Ondervoeding ZATERDAG 15 MEI 1937 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 Het is onbegonnen werk om in den ver kiezingstijd, alle ongevraagde drukwerk uit de brievenbus te lezen. Nog minder om het te becritiseeren. Maar zoo af en toe wordt het wel eens te bar gemaakt, en wordt er gesold met gegevens en cijfers, die kant noch wal raken. Met name is dat al meerdere malen het geval geweest met cijfers over „ondervoeding". In de Pers van verschillend gekleurde bevolkings groepen, heeft men getracht op het gevoel van de burgers te werken door schrikba rende getallen te geven. Inderdaad schrik barend zijn de cijfers, welke klakkeloos neergeschreven zijn in „De Nationaal-So- cialistische Landpost", het plattelandsch orgaan der N. S. B. (No. 7 April 1937). Men oordeele: „Van de 100 kinderen verkeerden in toestand van ondervoeding te Groningen 49, te Hardinxveld 52, te Giessendam 1, te Sliedrecht 57, en te Papendrecht 63 kinderen." (Krantenbericht). Nu zullen we geen moeite doen de even- tueele abonné's van de „Landpost" te be reiken; maar, waar dit drukwerk huis aan huis bezorgd werd, is het niet onmogelijk dat menig ouders de schrik om het hart slaat, omdat geredelijk, kan verondersteld worden, dat het in deze landstreek dan wel geen haar beter zal zijn. De conclusies, die de schrijver in dat blad trekt uit deze gegevens, liggen voor de hand, en we zouden die, al onderschrij vende, kunnen samenvatten in: „Ver schrikkelijk, daar moet iets gedaan wor den, niet waar moeders?" Of alleen de „God belijdende staat van het Nationaa Socialisme uitkomst kan brengen" staat niet aan mij te beoordeelen. Wel wilde ik iets zeggen over het misbruik van volko men foutieve cijfers. De bron van het „krantenbericht" zal moeilijk te achterhalen zijn, maar het is natuurlijk wel bekend, door wie en hoe het rapport tot stand kwam, waaruit die cijfers geput zijn. Welnu, die cijfers heb ben betrekking op een in 1935 ingesteld onderzoek en ze beteekenen dit: Zooveel kinderen hadden, volgens een bepaalde methode onderzocht, een „onvoldoende voe dingstoestand". En nu moge men dit we ten: Eerstens is dit op geen stukken na gelijk te stellen met ondervoeding, en twee- dens bleek de gevolgde methode foutief. Wij willen hierbij wat uitvoerige stil staan. Het spreekt vanzelf dat, in de oeconomisch ongunstige laatste jaren, de gedachten teruggingen naar den mobili satietijd. Ér werd n.l. in 1917 ondervoe ding geconstateerd. Daarbij moeten we niet uit het oog ver liezen, dat er toen inderdaad weinig voed sel was, en dat er thans te veel is (doch. de distributie niet klopt), en dat toen het voedsel denk aan het brood minder goed was, terwijl het thans zeer goed is, doch de hoeveelheid te gering zal kunnen zijn. En nu de laatste jaren zoo vele ge zinnen moeten rondkomen^ met het bedrag van de steun, rees de vraag of er geen ondervoeding te constateeren is. Men ver wachtte dat zoo half en half. In het jaar 1935, is dan op verzoek van den Genees kundig Hoofdinspecteur van de Volksge zondheid op zeer vele plaatsen in ons land een onderzoek ingesteld bij groote groepen van de bevolking. Die groote groepen wa ren schoolkinderen, en het onderzoek ge schiedde meestal door schoolartsen. Het werd een massa-onderzoek, maar de re sultaten waren, zacht uitgedrukt, zeer eigenaardig. Zonder nu te spreken van on dervoeding, kreeg men toch een groep „kinderen met een onvoldoende voedings toestand". Welnu, deze groep was in mij bekende plaatsen 40 pet. En van dit on derzoek