Hoog bezoek aan Limmel.
Het Engelsche Koninklijke gezin op
den dag der kroning van Z. M. Koning
George VI en H M. Koningin Eliza
beth. Het gekroonde vorstelijk echtpaar
met de Prinsesjes Elizabeth en Margaret
Rose
Een Siameesche kat te Amsterdam heeft
onlangs vijf jongen ter wereld ge
bracht, hetgeen voor deze kattenfamilie
een zeldzaamheid is
De Londensche politie had heel wat moeite om de menigte Koning
in bedwang te houden, die zich langs de straten der
Engelsche hoofdstad had opgesteld, toen de Koning en de
Koningin Donderdag een bezoek aan East End brachten,
om de versieringen In oogenschouw te nemen
Carol van Roemenië woonde de feestelijkheden ter gelegenheid van
den nationalen Roemeensehen feestdag persoonlijk bij
De leden van het Permanent Hof van Internationale Justitie brachten Vrijdag
een bezoek aan verschillende kunstwerken, sluizen en kanalen in de omgeving
van Maastricht, welke van belang zijn voor de beoordeeling van het Ned.-
Belgisch geschil over het onttrekken van water aan de Maas. Het ge
zelschap op de stuwdam te Limmel
H K H. Prinses Juliana en Z. K. H. Prins Bernhard hebben Donderdag het
.Coronation Ball" in Albert Hall te Londen bijgewoond. Het Prinselijk
echtpaar
FEUILLETON
DE MOEIZAME WEG
Naar het Engelsch
door
THEA BLOEMERS.
(Nadruk verboden).
8)
„Arme kerel, je bent uitgehongerd", zei
ze met een stem, zoo vriendelijk, dat War
wick, die nauwelijks herkend zou hebben.
„Wanneer heb je voor 't laatst iets te eten
gehad?"
„Dat weet ik niet", mompelde hij. „Een
heele tijd niet, geloof ik, maar dat hindert
niets!"
„Wel zeker hindert dat", klonk het vast
beraden. „Ga met me mee, dan zal myn
huishoudster je wat te eten geven. Daarna
kunnen we de zaken bespreken."
Een half uur later verschen Fraser, ver
sterkt door een stevig avondmaal en een
kan bier, weer in Christian's zitkamer.
„Dank u, juffrouw", sprak hy min of
meer beschaamd, toen 't meisje haar boek
neerlegde en ernstig glimlachte, „dank u
en God zegene u."
„Ga zitten'", verzocht ze, „je ziet er zwak
en ziek uit. Ik heb besloten je een maand
op proef aan te nemen; mijn meesterknecht
RaeDurn, zal je je werk wijzen en je loon,
dat hij met je zal overeenkomen, weke
lijks uitbetalen. A propos, je ging weg
van mijn oom, om te trouwen, zei je. Is je
vrouw bij je?"
„Ik ging weg om te trouwen", zei hij,
langzaam en blijkbaar met inspanning spre
kend, maar maar
„Ik begrijp 't," zei ze haastig. „Je vrouw
heb je verloren?"
„Ik heb haar nooit gehad", zei hij, met
verstikte stem. „Och, weet u", vervolgde hij
na enkele oogenblikken, „ik ben er kapot
van geweest en heelemaal er overheen ben
ik eigenlijk nog niet. Maar zij was een wis
pelturige meid en toen puntje bij paaltje
kwam, gaf ze me den bons. Ze had een jon
gen leeren kennen, die erg veel notitie van
haar nam; een opschepper, die veel geld
verdiende en verteerde en dat bracht haar
Aet hoofd op hol. Ze is nu met hem ge
trouwd en heeft nu een leven als een hel.
Die geschiedenis heeft me heelemaal uit
mijn evenwicht gebracht, en ik ben een
poos aan de zwerf geraakt. Ten slotte ben
ik nu weer hier in de buurt beland en het
was alsof een inwendige stem me zei, bij
u aan te gaan. Ik heb hier een besten tijd
gehad, ziet u uw oom is altijd erg goed
voor mij geweest. U zout een trouwe die
naar aan my hebben, juffrouw, als u mij
gebruiken kon."
Christian stond op.
„Nu Fraser, ik vind het erg prettig dat
je zoo vertrouwelijk tegen me geweest
bent. „Dus morgenochtend ga je maar aan
den slag!"
V.
„Ik wil liever niet ontbijten", kondigde
Gaddy op 'n morgen in 't begin van Juni
aan. „Mijn hoofd en mijn beenen doen pijn
en ik vind alle menschen naar."
Dat zei hij op een ochtend tegen Milly,
want Christian was toezioht gaan houden
op 't hakken van hout voor 't stutten van
een nieuwe galerij.
„Nu, jongeheer Gaddy, verbeeld je niet
altijd dat je ziek bent, terwijl je niets man
keert. Eet je ontbijt en wees blij, dat je
zulke lekkere boterhammen krygt."
Maar al knorde ze, een beetje ongerust
was ze toch wel. Toen Christian een poos
je later thuiskwam, merkte ze al dadelijk
aan Milly dat er iets was; Gaddy was haar
afgod naast Christian en 't was niets voor
Gaddy om te klagen en alle voedsel te
weigeren.
