Maandag behandeling van de
Pachtwet
Waarom de voorzitter uitstel wenschte
BINNENLAND
Indië en onze boter
LUCHTVAART
VRIJDAG 21 MEI 1937
DE LEIDSCHE COURANT
flERDE BLAD - PAG. 13
EERSTE KAMER
„Mij komt dat niet oirbaar
voor"
HET VOORSTEL-VAN SASSE VAN
YSSELT.
Na hervatting van de vergadering is aller
eerst aan de orde het voorstel van orde van
dien heer Van Sasse van Ysselt (R.K.)
strekkende om aan de agenda toe te voe
gen en zoo mogelijk in openbare behande
ling te nemen op Donderdag 27 Mei a.s. te
één uur, de pachtwet en daarna de andere
ontwerpen van wat, welke voor behande
ling gereed zijn.
REDE VAN DEN VOORZITTER.
De voorzitter houdt de volgende
rede:
Alvorens den heer Van Sasse van Ysselt
het woord te geven tot toelichting van het
voorstel, wensch ik aan de Kamer mede-
deeling te doen van de redenen, welke mij,
na gezette overweging, hebben belet, wets
ontwerp no. 19 op onze agenda te plaatsen.
Voorop sta, dat ik er mij zorgvuldig van
zal onthouden, te treden in de merites van
de voordracht. Daarover van deze plaats
geen woord.
Die redenen dan zijn drie in aantal. De
eene al concludenter dan de andere.
De eerste is deze, dat sedert de verschij
ning van het eindverslag de tijd veel en
veel te kort is, dan dat er sprake van zou
kunnen zijn, dat de leden ik zeg niet een
enkel lid gelegenheid zouden hebben ge
had nauwgezet kennis te nemen van de
zeer omvangrijke immers 39 bladzijden
tellende memorie van antwoord, laat
staan haar naar eisch te overwegen.
De tweede reden is, dat het mi. niet aan
gaat, waar reeds sedert 3 Mei j.l. dag van
candidaatstelling, vaststaat, dat zij het
tot mijn groot leedwezenplm. een derde
van óns college over slechts enkele dagen
hier niet terugkeert, een zoo gewichtig
wetsontwerp, waaromtrent blijkens het
voorloopig verslag dermate verschillend
wordt gedacht, thans gelijk de geachte
afgevaardigde, de heer Mendels, het van
morgen tegen de behandeling van een an
der wetsontwerp zoo juist heeft aangevoerd
„op het nippertje van heengaan, kort voor
het scheiden van de markt" nog in be
handeling te nemen.
Maar nog bedenkelijker is het dat zulks
niet alleen na de candidaatstelling zal ge
schieden, maar ook nog na de verkiezingen
op as. Donderdag 27 Mei.
Noch in 1917, noch in 1922, noch in 1933,
toen ook telkens ontbindingen op termijn
plaats grepen, heeft ooit eene der Kamers
het bestaan na de verkiezingen te verga
deren.
De Kamer houde het zich voor gezegd.
Nu weet ik natuurlijk zeer goed, dat in
den zomer van 1916 ik heb het zelf mee
gemaakt na eene periodieke verkiezing
deze Kamer vergaderd heeft.
Maar het behoeft wel geen nader betoog,
dat dit geval geheel anders ligt dan waar
het nu om gaat.
Vooreerst gold het toen de aftreding in
September van slechts 1/3 van het college,
maar bovendien waren de wetsontwerpen,
welke alsnog behandeld worden, in hoofd- -
zaak gevolg van den wereldoorlog.
Eene enumeratie zal ik der Kamer be
sparen.
Ook in den zomer van 1935 is de Kamer
bijeen geweest. Maar ook toen was het
slechts na een periodieke verkiezing.
De derde reden is, dat de Staten-Generaal
alleen reeds door het ontbindingsbesluit
feitelijk als volksvertegenwoordiging zijn
gedisqu al ificeerd
Dat de ontbinding op termijn plaats heeft,
geschiedt begrijpelijkerwijze om in casu van
nood wij leven in een zeer zorgelijken
tijd de Kamer bij de hand te hebben,
maar mag allerminst dienen om niet spoed-,
eischende, gewichtige wettelijke maatrege
len nog tot stand te brengen. Mij komt dat
niet oirbaar voor. De verantwoordelijkheid
daarvoor vermag ik niet te dragen.
