ZATERDAG 15 MEI 1937 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 10 IMTERPAROCHIEELE WEEK VAN GEBED EN OFFER VOOR DE KOLONIALE MISSIES. Zondag hebt gij het reeds hooren af kondigen, hoe weze week voor iederen katholiek moet zijn een week van offer en gebed voor onze eigen Nederl. Kath. Missie. De missiegeschiedenis in onze ko loniën is nog van zeer jongen datum, want datgene, wat in de 16e eeuw door Spanje en Portugal was begonnen, werd door Nederland geheel vernietigd. In 1807, na het herstel der godsdienstvrij heid, werden er vanuit Nederland twee wereldgeestelijken gezonden naar Oost- Indië om aldaar de Missie opnieuw te be ginnen, in Suriname werd de Missie her steld in 1817, terwijl men in Curasao reeds in 1705 was begonnen. Heel langzaam kon men in onze Oost vorderen, er waren te weinig missionaris sen en daarenboven zooveel duizenden kathoL Europeanen, waarvoor die missio narissen te 'zorgen hadden. De tegenwerking was zoo groot. Eerst toen er verschillende congregaties en Mis sie-orden als arbeidsterrein Indië gingen uitkiezen, toen kon men met alle kracht zich gaan geven aan de bekeering van de inheemsche bevolking. En de resultaten zijn schitterend. Naast de 80.000 katho lieke Europeanen zijn er niet minder dan 400.000 bekeerde inlanders, en 40.000 ca techumenen, die zich dus aan het voorbe reiden zijn om in de Kath. Kerk te wor den opgenomen. In O. Indië zijn er niet minder dan 1454 kath. scholen met 116.000 leerlingen. West-Indië telt 100.000 katho lieken; 200 kath. scholen met 22.000 kin deren. Schitterend resultaat van de ge weldige missieijver van ons Nederland- sche volk en toch doen in deze dagen de missiegenootschappen onder goedkeuring van de Bisschoppen een beroep op Kath. Nederland en wel omdat er nog harder moet gaan gewerkt worden, want schrik niet, alleen in onze bezittingen zijn er nog 67.000.000 heidenen. Het aantal werkers is nog te gering, de middelen ontoereikend, daarom dus een offerweek, waarin van ons allen gevraagd wordt ons gebed en ook'ons geldelijk of fertje; wij gezellen blijven niet achter, wij zullen ook van het weinig, dat wij be zitten, geven aan hen, want ondanks onze maatsch. armoede, wij voelen ons rijk, en willen door ons geldelijk offertje het de missionarissen mogelijk maken, om die geestelijke rijkdommen te brengen aan hen. H. SCHRAMA, v.-pr. ONS GOUDEN FEEST. Alle Gezellen gehuwde en ©ngehuwden worden opgeroepen om Zondag 30 Mei 's namiddags te 4 uur zich te verzamelen voor de Burcht. Wij zullen een groeps foto laten maken van alle Gezellen. Deze foto kan men zich tegen zeer geringen prijs aanschaffen, maar en dat is de hoofdbe doeling van deze foto deze foto zal ook verschijnen in ons gedenkboek, dat bij gelegenheid van ons gouden feest ver schijnt, en dat gratis aan alle leden wordt aangeboden als herinnering aan 50 jaren arbeid en daarom, niemand ontbreke; alle Gezellen zijn Zondagmiddag 30 Mei voor de Burcht; de burcht is ons door den heer Backer belangeloos voor dit doel afge staan. Dus op 30 Mei! H. SCHRAMA, v. pr. MEDEDEEL1NGEN. Ons gouden feest bereikt in Juli het hoogtepunt. Op 7, 8 en 9 Juli zal een tri duüm gegeven worden door onzen Cen- traal-Praeses H. A. J. Drost. Dat is vast houden aan ons eerste devies: Godsdienst zin. En Zondag 11 Juli wordt een buiten gewone dag. Zoodra het programma is af gerond zal het gepubliceerd worden. De bibliotheek gaat