Ondervoeding
ZATERDAG 15 MEI 1937
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
Het is onbegonnen werk om in den ver
kiezingstijd, alle ongevraagde drukwerk
uit de brievenbus te lezen. Nog minder om
het te becritiseeren. Maar zoo af en toe
wordt het wel eens te bar gemaakt, en
wordt er gesold met gegevens en cijfers,
die kant noch wal raken. Met name is dat
al meerdere malen het geval geweest met
cijfers over „ondervoeding". In de Pers
van verschillend gekleurde bevolkings
groepen, heeft men getracht op het gevoel
van de burgers te werken door schrikba
rende getallen te geven. Inderdaad schrik
barend zijn de cijfers, welke klakkeloos
neergeschreven zijn in „De Nationaal-So-
cialistische Landpost", het plattelandsch
orgaan der N. S. B. (No. 7 April 1937).
Men oordeele:
„Van de 100 kinderen verkeerden
in toestand van ondervoeding te
Groningen 49, te Hardinxveld 52,
te Giessendam 1, te Sliedrecht 57,
en te Papendrecht 63 kinderen."
(Krantenbericht).
Nu zullen we geen moeite doen de even-
tueele abonné's van de „Landpost" te be
reiken; maar, waar dit drukwerk huis aan
huis bezorgd werd, is het niet onmogelijk
dat menig ouders de schrik om het hart
slaat, omdat geredelijk, kan verondersteld
worden, dat het in deze landstreek dan
wel geen haar beter zal zijn.
De conclusies, die de schrijver in dat
blad trekt uit deze gegevens, liggen voor
de hand, en we zouden die, al onderschrij
vende, kunnen samenvatten in: „Ver
schrikkelijk, daar moet iets gedaan wor
den, niet waar moeders?" Of alleen de
„God belijdende staat van het Nationaa
Socialisme uitkomst kan brengen" staat
niet aan mij te beoordeelen. Wel wilde ik
iets zeggen over het misbruik van volko
men foutieve cijfers.
De bron van het „krantenbericht" zal
moeilijk te achterhalen zijn, maar het is
natuurlijk wel bekend, door wie en hoe
het rapport tot stand kwam, waaruit die
cijfers geput zijn. Welnu, die cijfers heb
ben betrekking op een in 1935 ingesteld
onderzoek en ze beteekenen dit: Zooveel
kinderen hadden, volgens een bepaalde
methode onderzocht, een „onvoldoende voe
dingstoestand". En nu moge men dit we
ten: Eerstens is dit op geen stukken na
gelijk te stellen met ondervoeding, en twee-
dens bleek de gevolgde methode foutief.
Wij willen hierbij wat uitvoerige stil
staan. Het spreekt vanzelf dat, in de
oeconomisch ongunstige laatste jaren, de
gedachten teruggingen naar den mobili
satietijd. Ér werd n.l. in 1917 ondervoe
ding geconstateerd.
Daarbij moeten we niet uit het oog ver
liezen, dat er toen inderdaad weinig voed
sel was, en dat er thans te veel is (doch.
de distributie niet klopt), en dat toen het
voedsel denk aan het brood minder
goed was, terwijl het thans zeer goed is,
doch de hoeveelheid te gering zal kunnen
zijn. En nu de laatste jaren zoo vele ge
zinnen moeten rondkomen^ met het bedrag
van de steun, rees de vraag of er geen
ondervoeding te constateeren is. Men ver
wachtte dat zoo half en half. In het jaar
1935, is dan op verzoek van den Genees
kundig Hoofdinspecteur van de Volksge
zondheid op zeer vele plaatsen in ons land
een onderzoek ingesteld bij groote groepen
van de bevolking. Die groote groepen wa
ren schoolkinderen, en het onderzoek ge
schiedde meestal door schoolartsen. Het
werd een massa-onderzoek, maar de re
sultaten waren, zacht uitgedrukt, zeer
eigenaardig. Zonder nu te spreken van on
dervoeding, kreeg men toch een groep
„kinderen met een onvoldoende voedings
toestand". Welnu, deze groep was in mij
bekende plaatsen 40 pet. En van dit on
derzoek zulen ook de cijfers stammen die
hier boven aangehaald zijn. De schrik bij
Overheid en artsen was echter niet zoo
groot als men zich wel zou denken, want
het bleek dat volgens deze methode som
mige artsen him eigen kinderen ondervoed
vonden! Bij nadere beschouwing was het
de methode, die niet deugde.