Toevallig was de eenige dokter in die
streek den vorigen dag de mijn gepasseerd
op weg naar Cardstown, ongeveer vijftig
mijl naar 't Noordoosten en hoewel Chris
tian en Milly beide wel alledaagsche kwaal
tjes konden behandelen, was hun weten
schap beperkt, waar 't om meer ingewik
kelde gevallen ging.
Na een zorgvuldig en opgewonden door
bladeren van een oud, aan flarden gele
zen receptenboek voor huismiddeltjes, ge
schreven door den een of anderen, lang ge
storven en vergeten deskundige, verbeeld
den beide vrouwen zich, dat het kind aan
een kwaadaardige koorts leed. Later op den
dag werd Gaddy erger en ging uit vrijen
wil naar bed. Overdag naar bed gaan, was
voor Gaddy iets ongekends!
Zoo gebeurde 't, dat laat in den mid
dag, toen Warwick bezig was zijn laat
ste transport Mexicanen, bekend als
„smeerders" in twee-ploegen in te deelen,
om in twee voorloopige galerijen, die aan
den voorkant van de rotsen werden ge
maakt, te werken hij verrast werd door de
onverwachte verschijning van de jonge be
zitster van Carolay, die er onrustig en ver
stoord uitzag en heel wat minder zelfbe
wust, dat hij haar ooit gezien had.
„Is er iets niet in orde, juffrouw Cun-
ninghame?" vroeg hy koel, toen hij zich
tot haar wendde
„Ja", was 't korte antwoord. „Gaddy is
ziek en ik denk, dat het roodvonk is. Dr.
Bell is naar Cardstown en ik weet geen
raad: daarom ben ik gekomen om u te
vragen, of u eenig verstand hebt van me
dicijnen en zoo ja, of u wilt meekomen."
„Toevallig weet ik wel wat van medicij
nen af, maar niet veel. Zal ik meegaan en
naar 't kind zien, of zal ik naar den dichtst-
bijzijnden dokter rijden?"
„Ik had liever, dat u meeging, als 't u
hetzelfde is. U vindt toch geen dokter dich
terbij dan Kilcorran als er daar een is.
Daarbij heeft Gaddy graag, dat u komt.
Wij kunnen niets met hem beginnen.
Warwick gaf Mike en Durran haastig
eenige orders en binnen een paar minuten
waren de man en het meisje op weg.
De eerste halve mijl legden ze in vrij
wel onverbroken zwijgen af, want de paar
maanden, die verloopen waren, sinds War
wick's aankomst in het district, hadden
hem en zijn collega bezitster niet nader ge
bracht. Ze waren gewoon beleefd, als ze
elkaar ontmoetten maar meer niet, en dit
alles, de welgemeende pogingen van
Vanbrugh die niet zelden op Barnethan
kwam om een meer eensgezinde toestand te
scheppen ten spijt
„U moet u niet ongerust maken over den
kleinen kerel", begon Warwick, toen de
stilte hinderlijk dreigde te worden. „Hij
leek gisteren heelemaal in orde te zijn.
Misschien heeft hij iets gegeten, wat niet
goed voor hem was."
Ze schudde 't hoofd. „Neen, dat is 't niet",
zei ze. Toen, na een tijdje ging ze voort: „'t
Is heel, heel vriendelijk van u om te komen,
terwyl ik wij
„In 't geheel niet", was 't luchtige ant
woord. „Integendeel, 't was erg vriendelijk
van u, my te komen halen en my voor
een tijdje te doen vergeten, dat ik eigen
lijk een vijand in 't kamp ben."
„Heel waarschijnlijk zal ik morgen even
onaangenaam zijn als altijd", hernam ze
met een half ongeduldigen zucht.
„Ik denk, dat dit meer dan waarschijn
lijk is", antwoordde hij. „Maar laten we
over neutrale dingen praten". Ze zei niets
en de rest van den weg vervolgden zij in
stilte.
Gaddy had niet in bed willen blijven en
zat in de zon op de veranda, een jammer
lijk, in pyama gehuld figuurtje, koortsig en
ziek en buitengewoon weerspannig. Tar
tar en Wag zaten naast hem, schijnbaar
vol sympathie.
De kleine zieke vroolijkte wat op, toen
hij Warwick zag, die hem een beetje streng
aansprak: „Kom, kom, Gaddy, ik hoor, dat
je geweigerd hebt, orders op te volgen.
Dat gaat niet, weet je".
Gaddy knipte dapper een paar onmanne
lijke tranen weg en mompelde beschaamd:
„ik ben moe en koud en ziek, en myn bee
nen doen pijn, en ze willen me die vieze
medicijnen laten innemen en dat wil ik
niet."
„O ja, dat wil ik wel", zei Warwick kalm.
„Ik ben van mijn werk weggeloopen om
naar je te komen kijken en dus moet je
doen, wat ik zeg, anders moeten we andere
maatregelen nemen. Vooruit, ouwe jongen,
ik zal je naar bed brengen en ik denk niet,
dat we met de medicijnen mceite zullen
hebben."
(Wordt vervolgd.)