ZATERDAG 15 MEI 1937
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 10
IMTERPAROCHIEELE
WEEK VAN GEBED EN OFFER VOOR
DE KOLONIALE MISSIES.
Zondag hebt gij het reeds hooren af
kondigen, hoe weze week voor iederen
katholiek moet zijn een week van offer
en gebed voor onze eigen Nederl. Kath.
Missie. De missiegeschiedenis in onze ko
loniën is nog van zeer jongen datum,
want datgene, wat in de 16e eeuw door
Spanje en Portugal was begonnen, werd
door Nederland geheel vernietigd. In
1807, na het herstel der godsdienstvrij
heid, werden er vanuit Nederland twee
wereldgeestelijken gezonden naar Oost-
Indië om aldaar de Missie opnieuw te be
ginnen, in Suriname werd de Missie her
steld in 1817, terwijl men in Curasao reeds
in 1705 was begonnen.
Heel langzaam kon men in onze Oost
vorderen, er waren te weinig missionaris
sen en daarenboven zooveel duizenden
kathoL Europeanen, waarvoor die missio
narissen te 'zorgen hadden.
De tegenwerking was zoo groot. Eerst
toen er verschillende congregaties en Mis
sie-orden als arbeidsterrein Indië gingen
uitkiezen, toen kon men met alle kracht
zich gaan geven aan de bekeering van de
inheemsche bevolking. En de resultaten
zijn schitterend. Naast de 80.000 katho
lieke Europeanen zijn er niet minder dan
400.000 bekeerde inlanders, en 40.000 ca
techumenen, die zich dus aan het voorbe
reiden zijn om in de Kath. Kerk te wor
den opgenomen. In O. Indië zijn er niet
minder dan 1454 kath. scholen met 116.000
leerlingen. West-Indië telt 100.000 katho
lieken; 200 kath. scholen met 22.000 kin
deren. Schitterend resultaat van de ge
weldige missieijver van ons Nederland-
sche volk en toch doen in deze dagen de
missiegenootschappen onder goedkeuring
van de Bisschoppen een beroep op Kath.
Nederland en wel omdat er nog harder
moet gaan gewerkt worden, want schrik
niet, alleen in onze bezittingen zijn er nog
67.000.000 heidenen.
Het aantal werkers is nog te gering, de
middelen ontoereikend, daarom dus een
offerweek, waarin van ons allen gevraagd
wordt ons gebed en ook'ons geldelijk of
fertje; wij gezellen blijven niet achter,
wij zullen ook van het weinig, dat wij be
zitten, geven aan hen, want ondanks onze
maatsch. armoede, wij voelen ons rijk, en
willen door ons geldelijk offertje het de
missionarissen mogelijk maken, om die
geestelijke rijkdommen te brengen aan
hen.
H. SCHRAMA, v.-pr.
ONS GOUDEN FEEST.
Alle Gezellen gehuwde en ©ngehuwden
worden opgeroepen om Zondag 30 Mei
's namiddags te 4 uur zich te verzamelen
voor de Burcht. Wij zullen een groeps
foto laten maken van alle Gezellen. Deze
foto kan men zich tegen zeer geringen prijs
aanschaffen, maar en dat is de hoofdbe
doeling van deze foto deze foto zal ook
verschijnen in ons gedenkboek, dat bij
gelegenheid van ons gouden feest ver
schijnt, en dat gratis aan alle leden wordt
aangeboden als herinnering aan 50 jaren
arbeid en daarom, niemand ontbreke; alle
Gezellen zijn Zondagmiddag 30 Mei voor
de Burcht; de burcht is ons door den heer
Backer belangeloos voor dit doel afge
staan.
Dus op 30 Mei!
H. SCHRAMA, v. pr.
MEDEDEEL1NGEN.
Ons gouden feest bereikt in Juli het
hoogtepunt. Op 7, 8 en 9 Juli zal een tri
duüm gegeven worden door onzen Cen-
traal-Praeses H. A. J. Drost. Dat is vast
houden aan ons eerste devies: Godsdienst
zin. En Zondag 11 Juli wordt een buiten
gewone dag. Zoodra het programma is af
gerond zal het gepubliceerd worden.