De methode n.l. was in een bepaalde land
streek wetenschappelijk samengesteld, maar
blijkt voor andere streken van ons land
niet toe te passen, o.a. door de bekende
rasverschillen.
Nu zal men zeggen is daar dan een
„methode" voor noodig? Een leek kan nog
■wel zien of een kind ondervoed is. Nu is
het een feit, dat de leek sneller en ge
makkelijker zijn diagnose maakt dan de
arts. Men heeft niets te verantwoorden; als
het niet klopt, kraait er geen haan naar.
Mèn zegt eenvoudig: „Ik vind.... enz."
Ook de medicus ziet wel eens een geval
van ondervoeding. Behalve op lengte en
gewicht, wordt dan gelet op spierontwik-
keling, kleur van de slijmvliezen enz. En
ook door hem wordt er dan een subjec
tieve indruk bijgehaald. Zoo zijn er ook
hier en daar, en vooral in gebieden waar
schoolartsen werkzaam waren, gegevens
en jaarverslagen die spraken van een per
centage kinderen, met een te geringe voe
dingstoestand. Maar daar heeft de regee
ring niets aan. Voor de regeering klemt de
vraag: Is het steunbedrag te gering; is
ondervoeding bij schoolkinderen aantoon
baar; zoo ja, dan moeten maatregelen ge
nomen worden.
Om deze eventueele maatregelen te kun
nen nemen, moet het besluit daartoe ge
baseerd zijn op cijfers, en objectieve cij
fers, over een groot gebied, dus na mas
sa-onderzoek, en dan verkregen op unifor
me wijze zoodat de uitkomsten van ver
schillende onderzoekers vergelijkbaar en
in één statistiek te verwerken zijn. Zoo
een methode voor massa-onderzoek moet
bovendien eenvoudig zijn. Welnu, de me
thode in 1935 voldeed hieraan, maar bleek
cm andere redenen foutief, zóó foutief, dat
de uitkomsten te absurd zijn om te publi-
ceeren. Toch lekten hier en daar enkele
cyfers uit, en men kan zich indenken,
hoeveel stof ze deden opwaaien geheel
ten onrechte.
Bij beschikking van 31 Maart 1936, werd
door ZijnExc. Minister van Soc. Zaken een
commissie ingesteld, die als opdracht ont
ving, een betere methode te ontwerpen. In
het vervolg zal nu, daar deze commissie
inderdaad vlug werk leverde* op andere
wijze het onderzoek plaats hebben. Met
dat al, hebben we nu eigenlijk geen groo
te cijfersreeksen uit ons geheele land, die
een inzicht kunnen geven. Maar daar mo
gen we wel iets anders tegenover stellen,
en dat is dit: Al werkt iedere schoolarts of
Geneeskundige Dienst op zijn eigen wijze,
dan kunnen toch plaatselijk de eigen uit
komsten van jaar tot jaar vergeleken wor
den. En die vergelijking wordt in de jaar
verslagen, die ik onder oogen jtrijg, steeds
uitgedrukt in „de resultaten zijn gerust
stellend" (b.v. Amsterdam), en „de toe
stand is stationnair". In het algemeen on
derscheidt men 3 groepen: Voedingstoe
stand goed, matig en onvoldoende.
Mocht nu het percentage der laatste
groep toenemen, wat nog nietbleek,
dan kan het zijn. dat er daaronder ook
enkele zijn, die we zouden moeten noe
men ondervoed. Maar we mogen onvol
doende voedingstoestand niet gelijk stel
len met ondervoed! Denk maar aan alle
slecht-etende, en de bijzonder lange smal
le kinderen! Zij halen nooit het gewicht
wat bij hun lengte behoort volgens „de
tabel". Maar daarom mogen we hen niet
ondervoed noemen.