iets minder goed dan verleden jaar. Is de leeslust wellicht minder? Of andere wenschen? Het be stuur zal gegronde critiek gaarne aan vaarden. De Spaarkas heeft het niet bijster druk. Toch is sparen nog altoos een deugd, waarvan gezegd mag worden, dat men er op lateren leeftijd nimmer spijt van heeft, 's Zondags om de veertien dagen houdt de Raad van Bestuur zitting in de Presidentskamer. Jaarvergaderingen zijn weer op komst. Dringend verzoeken wij de club-besturen nu reeds een datum te bepalen in overleg met den eerw. v.-Praeses. Want vóór 1 Juli moeten we ermee klaar zijn. De K. L.'ers gaan tweeden Pinksterdag naar Utrecht. Op den Katholiekendag zal onze nationale Kolpings Lfwacht de Gez. Ver. vertegenwoordigen. Even keurig als in Nijmegen! KERK EN STAAT. Het conflict in het Derde Rijk houdt thans vele menschen bezig. Men waagt zich aan voorspellingen, die kant nog*wal raken en er zullen wel van die despoten zijn, die in stilte hopen dat de Staat wint. Tot vervelens toe werd een paar jaar geleden in en buiten Duitschland gespro ken over de Kerk, die zich met politiek bemoeide. En als een vinding van ver troebelde geesten kregen we de term ,.po- litiek-katholicisme". Overigens een uit vinding zonder eenig patent. Wat is de Kerk? Een macht, die geen deel uitmaakt van een politieke partij en zich trouwens nooit bemoeit met zuiver burgerlijke zaken. De Kerk is het door Christus gestichte „instituut" om de men schen door dit leven te brengen tot het bezit des hemels. De Kerk is dus van god delijke oorsprong. De gemeenschap der menschen, de na tie, de staat is niet van goddelijken oor sprong. Vandaar dat de Paus reeds meer dere malen het dwaze gepraat over „god delijke natie" etc. als ketterij heeft ge brandmerkt. Hoe men den staat ook betitelt, als openbare macht of als burgerlijk gezag, hij heeft een begrensd en tijdelijk terrein. Hij staat dus allerminst boven de Kerk, wier gebied de strijdende, lijdende en ze gepralende Kerk omvat. Zij reikt tot in de eeuwigheid. Krachtens haar zending mag de Kerk van den Staat eischen de noodige be scherming tegen alles, wat haar leven schaden kan. Evenzeer eischt de Kerk, dat haar invloed niet belemmerd zal wor den. De Kerk is de levende stad Gods, die juist door haar goddelijke zending ver- oordeelen moet elke vijandelijke aanran ding van haar rechten. En waarom? Het is de moederliefde, die zich bekommert om het welzijn van haar kinderen. Kinderen, die de Vader toevertrouwde aan den Zoon en door den Zoon aan de Kerk werden gegeven met de opdracht: weidt mijne lammeren! Het is de liefde van onze Moeder, de H. Kerk, die de gevaren wil voorkomen en bezweren. Het is deze zuivere liefde, die niet terugdeinst voor dwang, als het omwille der openbare zeden noodig is met uiterste middelen op te treden tegen dwalingen. Als Beschermster der zielen mag Zij niet gedoogen, dat God wordt uit geschakeld en zoo het schepsel aan den Schepper wordt ontroofd. En nu stelt zij zich bloot aan een con flict met den staat. Waarom, zoo vraagt men, deze kwestie met de nationaal-so- cialisten? En het antwoord luidt: De onbaatzuch tige liefde jegens God en de zielen der menschen schiep het conflict. De Kerk, vertegenwoordigster van Christus, voelde zich verongelijkt. Het nat.