De bibliotheek gaat iets minder goed
dan verleden jaar. Is de leeslust wellicht
minder? Of andere wenschen? Het be
stuur zal gegronde critiek gaarne aan
vaarden.
De Spaarkas heeft het niet bijster druk.
Toch is sparen nog altoos een deugd,
waarvan gezegd mag worden, dat men er
op lateren leeftijd nimmer spijt van
heeft, 's Zondags om de veertien dagen
houdt de Raad van Bestuur zitting in de
Presidentskamer.
Jaarvergaderingen zijn weer op komst.
Dringend verzoeken wij de club-besturen
nu reeds een datum te bepalen in overleg
met den eerw. v.-Praeses. Want vóór 1
Juli moeten we ermee klaar zijn.
De K. L.'ers gaan tweeden Pinksterdag
naar Utrecht. Op den Katholiekendag zal
onze nationale Kolpings Lfwacht de Gez.
Ver. vertegenwoordigen. Even keurig als
in Nijmegen!
KERK EN STAAT.
Het conflict in het Derde Rijk houdt
thans vele menschen bezig. Men waagt
zich aan voorspellingen, die kant nog*wal
raken en er zullen wel van die despoten
zijn, die in stilte hopen dat de Staat wint.
Tot vervelens toe werd een paar jaar
geleden in en buiten Duitschland gespro
ken over de Kerk, die zich met politiek
bemoeide. En als een vinding van ver
troebelde geesten kregen we de term ,.po-
litiek-katholicisme". Overigens een uit
vinding zonder eenig patent.
Wat is de Kerk? Een macht, die geen
deel uitmaakt van een politieke partij en
zich trouwens nooit bemoeit met zuiver
burgerlijke zaken. De Kerk is het door
Christus gestichte „instituut" om de men
schen door dit leven te brengen tot het
bezit des hemels. De Kerk is dus van god
delijke oorsprong.
De gemeenschap der menschen, de na
tie, de staat is niet van goddelijken oor
sprong. Vandaar dat de Paus reeds meer
dere malen het dwaze gepraat over „god
delijke natie" etc. als ketterij heeft ge
brandmerkt.
Hoe men den staat ook betitelt, als
openbare macht of als burgerlijk gezag,
hij heeft een begrensd en tijdelijk terrein.
Hij staat dus allerminst boven de Kerk,
wier gebied de strijdende, lijdende en ze
gepralende Kerk omvat. Zij reikt tot in
de eeuwigheid.
Krachtens haar zending mag de Kerk
van den Staat eischen de noodige be
scherming tegen alles, wat haar leven
schaden kan. Evenzeer eischt de Kerk,
dat haar invloed niet belemmerd zal wor
den. De Kerk is de levende stad Gods, die
juist door haar goddelijke zending ver-
oordeelen moet elke vijandelijke aanran
ding van haar rechten.
En waarom? Het is de moederliefde,
die zich bekommert om het welzijn van
haar kinderen. Kinderen, die de Vader
toevertrouwde aan den Zoon en door den
Zoon aan de Kerk werden gegeven met
de opdracht: weidt mijne lammeren!
Het is de liefde van onze Moeder, de
H. Kerk, die de gevaren wil voorkomen
en bezweren. Het is deze zuivere liefde,
die niet terugdeinst voor dwang, als het
omwille der openbare zeden noodig is
met uiterste middelen op te treden tegen
dwalingen. Als Beschermster der zielen
mag Zij niet gedoogen, dat God wordt uit
geschakeld en zoo het schepsel aan den
Schepper wordt ontroofd.
En nu stelt zij zich bloot aan een con
flict met den staat. Waarom, zoo vraagt
men, deze kwestie met de nationaal-so-
cialisten?
En het antwoord luidt: De onbaatzuch
tige liefde jegens God en de zielen der
menschen schiep het conflict.
De Kerk, vertegenwoordigster van
Christus, voelde zich verongelijkt. Het
nat.-socialisme dreef Haar uit het open
bare leven; eerst uit de politiek, toen uit
het sociale leven, daarna uit de economie
en de charitas. De jeugd ontstal men
Haar, door de organisaties op te heffen en
de neutrale school te verplichten. Uit dit
alles moest de Kerk, omdat Christus' ze-
deleer de sta-in-den-weg is voor het nat.-
soc. heidendom, verwijderd worden.