De begrippen „onvoldoende voedings
toestand" en „ondervoeding", zijn nog niet
afdoende omschreven geworden, en het is
zeer moeilijk om in een duidelijk criterium,
de grenzen vast te stellen tusschen het
normale en het niet meer normale. We
zullen er ons dan ook in dit artikel niet
druk over maken.
Hoofdzaak is, dat eenigszins verontrus
tende verschijnselen niet geconstateerd
zijn, noch bij de schoolkinderen, noch bij
de volwassenen (onderzoek te Amster
dam). Nu mogen we daar omgekeerd weer
niet uit afleiden dat het voedingspeil der
werkloozen overal goed zal zijn. Op den
langen duur moet daar iets aan gaan ha
peren, zouden we durven veronderstel
len.
We kunnen ook nog dit verwachten: Is
de voeding te gering, dan zal zich dat gaan
uiten in een verminderde weerstand te
gen schadelijke invloeden. Met name den
ken we dan aan de tuberculose, die in de
mobilisatiejaren ook toenam. Doch de
sterfte aan tuberculose in ons land daalt
nog elk jaar, en ook het jaarverslag van
het Districts-Cons Bur. te Leiden over
1936, spreekt van een „belangrijke terug
gang" der tuberculose.
Wat wel uit allerlei onderzoekingen voor
den dag kwam, is het feit, dat de school-
generatie van heden in gewicht en lengte
(5 c.M.) vooruit is bij die van 1916'18.
Dit zal wel zijn oorzaak vinden in de ge
zondere levenswijze (meer sport, frissche
lucht, zon en vitaminen).
Echter hebben steeds nog gelijk zij die
zeggen: men moet met maatregelen niet
wachten tot toename van ondervoeding
eenmaal duidelijk geconstateerd wordt,
want dan zijn we te laat. En voorts kan
ook het nog gezonde kind honger lijden.
Om deze redenen is het te hulp komen,
b.v. in den vorm van melkverstrekking
op de scholen z^er toe te juichen; hoe
dit geschieden kan, gaat buiten het bestek
van dit artikeltje. Het zou een dubbel nut
hebben, omdat ook groote kwanta melk
van den overvoerden markt zouden worden
genomen en nuttig besteed
Voorts zijn voorlichtingscursussen aan huis
moeders over de juiste keuze van voedsel
en het smakelyk en gezond toebereiden
hard noodig; jammer dat niet overal de
moeders zijn, die de belangstelling er voor
toonen, die zij verdienen.
Zeer veel ware over dit alles nog te zeg
gen, maar dat is heden niet noodig. We
hebben alleen maar willen wijzen, eener-
zijds op het nut der voorbehoedende melk-
bijvoeding, doch anderzijds op het totaal
foutieve van de cijfers, die op een belang
rijke mate van ondervoeding zouden moe
ten wijzen, en die dus een angststemming
zouden kunnen veroorzaken. Een pessi
mistisch collega zei me: „Ik geloof dat u
met een beschouwing in de courant niet
veel zult bereiken, men zal uw woorden
niet gelooven en u alleen van politiek ver
denken". Maar dat heb ik niet willen aan
nemen.
C. R. ZLJERVELD,
Schoolarts.
Een slechte gelaatskleur
behoeft niet zoo te blijven, kan zelfs mooi
worden indien deze verzorgd wordt met witte
Purol. De huidzuiverende, huidgenezende
en huidvoedende kracht welke Purol bezit,
maakt de huid jeugdig-frisch, gezond en flu
weelzacht en zuivert deze tevens van alle huid
onreinheden, zooals vefwormpjes, pukkels,
vlekjes en uitslag. Gebruik voor gelaatsver
zorging witte Purol. Deze is na inwrijving
onzichtbaar op de huid en daarom ook
zeer geschikt voor gebruik overdag.
Doos 30 en 60 et. Tube 45 et. Bl| Apoth. en Drogisten.
BINNENLAND
ZEVENDE NEDERLANDSCHE
KATHOLIEKENDAG.
De verkoop van deelnemers- en congres-
kaarten evenals de aanwinst van nieuwe
leden voor den Nederlandschen Katholie
kendag heeft de verwachtingen overtrof
fen. Meer dan twaalfduizend kaarten zijn
voor de Pontificale Hoogmis en de groote
openingsvergadering thans verzonden en
met de „nakomertjes" mag zeker gerekend
worden dat Maandagmorgen zich ruim
dertienduizend menschen op het sportter
rein aan de Croeselaan te Utrecht vereeni
gen zullen.