Intusschen is na de toevoeging, welke art.
46, 4e lid, van het reglement van orde een
4-tal jaren geleden heeft erlangd, de Kamer
bij machte zelve aan het wetsontwerp als
nog op de agenda eene plaats in te ruimen.
Vindt de meerderheid daartoe vrijheid,
een vrijheid, welke het blijkt uit het
voorafgaande ik geheel mis, ze handele
dienovereenkomstig.
Zij is souverein.
Maar dan ook aan haar de volle verant
woordelijkheid.
Tenslotte acht ik het mijn plicht er op te
wijzen, dat, wordt in de huidige constella
tie tot behandeling van de voordracht be
sloten, en mocht zij tot wet worden ver
heven, op deze laatste, naar ik vrees, tijdens
haar korter of langer bestaan, onvermij
delijk een onafwischbaar stigma zal komen
te rusten, waartegen de Kamer, gedachtig
aan de hooge plaats, weike zij op legislatief
terrein tot dusver inneemt, m.i. wel de
eerstgeroepene is om met de grootste zorg
vuldigheid te waken.
DE VOORSTELLER AAN HET WOORD.
De heer Van Sasse van Ysselt
(R.K.), de verantwoordelijkheid van den
voorzitter erkennende, voegt hieraan toe:
wij hebben die niet minder.
De reden waarom spreker en de mede-
onderteekenaars het voorstel tot behande
ling hebben ingediend is gelegen in den
wensch om te voorkomen, dat op 5 Juni
de betreffende drie wetsontwerpen auto
matisch zouden vervallen omdat de Eerste
Kamer hen niet heeft afgedaan.
Spreker persisteert daarom bij zijn voor
stel.
De heer Mendels (S.D.) dient een
'amendement in op het voorstel-Van Sasse
van Ysselt en wel om als data van behan
deling te noemen Maandag 24 Mei In plaats
van Donderdag 27 Mei.
Dit amendement wordt niet 24 tegen 15
stemmen aangenomen. (Tegen de heeren
Fleskens, Van Lanschot, Van Citters, De
Jong, Steger, Van Sasse van Ysselt, Ter
Haar, De Gijselaar, Diepenhorst, Van der
Hoeven, Van Asch van Wijck, Nivard, An-
,driessen en de voorzitter).
Het voorstel-Van Sasse van Ysselt aldus
geamendeerd, wordt met 32 tegen 7 stem
men aangenomen.
(Tegen: de heeren Gelderman, Van Cit
ters, de Gijselaar, van der Hoeven, Van
Rappard, Briët en de voorzitter).
De voorzitter constateert nog, dat
de bepaling van het uur van aanvang aan
hem moet worden overgelaten.
Voortgezet wordt de behandeling van het
wetsontwerp tot wijziging van art. 29 van
het wetboek van strafrecht.
Het wetsontwerp wordt met 27 tegen 9
stemmen aangenomen. (Tegen S.-D.).
Te 3 uur 50 werd de vergadering verdaagd
tot hedenmorgen 11 uur.
PRINS BERNHARD BIJ DE JAARBEURS.
Dinsdag a.s. installatie.
Zooals reeds eerder bericht, zou Prins
Bernhard kort na zijn terugkomst hier te
lande worden geïnstalleerd als Konink
lijke Commissaris van de Koninklijke Ne
der landsche Jaarbeurs.
Thans vernemen wij, dat deze installatie
zal geschieden op Dinsdagmiddag drie uur
in het Secretariaatsgebouw, waar de voor
zitter van den raad van beheer, dr. F. H.
Fentener van Vlissingen, den Prins zal toe
spreken in een buitengewone zitting van
dien' raad. Het moet in de bedoeling liggen,
dat Z. K. H. zich daarna eenigen tijd in
de werkzaamheden van het instituut zal
inwerken. Hoogstwaarschijnlijk zal dit
eveneens gebeuren op het secretariaat.