zulen ook de cijfers stammen die hier boven aangehaald zijn. De schrik bij Overheid en artsen was echter niet zoo groot als men zich wel zou denken, want het bleek dat volgens deze methode som mige artsen him eigen kinderen ondervoed vonden! Bij nadere beschouwing was het de methode, die niet deugde. De methode n.l. was in een bepaalde land streek wetenschappelijk samengesteld, maar blijkt voor andere streken van ons land niet toe te passen, o.a. door de bekende rasverschillen. Nu zal men zeggen is daar dan een „methode" voor noodig? Een leek kan nog ■wel zien of een kind ondervoed is. Nu is het een feit, dat de leek sneller en ge makkelijker zijn diagnose maakt dan de arts. Men heeft niets te verantwoorden; als het niet klopt, kraait er geen haan naar. Mèn zegt eenvoudig: „Ik vind.... enz." Ook de medicus ziet wel eens een geval van ondervoeding. Behalve op lengte en gewicht, wordt dan gelet op spierontwik- keling, kleur van de slijmvliezen enz. En ook door hem wordt er dan een subjec tieve indruk bijgehaald. Zoo zijn er ook hier en daar, en vooral in gebieden waar schoolartsen werkzaam waren, gegevens en jaarverslagen die spraken van een per centage kinderen, met een te geringe voe dingstoestand. Maar daar heeft de regee ring niets aan. Voor de regeering klemt de vraag: Is het steunbedrag te gering; is ondervoeding bij schoolkinderen aantoon baar; zoo ja, dan moeten maatregelen ge nomen worden. Om deze eventueele maatregelen te kun nen nemen, moet het besluit daartoe ge baseerd zijn op cijfers, en objectieve cij fers, over een groot gebied, dus na mas sa-onderzoek, en dan verkregen op unifor me wijze zoodat de uitkomsten van ver schillende onderzoekers vergelijkbaar en in één statistiek te verwerken zijn. Zoo een methode voor massa-onderzoek moet bovendien eenvoudig zijn. Welnu, de me thode in 1935 voldeed hieraan, maar bleek cm andere redenen foutief, zóó foutief, dat de uitkomsten te absurd zijn om te publi- ceeren. Toch lekten hier en daar enkele cyfers uit, en men kan zich indenken, hoeveel stof ze deden opwaaien geheel ten onrechte. Bij beschikking van 31 Maart 1936, werd door ZijnExc. Minister van Soc. Zaken een commissie ingesteld, die als opdracht ont ving, een betere methode te ontwerpen. In het vervolg zal nu, daar deze commissie inderdaad vlug werk leverde* op andere wijze het onderzoek plaats hebben. Met dat al, hebben we nu eigenlijk geen groo te cijfersreeksen uit ons geheele land, die een inzicht kunnen geven. Maar daar mo gen we wel iets anders tegenover stellen, en dat is dit: Al werkt iedere schoolarts of Geneeskundige Dienst op zijn eigen wijze, dan kunnen toch plaatselijk de eigen uit komsten van jaar tot jaar vergeleken wor den. En die vergelijking wordt in de jaar verslagen, die ik onder oogen jtrijg, steeds uitgedrukt in „de resultaten zijn gerust stellend" (b.v. Amsterdam), en „de toe stand is stationnair". In het algemeen on derscheidt men 3 groepen: Voedingstoe stand goed, matig en onvoldoende. Mocht nu het percentage der laatste groep toenemen, wat nog nietbleek, dan kan het zijn. dat er daaronder ook enkele zijn, die we zouden moeten noe men ondervoed. Maar we mogen onvol doende voedingstoestand niet gelijk stel len met ondervoed! Denk maar aan alle slecht-etende, en de bijzonder lange smal le kinderen! Zij halen nooit het gewicht wat bij hun lengte behoort volgens „de tabel". Maar daarom mogen we hen niet ondervoed noemen. De begrippen „onvoldoende voedings toestand" en „ondervoeding", zijn nog