Deze toeloop, waarvan een overgroot ge
deelte van buiten Utrecht komt, maakt 't
noodzakelijk hier nog enkele korte aanwij
zingen te geven.
Daar de Pontificale Hoogmis precies om
elf uur aanvangt, en het zeer storend is
wanneer na aanvang der plechtigheden nog
geregeld volkt het terrein oukomt, diene
ieder te zorgen dat hij voor elf uur zijn
zitplaats op het terrein of op de overdekte
tribune heeft ingenomen.
Reeds vanaf half tien zal het terrein
voor bezoekers geopend zijn en uiterlijk
zorge men kwart voor elf aldaar aanwezig
te zijn.
Zij die per autocar komen worden dan
ook verzocht zich bij aankomst in Utrecht
dadelijk naar het terein te begeven. In de
onmiddelijke nabijheid van het terrein is
een groote parkeergelegenheid ter beschik
king. lok wielrijders begven zich onmid
dellijk na aankomst naar het tererin; voor
hun rijwielen is eveneens een ruime stal
linggelegenheid aanwezig.
De bezoekers die per trein naar Utrecht
komen begeven zich rechtstreeks langs de
aangebracht richtingwijzers vanaf het sta
tion naar de Croeselaan. Men lette vooral
op de aanwijzingen die de verkeerspolitie
op dezen drukken verkeersweg geeft.
Door groote spandoeken wordt nabij het
terrein aangegeven aan welken ingang men
het terrein betreden kan. De rose en gele
kaarten door den middeningang, de groene
deelnemerskaarten langs de beide zij ingan
gen. Hier en op het terrein volge men voor
al de aanwijzingen van de ordecommissa
rissen.
Voorts wordt ieder bezoeker van den Ka
tholiekendag verzocht zich in Utrecht te
tooien met het insigne van den Katholie
kendag (het speldje van Christus Koning)
dat op het terrein door jongedames te koop
zal worden aangeboden.
Wij wijzen er in dit verband op dat de
verkoop van witgele strikjes die buiten het
terein ongetwijfeld zal plaats hebben in
geen enkel verband met de organisatie van
den Katholiekendag staat.
Ook is het raadzaam, ten einde den ge-
meenschappelijken zang tijdens de H. Mis
zoo grootsch mogelijk te doen zijn dat ieder
bezoeker zich een programmaboek aan
schaft, waarin de voledige misgezangen op
muziek zijn opgenomen.
Deze programma's zijn tegen den prijs
van 10 cent eveneens op 't terrein verkrijg
baar.
Voorts wijzen wij er op, dat zich op het
terrein een afdeeling van de R.K Eerste
Hulyp bij Ongelukkén zal bevinden en dat
in de nabijheid van de tent dier afdeeling
een tweetal kleine gebouwtjes zijn opge
richt waar steeds alle inlichtingen betref
fende den Katholiekendag te krijgen zijn,
waar gevonden voorwerpen bezorgd en
verloren voorwerpen teruggehaald kunnen
worden.
Omtrent de regelingen van het vertrek
der treinen na afloop van de middagverga
dering zal, voor zoover dit noodig mocht
blijken, per luidspreker over het terrein
mededeeling worden gedaan.
Gedurende den tijd dat het terrein zich
voor den aanvang der H. Mis des morgens
vult zal orgelmuziek ten gehoore worden
gebracht.
In den tijd tusschen de H. Mis en de
groote openingsvergadering zal op het ter
rein gelegenheid zijn tot consumptie. Ook
zijn verschillende groote eetgelegenheden
in de onmiddelijke nabijheid van het ter
rein, nabij de veemarkt, en ten slotte zal er
eej» geregelde extra-tram- en autobusdienst
van en naar de groote restaurants in de
stad zijn.
Nogmaals wordt er dus op aangedron
gen dat men zorge uiterlijk kwart voor
elven op het terrein aanwezig te zijn. Ge
durende de plechtige intocht van de hoog
waardige Bisschoppen zullen de toegangen
gesloten zijn.