-socialisme dreef Haar uit het open bare leven; eerst uit de politiek, toen uit het sociale leven, daarna uit de economie en de charitas. De jeugd ontstal men Haar, door de organisaties op te heffen en de neutrale school te verplichten. Uit dit alles moest de Kerk, omdat Christus' ze- deleer de sta-in-den-weg is voor het nat.- soc. heidendom, verwijderd worden. Vandaar ook de hetze tegen de geeste lijkheid, om een wig te drijven tusschen priesters en volk. In diepste wezen de haat tegen God zooals in Rusland. De toestand is ernstig en de schuldigen in Berlijn probeeren nu nog de Kerk te doen breken. Dwaze peuteraars aan de steenrots. God bescherme het arme. volk uit het land van Bonifacius. Daarvoor te bidden is een plicht van naastenliefde. Mede omdat het het land is van onzen Kolping! SEVERUS. Missiecongregaties en successiebelasting 'tÓOPT BIJ HEN, DIE IN U W DAGBLAD ADVERTEEREN EEN GOEDE DAAD.... hebben de Gezellen van ons district j.l. Zondag gesteld. Meer dan driehonderd Gezellen met tientallen K.-vlaggen deden mee aan het défilé. En wat liepen de ge huwden welbewust achter het vaandel Hopen wij, dat de vrucht ook is een gelijk gericht streven naar maatschappij-her nieuwing volgens de wijze en heldere En cyclieken van onzen Paus Pius XI. Daarom, Gezellen, schaft u aan, leest en herleest de sociale encyclieken. Leest ook wat de Paus geschreven heeft over communisme en nat.-socialisme, de twee materialistische stroomingen. Gij, als jongeren, rückwarts nimmer, vorwarts immer! KATHOLIEKENDAG UTRECHT. Gezellen, die deelnemen aan den Ka tholiekendag, moeten zich, als zij per fiets gaan, opgeven aan den ass. Senior. Dan kan in onderling overleg de plaats van vertrek bepaald worden. Treinreizigers komen op den aangege ven tijd bijeen vóór het station. IK HEB WERK! Allerwege geeft zulk een uitroep vreug de. En gedurende de laatste weken hoo ren wij het nogal eens. Zoo vernamen we nog deze week van menschen, die in geen vijf k zes jaar gewerkt hadden, en nu weer aan den slag gingen. Wat hebben dezulken een schrijnend leed gedragen, jaren lang. En hoe hebben zij ondervonden, dat de arbeid een zegen is. Niet voor niets is der Gezellen lijf spreuk: God zegene het eerzame hand werk. En zag Kolping het niet zuiver? Hij toch zei: „Godsdienst en arbeid zijn de gouden bodem van een volk". VERGADERING DER GEZELLEN. Dinsdag a.s. is het weer zoo, te kwart voor negen. Wie om een geldige reden niet kan, levere zijn kaart in bij een der commissarissen. WET EN RECHTSPRAAK. Father Lefeber doet mij in „De Tijd" van 3 Mei Av. de vereerende uitnoodiging zijn beschouwing over bovengenoemd onder werp „wat verder en deskundiger" uit te werken. Zeer gaarne zou ik aan deze uit noodiging beantwoorden, indien het ging over twee vergelijkbare onderwerpen. Dit is echter hier niet het geval, wat de geach te schrijver zelf onbewust reeds heeft toe gegeven, toen hij, door citeering van ge deelten uit zijn en uit mijn artikel, zich niet bij een en dezelfde wet hield en den rechter tegenover den wetgever plaatste. Ir het Tegelensche geval verklaarde de Hooge Raad den tekst van de Wet op de Personeele Belasting, hem door den wetge ver bezorgd, terwijl 'Father Lefeber het niet over deze wet en niet over de recht spraak, maar over de Successiewet en den wetgever heeft, derhalve over verschillen de zaken. Art. 4, 1, letter d der Wet op de Pers. Belasting verklaart kort en bondig belasting vrij, d.w.z. vrij van personeele belastingvrij, d w z. vrij v^n personeele ceelen, die „als. inrichting tot algemeen