niet afdoende omschreven geworden, en het is zeer moeilijk om in een duidelijk criterium, de grenzen vast te stellen tusschen het normale en het niet meer normale. We zullen er ons dan ook in dit artikel niet druk over maken. Hoofdzaak is, dat eenigszins verontrus tende verschijnselen niet geconstateerd zijn, noch bij de schoolkinderen, noch bij de volwassenen (onderzoek te Amster dam). Nu mogen we daar omgekeerd weer niet uit afleiden dat het voedingspeil der werkloozen overal goed zal zijn. Op den langen duur moet daar iets aan gaan ha peren, zouden we durven veronderstel len. We kunnen ook nog dit verwachten: Is de voeding te gering, dan zal zich dat gaan uiten in een verminderde weerstand te gen schadelijke invloeden. Met name den ken we dan aan de tuberculose, die in de mobilisatiejaren ook toenam. Doch de sterfte aan tuberculose in ons land daalt nog elk jaar, en ook het jaarverslag van het Districts-Cons Bur. te Leiden over 1936, spreekt van een „belangrijke terug gang" der tuberculose. Wat wel uit allerlei onderzoekingen voor den dag kwam, is het feit, dat de school- generatie van heden in gewicht en lengte (5 c.M.) vooruit is bij die van 1916'18. Dit zal wel zijn oorzaak vinden in de ge zondere levenswijze (meer sport, frissche lucht, zon en vitaminen). Echter hebben steeds nog gelijk zij die zeggen: men moet met maatregelen niet wachten tot toename van ondervoeding eenmaal duidelijk geconstateerd wordt, want dan zijn we te laat. En voorts kan ook het nog gezonde kind honger lijden. Om deze redenen is het te hulp komen, b.v. in den vorm van melkverstrekking op de scholen z^er toe te juichen; hoe dit geschieden kan, gaat buiten het bestek van dit artikeltje. Het zou een dubbel nut hebben, omdat ook groote kwanta melk van den overvoerden markt zouden worden genomen en nuttig besteed Voorts zijn voorlichtingscursussen aan huis moeders over de juiste keuze van voedsel en het smakelyk en gezond toebereiden hard noodig; jammer dat niet overal de moeders zijn, die de belangstelling er voor toonen, die zij verdienen. Zeer veel ware over dit alles nog te zeg gen, maar dat is heden niet noodig. We hebben alleen maar willen wijzen, eener- zijds op het nut der voorbehoedende melk- bijvoeding, doch anderzijds op het totaal foutieve van de cijfers, die op een belang rijke mate van ondervoeding zouden moe ten wijzen, en die dus een angststemming zouden kunnen veroorzaken. Een pessi mistisch collega zei me: „Ik geloof dat u met een beschouwing in de courant niet veel zult bereiken, men zal uw woorden niet gelooven en u alleen van politiek ver denken". Maar dat heb ik niet willen aan nemen. C. R. ZLJERVELD, Schoolarts. Een slechte gelaatskleur behoeft niet zoo te blijven, kan zelfs mooi worden indien deze verzorgd wordt met witte Purol. De huidzuiverende, huidgenezende en huidvoedende kracht welke Purol bezit, maakt de huid jeugdig-frisch, gezond en flu weelzacht en zuivert deze tevens van alle huid onreinheden, zooals vefwormpjes, pukkels, vlekjes en uitslag. Gebruik voor gelaatsver zorging witte Purol. Deze is na inwrijving onzichtbaar op de huid en daarom ook zeer geschikt voor gebruik overdag. Doos 30 en 60 et. Tube 45 et. Bl| Apoth. en Drogisten. BINNENLAND ZEVENDE NEDERLANDSCHE KATHOLIEKENDAG. De verkoop van deelnemers- en congres- kaarten evenals de aanwinst van nieuwe leden voor den Nederlandschen Katholie kendag heeft de verwachtingen overtrof fen. Meer dan twaalfduizend kaarten zijn voor de Pontificale Hoogmis en de groote