DE KWESTIE VAN HET MAASWATER
Het onderzoek in loco
Het Permanente Hof van Internationale
Justitiie, dat een plaatselijk onderzoek in
stelt in de procedure aangaande het ont
trekken van water aan de Maas, heeft gis
terochtend de volgende werken bezocht,
gelegen in de omgeving van Maastricht:
den dam te Borgharen, de sluizen bij Lim-
mer, no. 19, bij het Bossche veld en Neer-
haeren.
Gistermiddag heeft het Hof de Geul
bezocht, de gemeenschappelijke Maas en
de pompinstallaties te Bom en Roosteren.
Gisteravond is het Hof te Luik aange
komen.
POLITIEK EN RADIO
Uitzending van redevoeringen op de
vergadering van den Ned. Bond van
Jongelingsver. op Ger. grondslag.
Het Tweede Kamerlid Krijger (C.H.)
heeft den minister van binnenlandsche
zaken de volgende vragen gesteld:
1. Is de minister bereid mede te deelen
of de in het radio-controle-reglement be
doelde preventieve en repressieve controle
is uitgeoefend op de redevoeringen en de
daaraan voorfgaande en daarop gevolgde
toespraken van den voorzitter, ter verga
dering van den Nederlandschen bond van
jongelingsvereenigingen op gereformeer
den grondslag, gehouden op 6 Mei j.l.,
voor zooveel bekend was of kon worden
verwacht, dat die redevoeringen en toe
spraken zouden worden gehouden?
2. Indien die controle noch preventief
noch repressief is uitgeoefend, is de minis
ter dan bereid mede te deelen:
a. wat daarvan de redenen zijn, en
b. of hij, bij nadere overweging, en gelet
op reeds publiekelijk ter zake geuite be
zwaren, niet van oordeel is, dat van de
gelegenheid om ongecontroleerd het ge
sprokene. uit te zenden of te doen uitzen
den een veel ruimer gebruik is gemaakt
dan, met het oog op den inhoud van ge
deelten der redevoeringen en toespraken,
toelaatbaar is te achten en, in aanmerking
genomen de bekendheid bij de sprekers
van de voor de uitzending gestelde normen
en richtsnoeren, in redelijkheid mocht
worden aangenomen?
3. Indien de controle wel is uitgeoefend,
de minister dan bereid mede te deelen:
a. op grond van weke overwegingen zijn
toegelaten de gedeelten in de bedoelde
redevoeringen en toespfaken, welke een
uitgesproken partij-politiek en politiek-
propagandistisch karakter droegen en, al
thans ten deele, in direct verband stonden
zoovel met de verkiezing op 26 Mei als
met de politieke beginselen en houding
van twee leden van den raad van minis
ters, en
b. indien de bedoelde gedeelten van de
redevoeringen en toespraken zijn uitge
sproken in afwijking van den goedgekeur-
den tekst, of dan de omroepvereeniging,
die het aangaat, ter verantwoording zal
worden geroepen, en hoe dan het oordeel
van den radioraad luidt?
4. Is de minister bereid, nu in ruimen
kring wordt gevoeld dat door de hierbo
ven bedoelde redevoeringen en toespra
ken een bepaalde politeke partij in de
verkiezingsactie een bevoorrechte positie
heeft verkregen, te bevorderen, dat het
rechtsgevoel wordt gevredigd door andere
politieke partijen vóór 26 Mei gelegenheid
te geven voor de microfoon te spreken
over de beteekenis voor ons volk van de
begnselen, die zij voorstaan, en, desge-
wenscht, over de beteekenis van hun over
leden of nog in leven zijnde leiders en
van hun lijstaanvoerders?
NIEUWE COMMISSARIS DER KONINGIN
IN GRONINGEN.
Mr. J. Linthorst Homan met ingang van
1 Juni benoemd.
Naar nu vast staat, zal mr. J. Linthorst
Homan, burgemeester van Vleddei en voor
zitter van de Koninklijke Nederlandsche
Automobiel Club, met ingang van 1 Juli
worden benoemd tot commissaris der Ko
ningin in de provincie Groningen.
