DE LITURGIE DER KERK ZATERDAG 29 MEI 1937 DE LEIDSCHE COURANT R. K. DIOC. VROUWENBOND. AFDEELING LEIDEN VOOR H ET MENU AARDAPPELEN direct besteld bij VLASVELD OUDE yiMGEL 120 ttu ytq D0E2Q/TPQQT 22 LEIDETI Onderstaande beschrijving over het le ven der missionarissen in Boven-Digoel, Md. Nieuw-Guinea, werd als dank gezon den aan de Missie-naaivereeniging Sint Franciscus Xaverius. n Van 2 tot 6 Juli bleef ik bij P. Schuur in Moeling. Daar is ook veel veranderd. De nieuwe pastorie was bij mijn vertrek, eind '35, bijna klaar, maar in plaats van het kapelletje van 10 bij 5)4 M. zag ik nu een mooie, ruime kerk met zinken dak en planken bewanding. Er werden heel •wat herinneringen opgehaald uit de eer ste missie jaren te Moeting. TERUGREIS Lans een anderen weg weer naar Asoer en Goeies, en, vandaar langs boschpaden «en doorsteek naar Moejoe maken, is de opzet. P. Schuur bracht me per motorsloep, langs verschillende mij bekende bijstaties, waar we overnachtten, de Bian op, en langs een kleine zijrivier naar een bivak veldpolitie, waar een pad naar Asoer begint. In het kleine motorsloepje was geen plaats voor dragers en bagage, dus werden die met prauwen vooruitgestuurd; ze waren juist te Pi wat (zoo heet de plek van het bivak), toen wij er arriveerden. Hier begon de soesah al. Bij de zware re gens, die we onderweg gehad hadden, was er niet genoeg op mijn bagage gelet,, zoo- dat verschillende blikken water binnen gekregen hadden. Kleeren en slaapspul- len waren nat, geroosterd brood moest op nieuw geroosterd worden etc. Gelukkig waren Misbenoodigdheden en lectuur er goed afgekomen, omdat daarvoor de best- sluitende blikken gebruikt waren. 9 Juli. Na een nacht in het bivak bre ken we op: P. Schuur stapt in zijn sloep en wij gaan het voetpad op naar Asoer. Tegen den avond maken we bivak, want niemand weet of Asoer nog ver is. De gids, die er meer geweest is, zegt: „dja- oeh sedikit" (een beetje ver) en als ze zoo beginnen weet ik het al. Ze weten dan gewoonlijk niet of het nog een half uur of een halven dag is. Met bivak maken is altijd nog wel een uurtje gemoeid, en, nu ik veel menschen bij me heb, duurt het nog langer dan wanneer er weinig zijn, omdat ze nu allemaal denken: we zijn met zoo veel volk, dat ze mij wel kunnen mis sen. Om het dak goed dicht te krijgen, moeten er heel wat palmbladerèn op, en, als men zelf niet oplet dat ze blaren goed leg gen, ligt men 's nachts in de regen. Niets is minder prettig dan dat. Als men in een ligstoel slaapt, kan men nog een droger plekje zoeken, maar heeft men een tandoe laten spannen (soort hangzeil, met stok ken door de omgezoomde randen, die aan vier paaltjes worden vastgemaakt), dan kan men niet weg en moet men van alles bedenken om te kunnen doorslapen. Ik heb een keer op de Moejoe in een kleine motorboot overnacht, waarvan het tent zeil lekte, precies boven mijn maagstreek, waarop regelmatig de druppels neervie len. Tusschen kisten en zakken was juist plek genoeg voor mijn ligstoel: ik kon dus niet weg. Met een hoofdkussen als regen- vanger op mijn maag, heb ik toen de rest van den nacht doorgebracht. 