openingsvergadering thans verzonden en met de „nakomertjes" mag zeker gerekend worden dat Maandagmorgen zich ruim dertienduizend menschen op het sportter rein aan de Croeselaan te Utrecht vereeni gen zullen. Deze toeloop, waarvan een overgroot ge deelte van buiten Utrecht komt, maakt 't noodzakelijk hier nog enkele korte aanwij zingen te geven. Daar de Pontificale Hoogmis precies om elf uur aanvangt, en het zeer storend is wanneer na aanvang der plechtigheden nog geregeld volkt het terrein oukomt, diene ieder te zorgen dat hij voor elf uur zijn zitplaats op het terrein of op de overdekte tribune heeft ingenomen. Reeds vanaf half tien zal het terrein voor bezoekers geopend zijn en uiterlijk zorge men kwart voor elf aldaar aanwezig te zijn. Zij die per autocar komen worden dan ook verzocht zich bij aankomst in Utrecht dadelijk naar het terein te begeven. In de onmiddelijke nabijheid van het terrein is een groote parkeergelegenheid ter beschik king. lok wielrijders begven zich onmid dellijk na aankomst naar het tererin; voor hun rijwielen is eveneens een ruime stal linggelegenheid aanwezig. De bezoekers die per trein naar Utrecht komen begeven zich rechtstreeks langs de aangebracht richtingwijzers vanaf het sta tion naar de Croeselaan. Men lette vooral op de aanwijzingen die de verkeerspolitie op dezen drukken verkeersweg geeft. Door groote spandoeken wordt nabij het terrein aangegeven aan welken ingang men het terrein betreden kan. De rose en gele kaarten door den middeningang, de groene deelnemerskaarten langs de beide zij ingan gen. Hier en op het terrein volge men voor al de aanwijzingen van de ordecommissa rissen. Voorts wordt ieder bezoeker van den Ka tholiekendag verzocht zich in Utrecht te tooien met het insigne van den Katholie kendag (het speldje van Christus Koning) dat op het terrein door jongedames te koop zal worden aangeboden. Wij wijzen er in dit verband op dat de verkoop van witgele strikjes die buiten het terein ongetwijfeld zal plaats hebben in geen enkel verband met de organisatie van den Katholiekendag staat. Ook is het raadzaam, ten einde den ge- meenschappelijken zang tijdens de H. Mis zoo grootsch mogelijk te doen zijn dat ieder bezoeker zich een programmaboek aan schaft, waarin de voledige misgezangen op muziek zijn opgenomen. Deze programma's zijn tegen den prijs van 10 cent eveneens op 't terrein verkrijg baar. Voorts wijzen wij er op, dat zich op het terrein een afdeeling van de R.K Eerste Hulyp bij Ongelukkén zal bevinden en dat in de nabijheid van de tent dier afdeeling een tweetal kleine gebouwtjes zijn opge richt waar steeds alle inlichtingen betref fende den Katholiekendag te krijgen zijn, waar gevonden voorwerpen bezorgd en verloren voorwerpen teruggehaald kunnen worden. Omtrent de regelingen van het vertrek der treinen na afloop van de middagverga dering zal, voor zoover dit noodig mocht blijken, per luidspreker over het terrein mededeeling worden gedaan. Gedurende den tijd dat het terrein zich voor den aanvang der H. Mis des morgens vult zal orgelmuziek ten gehoore worden gebracht. In den tijd tusschen de H. Mis en de groote openingsvergadering zal op het ter rein gelegenheid zijn tot consumptie. Ook zijn verschillende groote eetgelegenheden in de onmiddelijke nabijheid van het ter rein, nabij de veemarkt, en ten slotte zal er eej» geregelde extra-tram- en autobusdienst van en naar de groote restaurants in de stad zijn. Nogmaals wordt er dus op aangedron gen dat men zorge uiterlijk kwart voor elven