om het spoor van de afschuwelijke plekken, die onregelmatig onder de neer hangende takken te zien waren, te volgen. Ongeveer vijftig meter van het paardepad lag het lichaam van een man. met het hoo l achterover op zyn uitgestrekten arm, 't gezicht grauw bleek, de oogen half gesloten. Een moment leek Christian's hart stil te staan en het geluid als van een woe lige zee, suisde in haar ooren, want 't was Warwick's gezicht dat ze van onder 't met bloed bevlekte kreupelhout voor zich zag. 't Volgend oogenblik knielde ze naast hem neer, zijn flanellen hemd opentrek kend om te voelen of zijn hart nog klopte. Hij had een leelyke gapende wond in de zijde, maar 't bloed had opgehouden te vloeien en daardoor wist zij, dat hij dood moest zijn. Hij was vermoord en beroofd, want zijn horloge was weg en de zware ze gelring, dien hij altijd droeg, was van zijn vinger gerukt. Het meisje voelde zich el lendig van afgrijzen en droefheid. De stil te was spookachtig en scheen om haar heen als een verstijvende mist samen te trek ken. „Hij is dood", herhaalde ze telkens bij zichzelf. Hij was dood en ze had hem liefgehad! Met 'n smartelijken, snikkenden schreeuw legde ze haar gezicht tegen 't zijne, 't Was koud, ijskoud en zijn leden waren reeds stijf. Ze kroop dichterbij en sloeg haar armen om hem heen; ze mocht hem niet alleen la ten. ingeval de moordenaars terug zouden komen, om het lichaam van hun slachtof fer weg te brengen of te begraven. Als ze haar daar zouden vinden, dan zouden ze ook een eind aan haar teven maken; nu, zoo veel te beter. Haar leven had toch geen. waarde meer. „O, mijn liefste, myn liefste", snikte ze, „mijn hart is gebroken" (Wordt vervolgd.) Een fraaie sprong tijdens het groote concours hippique, dat Woensdag te Wageningen is gehouden Koning George Vl en Koningin Elizabeth woonden met de andere leden der Engelsche Koninklijke familie Woensdag de beroemde Derby te Eosom bij Een kijkje in de loge der vorstelijke oersonen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 12