3)e £^icbclic0oti4omt
Het 3e half-regiment Huzaren uit Den Haag en het 2e half-regiment
Huzaren uit Breda hielden Dinsdag in de omgeving van Gilze (N.-Br.)
oefeningen, waarvan hierboven een snapshot
Even voordat de bekende Belgische
stratosfeer-onderzoeker, prof. Piccard,
met zijn assistent, ir. Cosijns, voor een
proefvlucht op wilde stijgen, vloog de
ballon in brand en werd totaal vernield
De oude pont van den veerdienst Enkhuizen-Stavoren is te
Zalt Bommel omgebouwd tot passagiersschip om in de West-
Indische wateren dienst te gaan doen
Mansteld, die de beste prestaties leverde
bij de internationale solitude-rennen
te Stuttgart, in actie
President Lebrun heeft Maandag te Parijs de Wereldtentoonstelling 1937 geopend. - De aankomst van
den president in gezelschap van minister-president Leon Blum
De burgeroorlog in Spanje. Een foto, die een duidelijk beeld geeft
van den toestand in de straten der Spaansche hoofdstad
FEUILLETON
DE MOEIZAME WEG
Naar het Engelsch
door
THEA BLOEMERS.
(Nadruk verboden).
16)
„Nu Juffrouw ik hoop, dat u gelijk hebt",
sprak de man weifelend, „maar ik ben niet
gerust Ik weet dat de baas gisteravond te
rug had willen zijn, want hij had brieven
te schrijven voor de post van vanmorgen.
Neemt u mij niet kwalijk, dat ik u heb
lastig gevallen, juffrouw. Goedendag".
Hij reed weg, Christian verschrikt en on
gerust achterlatend. „Natuurlijk", zei ze
bij zichzelf, ging 't haar heelemaal niet
aan, of Warwick zin had een, twee, of drie
nachten uit te blijven.
Toch voelde ze zich niet op haar gemak.
Tegenden avond, toen ze van den zaag
molen kwam, zag ze een troepje mannen
opgewonden staan praten; daaronder her
kende ze vier of vijf van Warwicks werk
lui. De laatsten trokken zich terug toen ze
aankwam en wendde voor, niet aan 't ge
sprek deelgenomen te hebben, maar ze ging
naar hen toe en vroeg kort: „Is meneer
Warwick terug?"
„Neen juffrouw", antwoordde een man,
na 'n stilte, met blijkbare verlegenheid.
Op dat oogenblik kwam Gaddy aanhol
len, opgewonden uitroepend: „O Chris, ze
zeggen dat meneer Warwick door die
Mexicanen gestoken is en dat iemand Car
digan heeft vergiftigd" en 't kind barstte in
hevig snikken uit.
Christian's hart scheen stil te staan en ze
voelde al 't bloed uit haar gezicht weg
trekken, doch ze zei alleen: „Zoek nu geen
narigheid, Gaddy; denk je dat meneer War
wick niet op zichzelf kan passen?"
Toen ze wegliep, mompelde een van de
mannen: „Ze neemt 't nogal kalm op, dat
moet ik zeggen."
Christian zat dien avond laat voor haar
raam, luisterend naar het geluid van de
paardenhoeven met 'n vreemd gevoel van
naderend onheil, want niemand had iets
van Warwick gehoord en Milly had haar
hoofd onheilspellend geschud, bij de zon
derling opwekkende tirade:
„Och, die arme meneer Warwick, ik
vrees, dat hy de eeuwige rust is ingegaan.
Mike wil bij zonsopgang naar Raskellan,
als meneer Warwick dan nog niet is komen
opdagen. Maar natuurlijk komt hij niet le
vend terug. Onbekend zijn 'sHeeren we
gen en Zijn voetstappen zijn als de storm".
Christian lachte hysterisch en Milly ver
dween, maar haar lachen ging over in iets,
dat veel van een snik had. Een klein, in
pyama gehulp figuurtje met verwarde ha
ren en roode oogen, sloop haar kamer bin
nen en klom op haar schoot.
„Gaddy", barstte ze uit, lieve jongen, ik
dacht, dat je allang sliep!"
„Ik luister of ik. meneer Warwick thuis
hoor komen", zei 't kind verdrietig. „Maar
ik geloof, dat hij nooit thuis zal komen O,
Christ, ik wist wel, dat hij te goed was om
hier te blijven. Geloof je ook niet? Maar,
o ja, ik vergat, dat jij hem niet aardig
vindt."
Plotseling klonk een lang, melancholiek
geluid door de duisternis en Gaddy, zich
op zijn knieën op Christian's schoot oprich
tend, riep:
„Dat is Perry!"
't Was werkelijk Perry, die met den kop
omhoog en met droevig hangende ooren
op een maanverlichte plek zat. Juist toen
Gaddy sprak, holden Wag en Tartar storm
achtig om den hoek en liepen met opstaan
de haren en dreigende tanden op den in
dringer af.