Mr. J. Linthorst Homan, wiens grootva
der en vader commissaris der Koningin in
de provincie Drente zijn geweest, is ii\, 1903
te Assen geboren en heeft van 1921 tot 1926
te Leiden in de rechten gestudeerd,
waarna hij als advocaat te Assen werk
zaam is geweest, tot 1932. In laatstgenoemd
jaar werd hij benoemd tot burgemeester
van Vledder. Gedurende zijn burgemees
terschap, in 1934, is hy gepromoveerd tot
doctor in de rechtsgeleerdheid op een proef
schrift over het ontstaan der gemeenten in
Drente. In 1935 werd hij tot lid der Pro
vinciale Staten van Drente gekozen.
Sedert 24 April 1934 is hij voorzitter der
K.N.A.C. Het is nog niet bekend, of hij
deze functie zal blijven bekleed en, welke
uiteraard veelvuldige reizen noodig maakt
naar Den Haag, waar het bureau der K.N.
A.C. gevestigd is.
Mr. J. Linthorst Homan is lid van het
bestuur van den "Vrijheidsbond, oprichter
en voorzitter der Provinciale vereeniging
voor Vreemdelingenverkeer in Drente en
lid van het dagelijksch bestuur der Algemee-
ne Nederlandsche Vereeniging voor Vreem
delingenverkeer.
PATRONEN VOOR BURGERWACHTERS.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
heeft aan de burgemeesters en de burger
wachten medegedeeld, dat de steunverlee-
ning aan de burgerwachten, onderscheiden
lijk actieve of rustende, voor wat betreft de
verstrekking van patronen voor schietoefe
ningen, enz., in 1937 naar dezelfde regelen
zal plaats hebben als in 1936, behoudens
een enkele wijziging.
Bedoelde wijziging bestaat hierin, dat
voor elk gewapend lid 5 patronen minder
zullen worden verstrekt dan in 1936.
MODERN KATHOLIEK JEUGDWERK.
1200 deelnemers aan 't Meifeest van de
Kruisvaart!
Betreffende het Meifeest van de Kruis
vaart op 23 Mei a.s. kunnen nog de vol
gende definitieve bijzonderheden worden
medegedeeld. Het tijdstip waarop het feest,
dat in de Wielerbaan te Heemstede gehou
den wordt, zal eindigen, is thans vastge
steld op 's nam. 5 uur, dus niet zooals aan-
vakelijk was medegedeeld op een later tijd
stip. Er zal n.l. des avonds van 7 tot 9
uur een herhaling van het Meifeest plaats
hebben. De componist Marius Monniken-
Officieele Crisisberichten
RESTITUTIE AARDAPPELHEFFING.
De Nederlandsche Groenten- en Fruit-
centrale brengt ter kennis van houders
van een tuinbouwteeltvergunning voor
vroege aardappelen en/of Eigenheimers,
dat aanvragen tot gèheele of gedeeltelijke
teruggave van betaalde aardappelheffing
of tot geheele of gedeeltelijke ontheffing
van een aangegane verplichting tot beta
ling van aardappelheffing op grond, dat
de voor 1937 toegewezen vergunning niet
geheel wordt benut, om in behandeling
te kunnen worden genomen, vóór 1 Juni
a.s. moeten zijn ingediend bij de Land-
bouw-Crisis-Organisatie, afd. Tuinbouw,
waartoe de vergunninghouder behoort.
's-Gravenhage, 14 Mei 1937.
dam zal persoonlijk de uit te voeren mu
ziek dirigeeren.
Verder kan aangaande het eerste gedeel
te van dit Meifeest nog bericht worden, dat
dit voornamelijk zal bestaan uit de opvoe
ring van acht dynamische tableux. Het
eerste daarvan bestaat uit een spel met
groote gekleurde ballen. Dit wordt gevolgd
door een bewegingsmarsch, een omgang
met versierde rijwielen, waarin de gemeen
schapszin der Kruisvaart tot uiting wordt
gebracht, en een tableau met betrekking tot
de dagelijksche arbeid.
Hierna wordt een rei- en springdans uit
gevoerd, waaraan 300 jongens deelnemen.