nut" moeten beschouwd worden. De wetge ver zegt echter niet, wat hij onder alge meen nut verstaat, waarom het de taak van den rechter is de woorden der doode wet nader te omschrijven. Nu de Hooge Raad heeft uitgemaakt, dat het missiewerk tot algemeen nut strekt, kan men niet redeneeren: Dus vallen Mis siehuizen onder art. 65 laatste lid van de Successiewet. Dat kan geen enkele rech ter, wijl hij zich dan op den stoel van den wetgever zou plaatsen, dus zijn macht te buiten zou gaan. Zou een lagere rechter zoo iets doen, dan moet zijn uitspraak door den Hoogen Raad zelfs ambtshalve ver nietigd worden in het belang der wet. Het laatste lid van genoemd artikel maakt im mers omomwonden de beperking, dat de binnen het Rijk gevestigde rechtspersoon „hoofdzakelijk (d.w.z. niet uitsluitend) een algemeen maatschappelijk belang voor het grondgebied van het Rijk, Nederlandsch- Indië, Suriname of Curasao beoogt". Father Lefeber moet zich dus niet tot den rechter, veelal slaaf van de wet, maar tot den wetgever wenden, allereerst tot de leidende personen der R.-K. Staatspartij, opdat die beperking geschrapt worde. Hij schrijft ook, dat niet één congrega tie van genoemd artikel profiteeren kan. Is dat inderdaad zoo? In het bewuste artikel van de Successiewet 'staat duidelijk, dat de binnen het Rijk gevestigde rechtsper soon, die bij erfenis en schenking met een I lager recht kan volstaan, hoofdzakelijk een algemeen maatschappelijk belang voor het grondgebied van het Rijk, Nederlandsch- Indië, Suriname of Curasao" moet nastre ven. Welnu dan hebben onze Paters Je- zuieten, Franciscanen, Capucijnen, Domini canen, Missionarissen van het H. Hart, Re demptoristen enz. en wellicht verscheidene Nederlandsche Zuster- en Broedercongre gaties krachtens de wet slechts tien ten honderd over de waarde van het bij tes tament of schenking gekregene te betalen en niet 28 of meer procent. Het doet er niet toe, dat verschillende der genoemde Orden en Congregaties bovendien missiën in China, Brazilië en elders hebben. Zij vallen onder art. 65, zoolang zij hoofdza kelijk hun werkkring in het Moederland en in onze overzeesche gewesten hebben. Zie hierover no. 12413 van het Periodiek Woor denboek van alm. en gerecht, beslissingen inzak'ee Successierecht. Het is mij trou wens bekend, dat hoogere belastingambte naren deze opvatting van art. 65 deelen. Dat het Missiewerk een algemeen maat schappelijk belang is, blijkt ten overvloede uit de beslissing van den Minister van Fi nanciën, dat alleen die lichamen een zoo danig belang nastreven, „die werkzaam zijn voor ideëele of cultureele belangen". Zie Periodiek Woordenboek enz. no. 12806. Het staat derhalve vast, dat verscheidene Orden en Congregaties zich met succes op art. 65 kunnen beroepen. Zouden zij toch meer dan tien procent gestort hebben, dan hebben zij een terugvorderingsrecht, dat echter krachtens art. 93 sub 5 Successiewet na twee jaren reeds is verjaard, te rekenen van den dag der aangifte. Zou men hier de regels van het Burgerlijk Wetboek aan gaande onverschuldigde betaling willen toepassen, de rechter zou wederom moeten zeggen: Dat gaat niet, wijl de Successie- wel een eigen regeling bevat. Men moet zich echter niet wenden tot den Raad van Beroep, daar hij, met de Successiewet niets te maken heeft, doch tot den burgerlijken rechter. Uit het bovenstaande blijkt dus ook, dat Missiecongregaties als die der