„Alle deksels, dat wordt een vechtpartij",
riep Gaddy, die zich al klaar maakte om
uit het raam te klimmen, maar er werd
niet gevochten, want Perry nam niet de
minste notitie van het tweetal, behalve dat
hij met zijn sombere oogen even in hun
richting keek, waarop Wag en Tartar hun
vijandige houding lieten varen en na een
paar maal hun vijand besnuffeld te hebben,
gingen ze naast hem zitten en jankten mee.
Er was iets komisch in dit schouwspel,
maar Christian en Gaddy hadden er op dit
oogenblik geen oog voor. Op 't laatst huil
de Gaddy, toekomstig mijningenieur, zee
man en bereden politieman, zichzelf in
slaap en Christian droeg hem voorzichtig
naar zijn kamertje, legde hem in zijn bed
en dekte hem toe. Toen opende zij de deur,
en liep naar buiten in 't maanlicht.
Perry was verdwenen. Wag en Tartar
lagen opgerold bij een stapel hout half te
slapen hun neuzen tusschen de pooten,
maar met de oogen open. Christian gaf ze
een teeken, rustig te blijven en liep lang
zaam over 't gerooide boschland, scherp
luisterend om 't lichtste geluid op te van
gen.
En in de doodsche stilte van den nacht
zond ze hartstochtelijke gebeden op voor
den man, die zooveel voor haar beteeken-
de. Maar zelfs terwijl ze bad, werd haar
hart zwaar en scheen steeds zwaarder te
worden.
Het onmeedoogende maanlicht bleekte de
omringende heuvels, den bochtigen weg,
't kamp met de eenzame huttengroepen.
Dicht in de buurt kon ze Perry's lang uit
gehaald gehuil hooren. Een minuut later
werd de stilte verbroken door het stam
pen van Betsy en andere paarden, in hun
stallen bij den zaagmolen. Christian liep
met langzamen tred steeds verder van het
huis, tot ze den kruisweg bereikte.
Van hieruit kon ze een groot deel van den
weg, die evenwijdig aan de rivier liep, over
zien, maar de witheid van den weg werd
nergens verbroken. Plotseling deed een
korte, harde blaf haar omkeeren en ze zag
Perry naar zich toehollen. Toen hij haar
bereikt had, duwde hij zijn neus in haar
hand en keek haar met veelbeteekenende,
vragende oogen aan.
„Beste Pery, brave hond", zei ze, zich
bukkend om hem te streelen. „Kom dan
maar."
Hij liep voor haar uit, nu en dan terug-
hollend om haar hand even vriendschappe
lijk met zijn tong te beroeren. Ze hadden
juist het boschje bereikt, toen Perry stil
stond, zijn ooren opstak en er toen zoo hard
hij kon vandoor ging. En op 't laatst hoor
de Christian 't geluid, waarop ze gewacht
had, 't regelmatig naderkomen van paar-
dehoeven.
X
Ze verstopte zich tusschen de struiken
bij den ingang van 't bosch, terwijl 't ge
luid nader kwam. Een minuut later werd
Warwick langzaam in 't maanlicht zicht
baar, Perry sprong in dolle vreugde rond
om het paard.
Christian trok zich nog verder terug
maar Warwick's doordringende oogen had
den 't gefladder van haar rokken gezien en
hij hield plotseling zijn paard in.
„Wie is daar?" riep hij.
Met een half verlegen lachje stapte Chris
tian in 't maanlicht.
„Ik ben 't maar", zei ze, pogend kalm te
spreken.
Warwick slingerde zich uit het zadel en
keek op zijn horloge. „Natuurlijk heb ik
niet 't minste recht, u een raad te geven,
maar denkt u dat het wijs van u is, om
half drie 's nachts alleen op dit eenzame
deel van den weg te zijn?"
„Ik ben absoluut veilig", antwoordde ze,
de kleine revolver aanrakend, die uit haar
gordel stak, maar niettegenstaande haar on
verschillige woorden, was haar stem niet
geheel vast.
„Er is zeker iets gebeurd", hernam hij,
met eenige ongerustheid. „U doet zoo op
gewonden en niet als anders. Wat is er?
Waarom bent u op dit uur zoo ver van
huis?"
Ze schudde 't hoofd, niet in staat te spre
ken, zonder blijk te geven van de storm,
die in haar arme hart woedde.
Hij keek eenige seconden zwijgend op
haar neer. Toen zei hij rustig: „U gaat nu
naar huis, is 't niet?"
Ze maakte een instemmende beweging.
„Mag ik u dan vergezellen?" ging hij
voort.
„Dat kan ik u niet beletten", mompelde
ze.
(Wordt vervolffd.1