Vandaar ook de hetze tegen de geeste
lijkheid, om een wig te drijven tusschen
priesters en volk. In diepste wezen de
haat tegen God zooals in Rusland.
De toestand is ernstig en de schuldigen
in Berlijn probeeren nu nog de Kerk te
doen breken. Dwaze peuteraars aan de
steenrots.
God bescherme het arme. volk uit het
land van Bonifacius.
Daarvoor te bidden is een plicht van
naastenliefde. Mede omdat het het land is
van onzen Kolping!
SEVERUS.
Missiecongregaties en
successiebelasting
'tÓOPT BIJ HEN,
DIE IN U W DAGBLAD
ADVERTEEREN
EEN GOEDE DAAD....
hebben de Gezellen van ons district j.l.
Zondag gesteld. Meer dan driehonderd
Gezellen met tientallen K.-vlaggen deden
mee aan het défilé. En wat liepen de ge
huwden welbewust achter het vaandel
Hopen wij, dat de vrucht ook is een gelijk
gericht streven naar maatschappij-her
nieuwing volgens de wijze en heldere En
cyclieken van onzen Paus Pius XI.
Daarom, Gezellen, schaft u aan, leest
en herleest de sociale encyclieken. Leest
ook wat de Paus geschreven heeft over
communisme en nat.-socialisme, de twee
materialistische stroomingen.
Gij, als jongeren, rückwarts nimmer,
vorwarts immer!
KATHOLIEKENDAG UTRECHT.
Gezellen, die deelnemen aan den Ka
tholiekendag, moeten zich, als zij per fiets
gaan, opgeven aan den ass. Senior. Dan
kan in onderling overleg de plaats van
vertrek bepaald worden.
Treinreizigers komen op den aangege
ven tijd bijeen vóór het station.
IK HEB WERK!
Allerwege geeft zulk een uitroep vreug
de. En gedurende de laatste weken hoo
ren wij het nogal eens. Zoo vernamen we
nog deze week van menschen, die in geen
vijf k zes jaar gewerkt hadden, en nu
weer aan den slag gingen.
Wat hebben dezulken een schrijnend
leed gedragen, jaren lang. En hoe hebben
zij ondervonden, dat de arbeid een zegen
is. Niet voor niets is der Gezellen lijf
spreuk: God zegene het eerzame hand
werk. En zag Kolping het niet zuiver? Hij
toch zei: „Godsdienst en arbeid zijn de
gouden bodem van een volk".
VERGADERING DER GEZELLEN.
Dinsdag a.s. is het weer zoo, te kwart
voor negen. Wie om een geldige reden
niet kan, levere zijn kaart in bij een der
commissarissen.
WET EN RECHTSPRAAK.
Father Lefeber doet mij in „De Tijd" van
3 Mei Av. de vereerende uitnoodiging zijn
beschouwing over bovengenoemd onder
werp „wat verder en deskundiger" uit te
werken. Zeer gaarne zou ik aan deze uit
noodiging beantwoorden, indien het ging
over twee vergelijkbare onderwerpen. Dit
is echter hier niet het geval, wat de geach
te schrijver zelf onbewust reeds heeft toe
gegeven, toen hij, door citeering van ge
deelten uit zijn en uit mijn artikel, zich
niet bij een en dezelfde wet hield en den
rechter tegenover den wetgever plaatste.
Ir het Tegelensche geval verklaarde de
Hooge Raad den tekst van de Wet op de
Personeele Belasting, hem door den wetge
ver bezorgd, terwijl 'Father Lefeber het
niet over deze wet en niet over de recht
spraak, maar over de Successiewet en den
wetgever heeft, derhalve over verschillen
de zaken. Art. 4, 1, letter d der Wet op de
Pers. Belasting verklaart kort en bondig
belasting vrij, d.w.z. vrij van personeele
belastingvrij, d w z. vrij v^n personeele
ceelen, die „als. inrichting tot algemeen
nut" moeten beschouwd worden. De wetge
ver zegt echter niet, wat hij onder alge
meen nut verstaat, waarom het de taak
van den rechter is de woorden der doode
wet nader te omschrijven.
