De vlootrevue
te Spithead.
FEUILLETON
DE MOEIZAME WEG
Naar het Engelsch
door
THEA BLOEMERS.
(Nadruk verboden).
12)
De merrie sprong vooruit,'maar de woes
telingen waren haar. te vlug af. Met woe
dende vloeken grepen ze het paard bij den
kop en duwden het. zoover terug, tot het
haast kwam te zitten. „Zoo, wou je vech
ten?", mompelde de eerste man tusschen
zijn tanden. „Nu, dat zullen we je wel af-
leeren, mijn schoonheid. Kom, geef op dat
geld, verder kim je alles houden, wat je
hebt. Als je 't niet...."
Maar Christian was nu door 't dolle
heen en voor de roovers wisten, wat ze
deed, had ze hen met haar zweep .pijnlijk
in him gezichten geslagen.
Toen bracht ze vlug als water haar re
volver te voorschijn, maar de tweede man
sloeg haar het wapen met een vreeselijke
verwensching uit de hand, en ongetwijfeld
zou 't slecht met haar zijn afgeloopen, als
niet een ruiter naast haar was komen op
dagen, die de glimmende loopen van twee
revolvers op het tweetal richtte.
„Zoo, juffrouw Cunninghame, ik schijn
precies op tijd te zijn gekomen", zei een
mannenstem.
Christian, nog bevend over al haar leden,
hield haar geldzak vast en-keerde zich naar
haar bevrijder. Toen ze dit deed, verander
de de uitdrukking van opgeluchte blijd
schap in, wat men zou kunnen noemen, een
uitdrukking van stugge dankbaarheid,
want de juist aangekomene was Owen, die
er opgeblazen en gewichtig uitzag.
„Vooruit, jullie lafaards, maakt dat jul
lie wegkomt, hè. Ik zal verder voor de jon
gedame zorgen", riep hij met luide, snoe
vende stem. „Denk er om binnen drie
seconden schiet ik."
Het edele span sloop mopperend weg en
Owen pakte Betsy's leidsels en maakte zich
gereed, zijn paard naast haar te brengen.
„U moest eigenlijk niet zoo laat op het
pad zijn", begon hij op familiairen, zelfs
hartelijken toon, die haar 't bloéd naar de
wangen dreef.
„En met geld nog wel", voegde hij er
aan toe, kijkend naar den zak, die zij vast
hield. ,,'t Is niet veilig. Wat zou er wel ge
beurd zijn, als ik niet gekomen was?"
„Ja, wat?" zei ze, met een poging om
vriendelijk te spreken, want mottige Sam
my was geen uitverkorene van haar. „Ik
ben u heel dankbaar. Zoudt u de mate van
mijn dankbaarheid nog willen volmaken,
door mijn revolver op te rapen? Een van
de mannen heeft het ding uit mijn hand
geslagen."
Owen gehoorzaamde. „Ik zou alles voor
u willen doen", verklaarde hij, terwijl hij
weer opsteeg. „Dat weet u wel. Binnen
kort zal ik misschien om mijn belooning
vragen."
Terwijl hy sprak, boog hij zijn bol, on
aangenaam gezicht tot dicht bij het hare,
en keek naar haar op een manier, die haar
vol afkeer deed terugdeinzen.
„U weet wel, wat ik bedoel, hè", ging hij
voort, zijn paard nog wat dichterbij bren
gend, terwijl hij poogde haar hand te grij
pen.
„Neen, ik kan niet zeggen, dat ik dat
doe", antwoordde ze kortaf.
„Kom, kom, nu. U weet heel goed, dat ik
verduiveld veel van u houd, en dat ik met
u trouwen wil", sprak hij wat opgewonden.
„Laten we dat afspreken. U zoudt geen be
tere partij kunnen doen. Ik kan u vrijwel
alles geven, wat een vrouw maar wen-
schen kan; en dan koopen we dien trot-
schen gek Warwick uit, en sturen hem
naar den duivel. Wat hij van mijnen af
weet, kan in 't holle van mijn hand. Nu
wat zegt u?"
,,'t Spijt me erg", en Christian's stem
klonk vast, „maar het is absoluut onmo-
dat ik uw vrouw word."
„Waarom niet?" riep hij stomverbaasd,
't Was haast donker en hij kon haar
gezicht niet duidelijk onderscheiden, maar
iets in haar stem maakte hem dol toen ze
antwoordde: „Ik kan u heusch geen enkele
reden noemen, behalve, dat ik niets om
u geef en niet met u trouwen wil."
„Zoo, wil je niet?" barstte hij woedend
uit. „Je hebt zeker iemand, van wien je
meer houdt, lieve jonge dame. Maar laat ik
je zeggen, dat je met dien Warwick geen
succes zult hebben. Hij moet een rare sin
jeur zijn;, ze zeggen zelfs dat hij getrouwd
is. Neem 't zekere voor 't onzekere kind
lief, zooals heel wat meisjes vóór je ge
daan hebben, anders loopt het niet goed
met je af,"
Met bovenmenschelijke inspanning be
waarde Christian het stilzwijgen.
