WOENSDAG 12 MEI 1937
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
tevens in zijn betrekkelijke eenvoud, ver
geleken bij de praal, die nog komen zou,
een symbolische weerspiegeling was van
de wereldomvattende macht van het Brit-
sche rijk. Het was de stoet van eerste mi
nisters der Dominions, vertegenwoordigers
van Indië en Burma en koloniale bestuur
ders, die te ruim kwart over 9 Buckingham
Palace verliet.
In het eerste rijtuig, geëscorteerd door
Londensche bereden politie, zat Stanley
Baldwin, de Britsche eerste minister, zich
ditmaal nu eens in het publiek vertoonend
zonder zijn bekende pijp, en luide door
de menigte toegejuicht. Zijn rijtuig werd
gevolgd door dat van den Canadeeschen
minister-president Mackenzie King, die
geëscorteerd werd door een afdeeling van
de beroemde Royal Canadian Mounted
Police, kranige kerels in khaki-uniform
met breedgerande padvindershoeden op.
Na elkaar volgen de Australische eerste
minister Lyons en zijn Nieuw-Zeelandsche
collega Savage, geëscorteerd door bereden
Australische- en Nieuw-Zeelandsche de
tachementen, welker manschappen, sedert
zij in de Paaschweek te Londen zijn aan
gekomen, dank zij hun martiale hoeden
met vederbos en opgeslagen rand, popu
laire verschijningen in de hoofdstad zijn
geworden.
De Zuid-Afrikaansche minister-presi
dent Hertzog wordt geëscorteerd door
Zuid-Afrikaansche cavallerie, die evenals
het escorte van president Huggins van
Zuid-Rhodesië, kenbaar is aan de khaki
helm.
Sir Muhammad Zafrullah Khan van In
dië en dr. Ba Maw van Burma hebben de
schilderachtigste begeleiding, bestaande
uit een eskadron Indische cavallerie, kra
nige Indische ruiters met witte tulbanden
op het hoofd.
Dan volgen nog de eerste minister van
Noord-Ierland Graigavon en de diverse
zelfbestuurders, o.a. de emir van Trans-
jordanië, de sultans van Zanzibar, van Jo-
hore en van Pahang, geëscorteerd door
dragonders en lanciers.
Zij worden allen luide toegejuicht door
het publiek, dat voor de escorteerende
troepen vaak een applaus over heeft en
dat na de vele uren van niets doen en
stilzitten wil juichen en ongeduldig wacht
op de koninklijke familie.
De koninklijke familie.
Het geduld van degenen, die zich langs
de Mall en Whitehall bevinden werd niet
te lang op de proef gesteld, want kort
voor tien uur verlieten de naaste familie
leden van het koningspaar Buckingham
Palace. Voorafgegaan door een escorte van
officieren werd deze stoet geopend door
een glazen statiekaros, waarin de beide
dochters van den koning gezeten waren,
de jeugdige prinses Elizabeth en haar
jonger zusje Margaret, met haar tante, de
princess royal Mary en het zoontje van
deze, lord Lascelles.
Uitbundig werden vooral de beide jeug
dige prinsesjes toegejuicht, van wie prin
ses Elizabeth waarschijnlijk voorbestemd
is om eens op haar beurt als hoofdper
soon dezen weg te gaan, als zij zelf de
kroon van het Britsche Rijk te torsen
zal krijgen.
In de volgende glazen karos hadden de
hertoginnen van Gloucester en van Kent
plaats genomen met haar neefje Gerald
Lascelles.
Het derde rijtuig was een statielandauer
waarin gezeten waren de prins en prin
ses van Connaught en de gravin van
Athlone. Bereden officieren sloten weer
den stoet.
Uitbundige huldebetuigingen vielen ook
ten deel aan koningin Mary, toen deze,
voorafgegaan en gevolgd door een escorte
van bereden kapiteins te kwart over 10
van Marlborough House in gezelschap van
haar schoonzuster, koningin Maud van
Noorwegen, met een glazen statiekaros
naar de Westminster Abbey reed.
DE KONINKLIJKE STOET.