Witte Paters, Paters van den H. Geest, Fathers van Mill Hill, die niet hoofdzakelijk in Nederland in Nederland en onze overzeesche gewes ten arbeiden, het volle pond moeten beta len, niet door de schuld van den rechter, maar door die van den wetgever. De geachte schrijver haalt er nog de be lasting op goederen in de doode hand bij. Mag ik hem in alle bescheidenheid op een kleine onnauwkeurigheid wijzen? Inrich tingen tot opleiding van missionarissen, on verschillig of dezen al dan niet priester worden, zijn krachtens art. 4 sub 2 vrij van deze belasting. Dit artikel zegt, dat buiten aanmerking blijft ëeri „seminarie, alleen tot opleiding van kweekelingen, die voor den geestelijken stand zijn bestemd". Daar onze eerw. Broeders en Zusters evengoed als onze priesters tot dert geestelijken stand behooren, staat het m.i'. vast, dat ieder mis siehuis en elk klooster, waarin personen tot missionarissen worden opgeleid, buiten deze belasting valt."'Bovendien verdwijnt deze „crisiswet" automatisch in 1938. Mr. VAN DEUR NE. „Tijd". PINKSTEREN. N.B. In deze week dagelijks Gloria en Credo. De Sequens „Veni sancte Spiritus". De gebeden „Communicantes" en „Hanc igitur" van Pinksteren. Kleur: Rood. ZONDAG, 16 Mei. Hoogfeest van Pink steren of var, de Nederdaling van den H. Geest over de Apostelen. Mis: Spiritus. De beloofde heilige Geest is ons geschon ken. De Geest des Heeren vervult de ge- heele aarde! Alleluja! (Introitus). Moge Hij ook onze harten vervullen en daarin ontvonken het vuur van Zijn Goddelijke liefde (Alleluja-vers). Moge Hij ook zijn dt zoete Gast van onze zielen, aan wie in Hem gelooven schenken Zijn zevenvoudige gaven. (Sequens). MAANDAG, 17 Mei. Tweede Pinkster dag. Dag van devotie. Mis: Cibavit. Pinksteren is het feest van de stichting van de H. Kerk. Het Epistel verhaalt ons van de groei van de jeugdige Kerk. Petrus bezield door den Heiligen Geest, bekeert veel heidenen door zijn prediking tot de Kerk van Christus, welke ook nu nóg en - Km--"* leer^n: „Wie in Chris tus gelooft zal niet verloren gaan, maar eeuwig leven." (Evangelie). DINSDAG, 18 V Derde Pinksterdag. Dag van devotie. Mis: Acclpite. WOENSDAG, 19 Mei. Quatertemperdag. Geboden Vasten en Onthoudingsdag. Vier de dag van het Pinksteractaaf. Mis: Deus. 2e gebed v. d. H. Petrus Coelestinus, Paus en Belijder; 3e v. d. H. Pudentiana, Maagd. De heilige Petrus Coelestinus heeft een mooi voorbeeld gegeven van ootmoed. Te gen zijn wil tot Paus gekozen om wille van zijn deugden, moest hij zich deze keuze laten welgevallen. Vier maanden later leg de hij in een Consistorie te Napels, in te genwoordigheid van den koning zijn waar digheid neer en ging opnieuw zijn klooster leven beginnen. DONDERDAG, 20 Mei. Vijfde dag v. h. Pinksteroctaaf. Mis: Spiritus. 2e gebed v. d. H. Bernardinus van Siëna. Belijder. Den 8en September 1380 werd uit een edele familie te Massa geboren de heilige Bernardinus van Siëna, één van de grootste sieraden van de Kerk in de 15e eeuw. Zijn moeder stierf toen hij pas drie jaar oud was Toch ontving de heilige een zeer vrome opvoeding van twee van zijn tantes, zoo dat hij van dag tot dag opgroeide in gods vrucht, wijsheid en liefde jegens God en de menschen. In het jaar 1404 legde hij in de Orde van de Capucijnen de gelofte af en legde hij zich op verlangen van zijn oversten toe op het predikambt. Vooral heeft hij den Zoeten Naam gepredikt Italië als een teeken van verzoening en vrede in die dagen van strijd en verdeeld heid. VRIJDAG, 21 Mei. Quatertemperdag. Ge boden vasten en onthoudingsdag. Zesde dag v. h. Pinksteroctaaf. Mis: Repleatur. 