10 Juli. Na twee uur loopen komen we aan de groote rawa (moeras of onderge- loopen land) tegenover Asoer. De kampong is nog niet te zien of te beroepen; een prauw om over te steken is er ook niet. We komen aan bij stortregen, dus kletsnat en rillerig bij het stilstaan. In haast werd een afdak gemaakt om te schuilen en van kleeren te verwisselen en dan beginnen de lui aan een houtvlotje, waarmee ze in Asoer prauwen zullen halen. Tegen den avond komen de Asoerlui en brengen ons in het donker naar hun dorp. 11 Juli. We zijn weer terug op de Fly, varen een einde stroomop, gaan door een kleine zijrivier en rawa's naar een bos pad, waarlangs we een stuk kunnen af snijden. We moeten dan echter weer varen om in Goeies te komen, en, daar er maar één prauw ligt, moeten de dragers met hun blikken wachten, totdat ik vanuit Goeies andere prauwen stuud. Gevolg i. dat dwe vaanvbcmqbtij-azijenycmfwyxzea dat we vandaag niet meer verder kunnen en bij de goeroe van Goeies overnachten. 12 Juli. We kruipen weer in de prau wen en door ondergeloopen bosschen, kre ken en rawa's gaan we naar Motowang- go. We zijn er al om 1 uur, maar de gid sen zeggen, dat we vandaag het boschpad naar de Moejoe niet meer kunnen halen, en er onderweg ook geen droog terrein meer is. Ik voel er niets voor om van nacht kletsnat en onbeschut tegen den regen in een prauw te zitten en offer er dezen halven dag maar weer aan op. 13 Juli. De gidsen hebben ons gisteren maar weer iets voorgelogen, want na 4 uur varen komen we bij een kleine kam- pong-in-wording, Dakazat, en een uur la ter aan het pad naar de Moejoe. Twee jonge kerels zullen ons naar de Moejoe brengen. Nog een paar uur tippelen en we maken bivak. 14 Juli. We loopen den heelen dag in Noord-Noórdwestelijke richting langs een goed te herkennen boschpad, met hier en daar oude sporen van menschen (verval len bivakjes), maar kampongs of zijpaden naar kampongs krijgen we niet te zien. 15 Juli. Een kwartier na het verlaten van ons bivak treffen we een leegstaand hoog huis en een uur later nog een. De bewoners schijnen naar Dawo te wezen. Dat is pech voor ons, want de gidsen, die ons naar de Moejoe zouden brengen, ver tellen me, dat ze op deze menschen gere kend hadden, omdat ze zelf nooit verder dan hier geloopen hebben. Er zit niets an ders op, dan ze hier maar terug te laten gaan en op het kompas verder te trekken. Eerst laat ik nog een voorraad pisangs uit den tuin kappen en hang de betaling er voor onder het huis. 16 Juli. Niet lang na vertrek, komen we aan de Kou. Nog nooit heb ik de ri vier zoo hoog gezien. Het ergste is wel dat het pad hier ophoudt. Misschien loopt het door aan den overkant, maar een vlot maken om over te steken duurt lang, en dan is het werk toch nog misschien voor niets geweest. Ik vermoed dat we niet heel ver van de Moejoe-monding af zijn, waar een kampong ligt en een goed pad naar het Noorden gaat. Dus maar een pad in die richting kappen, in de hoopj dat we niet te veel zijrivieren over behoeven, die niet op de kaart aangegeven staan. Na een goed uur krijgen we weer een klein pad, dat ons al gauw voor ondergeloopen bosch brengt. We probeeren eerst er doorheen te trekken, maar na een kwartier staat het water ons al tot aan den nek, en het wordt nog erger. Met een vlotje kunnen we niet tusschen de boomen door, dus maar af- aien om een minder diepen doorgang te zoeken, die we ook na eenigen tijd vin den. Een paadje aan den overkant brengt ons aan een verlaten hoog huis met pisang- aanplant. Dit pisangs komen in alle geval goed van pas. Het