Het is mogelijk, dat de Prins zijn functie
zal uitoefenen zooals een regeeringscom-
missaris of een gemeentelijk commissaris,
dus voornamelijk door het bijwonen van
vergadering en het vragen van inlichtin
gen. In de kringen van den Raad van Be
heer van het Utrechtsche Instituut hoopt
men natuurlijk, dat Z. K. H. zijn bemoeiin
gen ook verder zal uitstrekken door zich
meer intensief in het jaarbeurs wezen te
verdiepen en zich er voor te interesseeren.
Thans staat met zekerheid omtrent de
werkzaamheden nog niets vast.
DE REGEERING EN HET
VREEMDELINGENVERKEER.
Subsidie van 50 a 60 mille toegezegd.
Woensdagavond zijn de onder-
derhandelingen, welke reeds ge-
ruimen tijd tusschen de regeering
en de algemcene Nederlandsche
Vereeniging voor Vreemdelingen
verkeer gevoerd worden, tot een
einde gekomen. Door de regeering
zal een jaarlljksch subsidie worden
verleend van vijftig a zestigdui
zend gulden.
De A.N.V.V. is over het bereikte resul
taat tevreden, vernamen wij van den voor
zitter, C. R. T. baron Krayenhoff, al zijn
dan niet al haar wenschen vervuld. Voor
de medewerking van den minister van
handel, nijverheid en scheepvaart onder
vonden, was baron Krayenhoff zeer vol
daan. Naar men weet ressorteert de be
moeienis van de regeering met het vreem
delingenverkeer onder genoemden minis
ter. Regeeringscommissaris van het vreem
delingenverkeer is dr. Groeneveld Meyer,
administrateur aan het departement van
handel, nijverheid en scheepvaart. Over het
bereikte accoord tusschen de regeering en
de A.N.V.V. valt in de eerste plaats te mel
den, dat de regeering haar j aarlij ksch sub
sidie op ƒ50 a ƒ60.000 heeft gesteld. Het
vorige jaar bedroeg deze subsidie ƒ28.000.
Ook hechtte de regeering haar goedkeu
ring aan de statutenwijziging van de A. N.
V. V. Deze wijziging betreft voornamelijk
de samenwerking tusschen deze organisatie
en de plaatselijke vereenigingen voor
vreemdelingenverkeer. Van deze wijziging
wordt een betere samenwerking verwacht.
Op verzoek van het departement van
handel, nijverheid en scheepvaart zullen
in het dagelijksch bestuur zitting nemen
de heeren Hudig, directeur van de K. N.
S. M. en van der Paauvv van de K. L. M.
Verder zal op verzoek van de A. N.
V. V. ook een vertegenwoordiger van
den minister van waterstaat in het dage
lijksch bestuur zitting nemen.
Geen ernstige gevolgen voor
onzen zuivelexport
Op de desbetreffende vragen van het
Tweede Kamerlid den heer Louwes heeft
minister Colijn, mede namens minister
Deckers geantwoord:
het is den Minister bekend, dat in Ne-
derlandsch-Indië gevestigde importeurs van
Nederlandsche boter, op instigatie van het
Departement van Economische Zaken te
Batavia, in Februari j.l. hebben besloten
om in de eerstvolgende zes maanden niet
meer boter uit Nederland te betrekken dan
hun gemiddelde maandelijksche invoeren
in 1936 bedroegen, d.i. ongeveer 24 1/2 pet.
van den totalen Indischen boterinvoer in
dat jaar. Deze regeling komt inderdaad aan
den invoer van Australische boter ten
goede.
Niet uit het oog mag worden verloren,
dat de belangen van den algemeenen moe-
derlandschen invoer in "Nederlandsch-In-
dië in de laatste jaren krachtig werd be
vorderd door middel van het vaststellen
van Nederlandsche invoercontingenten ter
waarde van 30 millioen 'sjaars.