op het terrein aanwezig te zijn. Ge durende de plechtige intocht van de hoog waardige Bisschoppen zullen de toegangen gesloten zijn. DE KWESTIE VAN HET MAASWATER Het onderzoek in loco Het Permanente Hof van Internationale Justitiie, dat een plaatselijk onderzoek in stelt in de procedure aangaande het ont trekken van water aan de Maas, heeft gis terochtend de volgende werken bezocht, gelegen in de omgeving van Maastricht: den dam te Borgharen, de sluizen bij Lim- mer, no. 19, bij het Bossche veld en Neer- haeren. Gistermiddag heeft het Hof de Geul bezocht, de gemeenschappelijke Maas en de pompinstallaties te Bom en Roosteren. Gisteravond is het Hof te Luik aange komen. POLITIEK EN RADIO Uitzending van redevoeringen op de vergadering van den Ned. Bond van Jongelingsver. op Ger. grondslag. Het Tweede Kamerlid Krijger (C.H.) heeft den minister van binnenlandsche zaken de volgende vragen gesteld: 1. Is de minister bereid mede te deelen of de in het radio-controle-reglement be doelde preventieve en repressieve controle is uitgeoefend op de redevoeringen en de daaraan voorfgaande en daarop gevolgde toespraken van den voorzitter, ter verga dering van den Nederlandschen bond van jongelingsvereenigingen op gereformeer den grondslag, gehouden op 6 Mei j.l., voor zooveel bekend was of kon worden verwacht, dat die redevoeringen en toe spraken zouden worden gehouden? 2. Indien die controle noch preventief noch repressief is uitgeoefend, is de minis ter dan bereid mede te deelen: a. wat daarvan de redenen zijn, en b. of hij, bij nadere overweging, en gelet op reeds publiekelijk ter zake geuite be zwaren, niet van oordeel is, dat van de gelegenheid om ongecontroleerd het ge sprokene. uit te zenden of te doen uitzen den een veel ruimer gebruik is gemaakt dan, met het oog op den inhoud van ge deelten der redevoeringen en toespraken, toelaatbaar is te achten en, in aanmerking genomen de bekendheid bij de sprekers van de voor de uitzending gestelde normen en richtsnoeren, in redelijkheid mocht worden aangenomen? 3. Indien de controle wel is uitgeoefend, de minister dan bereid mede te deelen: a. op grond van weke overwegingen zijn toegelaten de gedeelten in de bedoelde redevoeringen en toespfaken, welke een uitgesproken partij-politiek en politiek- propagandistisch karakter droegen en, al thans ten deele, in direct verband stonden zoovel met de verkiezing op 26 Mei als met de politieke beginselen en houding van twee leden van den raad van minis ters, en b. indien de bedoelde gedeelten van de redevoeringen en toespraken zijn uitge sproken in afwijking van den goedgekeur- den tekst, of dan de omroepvereeniging, die het aangaat, ter verantwoording zal worden geroepen, en hoe dan het oordeel van den radioraad luidt? 4. Is de minister bereid, nu in ruimen kring wordt gevoeld dat door de hierbo ven bedoelde redevoeringen en toespra ken een bepaalde politeke partij in de verkiezingsactie een bevoorrechte positie heeft verkregen, te bevorderen, dat het rechtsgevoel wordt gevredigd door andere politieke partijen vóór 26 Mei gelegenheid te geven voor de microfoon te spreken over de beteekenis voor ons volk van de begnselen, die zij voorstaan, en, desge- wenscht, over de beteekenis van hun over leden of nog in leven zijnde leiders en van hun lijstaanvoerders? NIEUWE COMMISSARIS DER KONINGIN IN GRONINGEN. Mr. J. Linthorst Homan met ingang van 1 Juni benoemd. Naar nu vast staat, zal mr. J. Linthorst Homan, burgemeester van Vleddei en voor zitter van de Koninklijke