Vervolgens houden niet minder dan 500
deelnemers een wedren met wagens, ter
wijl daarna door een groote groep jongens
te paard een galopdans zal worden gedaan,
ter uitbeelding der motieven van Adema
van Scheltema's gedicht: „Het Geluk":
door vier even sterke groepen zal een „jacht
op het geluk" worden ondernomen, waar
bij door een enkele ruiter het „geluk"
wordt voorgesteld. Als achtste tableau, te
vens slot van het eerste deel, waarvan de
indeeling reeds aan alle deelnemers gele
genheid tot actieve medewerking bood,
zal een algemeene ballonendemonstratie
worden uitgevoerd waarbij elk der 1200
deelnemers, een ballon met het opschrift
„De Kruisvaart-Holland" zal oplaten. Hier
aan is -een wedstrijd voor de vinders ver
bonden.
De versiering en requisieten voor deze
tableaux zijn ontworpen door den kunst
schilder Harry Sterk.
LANDBOUW EN MAATSCHAPPIJ EN DE
N. S. B.
Het masker af.
De Nat. Bond Landbouw en Maatschap
pij is herhaaldelijk beticht van nat.-soc.
neigingen. Het bestuur heeft deze betich
tingen wel tegengesproken, maar erg over
tuigend klonken zijn mededeelingen niet
en wat personen die uit de kringen van de
zen bond afkomstig waren, mededeelden
was te duidelijk en te veel toegelicht dan
dat het door die alle-kanten-uit-kunnende
tegenspraken werd weerlegd.
Het bestuur van Landbouw en Maat
schappij heeft nu een leidraad voor de Ka
merverkiezingen uitgegeven. En wie nog
mocht getwijfeld hebben aan de N.S.B.-
neigingen van dezen bond om welke re
den dan ook gekoesterd zal na lezing er
van, zoo schrijft het „Vad.", wel tot de
overtuiging moeten komen, dat de betich
tingen tegen Landbouw en Maatschappij
alleszins juist zyn geweest. In dezen
leidraad wordt over alle partijen het ver-
oordeelend vonnis uitgesproken. De eenige
die wordt aanbevolen is, met raadt het na
tuurlijk, de N.S.B. Wel worden haar strijd-
methoden niet steeds juist geheeten en
wordt haar werkelijkheidszin nog onvol
doende geacht, maar, en daar komt 't toch
maar oj. aan: al wat de N.S.B. nastreeft
„heeft oitee volle instemming". Daar be
hoort toe d» politieke heroriënteering, wel
ke een oogenblik later, „de door ons ge-
wenschte heroriënteering" wordt genoemd.
Als de democratische partijen tot deze her
oriënteering komen, dan wil Landbouw en
Maatschappij het misschien nog eens met
hen probeeren. Dat komen tot „de door ons
gewensehte heroriënteering eel ons inziens
door het naar voren treden van de N.S.B.
kunnen worden bevorderd".
Het masker is dus afgeworpen.
Slechts de N.S.B. komt in aanmerking
om door de leden van Landbouw en Maat
schappij gesteund te worden.
Men weet nu wat de ontkenningen van
het bestuur waard zijn geweest.
WERKTIJDENBESLUIT VOOR
KANTOREN.
Heden zijn uitgegeven de volgende
Staasbladen:
No. 844. Besluit van den 8sten Mei 1937,
tot intrekking van het kon. besluit van 25
November 1922 en tot vaststelling van een
aigemeenen maatregel van bestuur, als be
doeld bij de artikelen 49, tweede lid, 50,
eerste lid, 52, vijftiende lid, 52bis, 68, elfde
lid, en 91 der arbeidswet 1919 („werktijden
besluit voor kantoren' 1937).
No. 884. Besluit van den 8sten Mei 1937,
tot vaststelling van het tijdstip, waarop
met betrekking tot arbeid van mannen en
vrouwen in kaintoren verschillende bepa
lingen der arbeidswet 1919 in werking tre
den.
No. 885. Besluit van den 8sten Mei 1937,
tot vaststelling van het tijdstip, waarop de
artikelen II en IV der wet van 20 Mei 1922
tot wijziging der arbeidswet 1919 in wer
king treden.