Vorenbedoelde tijdelijke botcr-
regeling zal geen ernstige gevol
gen voor den Nederlandschen zui
velexport kunnen hebben, omdat in
1936 de uitvoer van Nederland
sche boter naar Neder landsch-
Indië 1371 tons, ter waarde van on
geveer 725.000 bedroeg, d.i.
slechts ruim 2 pet. van den totalen
uitvoer van Nederlandsche bote,
indien Nederl. de geheele Indische
behoefte aan ingevoerde boter kon
dekken, zou daarbij nog geen 10
pet, van zijn geheelen boteruitvoer
zijn betrokken
Van een diep ingrijpenden en in haar ge
volgen ver strekkenden maatregel kan hier
niet gesproken worden. Vorenbedoelde re
geling werd uitgelokt, omdat het wensche-
lijk was gebleken om op een eenvoudige
wijze te geraken tot een tijdelijke fixeering
van den toenemenden invoer in Neder-
landsch-Indië van Nederlandsche boter, ten
einde gelegenheid te verkrijgen voor over
leg nopens de bij den Indischen boterim-
port betrokken Australische belangen. Van
Australische zijde werd namelijk herhaal
delijk uiting gegeven aan ernstige bezorgd
heid over de vermindering van den invoer
in Nederlandsch-Indië van Australische bo
ter. Hoewel Australië uiteraard geen aan
spraak kan maken op interventie in den
boterafzet in Nederlandsoh-Indië de bo-
terpolitiek van Australië doet daarbij niet
ter zake bleek beschouwing van de
Austalische belangen bij-: den boterimport
in Nederlandsch-Indië raadzaam te zijn,
omdat dat gebiedsdeel er "groot belang bij
heeft, dat zijn export naar Australië onge
moeid voortgang kan vinden.
Nederlandsch-Indië vóérde namelijk in
1936 voor een waarde van ongeveer 24 mil
lioen naar Australië uit (waarvan voor on
geveer 8 1/2 millioen aan thee), terwijl de
Australische" uitvoer naar Nederlandsch-
Indië in dat jaar slechts ongeveer 8 mil
lioen bedroeg (waarvan voor ongeveer 2 1/2
millioen aan boter). Het is daarom van
groote beteekenis, dat Australië tot dus
ver geen tariefpreferentie heeft toegekend
aan de Britsch-Indische en de Ceylon-
thee.
De omstandigheid, dat de Nederlandsche
zuivelexport op een ander gebied bezwaar
ondervindt van de activiteit der Neder-
landsch-Indische handelsbalans ten aanzien
van Duitschland, kon geen voldoende aan
leiding vormen om groot risico te blijven
loopen ter zake van den Indische thee-uit
voer naar Australië.
De regeering is bereid om, in overleg
met de bij deze aangelegenheid in het moe
derland betrokken instanties, te onderzoe
ken, of geen meer bevredigende oplossing
kan worden tot stand gebracht.
VERKOOP TARWEBLOEM OP
CONTRACT.
Nadere beslissing van de commissie-
Gerbrandy.
Naar aanleiding van de ontvangen aan
vulling harer gegevens inzake de Regee-
ringsmaatregelen ten aanzien van tarwe
bloem B heeft de commissie Gerbrandy,
bedoeld in de algemeene verkoopvoor
waarden voor tarwebloem en tarwemeel en
voor roggebloem en roggemeel van de fa
brikanten van deze producten, beslist, dat:
le. De prijs van de tarwebloem B sedert
4 April j.l. geleverd of nog te leveren op
grond van voorverkoopcontracten tarwe
bloem B, gesloten voor dien datum met 70
cents per 100 kg. wordt verlaagd.
2e. De prijs van het per 25 April j.L nog
niet uitgevoerde gedeelte van op dien da
tum nog loopende voorverkoopcontracten
tarwebloem B met 0.17 per 100 kg. wordt
verhoogd.
Als uitvloeisel van de vorenomschreven
beslissingen, alsook van de omstandigheid,
dat de heffing op tarwebloem B zoowel
voor de voorverkoopcontracten, afgesloten
vóór 4 April j.l. als voor die, welke tus
schen 4 en 25 April jJ. werden gesloten,
op ƒ3.15 is gehandhaafd of vastgesteld,
zullen practisch de volgende wijzigingen
plaats vinden in de prijzen per 100 kg.
tarwebloem B, te leveren op loopende
voorverkoopcontracten
le. voorverkoopcontracten, gesloten vóór
4 April 1937, voor wat betreft de afleverin
gen tusschen 4 en 25 April j.l.: verlaging
met ƒ0.70,
2e. idem, voor wat betreft de afleverin
gen na 25 April j.l.: verlaging met 0.53,
3e. voorverkoopcontracten, afgesloten
tusschen 4 en 25 April 1937, voor wat be
treft de afleveringen na 25 April j.l.: ver
hooging met 0.17.