Nu de Hooge Raad heeft uitgemaakt, dat
het missiewerk tot algemeen nut strekt,
kan men niet redeneeren: Dus vallen Mis
siehuizen onder art. 65 laatste lid van de
Successiewet. Dat kan geen enkele rech
ter, wijl hij zich dan op den stoel van den
wetgever zou plaatsen, dus zijn macht te
buiten zou gaan. Zou een lagere rechter zoo
iets doen, dan moet zijn uitspraak door
den Hoogen Raad zelfs ambtshalve ver
nietigd worden in het belang der wet. Het
laatste lid van genoemd artikel maakt im
mers omomwonden de beperking, dat de
binnen het Rijk gevestigde rechtspersoon
„hoofdzakelijk (d.w.z. niet uitsluitend) een
algemeen maatschappelijk belang voor het
grondgebied van het Rijk, Nederlandsch-
Indië, Suriname of Curasao beoogt".
Father Lefeber moet zich dus niet tot
den rechter, veelal slaaf van de wet, maar
tot den wetgever wenden, allereerst tot de
leidende personen der R.-K. Staatspartij,
opdat die beperking geschrapt worde.
Hij schrijft ook, dat niet één congrega
tie van genoemd artikel profiteeren kan. Is
dat inderdaad zoo? In het bewuste artikel
van de Successiewet 'staat duidelijk, dat
de binnen het Rijk gevestigde rechtsper
soon, die bij erfenis en schenking met een I
lager recht kan volstaan, hoofdzakelijk een
algemeen maatschappelijk belang voor het
grondgebied van het Rijk, Nederlandsch-
Indië, Suriname of Curasao" moet nastre
ven. Welnu dan hebben onze Paters Je-
zuieten, Franciscanen, Capucijnen, Domini
canen, Missionarissen van het H. Hart, Re
demptoristen enz. en wellicht verscheidene
Nederlandsche Zuster- en Broedercongre
gaties krachtens de wet slechts tien ten
honderd over de waarde van het bij tes
tament of schenking gekregene te betalen
en niet 28 of meer procent. Het doet er
niet toe, dat verschillende der genoemde
Orden en Congregaties bovendien missiën
in China, Brazilië en elders hebben. Zij
vallen onder art. 65, zoolang zij hoofdza
kelijk hun werkkring in het Moederland en
in onze overzeesche gewesten hebben. Zie
hierover no. 12413 van het Periodiek Woor
denboek van alm. en gerecht, beslissingen
inzak'ee Successierecht. Het is mij trou
wens bekend, dat hoogere belastingambte
naren deze opvatting van art. 65 deelen.
Dat het Missiewerk een algemeen maat
schappelijk belang is, blijkt ten overvloede
uit de beslissing van den Minister van Fi
nanciën, dat alleen die lichamen een zoo
danig belang nastreven, „die werkzaam
zijn voor ideëele of cultureele belangen".
Zie Periodiek Woordenboek enz. no. 12806.
Het staat derhalve vast, dat verscheidene
Orden en Congregaties zich met succes op
art. 65 kunnen beroepen. Zouden zij toch
meer dan tien procent gestort hebben, dan
hebben zij een terugvorderingsrecht, dat
echter krachtens art. 93 sub 5 Successiewet
na twee jaren reeds is verjaard, te rekenen
van den dag der aangifte. Zou men hier de
regels van het Burgerlijk Wetboek aan
gaande onverschuldigde betaling willen
toepassen, de rechter zou wederom moeten
zeggen: Dat gaat niet, wijl de Successie-
wel een eigen regeling bevat. Men moet
zich echter niet wenden tot den Raad van
Beroep, daar hij, met de Successiewet niets
te maken heeft, doch tot den burgerlijken
rechter.
Uit het bovenstaande blijkt dus ook, dat
Missiecongregaties als die der Witte Paters,
Paters van den H. Geest, Fathers van Mill
Hill, die niet hoofdzakelijk in Nederland
in Nederland en onze overzeesche gewes
ten arbeiden, het volle pond moeten beta
len, niet door de schuld van den rechter,
maar door die van den wetgever.