pad loopt niet ver door, zoodat we tot tegen den avond kappend verder gaan. 17 Juli. Na een uur of drie kappen in Noordelijke richting, komen wij bij zware stortregen aan de Kou, voor een zijrivier met reede rawa's. Ik laat bivak maken en stuur enkele jongens vooruit, om te ver kennen. Ze zwemmen over rawa en ri vier. Tegen den avond kómen ze terug; geen spoor van menschen, geen pad, maar wel nog twee zijrivieren met rawa. Erg bemoedigend is dit bericht niet, en ik besluit dan ook maar van richting te veranderen, want Oostelijk van ons moet hoog terrein liggen (waterscheiding tus schen Kou en Fly). 18 Juli. We kappen in Oostelijke rich ting. Onderweg wordt een groote sage boom omgehakt om onze slinkende voed selvoorraad aan te vullen, maar er blijkt geen meel in te zitten. Rond den middag vind ik het terrein hoog genoeg om het eens Noordoostelijk te probeeren. De Kou schijnt hier niét veel invloed meer te hebben op den water- stand van de zijriviertjes, want we komen er langs omgekapte boomen makkelijk over. 19 Juli. Na den middag beginnen we Noorwest te gaan De laatste sago wordt door de dragers gegeten. Mijn voorraad is ook op, behalve een beetje rijst voor mor genochtend, koffie voor enkele dagen en een half potje ranzige boter. Ik had nog een half blik geroosterd brood bewaard als een appeltje voor de dorst, maar dat blijkt bij het overtrekken van de rawa's water geschept te hebben en met blik en al kan ik de rommel weggooien. Bij het bi vak maken hooren de dragers een wild varken. Met pijl en boog gaan ze er op uit en komen terug met een varken en drie jongen. Ook worden een paar kasuaris- eieren gevonden (inhoud is 3/4 liter). Als bijvoeging gebruiken we palmiet (de top van den niboengpalmboom). Tot nu toe hebben we nog geen sporen van menschen gezien en geen paden gekruist. 20 Juli. We gaan door in Noordweste lijke richting, heel langzaam, want het pad moet steeds gekapt worden en van tijd tot tijd wordt gestopt om een milboeng- palm om te kappen. In den voormiddag bereiken we eindelijk de Moejoe, tusschen de monding en een verlaten post Iriem- kiembi, maar niemand weet waar precies. Met een vlot trekken we over, maar staan al aanstonds tot aan de knieën in het water. Na 2 XA uur zien we pas droogen grond, doch om er te komen, moeten we eerst nog even tot aan den nek door het water. De dragers nemen de blikken op hun hoofd. Het droog terrein blijkt een eiland te wezen in het ondergeloopen bosch. Palmiet, geekookt en ongekookt is onze eenige voeding. 21 Juli. Tot aan den middag woi'dt gewerkt aan een verbinding tusschen eiland en „vasteland", en om vijf uur zijn we op een tamelijk groot pad naar het Noorden. 2 2 Juli. Heel den dag volgen we het pad. heel langzaam, want van palmiet wordt men niet zoo heel sterk, en enkele dragers hebben wat koorts. We maken dan ook al vroeg bivak. 