Het publiek is langzamerhand in de
stemming gekomen en wacht met span
ning op het groote moment, dat de koning
en de koningin zullen naderen, en dat
thans niet ver meer af kan zijn, want te
ruim half elf heeft de kop van den ko
ninklijken stoet het plein voor Bucking
ham Palace verlaten. Militaire muziek
kondigt reeds uit de verte de nadering
van de troepen, die den stoet openen, aan.
Het zijn detachementen van de yeoman
ry, van artillerie-regimenten en van ver
schillende regimenten cavallerie- en li
nietroepen, voorafgegaan door de com-
mandeerende officieren en eenige malen
onderbroken door bereden militaire mu
ziekcorpsen.
Dan volgen, in een bonte mengeling
van kleuren en in een schittering van de
prachtigste uniformen, fonkelend van
scharlaken, goud en zilver, de ordonnans
officieren en adjudanten des konings, of
ficieren van het territoriale, koloniale,
Dominiale en Indische leger, de opperbe
velhebbers van deze legers, de veldmaar
schalken sir Philip Chetwod? en sir
Claude Jacob, de opperofficieren van den
generalen staf, van Army en Air Council,
en de hoogste vlagofficieren der marine,
de leden van de admiraliteit en de chefs
van den marinestaf.
Prachtig als altijd zijn de horseguards
in hun opvallende uniform, scharlaken jas
met witleeren rijbroek en witleeren uit
monstering, blinkend kuras en blinkende
helm met vederbos, den martialen scha
kelband over de kin. Niet minder schil
derachtig is de lijfwacht van yeomen of
the guard, in hun rood en zwart gestreep
te, middeleeuwsche tudor-dracht, met
hooge kraag, vierkante hoed en kuitbroek.
En eindelijk, omringd door hooge offi
cieren in blinkende uniformen, de gouden
koets met koning George en koningin
Elizabeth. Het is een schouwspel van bijna
onwezenlijke, middeleeuwsche praal. Acht
prachtige, twee aan twee aangespannen
schimmels, waarvan de bijdehandsche
vier door postillons worden bereden en die
elk door een scharlaken met goud ge-
kleede lakei bij den teugel worden geleid,
trekken de groote, zware gouden, koets,
die rijk versierd is met symbolisch beeld
houwwerk, dat boven de assen gevormd
wordt door vier tritons, die de macht van
het Britsche Rijk over de Oceanen ver
kondigen. Door de groote glasruiten ziet
men den koning en de koningin, die onder
daverende vreugdekreten en toejuichin
gen hun tocht naar de Abbey maken, goed
zitten. Ter weerszijden van de koets loo-
pen drie lakeien en daarnaast aan eiken
kant twee yeoman met lange hellebaar
den. Aan eiken kant van de koets rijdt
een officier van de .lijfwacht met blinkend
borstkuras en getrokken zwaard, terwijl
de koets gevolgd wordt door acht vier aan
vier voortschrijdende yeomen of the guard.
Een officier te paard draagt den ko
ninklijken standaard achter den gouden
koets aan. Te paard volgen ook de beide
broers des konings, de hertog van Kent
in den uniform van kapitein, de hertog
van Gloucester in den uniform van gene-
raal-majoor, en hun zwager, de Earl of
Harewood.
Een aantal adjudanten, vier volgrijtui-
gen met leden van de hofhouding en we
derom een afdeeling horseguards beslui
ten den stoet. Het is een schouwspel, dat
men niet licht vergeet. De glanzende
pracht der uniformen wordt omlijst door
het rood en goud van vlaggen en drape
rieën, waarmee de tribunes getooid zijn
langs de fraaie, breede avenue van de
Mall, met op den achtergrond de even
eens prachtig versierde, monumentale
Admirality Arch, waar de stoet onderdoor
rijdt, rechtsaf buigend over Trafalgar
Square, dat zwart van de menschen ziet
en waar de gelukkigsten een plaatsje heb
ben veroverd aan den voet van het Nel
son-monument, naar Whitehall, dat met
zijn imposante regeeringsgebouwen en
fraaie versieringen eveneens een passen
de omlijsting biedt aan de bonte kleuren
mengeling van den schitterenden stoet.