Nederlandsche Automobiel Club, met ingang van 1 Juli worden benoemd tot commissaris der Ko ningin in de provincie Groningen. Mr. J. Linthorst Homan, wiens grootva der en vader commissaris der Koningin in de provincie Drente zijn geweest, is ii\, 1903 te Assen geboren en heeft van 1921 tot 1926 te Leiden in de rechten gestudeerd, waarna hij als advocaat te Assen werk zaam is geweest, tot 1932. In laatstgenoemd jaar werd hij benoemd tot burgemeester van Vledder. Gedurende zijn burgemees terschap, in 1934, is hy gepromoveerd tot doctor in de rechtsgeleerdheid op een proef schrift over het ontstaan der gemeenten in Drente. In 1935 werd hij tot lid der Pro vinciale Staten van Drente gekozen. Sedert 24 April 1934 is hij voorzitter der K.N.A.C. Het is nog niet bekend, of hij deze functie zal blijven bekleed en, welke uiteraard veelvuldige reizen noodig maakt naar Den Haag, waar het bureau der K.N. A.C. gevestigd is. Mr. J. Linthorst Homan is lid van het bestuur van den "Vrijheidsbond, oprichter en voorzitter der Provinciale vereeniging voor Vreemdelingenverkeer in Drente en lid van het dagelijksch bestuur der Algemee- ne Nederlandsche Vereeniging voor Vreem delingenverkeer. PATRONEN VOOR BURGERWACHTERS. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft aan de burgemeesters en de burger wachten medegedeeld, dat de steunverlee- ning aan de burgerwachten, onderscheiden lijk actieve of rustende, voor wat betreft de verstrekking van patronen voor schietoefe ningen, enz., in 1937 naar dezelfde regelen zal plaats hebben als in 1936, behoudens een enkele wijziging. Bedoelde wijziging bestaat hierin, dat voor elk gewapend lid 5 patronen minder zullen worden verstrekt dan in 1936. MODERN KATHOLIEK JEUGDWERK. 1200 deelnemers aan 't Meifeest van de Kruisvaart! Betreffende het Meifeest van de Kruis vaart op 23 Mei a.s. kunnen nog de vol gende definitieve bijzonderheden worden medegedeeld. Het tijdstip waarop het feest, dat in de Wielerbaan te Heemstede gehou den wordt, zal eindigen, is thans vastge steld op 's nam. 5 uur, dus niet zooals aan- vakelijk was medegedeeld op een later tijd stip. Er zal n.l. des avonds van 7 tot 9 uur een herhaling van het Meifeest plaats hebben. De componist Marius Monniken- Officieele Crisisberichten RESTITUTIE AARDAPPELHEFFING. De Nederlandsche Groenten- en Fruit- centrale brengt ter kennis van houders van een tuinbouwteeltvergunning voor vroege aardappelen en/of Eigenheimers, dat aanvragen tot gèheele of gedeeltelijke teruggave van betaalde aardappelheffing of tot geheele of gedeeltelijke ontheffing van een aangegane verplichting tot beta ling van aardappelheffing op grond, dat de voor 1937 toegewezen vergunning niet geheel wordt benut, om in behandeling te kunnen worden genomen, vóór 1 Juni a.s. moeten zijn ingediend bij de Land- bouw-Crisis-Organisatie, afd. Tuinbouw, waartoe de vergunninghouder behoort. 's-Gravenhage, 14 Mei 1937. dam zal persoonlijk de uit te voeren mu ziek dirigeeren. Verder kan aangaande het eerste gedeel te van dit Meifeest nog bericht worden, dat dit voornamelijk zal bestaan uit de opvoe ring van acht dynamische tableux. Het eerste daarvan bestaat uit een spel met groote gekleurde ballen. Dit wordt gevolgd door een bewegingsmarsch, een omgang met versierde rijwielen, waarin de gemeen schapszin der Kruisvaart tot uiting wordt gebracht, en een tableau met betrekking tot de dagelijksche arbeid. Hierna wordt een rei- en springdans uit gevoerd, waaraan 300 jongens deelnemen. Vervolgens