De geachte schrijver haalt er nog de be
lasting op goederen in de doode hand bij.
Mag ik hem in alle bescheidenheid op een
kleine onnauwkeurigheid wijzen? Inrich
tingen tot opleiding van missionarissen, on
verschillig of dezen al dan niet priester
worden, zijn krachtens art. 4 sub 2 vrij van
deze belasting. Dit artikel zegt, dat buiten
aanmerking blijft ëeri „seminarie, alleen
tot opleiding van kweekelingen, die voor
den geestelijken stand zijn bestemd". Daar
onze eerw. Broeders en Zusters evengoed
als onze priesters tot dert geestelijken stand
behooren, staat het m.i'. vast, dat ieder mis
siehuis en elk klooster, waarin personen
tot missionarissen worden opgeleid, buiten
deze belasting valt."'Bovendien verdwijnt
deze „crisiswet" automatisch in 1938.
Mr. VAN DEUR NE.
„Tijd".
PINKSTEREN.
N.B. In deze week dagelijks Gloria en
Credo. De Sequens „Veni sancte Spiritus".
De gebeden „Communicantes" en „Hanc
igitur" van Pinksteren. Kleur: Rood.
ZONDAG, 16 Mei. Hoogfeest van Pink
steren of var, de Nederdaling van den H.
Geest over de Apostelen. Mis: Spiritus.
De beloofde heilige Geest is ons geschon
ken. De Geest des Heeren vervult de ge-
heele aarde! Alleluja! (Introitus). Moge
Hij ook onze harten vervullen en daarin
ontvonken het vuur van Zijn Goddelijke
liefde (Alleluja-vers). Moge Hij ook zijn
dt zoete Gast van onze zielen, aan wie in
Hem gelooven schenken Zijn zevenvoudige
gaven. (Sequens).
MAANDAG, 17 Mei. Tweede Pinkster
dag. Dag van devotie. Mis: Cibavit.
Pinksteren is het feest van de stichting
van de H. Kerk. Het Epistel verhaalt ons
van de groei van de jeugdige Kerk. Petrus
bezield door den Heiligen Geest, bekeert
veel heidenen door zijn prediking tot de
Kerk van Christus, welke ook nu nóg
en - Km--"* leer^n: „Wie in Chris
tus gelooft zal niet verloren gaan, maar
eeuwig leven." (Evangelie).
DINSDAG, 18 V Derde Pinksterdag.
Dag van devotie. Mis: Acclpite.
WOENSDAG, 19 Mei. Quatertemperdag.
Geboden Vasten en Onthoudingsdag. Vier
de dag van het Pinksteractaaf. Mis: Deus.
2e gebed v. d. H. Petrus Coelestinus, Paus
en Belijder; 3e v. d. H. Pudentiana, Maagd.
De heilige Petrus Coelestinus heeft een
mooi voorbeeld gegeven van ootmoed. Te
gen zijn wil tot Paus gekozen om wille van
zijn deugden, moest hij zich deze keuze
laten welgevallen. Vier maanden later leg
de hij in een Consistorie te Napels, in te
genwoordigheid van den koning zijn waar
digheid neer en ging opnieuw zijn klooster
leven beginnen.
DONDERDAG, 20 Mei. Vijfde dag v. h.
Pinksteroctaaf. Mis: Spiritus. 2e gebed v.
d. H. Bernardinus van Siëna. Belijder.
Den 8en September 1380 werd uit een
edele familie te Massa geboren de heilige
Bernardinus van Siëna, één van de grootste
sieraden van de Kerk in de 15e eeuw. Zijn
moeder stierf toen hij pas drie jaar oud was
Toch ontving de heilige een zeer vrome
opvoeding van twee van zijn tantes, zoo
dat hij van dag tot dag opgroeide in gods
vrucht, wijsheid en liefde jegens God en
de menschen. In het jaar 1404 legde hij in
de Orde van de Capucijnen de gelofte af
en legde hij zich op verlangen van zijn
oversten toe op het predikambt. Vooral
heeft hij den Zoeten Naam gepredikt
Italië als een teeken van verzoening en
vrede in die dagen van strijd en verdeeld
heid.