TRANSFER MET DUITSCHLAND.
Nieuwe onderhandelingen.
In verband met het feit, dat de bestaan
de transfer-overeenkomst tusschen Neder
land en Duitschland op 1 Juli afloopt, zijn
dezer dagen te 's-Gravenhage besprekin
gen aangevangen tusschen regeeringsver-
tegenwoordigers van beide landen over een
nieuwe overeenkomst.
Van Nederlandsche zijde worden de on
derhandelingen gevoerd door dr. Hirsch-
feld, directeur-generaal van Handel en
Nijverheid, den thesaurier-generaal van het
departement van Financiën, den heer de
Leeuw, mr. Schaepman, van het departe
ment van Buitenlandsche Zaken en baron
Bentinck van het departement van Finan-
VERZOEK VAN DE R.-K. MIDDEN
STANDS VEREENIGING.
Aan het Ministerie van Economische
Zaken.
Het bestuur van de R.-K. Middenstands-
vereeniging „De Hanze" heeft een tele
gram verzonden aan het Ministerie van
Economische Zaken, waarin opgemerkt
wordt, dat in het slagersbedrijf, ten geval-
ge van de stijging dor marktprijzen, een
noodtoestand heerscht. Het bestuur onder
steunt dan ook het verzoek van haar vak-
afdeeling om tot afschaffing van de crisis
heffing te beslutien.
TEWATERLATING FLOTTIELJELEIDER
„TROMP".
Naar wij vernemen zal H. M. de Konin
gin Maandag a.s. per auto van Het Loo
naar Amsterdam reizen, waar zij te drie
uur aan den steiger van de Holland-Ame-
rikalijn, het „Steenen hoofd" bij de Wes-
terdoksdijk, zal aankomen. De koninklijke
sloep zal H. M. dan naar het terrein van
de Nederlandsche Scheepsbouw Maatschap
pij aan den overkant van het IJ brengen,
waar zij te half vier den flottiefjeleider
„Tromp" te water zal laten.
Mr. Westerman is N.S.B.-er geworden.
Het Tweede Kamerlid mr. W. C. Wester
man is als lid toegetreden tot de N.S.B. De
situatie is dus nu zuiver geworden. Los
gelaten door Nationaal Herstel bleef hij
desniettemin toch den op de lijst dezer
partij verworven zetel in onze Volksver
tegenwoordiging
TIEN JAAR GELEDEN.
LINDBERGH'S OCEAANVLUCHT.
„Ik ben Lindbergh".
De tiende verjaardag van Lindbergh's
Oceaanvlucht is gisteren gevierd met een
diner, te New York, waaraan honderden
personen aanzaten.
Op het Rooseveltfield, waar Lindbergh
destijds is opgestegen, is een paaltje ge
plaatst ter herinnering aan d'. gedenkwaar
dige vlucht.
I am Lindbergh, was alles wat de jonge
vlieger zei, toen hij tien jaar geleden op Le
Bourget bij Parijs neergestreken was van
zijn Oceaanvlucht.
Een groepje vliegers had hem in veilig
heid gebracht voor het opgetogen Parij-
sche publiek, dat hem opgewacht had.
Het was wel noodig, dat hij zich voor
stelde, tien jaar geleden. Want wie wist in
Europa wie Charles Lindbergh was?
„Slim" heette hij onder zijn kameraden,
omdat hij zoo slank was. 25 jaren telde hij
in 1927, want hij was in 1902 te Detroit
geboren.
De vooruitzichten op de boerderij van
zijn vader te Little Falls, waar de jonge
Lindbergh gedurende den wereldoorlog
werkzaam was waren niet bijster gunstig,
zoodat hij besloot elders emplooi te zoeken.