„En heb je niets meer te zeggen?" ging
haar vervolger dreigend voort, ,,'t Is je
laatste kans, bedenk dat."
„Daar kan ik niets aan doen, meneer
Owen", was 't halfverstaanbare antwoord.
„Ik kan niet met u trouwen en ik wil
niet."
„Maar je zult, jij trotsch nest. Geloof
maar niet, dat ik me laat afschrikken door
je verduiveld verwaande manieren. Je bent
al half verliefd op me, dat was je tenmin
ste totdat die onverdraaglijke kwast op het
tooneel verscheen."
Terwijl hij sprak, boog hij zich voor
over en sloeg zijn arm om haar heen haar
haast uit het zadel, beurend.
„Kom, geef me een kus, lief kindje, en
nu geen onzin meer. Je hebt lang genoeg
tegenstand geboden, ga niet te ver."
„Neem dadelijk uw arm weg", riep ze
woedend. „Hoort u? Hoe durft u mij aan te
raken? U trouwen! Ik zou niet met u wil
len trouwen, al was u de eenige man in de
wereld."
Plotseling kwam in 't schemerig sterren
licht een andere ruiter te voorschijn, die
langs 't voetpad galoppeerde.
„Is dat meneer Warwick?" riep Chris
tian, haast buiten zichzelf van woede en
angst.
„Ja" antwoordde Warwick's diepe stem,
terwijl hij nader kwam: „Is er iets niet in
orde?"
Al sprekend liet hij zijn paard keeren en
reed tot aan Christian's zijde.
„Ik begeleid juffrouw Cunninghame
naar huis", zei Owen onbeschoft.
„Dat zie ik", antwoordde Warwick met
effen stem.
„Kun je dan niet wat verder zien en be
seffen dat je hier het vijfde rad aan den
wagen bent?" vroeg de ander, half dol
van hartzeer en jaloezie.
„Als juffrouw Cunninghame mij dat zegt
zal ik haar gehoorzamen", was het bedaar
de antwoord. „Zal ik doorrijden?" vroeg
hij, zich tot Christian wendend.
„Neen, alstublieft niet", en er was iets
smeekends in haar stem. „Integendeel, ik
zal heel blij zijn, als u met mij naar huis
wilt rijden. Eigenlijk beloofde ik Gad-
dy, als ik u zag, u te vragen, mee naar
Carolay te komen. Hij heeft u iets belang
rijks te vertellen. Komt u alstublieft mee
naar huis."
Er was iets in de oogen, die in de sche
mering naar hem opgeslagen waren, wat
hem deed zeggen: „Zeker, dat zal ik graag
doen. Ik was eigenlijk half van plan van
avond uw toestemming te komen vragen,
om wat hout aan den voet van den heuvel
tusschen Carolay en Barnethan weg te ha
len. 't Is betwistbaar eigendom, zooals ik
hoorde."
Owen's ongezond, mottig gezicht werd
haast purper. „Mijn aanwezigheid schijnt
niet noodig te zijn", zei hij met moeite,
„hoewel ik juist mijn leven gewaagd heb
om u uit 'n leelijke situatie te redden."
„Bent u er zeker van, dat u niet een
even leelijke situatie aan 't scheppen was",
antwoordde Warwick, met moeite zijn
woede beheerschend.
„Wat meent u?" vroeg de ander onbe
schaamd.
„In den regel gebruik ik niet veel woor
den om duidelijk te maken, wat ik bedoel",
klonk het hooghartig. „En ik geloof dat
het u wel duidelijk is."
„O ja?" bromde de ander. „Dus juffrouw
Cunninghame, ik geloof dat ik wel gaan
kan, maar ik heb een goed geheugen zoo
als u merken zult en misschien zal er bin
nenkort reden voor u zijn, over een en an
der spijt te hebben."
(Wordt vervolgd.)
Per auto reden Koning George en Koningin Elizabeth van
Engeland deze week naar de Guildhall te Londen, waar zij aan
zaten aan het Koningsbanket, aangeboden door het gemeente
bestuur der Engelsche hoofdstad
De groote vlootrevue te Spithead ter eere van het gekroonde Engelsche
vorstenpaar heeft Donderdag plaats gehad. Een vanuit een vliegboot gemaakte
foto van eenige der verzamelde oorlogsbodems van verschillende nationaliteit
Zieken- en vrachtauto's stonden Donderdag op het stationsemplace
ment te Delft gereed voor transport naar Parijs als onderdeel van
een order van eenige honderden automobielen. Het vermoeden
bestaat, dat deze auto's voor Spanje bestemd zijn
Nu de zijtribunes van het Olympisch stadion verhoogd zijn, blijkt de
kap van de Marathontribune het vrije uitzicht op het speelterrein en
de banen te belemmeren. De kap wordt daarom 51/» meter omhoog
gebracht
De nieuwste aanwinst voor de Kon. Nederlandsche Marine, de flottieljeleider
.Tromp", die door H. M. de Koningin Maandag a s. officieel te water zal
worden gelaten, gereed op de helling bij de Ned. Scheepsbouw Mij. te Amsterdam