VRIJDAG, 21 Mei. Quatertemperdag. Ge
boden vasten en onthoudingsdag. Zesde
dag v. h. Pinksteroctaaf. Mis: Repleatur.
2e gebed v. d. H. Aufridus, Bisschop en
Belijder. (Zie in het feesteigen v. h. Bis
dom (vroeger 13 Mei) Aufridus, ook wel
Ansfried genoemd, was geboren „graaf
van Leuven". Zijn opvoeding ontving hij
van twee Aartsbisschoppen, van wie één
zijn oom was. Als twintigjarige kwam hij
in militairen dienst, waarin hij altijd ge
ijverd heeft voor eer en deugd. Begunstigd
door keizer Otto I, die voor Ansfried een
bijzondere voorliefde had, wegens zijn goe
de hoedanigheden, werd hij zeer spoedig
een machtig edelman in de Nederlanden.
Hij sloot een huwelijk met Hereswit, gra
vin van Strijen, die hem een dochter
schonk, Benedicta. Na de dood van zijn
echtgenoote vatte Ansfried het plan op
om in een klooster te streven naar hooge
re volmaaktheid. Benedicta was reeds in
een klooster, door haar ouders gesticht te
Thorn, Abdis. Maar keizer Otto III ver
langde dat Ansfried de opvolger zou zijn
van de gestorven bisschop van Utrecht,
Balderik. Ansfried verzette zic\ Hoe zou
hij, de militair, de bisschopsstaf kunnen
voeren! Hij moest evenwel zwichten en na
zijn heilige bisschopswijding aanvaardde
hij het bisschoppelijk bestuur, dat voor
treffelijk is geweest. Het godsdienstig le
ven van zijn onderdanen v/erd bevorderd
zeer krachtig door eigen voorbeeld. Veel
heeft hij hersteld, wat door de invallen van
de Noormannen was verwoest en veel ook
deed hij om zijn bisdom tegen de Noor
mannen te beschermen. Ansfried overleed
in de door hem gestichte Abdij „Hohorst"
bij Amersfoort den 3en Mei van het jaar
1000, Zijn stoffelijk overschot werd bijge
zet in de St. Maarten te Utrecht.
ZATERDAG, 22 Mei. Quatertemperdag.
Geboden vasten- en onthoudingsdag. Ze
vende dag van het Pinksteroctaaf. Mis:
Caritas. 2 e gebed voor Kerk of Paus.
IN DE KERKEN DER E.E. P.P. FRAN
CISCANEN:
WOENSDAG. 2e gebed y. d. H. Ivo, Be
lijder; 3e v. d. H. Petrus Coelestinus; 4e
v. d. H. Pudentiana
VRIJDAG. 2e gebed v. d. Z.Z. Ladislaus,
Crispinus en Vivaldus, Belijders.
ZATERDAG. 2e gebed v. d. Z.Z. Joannes
Forest en Gezellen, Martelaren.
Amsterdam.
ALB. M. KOK, pr.
BEVEILIGING VAN STILSTAANDE
AUTO'S IN HET DONKER.
Een handig apparaat.
In het donker langs den weg parkeerende
auto's zijn dikwijls oorzaak van ernstige
verkeersongelukken. Nog dezer dagen bot
ste op den weg van 's-Hertogehbosch naar
Tilburg een auto in het donker tegen een
stilstaanden wagen met het betreurens
waardige gevolg, dat drie menschen het
leven verloren en wanneer men de lijst van
ongelukken, die helaas dagelijks in de
kranten voorkomen, geregeld leest, dan
weet men ook, dat bótsingen als hierboven
aangehaald aan de orde van den dag zijn.
In vele gevallen ontstaan zij, omdat de
automobilist vooral bij slechte weersom
standigheden moeilijk kan constateer en,
of een rood achterlicht, dat hij voor zich
ziet, behoort aan een rijdende dan wel
aan een stilstaande auto.