2e gebed v. d. H. Aufridus, Bisschop en Belijder. (Zie in het feesteigen v. h. Bis dom (vroeger 13 Mei) Aufridus, ook wel Ansfried genoemd, was geboren „graaf van Leuven". Zijn opvoeding ontving hij van twee Aartsbisschoppen, van wie één zijn oom was. Als twintigjarige kwam hij in militairen dienst, waarin hij altijd ge ijverd heeft voor eer en deugd. Begunstigd door keizer Otto I, die voor Ansfried een bijzondere voorliefde had, wegens zijn goe de hoedanigheden, werd hij zeer spoedig een machtig edelman in de Nederlanden. Hij sloot een huwelijk met Hereswit, gra vin van Strijen, die hem een dochter schonk, Benedicta. Na de dood van zijn echtgenoote vatte Ansfried het plan op om in een klooster te streven naar hooge re volmaaktheid. Benedicta was reeds in een klooster, door haar ouders gesticht te Thorn, Abdis. Maar keizer Otto III ver langde dat Ansfried de opvolger zou zijn van de gestorven bisschop van Utrecht, Balderik. Ansfried verzette zic\ Hoe zou hij, de militair, de bisschopsstaf kunnen voeren! Hij moest evenwel zwichten en na zijn heilige bisschopswijding aanvaardde hij het bisschoppelijk bestuur, dat voor treffelijk is geweest. Het godsdienstig le ven van zijn onderdanen v/erd bevorderd zeer krachtig door eigen voorbeeld. Veel heeft hij hersteld, wat door de invallen van de Noormannen was verwoest en veel ook deed hij om zijn bisdom tegen de Noor mannen te beschermen. Ansfried overleed in de door hem gestichte Abdij „Hohorst" bij Amersfoort den 3en Mei van het jaar 1000, Zijn stoffelijk overschot werd bijge zet in de St. Maarten te Utrecht. ZATERDAG, 22 Mei. Quatertemperdag. Geboden vasten- en onthoudingsdag. Ze vende dag van het Pinksteroctaaf. Mis: Caritas. 2 e gebed voor Kerk of Paus. IN DE KERKEN DER E.E. P.P. FRAN CISCANEN: WOENSDAG. 2e gebed y. d. H. Ivo, Be lijder; 3e v. d. H. Petrus Coelestinus; 4e v. d. H. Pudentiana VRIJDAG. 2e gebed v. d. Z.Z. Ladislaus, Crispinus en Vivaldus, Belijders. ZATERDAG. 2e gebed v. d. Z.Z. Joannes Forest en Gezellen, Martelaren. Amsterdam. ALB. M. KOK, pr. BEVEILIGING VAN STILSTAANDE AUTO'S IN HET DONKER. Een handig apparaat. In het donker langs den weg parkeerende auto's zijn dikwijls oorzaak van ernstige verkeersongelukken. Nog dezer dagen bot ste op den weg van 's-Hertogehbosch naar Tilburg een auto in het donker tegen een stilstaanden wagen met het betreurens waardige gevolg, dat drie menschen het leven verloren en wanneer men de lijst van ongelukken, die helaas dagelijks in de kranten voorkomen, geregeld leest, dan weet men ook, dat bótsingen als hierboven aangehaald aan de orde van den dag zijn. In vele gevallen ontstaan zij, omdat de automobilist vooral bij slechte weersom standigheden moeilijk kan constateer en, of een rood achterlicht, dat hij voor zich ziet, behoort aan een rijdende dan wel aan een stilstaande auto. Uitgaande van de gedachte, dat het ter onderscheiding van een rijdenden en een stilstaand object wenschelijk is, om een auto te voorzien van een signaalteeken, dat uitzonderlijk en met nadruk aan geeft, dat de wagen, die een automobilist voor zich op den weg ziet, stil staat en dit signaal het doeltreffendst is, waaneer het automatisch, dus geheel onafhankelijk