2 3 Juli. Vroeg in den morgen komen we aan kampong Djononggo. een goed uur van Djomkondo, Zuidelijkste kam pong met goeroe. We stoppen echter eerst om weer eens een volle maaltijd te nemen. Een kleine berg sago, pisangs en kladi FEESTDAG VAN HET H. HART. N.B. Als niet anders wordt aangegeven dagelijks Gloria en Credo. Prefatie van Kerstmis. Kleur: Wit. De Sequens „Lauda Sion" wordt Zondag niet gebeden. Tot en met Woensdag in ge lezen H. Missen naar willekeur V. d. pries ter, in gezongen H. Missen verplichtend. Donderdag verplichtend in alle H.H. Missen. ZONDAG 30 Mei. Zondag onder het oc taaf van H. Sacramentsdag. Mis: Factus est. 2e gebed v. h. octaaf van H. Sacramentsdag; 3e v. d. H. Felix I, Paus en Martelaar. Door een voortdurend herhalen van de groote levenslessen, welke de Leeraar der Waarheid, de groote Menschenkenner en Zijn Apostelen hebben nagelaten, tracht de H. Kerk het door den H. Geest ingestorte genadeleven tot bloei te brengen. Vandaag wijst zij ons op de liefde „het eerste en voornaamste gebod in de Wet". Uit liefde heeft de Heer ons verlost uit den geestelij ken nood en ons geschonken het bovenna tuurlijk zieleleven (Introitus; Epistel). Om dat leven te voeden wil Hij onze Spijze zijn in het Allerheiligst Sacrament en hoe ver langt Hij, dat wij die Spijze zullen nutti gen (Evangelie). Geven wij gehoor aan die liefdevolle uitnoodlgmg door als aanzitten- den aan de Goddelijke liefdemaaltijd Zijn Huis te vullen. Daér zullen wij genezen worden van onze gebreken (Graduale, Al leluja-vers, Offertorium). Déór zal ons ge bed verhoord worden: „Wij willen u voort durend beminnen, o Heer" (Introitus). „Geef ons Uw altijddurende liefde" (Ge bed). Daar zullen wij leeren beoefenen de zoo heerlijke, daadwerkelijke naastenliefde, waartoe de heilige Apostel der liefde ons opwekt. (Epistel). MAANDAG 31 Mei. Mis v. d. 5c dag on der het H. Sacramentsoctaaf: Cibavit (als op H. Sacramentsdag). 2e gebed van Ma ria, Middelares aller genaden (nieuwe Mis); 3e v. d. H. Angela Merici, Maagd; 4e v. d. H. Petronilla, Maagd. Laatste Evangelie van Maria, Middelares van alle genaden. DINSDAG 1 Juni. Mis v. d. Ce dag on der het H. Sacramentsoctaaf: Cibavit. 2e ge bed Concede (ter eere van Maria); 3e voor Kerk of Paus. WOENSDAG 2 Juni. Mis v. d. 7e dag on der het H. Sacramentsoctaaf: Cibavit. 2e ge bed v. d. H.H. Marcellinus, Petrus en Eras mus, Martelaren; 3e Concede. DONDERDAG 3 Juni. Octaafdag van H. Sacramentsdag. Mis: Cibavit. VRIJDAG 4 Juni. Feestdag van het H. Hart van Jesus. Mis: Cogitationes, Prefatie v. h. H. Hart. „Met een eeuwige liefde heeft God ons liefgehad. En daarom heeft God, mensch geworden en hangende aan een kruis, ons getrokken in medelijden tot Zijn Godde lijk Hart. En daarom moeten wij gaan, wij allen, die belast en beladen zijn tot het heilig Hart van Jesus. Het zal ons een ver kwikking zijn. Wij allen moeten als echte kinderen van God, ons hart, onze weder liefde, schenken". ZATERDAG 5 Juni. Feestdag v. d. H.H. Bonifacius en Gezellen. Martelaren. Twee de Patroon van ons Bisdom. Mis: Sapien- tiam (Zie in het feesteigen v. h. Bisdom). 2e gebed v. h. octaaf van het H. Hart. Pre fatie v. h. H. Hart. Kleur: Rood. Te Kyrton in Engeland geboren stak Winfried, later Bonifacius geheeten, vol zielenijver naar ons vaderland over en landde te Wijk bij Duurstede in 716. Daar zijn arbeid vruchteloos bleef, keerde hij naar Engeland terug. Onder gunstiger om standigheden en met Pauselijke zending predikte Bonifacius een paar jaren later in het land van de Germanen. Na den dood van den heiligen bisschop Willibror- dus nam de heilige Bonifatius de zorg op zich voor het Utrechtsche Bisdom. Op een vormreis werd hij met zijn gezellen nabij het tegenwoordige Dokkum door een ben de heidenen overvallen en gedood den 5en Juni 755. IN DE KERKEN DER E.E. P.P. FRANCISCANEN: Alles als in bovenstaande kalender v. h. Bisdom, behalve: ZONDAG. 