Hij ging in opleiding bij een vliegschool
te Lincoln in Nebraska. Daar ontpopte hij
zich weldra als een vlieger van zeldzame
capaciteiten. De „jongen" .deed zijn instruc
teurs versteld staan door zijn byzondere
goede hand van vliegen. In 1925 is Lind
bergh vliegtuigbestuurder bij het leger
geworden. A man of fine moral habits, een
man met prachtige karaktereigenschappen,
zoo werd Charles door zijn meerderen ge
kwalificeerd. Na zijn diensttijd trad hij in
dienst van een luchtverkeersmaatschappij
te St. Louis, welke door de Amerikaansche
post-administratie belast was met het ver
voer van de post tusschen St. Louis en
Chicago. Door weer en wind van alle jaar
getijden heeft Lindbergh de post vervoerd.
Viermalen heeft hij, wanneer het al te
bont werd, met een valscherm zijn leven
gered.
Het was in dezen tijd, het najaar van
1926, dat Lindbergh van de plannen van
den Franschen vlieger Fonck had verno
men en zich voor het vliegen over den At-
lantischen Oceaan begon te interesseeren.
Lindbergh, de eenvoudige boerenzoon,
die stijve boorden verafschuwde, had 2000
dollar overgespaard. Eenige zakenlieden te
St. Louis, die zich voor Slim interesseer
den. deden er wat bij om hem in staat te
stellen een vliegtuig naar zijn wenschen
te koopen. Toen men evenwel vernam, dat
Lindbergh van plan was om alléén over
den Oceaan te vliegen, scheelde het niet
veel of zijn geldschieters hadden zich terug
getrokken. Lindbergh slaagde er in om
voor 15.000 dollar een vliegtuig te laten
construeeren, dat geheel naar zyn wen
schen was. Met den chef-constructeur van
Ryan Airwais construeerde hy het betrek
kelijk kleine vliegtuig, een Ryan-hoog-
dekker, welke voorzien werd van een
Wright Whirlwind-motor van ongeveer 250
pk. Daarmee kon het toestel een kruissnel
heid van ruim 160 km. per uur bereiken.
Het vliegtuig had een overdekte cockpit en
bovendien een periscope om recht vooruit
te kunnen zien, een en ander op speciaal
verlangen van Lindbergh. Ter eere van de
inwoners van St. Louis, heeft Lindberg
het vliegtuig Spirit of St. Louis genoemd.
Groot was in die dagen de sensatie om
den Oceaan. De Franschman Raymond Or-
teig had een prijs uitgeloofd van 25.000
dollar. René Fonch, ,',1'as des as", had het
geprobeerd, maar was in den start al ge
faald.
Andere gegadigden dongen. Voorgangers
kwamen om: de Amerikanen Davis en
Wooster, de Franschen Nungesser en Coli.
Maar op Vrijdag 20 Mei vertrok Charles
Lindbergh 's avonds om 3 uur Amerikaan-
schen tijd (12 uur 52 Greenwich tijd) van
Roosevelt Field bij New York. Met eeni
ge moeite kwam het met bijna 2700 liter
benzine geladen vliegtuig los van den
grond en was spoedi" aan den horizon ver
dwenen. Om 23 u. 53 (Greenwichtijd) pas
seerde de vlieger Kaap Race, een uur later
St. Johns, Zaterdagmiddag vloog hij bo
ven Valentia (Ierland).
Het slechte weer boven den Oceaan had
den vlieger uit den slaap gehouden. Voor
bij New Foundland had hij nu eens enkele
meters boven de oppervlakte van de zee
gevlogen, dan weer had hij het hooger op
gezocht, 3 a 400 meter teneinde den storm
te ontwijken. Om de 100 mijlen contro
leerde hij zijn koers en bracht eventueel
correcties aan. Af en toe nam hij de lichten
van onder hem varende schepen waar,
maar het grootste gedeelte van zijn tocht
was hij genoodzaakt op zijn instrumenten
te vliegen en te vertrouwen op zijn bedre
venheid, welke hij als postvlieger in weer
en wind had opgedaan.