Is de Engelschman koud en flegmatiek?
Men zou het niet zeggen als men hoort,
hoe overal waar de gouden koets langs
rijdt de daverende toejuichingen zich
voortplanten, hoe men zich de kelen
heesch schreeuwt en hoe uitbundig de
menigte zwaait met de tallooze vlagge
tjes, waarvan men zich heeft voorzien.
In Westminster Abbey.
DE PLECHTIGE INTOCHT.
In de Westminster Abbey bevinden zich
reeds sedert uren de hooggeplaatste perso
nages, wier rang of positie hun aanspraak
konden doen maken op het voorrecht, aan
wezig te mogen zijn bij de plechtigheid, die
zich hier aanstonds zal voltrekken.
Te ongeveer 11 uur zijn de koning en de
koningin, blijkens het gejuich, dat men in
de statige kathedraal, waar men een keur
van prachtige toiletten en de schitterend
ste, meest fantastische uniformen ziet, vaag
heeft kunnen hooren, aangekomen bij den
Westelijken ingang, waar zij zijn ontvangen
door den earlmarshal, den hertog van Nor
folk.
De deken van Westminster en de dom-
heeren hebben zich van het altaar naar de
Westelijke deur begeven en er hangt merk
bare spanning in de gruote ruimte, waar
iedereen de komst van het koningspaar ver
wacht.
In het midden van het schip, tegenover
het altaar, bevindt zich een verhooging,
waarop twee gouden troonzetels staan, en
daarvoor de eeuwenoude, zware eikenhou
ten stoel van King Edward, waarin over
eenkomstig de traditie reeds 600 jaar lang
alle Engelsche koningen worden gekroond.
Tusschen deze verhooging en het altaar
staan links tegen den wand twee andere
troonzetels, waarop het koninklijk paar voor
üe kroning plaats zal nemen Er staan twee
lage bidbankjes voor. Dicht bij de verhoo
ging, vooraan in den zuidelijken zijbeuk,
staan drie troonzetels. In de middelste heeft
koningin Mary plaats genomen, en ter
weerszijde van haar zitten de prinsesjes
Elizabeth en Margaret.
De stoet komt binnen.
Zacht preludieert het orgel als plotseling
bazuingeschal weerklinkt, dat luide door
de hooge ruimte schalt. Allen verheffen
zich van hun plaatsen en door de Westelijke
zijdeur, die wijd wordt opengeworpen, komt
de koninklijke stoet binnen. Vooraan
schrijden koorknapen in witte gewaden.
Een hunner draagt een gouden kruis, en
daarachter volgt de geestelijkheid, eerst de
lagere, dan de hoogere geestelijken, in
witte- of lichtpaarse gewaden, waar
over de bisschoppen goud-geborduurde
mantels dragen. Een groot gouden kruis
wordt uitgedragen voor den aartsbisschop
van Canterbury. Op de geestelijkheid vol
gen de peers, die over hun prachtige uni
formen scharlakenroode. meest met herme
lijn afgezette fluweelen mantels dragen.
Hofdignitarissen en herauten, die de re
galia van de koningin dragen, een ivoren
staf met de symbolische duif, een scepter
en de koninginnekroon, gaan de koningin
vooraf, die zichtbaar onder den indruk,
maar desondanks statig binnenschrijdt. Zij
is gekleed in een cremekleurige zijden ja
pon, die echter bijna geheel schuilgaat on
der den zwaren, goud-geborduurden pur
peren mantel, die met hermelijn is afgezet
en een sleep heeft, welkt meer dan vier el
lang is, zoodat zij gedragen moet worden
aoor acht dames, die zelf eveneens in roode
mantels van scharlaken kleur zijn gehuld.
Achter haar schrijdt de lady-in-waiting,
wier mantel eveneens een lange sleep
heeft, welke echter door memand wordt
opgehouden. Twee bisschoppen in wit en
goud gewaad begeleiden de koningin.
Voorafgegaan door den deken van West
minster schrijden de peers en herauten, die
de regalia van den koning dragen, de
zwaarden, de scepters, den rijksappel er.