2e gebed v. h. H. Sacraments octaaf; 3e v. d. H. Ferdinandus, Koning en Belijder; 3e v. d. H. Felix. MAANDAG. 2e gebed v. d. H. Angela Merici; 3e v. d. H. Petronilla. DINSDAG. 2e gebed v. d. Z.Z. Hercula- nus van Pialage, Felix van Nicosia en Joan nes Pelingotto, Belijders. WOENSDAG. 2e gebed v. d. Z. Humilia- na, Weduwe; 3e v. d. H.H. Marcellinus en Gezellen, Martelaren. DONDERDAG. 2e gebed v. d. Z. Andreas van Spello, Belijder. ZATERDAG. Mis v. d. H. Bonifatius: Exsultabo. 2e gebed v. h. H. Hartoctaaf. Amsterdam. ALB, M. KOK. Pr. (soort inlandsche aardappel) wordt door de dragers verwerkt. Het zal nog wel en kele dagen duren, voordat die mannen heelemaal „bijgegeten" zijn. Na een flinke rust hebben de lui weer fut genoeg om door te loopen naar Djomkon do, waar we overnachten en waar ik weer eens de H. Mis kan opdragen. Van daaruit loopen we in twee dagen naar Ninati. De dragers hebben hu het groote woord, maar, als ik nog eens een trip die kanten uit wil maken, zullen er wel niet zoo liefheb bers zijn om met me mee te gaan. P. HOEBÖER M.S.C. H. SACRAMENTSDAG Sacramentedag. Die hebben we gevierd, die is weer woorbij. Moeten we daar nu nog over denken? Ja. Juist, omdat op dien éénen dag eens heel speciaal onze aandacht gevraagd wordt, op een punt wat eigenlijk eiken dag 't begin van ons denken moet zijnl). Sacramentsdag, die eigenlijk gevierd moet worden op Witte Donderdag, wordt verschoven naar den lsten Donderdag na het feest v. d. H. Drieëenheid. Witte Donderdag staat tè veel in het tee- ken van het lijden van onzen Heer, dan dat er plaats zou zijn voor groote feest vreugde. En dat er 'n heilig feest in ons hart moet zijn bij de herdenking van de instel ling van het H. Sacrament, dat zal geen geloovig katholiek tegenspreken. We zou den er haast zoo gewoon aan worden en 't als vanzelfsprekend gaan vinden, dat el- ken morgen in onze parochiekerk 't hei lig Misoffer wordt opgedragen en de Eucharistie wordt uitgereikt. Daarom wordt op Sacramentsdag ons nog eens nadrukkelijk gewezen op deze hooge, meest waardevolle, ja heiligste han deling van onzen eeredienst. Dat het iets is wat wij nooit zullen be grijpen, dat voelen we. Maar dat het 't grootsche, het veiligste in ons geloof is, dèt voelen we ook. Degenen die buiten ons katholiek geloof staan, kunnen zich dat moeilijk voorstellen en het niet aan vaarden, omdat ze het niet begrijpen kun nen. Maar we zouden kunnen vragen: „waar blijft de grootheid van God, als wij, menschen, alles zouden begrijpen?" We hebben te gelooven, wat ons geopenbaard is. Laten we bidden, dat God ons Zijn ge nade geeft, opdat de H. Geest ons ver lichte, vast te blijven gelooven- Dan, gebogen, aangebeden Dit hoogheilig Sacrament. Steune dan 't geloof de rede. Waar de kracht der zinnen endt. OFFICIEELE MEDEDEELINGEN Donderdag 10 Juni a.s. zal in de kapel van het St. Elisabethsziekenhuis des mor gens te 9 uur een H. Mis worden opgedra gen voor de leden van het Wachtuur bij het H. Sacrament. Onder de Mis toespraak door den Geestelijk Adviseur, professor Cleophas. IMTERPAROCHIEELE 1) Eén dag is zoo gauw voorbij, dat er nu nog even bij willen stilstaan. POLITIEK. Voor politiek is er in de St. Josephs-Ge- zellen geen plaats, omdat het groote