Uitgaande van de gedachte, dat het ter
onderscheiding van een rijdenden en een
stilstaand object wenschelijk is, om een
auto te voorzien van een signaalteeken,
dat uitzonderlijk en met nadruk aan
geeft, dat de wagen, die een automobilist
voor zich op den weg ziet, stil staat en dit
signaal het doeltreffendst is, waaneer het
automatisch, dus geheel onafhankelijk van
den bestuurder, in werking wordt gesteld,
zoodra de auto stil staat, is hier te lande
onlangs een apparaat uitgevonden, dat het
vraagstuk op zeer eenvoudige en ingenieuze
wjjze oplost.
Het betreft hier een apparaat, dat
op een bewegend onderdeel van
een auto moet worden gemonteerd
en dat automatisch in werking treedt,
zoodra het bewegend onderdeel,
waarop het is aangebracht, tot stil
stand komt en dus ook de auto
stopt. Laat men nu bijv. het appa
raat correspondeeren op een rood
lampje achter aan de auto bij
voorkeur zoo hoog mogelijk beves
tigd of een ander parkeertee-
ken, dat uiteraard van hoogerhand
moet worden vastgesteld, dan zal
dat lampje beginnen te gloeien,
zoodra de auto tot stilstand is ge
komen, immers op dat moment is
het apparaat automatisch Ln wer
king gesteld. Het lampje zal blij-
van branden zoolang de auto stil
staat. Zet de bestuurder den wagen
weer in beweging, dan schakelt het
apparaat zich automatisch weer uit
en zal het parkeerteeken achter
aan de auto uiteraard ook uitgaan.
Het parkeerlicht gaat dus steeds auto
matisch uit en aan, dus dnafhankelijk van
den bestuurder, die alleen met een be
wuste handeling het apparaat buiten wer
king kan stellen, hetgeen noodzakelijk is,
wanneer hij bijv. zijn wagen in de garage
heeft gebracht.
Het apparaat is eenvoudig van construe-
Moeders, laat deze week
de Uwen bidden en offeren
voor Onze Koloniale Missies
tie, daardoor goedkoop te fabriceeren en
bovendien onverslijtbaar.
Behalve als „veilig in donker apparaat"
is het een practisch instrument als controle-
orgaan voor industrieele doeleinden. Het
stelt bijv. in staat een plotseling stil staan
de machine te signaleeren en biedt tevens
de mogelijkheid zelf automatisch de stag
natie op te heffen. Komt bijv. een machi
ne, waarop het apparaat is gemonteerd,
tot stilstand, dan kan het apparaat zelf
automatisch een andere motor in werking
stellen. Voor alle stroomsterkten is het ge
schikt, zoowel voor zeer lage als voor hoo
ge spanningen. Het oordeel van vele be
voegde ingenieurs zoo deelde men ons
mede is onverdeeld gunstig. Op deze Ne
derlandsche vinding werd octrooi aange
vraagd. De eerste missive luidde gunstig.
Tot het verkrijgen van buitenlandsche oc
trooien zijn bereids stappen gedaan.
De vennootschap, wier eigendom deze
vinding is, wenscht voorloopig onbekend te
blijven. Als haar promotor treedt op de
heer A. van Greuningen te Voorburg.
WILT IETS WETEN?
Vraag:
le. Waar en wanneer is er een stuk van
een ster gevallen?
2e. Waar komt de „Amersfoortsche kei"
vandaan?
3e. Hoe ontstaat onweder?
4e. Wanneer de bliksem in een boom
slaat, bestaat dan de mogelijkheid, wanneer
men ±25 M. van de boom verwijderd is,
door dezelfde straal getroffen kan wor
den?
Antwoord: 1. Er vallen zeer vele z.g.
meteoorsteenen op de aarde.
2. Uit Scandinavië, op de gletschers van
den ijstijd.
3. Ten gevolge van oververhitting van de
onderste luchtlagen, en groote vochtigheid
in de boven-lucht.
4. Ja. Het lichaam kan n.l. een electri-
sche lading krijgen doordat men onder de
induceerende werking verkeert van een
sterk geladen voorwerp in de omgeving.
Wordt dit laatste door den bliksem getrof
fen, dan houdt de induceerende werking op
en de elfctrische lading vloeit door het
lichaam naar de aarde af, waardoor men
gedood kan worden. Bovendien zijn blik-
sem-stralen sterk vertakt.