St. Edwards kroon. Op goudoverdekle kus
sens draagt men daarachter den avond
maalsbeker, den hostieschotel en den bijbel.
Dan volgt de koning, eveneens gehuld
in een zwaren, purperen mantel.
Terwijl machtig en schoon de door het
koor gezongen woorden van psaim 122 door
de ruimte klinken: „Verheugd was ik tien
men mij zeide: Wij zullen opgaan tot het
huis des Heeren", schrijdt de stoet naa: het
midden der kerk, die een schitterende men
geling is van kleuren, wit en goud, zi'ver
en purper, scharlaken en blauw.
Evenals alle anderen maken de koning
en de koningin als zij aan de Zuidzijde vai
het altaar opgestelde kioonzetels naderen,
een eerbiedige buiging in de richting van
het altaar en knielen dan op de bidbankjes
voor hen neer en zijn gedurende eenige
oogenblikken in gebed verzonken.
God save the king.
Koor en orgel zwijgen, en het is doodstil
geworden in de Westminster Abbey, als de
aartsbisschop van Canterbury, gevolgd door
de vier voornaamste hoogwaardighe.dsbe-
kleeders, n.l. den lord Kanselier den lord
great Chamberlain, den lord high constable
en den earl marshal, zich naar den Oost
kant van de verhooging in het midden van
de kerk begeeft. Met gedragen stem vraagt
hij of allen, die gekomen zijn om den ko
ning hulde te brengen hem erkennen als
hun rechtmatigen koning. Op deze vraag
schalt uit honderden kelen als bevestigend
antwoord een daverend: „God save the
king". Opnieuw schallen bazuinen, en de
aartsbisschop begeeft zich achtereenvolgens
naar de drie andere zijden van de verhoo
ging, om naar de vier hoeken der Abbey
dezelfde vraag te herha'en, waarop hij het
zelfde antwoord krijgt. De „recognition' is
hiermee afgeloopen. De aanwezigen hebben
George VI als hun rechtmatigen koning er
kend en thans kan de eigenlijke kronings
plechtigheid een aanvang nemen.
DE KRONINGSPLECHTIGHEID.
De aartsbisschop begeeft zich opnieuw
naar den zetel des konings, die thans, met
den bijbel in de hand ,den eed aflegt. Plech
tig klinken de vragen vat. den aartsbisschop,
of de koning bereid is, naar recht en recht
vaardigheid en mét genade te regeeren over
Groot-Brittannië en Ierland, over Canada,
Australië, Nieuw Zeelard en de Unie van
ZuidrAfrika, over alle andere bezittingen
en Britsche gewesten en over het rijk van
Indië, overeenkomstig de wetten van elk
dezer gebieden. Of de koning in het Ver-
eenigde Koninkrijk de wetten van God en
het Evangelie zal eerbiedigen, den protes-
tantschen godsdienst zal handhaven, de
kerk van Engeland zal beschermen en de
privileges der geestelijkheid onaangetast zal
laten. Plechtig klinkt het laatste antwoord
des konings: „Alle geloften, die ik hier heb
afgelegd, zal ik houden; zoo waarlijk helpe
mij God". De koning kust den bijbel, die
hij in de hand heeft gehouden, onderteekent
het boek met de eedsformule en neemt weer
op zijn zetel plaats, terwijl de aartsbisschop
naar het altaar terugkeert om den dienst
te leiden.
Dan is het oogenblik van de zalving ge
naderd. Onvergelijkelijk schoon zet het koor
met meer dan vierhonderd stemmen de
hymne „Veni Creator Spiritus" in, terwijl
de koning en de koningin op hun bid
bankjes knielen. De koning staat vervolgens
op, legt zijn purperen mantel af en schrijdt
blootshoofds naar de verhooging, waar hij
plaats neemt op de aloude stoel van koning
Edward. Rondom hem staan in hun luister
rijke kleedij vier ridders van de orde van
den kouseband, die de regalia torsen. De
deken van Westminster reikt den aarts
bisschop den gouden ampulla aan, die ge
smeed is in den vorm van een arend en de
gewijde olie bevat. Terwij) de koning voor
het altaar knielt zalft de aartsbisschop hem
vier maal, n.l. in de palmen van zijn beide
handen, op de borst en op het hoofd. Als
de koning terugtreedt naar King Edwards
stoel, werpt de deken van Westminster een
anderen purperen mantel, met goud afge
zet, om hem heen. De knights of the garter
naderen en overeenkomstig de eeuwen
oude traditie worden den koning de gouden
sporen omgegespt en wordt hem een der
kostbare zwaarden, die tot de regalia be-
hooren, aangegord. Opnieuw spreekt de
aartsbisschop een gebed uit en eeit opwek
king tot den koning, om met dit zwaard
recht en rechtvaardigheid te betrachten.