doel van deze vereeniging: de godsdienstige, zedelijke en maatschappelijke vorming der Gezellen; natuurlijk moeten wij dat goed verstaan; daarmede is niet gezegd, dat er dus in de St. Josephs-Gezellen geen inlei ding zou mogen worden gehouden over een of ander politiek onderwerp door iemand, die daartoe bevoegd is; dat is zelfs zeer goed en aanbevelenswaardig; ook is daar mede niet verboden, om eens met elkander over een of ander politiek gebeuren te spreken; maar misschien ziet gij het reeds in, wij beginnen nu al te komen op een klein beetje gevaarlijk terrein, want in de politiek heeft ieder zijn eigen oordeel, ik zou haast willen zeggen lichtvaardig oor deel; men meent zoo heel spoedig te kun nen meespreken en vooral te kunnen cri- tiseeren; men komt aandragen met feiten, men heeft het gehoord, men heeft het ge lezen en.... men gelooft; en nu is er niets zoo moeilijk als feiten te weerleggen; een valsche redeneering kan men oogenblikke- lijk weerleggen, men kan de fout in de re deneering aanwijzen; maar bij feiten is het heel anders, dan kan het heel dikwijls ge beuren, dat men bij zichzelf denkt: het is niet waar, of het zal wel niet waar zijn, maar om zulk een feit afdoende te weerleg gen moet men gaan onderzoeken; dus niet doen zooals de meeste menschen, die met zulke feiten komen aandragen: zij hooren het vertellen en nemen het direct voor waar aan; neen. wij moeten gaan onder zoeken, dan alleen kunnen wij afdoende het feit weerleggen. Voor politiek is er in de St. Josephs-Ge zellen geen plaats, daarmede is ook niet bedoeld, dat wij onze mannen en jongens niet zouden aanzetten om propagandistisch werk te doen voor de R.-K. Staatspartij. Toen de secretaris van de propagandaclub kwam aankloppen om hulp, vooral in dezen verkiezingstijd, heb ik geantwoord niets liever dan dat; en zeer velen hébben zoo als ik bemerkte zeer nuttig en zeer veel werk verzet. Een wensch: wij gezellen doen in eigen vereeniging niet aan politiek, wij kennen als onderafdeeling geen propagan daclub; maar wij hopen, dat zeer vele Ge zellen zich blijvend aansluiten bij de pro pagandaclub „Dr. Schaepman", die in deze dagen zoo enorm veel nuttig werk heeft gedaan, en wij hopen tevens dat zeer velen lid 2ullen worden van de afdeeling jon geren van de Staatspartij, want zij die nu reeds zoo actief zijn en zich aansluiten bij de jongeren, zullen in de toekomst zeker hun plicht als Katholiek kiezer vervullen. H. SCHRAMA, V.-Pr. DWALEND GEWETEN. Vriend, waartoe zijt ge gekomen? Ver raadt ge de katholieke zaak met uw ver schrikkelijke fantasie? Die vragen komen mij op de lippen, tel kens als ik spreek met die ontwrichte gees ten van 18 a 20 jaren „Ja ziet u, zoo luidt meestal him plei dooi, ik lees alles, ik weet nu alles. Die roomsche kerk, dat is wat moois. Die pro cessen in Duitschland, naar den kelder met die kloosters, waar dat alles gebeurt." Ik vraag: Je leest toch ook een katholie ke krant? Iemand, die alles leest Maar neen, een roomache krant, kan je net denken. En meneer weet niets van wat de Bisschop van Berlijn heeft medege deeld, hij weet niets van gelijkgeschakel de pers, hij kent niet eens de Encycliek „Mit brennender Sorge". En zulke „lichten" zwammen dan nog het honderd uit. Ze weten het zoo. Intussehen vertelt hij, dat hij in geen twee jaren in de kerk is geweest en