Hij had de 5800 km. afgelegd in 33 J4
uur, met een behoud dus van 174 km/h. Bij
zijn aankomst was er nog 300 liter benzine
in de Ryan, genoeg voor 1500 km., wel een
bewijs, dat Lindbergh prachtig koers ge
vlogen had.
De deining, die Lindberghs vlucht ge
maakt heeft, behoeft niet opnieuw versla
gen te worden. Het was een sensatie. De
vlieger keerde per oorlogsschip naar Ame
rika terug en werd daar de groote adviseur
voor luchtvaartzaken.
De eerlijkheid gebiedt er op te wyzen,
xiat Lindbergh niet de eerste vlieger was,
die den Noordelijken Athlantischen Oceaan
overstak. Dat hebben de Engelsche oorlogs
vliegers Sir John William Alcock en zijn
vriend Wetton Brown 14/15 Juni 1919 ge
daan op een bommenwerper Vickers Vimy.
Zij staken van New Foundland naar En
geland over in ruim 16 uur!
Sir William werd in 1919 „the flying
fool" genoemd Charles Lindbergh acht
jaar later reeds „Lucky Lindy".
Nu staan wij bij de eerste proefvluchten
voor commercieel Oceaanverkeer.
In 18 jaar tijd is wel veel veranderd.
K.L.M. STELT PARIJ5CHEN AVOND
DIENST UIT.
In verband met vertraagde opening
wereldtentoonstelling.
De avonddienst van de K.L.M. naar Pa
rijs, welke in verband) met de wereldten
toonstelling was ingelegd en die den 24sten
Mei a.s. geopend zou worden, zal thans
eerst op 14 Juni voor vervoer word'én open
gesteld; De K.L.M'.. is hiertoe overgegaan in
verband met de vertraagde opening der Pa-
rijsche wereldtentoonstelling.
DRIE MAAL-WEEKSCHE K.L.M.-
DIENST OP INDIë?
Nog niets vastgesteld.
Aneta meldt uit Bandoeng:
De „Preangerbode" verneemt, dat indien
voldoende ervaring met de D.C. 3's zal zijn
verkregen, met ingang van 1 November de
K.L.M. een drie maal weekschen dienst op
Indië zal onderhouden. Bepaalde vertrek
dagen zijn nog niet vastgesteld.
Bij informatie deelde de K.L.M. ons mede,
dat omtrent een drie maal weekschen
dienst naar Indië nog niets is vastgesteld.
DUITSCH LIJN VLIEGTUIG ZWAAR
BESCHADIGD.
Twee dooden, vier gewonden.
Een verkeersvliegtuig van den lijn Stutt
gartFriedrichshafen is kort na den start
van het vliegveld Boeblingen tegen den
grond gevlogen, waardoor het toestel zwaar
beschadigd werd. De marconist en een pas
sagier kwamen om het leven. De bestuurder
werd zwaar en drie passagiers werden licht
gewond.
MERRILL AAN DEN DOOD ONTSNAPT.
Toestel sloeg over den kop.
De vlieger Dick Merrill, de man, die de
geheele wereld in bewondering bracht voor
zijn retourvlucht AmerikaEuropa, is gis
teren, toen hij met zijn vliegtuig te Toronto
wilde landen, afgegleden Merrill's machine
sloeg over den kop, doch wonder boven
wonder bleef de vlieger zelf volkomen on
gedeerd.
OOK DE DERDE POGING VAN
LLEWELLYN FAALT.
Ook de dede poging van den Britschen
vlieger-officier, David Llewellyn, om te
trachten het record van Amy Johnson over
het traject LondenKaapstal en terug te
verbeteren, is mislukt. Zes uur nadat hij
was opgestegen, is Llewellyn naar Croydon
teruggekeerd wegens een defect aan de
schroef.
DE „GODDELIJKE WIND" TE TOKIO.
Het Japansche vliegtuig „goddelijke wind"
bekend om zijn recordvlucht TokioLon-
aen, is om 12.26 (plaatsel. tijd) te Osaka
geland, waar de menigte de vliegers dol
zinnig toejuichte. Even later steeg het
vliegtuig op met bestemming Tokio, waar
het om 15.44 landde.