van den bestuurder, in werking wordt gesteld, zoodra de auto stil staat, is hier te lande onlangs een apparaat uitgevonden, dat het vraagstuk op zeer eenvoudige en ingenieuze wjjze oplost. Het betreft hier een apparaat, dat op een bewegend onderdeel van een auto moet worden gemonteerd en dat automatisch in werking treedt, zoodra het bewegend onderdeel, waarop het is aangebracht, tot stil stand komt en dus ook de auto stopt. Laat men nu bijv. het appa raat correspondeeren op een rood lampje achter aan de auto bij voorkeur zoo hoog mogelijk beves tigd of een ander parkeertee- ken, dat uiteraard van hoogerhand moet worden vastgesteld, dan zal dat lampje beginnen te gloeien, zoodra de auto tot stilstand is ge komen, immers op dat moment is het apparaat automatisch Ln wer king gesteld. Het lampje zal blij- van branden zoolang de auto stil staat. Zet de bestuurder den wagen weer in beweging, dan schakelt het apparaat zich automatisch weer uit en zal het parkeerteeken achter aan de auto uiteraard ook uitgaan. Het parkeerlicht gaat dus steeds auto matisch uit en aan, dus dnafhankelijk van den bestuurder, die alleen met een be wuste handeling het apparaat buiten wer king kan stellen, hetgeen noodzakelijk is, wanneer hij bijv. zijn wagen in de garage heeft gebracht. Het apparaat is eenvoudig van construe- Moeders, laat deze week de Uwen bidden en offeren voor Onze Koloniale Missies tie, daardoor goedkoop te fabriceeren en bovendien onverslijtbaar. Behalve als „veilig in donker apparaat" is het een practisch instrument als controle- orgaan voor industrieele doeleinden. Het stelt bijv. in staat een plotseling stil staan de machine te signaleeren en biedt tevens de mogelijkheid zelf automatisch de stag natie op te heffen. Komt bijv. een machi ne, waarop het apparaat is gemonteerd, tot stilstand, dan kan het apparaat zelf automatisch een andere motor in werking stellen. Voor alle stroomsterkten is het ge schikt, zoowel voor zeer lage als voor hoo ge spanningen. Het oordeel van vele be voegde ingenieurs zoo deelde men ons mede is onverdeeld gunstig. Op deze Ne derlandsche vinding werd octrooi aange vraagd. De eerste missive luidde gunstig. Tot het verkrijgen van buitenlandsche oc trooien zijn bereids stappen gedaan. De vennootschap, wier eigendom deze vinding is, wenscht voorloopig onbekend te blijven. Als haar promotor treedt op de heer A. van Greuningen te Voorburg. WILT IETS WETEN? Vraag: le. Waar en wanneer is er een stuk van een ster gevallen? 2e. Waar komt de „Amersfoortsche kei" vandaan? 3e. Hoe ontstaat onweder? 4e. Wanneer de bliksem in een boom slaat, bestaat dan de mogelijkheid, wanneer men ±25 M. van de boom verwijderd is, door dezelfde straal getroffen kan wor den? Antwoord: 1. Er vallen zeer vele z.g. meteoorsteenen op de aarde. 2. Uit Scandinavië, op de gletschers van den ijstijd. 3. Ten gevolge van oververhitting van de onderste luchtlagen, en groote vochtigheid in de boven-lucht. 4. Ja. Het lichaam kan n.l. een electri- sche lading krijgen doordat men onder de induceerende werking verkeert van een sterk geladen voorwerp in de omgeving. Wordt dit laatste door den bliksem getrof fen, dan houdt de induceerende werking op en de elfctrische lading vloeit door het lichaam naar de aarde af, waardoor men gedood kan worden. Bovendien zijn blik- sem-stralen sterk vertakt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 10