nu op zoek is naar een geloqf. Ik raad hem aan: De gouden keten der waarheid! Zijn ant woord? Ik lees niets over de Kerk van Rome.... Dat zegt hij, die alles leest! En die toch van huisuit katholiek is. Mijn hemel, wat een slungels zijn er toch. Die voor zichzelf willen uitmaken wat ge oorloofd is en den mond vol hebben met schandaaltjes. Arme slachtoffers van een dwalend geweten. Die God willen gebrui ken als iemand, voor wien ze een akelig klein beetje over hebben en van wien ze massa's willen ontvangen. En van wien alles, wat niet gelukt, heeft God de schuld. Wat zijn er in deze maatschappij toch ve le geknakte zielen.... OBSERVER. ONZE FOTO. Zondagmiddag om 4 uur zal er op den Burcht een foto worden gemaakt van de leden van onze Gezellenvereeniging. Alle gehuwde en ongehuwde Gezellen en ook de buitengewone leden worden verwacht, laten allen aanwezig zijn. Deze foto komt in ons keurig uitgevoerd gedenkboek, dat aan alle leden gratis zal worden toegezon den vóór ons feest. Ook kan men een of twee foto's aanschaf fen tegen den prijs van 20 cent, grootere foto's zullen zoo ongeveer 70 cent kosten. Wie zich een extra-foto, klein of groot wil aanschaffen, geve dit even op bij den V-Praeses. Wanneer de foto van de Gezellen is ge nomen, zal er een foto worden gemaakt van alle commissarissen, bestuursleden van de onderafd. en ook van degenen, die in een of andere commisie voor de a.s. feestviering zitting hebben Ook deze foto kan men zioh aanschaffen etc. j Als dit is geschied, komt de raad van bestuur aan de beurt. Wij hopen, dat allen present zullen zijn i en niemand dus thuis blijve. H. SCHRAMA. V.-Pr. VOOR ONS DISTRICT. Maandagmiddag om 4 uur worden de Praesides ter vergadering verwacht en des avonds om half negen de Senioren. De agenda is zeer belangrijk. Wie kan, die komt! Het gaat om onze groote dag van 't vijftigjarig bestaan. KOLPINGS LIJFWACHT. Ieder goed Gezel zal als vanzelfsprekend door woord en voorbeeld propaganda ma ken in en buiten de vereeniging, maar, om dat onze tijd een krachtige en algemee- ne propaganda noodig heeft, is het Cen traal Verband enkele, jaren geleden er toe overgegaan om een nieuwe instituut in het leven te roepen om zoo de propagan da levendig te maken. Verschillende nieu we leden gaven zich op. Wij hebben een wensch, n.l. dat wij hen vóór de a.s. feesten kunnen installeeren. Het is mogelijk, als zij hun goeden wil toonen. Spaargelegen- heid voor het costuum Is opengesteld bij den huismeester. AFD. GEZELLEN. De gewone verplichte bijeenkomst is a.s. Dinsdag, te 8.45 uur: Al zomert het, die drie kwartier geven we aan onze Gez. Ver. Ieder Gezel moet het zóó gaan opvatten. JAARVERGADERINGEN. Besturen van onze onderafdeelingen moe ten dezer dagen den datum van hun club- jaarvergadering met den V.-Praeses be praten. Voorzitter of secretaris kunnen dat doen 's avonds in de vereeniging, maar ook Maandeg-, Woensdag- en Donderdagavond om half zeven aan de pastorie. ONTWIKKELINGSCLUB. Deze club opent de rij der jaarvergade ringen a.s. Donderdag 3 Juni. De agenda bevat o.m. de bestuursverkiezing; de aftre denden zijn herkiesbaar. De oud-voorzit ter. de Senior, zal alsdan spreken over het onderwerp: „Slachtoffers van een dwa lend geweten". Ook niet-leden kunnen en mogen aanwezig zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 17