houden niet minder dan 500 deelnemers een wedren met wagens, ter wijl daarna door een groote groep jongens te paard een galopdans zal worden gedaan, ter uitbeelding der motieven van Adema van Scheltema's gedicht: „Het Geluk": door vier even sterke groepen zal een „jacht op het geluk" worden ondernomen, waar bij door een enkele ruiter het „geluk" wordt voorgesteld. Als achtste tableau, te vens slot van het eerste deel, waarvan de indeeling reeds aan alle deelnemers gele genheid tot actieve medewerking bood, zal een algemeene ballonendemonstratie worden uitgevoerd waarbij elk der 1200 deelnemers, een ballon met het opschrift „De Kruisvaart-Holland" zal oplaten. Hier aan is -een wedstrijd voor de vinders ver bonden. De versiering en requisieten voor deze tableaux zijn ontworpen door den kunst schilder Harry Sterk. LANDBOUW EN MAATSCHAPPIJ EN DE N. S. B. Het masker af. De Nat. Bond Landbouw en Maatschap pij is herhaaldelijk beticht van nat.-soc. neigingen. Het bestuur heeft deze betich tingen wel tegengesproken, maar erg over tuigend klonken zijn mededeelingen niet en wat personen die uit de kringen van de zen bond afkomstig waren, mededeelden was te duidelijk en te veel toegelicht dan dat het door die alle-kanten-uit-kunnende tegenspraken werd weerlegd. Het bestuur van Landbouw en Maat schappij heeft nu een leidraad voor de Ka merverkiezingen uitgegeven. En wie nog mocht getwijfeld hebben aan de N.S.B.- neigingen van dezen bond om welke re den dan ook gekoesterd zal na lezing er van, zoo schrijft het „Vad.", wel tot de overtuiging moeten komen, dat de betich tingen tegen Landbouw en Maatschappij alleszins juist zyn geweest. In dezen leidraad wordt over alle partijen het ver- oordeelend vonnis uitgesproken. De eenige die wordt aanbevolen is, met raadt het na tuurlijk, de N.S.B. Wel worden haar strijd- methoden niet steeds juist geheeten en wordt haar werkelijkheidszin nog onvol doende geacht, maar, en daar komt 't toch maar oj. aan: al wat de N.S.B. nastreeft „heeft oitee volle instemming". Daar be hoort toe d» politieke heroriënteering, wel ke een oogenblik later, „de door ons ge- wenschte heroriënteering" wordt genoemd. Als de democratische partijen tot deze her oriënteering komen, dan wil Landbouw en Maatschappij het misschien nog eens met hen probeeren. Dat komen tot „de door ons gewensehte heroriënteering eel ons inziens door het naar voren treden van de N.S.B. kunnen worden bevorderd". Het masker is dus afgeworpen. Slechts de N.S.B. komt in aanmerking om door de leden van Landbouw en Maat schappij gesteund te worden. Men weet nu wat de ontkenningen van het bestuur waard zijn geweest. WERKTIJDENBESLUIT VOOR KANTOREN. Heden zijn uitgegeven de volgende Staasbladen: No. 844. Besluit van den 8sten Mei 1937, tot intrekking van het kon. besluit van 25 November 1922 en tot vaststelling van een aigemeenen maatregel van bestuur, als be doeld bij de artikelen 49, tweede lid, 50, eerste lid, 52, vijftiende lid, 52bis, 68, elfde lid, en 91 der arbeidswet 1919 („werktijden besluit voor kantoren' 1937). No. 884. Besluit van den 8sten Mei 1937, tot vaststelling van het tijdstip, waarop met betrekking tot arbeid van mannen en vrouwen in kaintoren verschillende bepa lingen der arbeidswet 1919 in werking tre den. No. 885. Besluit van den 8sten Mei 1937, tot vaststelling van het tijdstip, waarop de artikelen II en IV der wet van 20 Mei 1922 tot wijziging der arbeidswet 1919 in wer king treden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 6