Vol zin en beteekenis zijn de traditioneele
handelingen, die op elkaar volgen en ge
schieden met een plechtigheid, die in deze
hooge kathedraal een sfeer van wijding
schept, welke verhoogd wordt door het be
sef van de historische beteekenis dezer ge
beurtenis, dat leeft bij de achtduizend
menschen, die hier aanwezig zijn en die
tezamen het meest luisterrijke schouwspel
opleveren, dat men zich kan voorstellen.
Als men de koning den zwaren, goud met
purperen konirigsmantel heeft omgehan
gen ,als hij den gouden rijksappel in de
hand heeft gehad en de beide scepters, is
tenslotte het groote oogenblik aangebroken,
dat de aartsbisschop den kroon van St. Ed
ward in de hand neemt en deze onder dood-
sche stilte op het hoofd van den koning
plaatst. Tegelijkertijd zetten alle peers, die
de bij hun rang en titel behoorende kroo-
nen in de hand hebben gehouden, deze
eveneens op en luid schallen de bazuinen
door de Westminster Abbey, doch zij wor
den overstemd door de juichkreten van de
aanwezigen in de kathedraal, die uitbarsten
in een vele malen herhaald: „God save the
king". Een salvo van de kanonnen in St.
James Park en in de Tower doet den volke
kond, dat George VI is gekroond tot koning
van Engeland.
Maar hiermede is de plechtigheid nog
niet afgeloopen. De koning heeft thans
plaats genomen op den troon, die op de ver
hooging in het midden der kerk staat, en
achtereenvolgens komen nu eerst de prin
sen van koninklijken bloede, vervolgens de
peers en tenslotte het hoogste lid van iedere
adellijke orde met ontbloot hoofd en knie
lend voor den troon hun hulde betuigen,
terwijl machtig en aangrijpend het koorge
zang door de Westminster Abbey klinkt.
Dan geschiedt, eenigszins eenvoudiger
dan bij den koning, maar toch nog met tal
van symbolische, voorgeschreven hapdelin-
gen, de zalving van koningin Elizabeth, die
vervolgens voor het altaar door den aarts
bisschop gekroond wordt. Op het oogenblik,
dat de aartsbisschop haar de kroon op het
hoofd drukt, zetten ook de aanwezige pee
resses haar kroontjes op en het is een zeld
zaam schouwspel als blanke armen van on
der de scharlakenroode fluweelen mantels
omhoog worden geheven om de kronen
op het hoofd te zetten.
Omgeven door bisschoppen en gevolgd
door de acht sleepdraagsters begeeft de ko
ningin zich naar den troon des konings,
maakt daar een diepe buiging en zet zich
vervolgens op haar eigen troon, die rechts
naast die van den koning staat.
Opnieuw vervullen de machtige tonen van
koor en orgel de ruimte. Ontdaan van kroon
en statiemantel gaan koning en koningin
ter communie voor het altaar. De dienst
duurt voort, en tegen het slot, voordat de
aartsbisschop het „Onze Vader" zegt, wor
den de beide vorstelijke personen opnieuw
gehuld in de kostbare purper en hermelij
nen mantels en worden hun de kronen op
het hoofd gezet, waarmee zij in den kro
ningsstoet terug naar Buckingham Palace
zullen rijden. Dan nadert de plechtigheid
het einde.
Er vormt zich een stoet van vorstelijke
personen, gevolgd door peers en hooge
geestelijken, temidden van wie de koning
en de koningin naar buiten schrijden, ter
wijl allen zich van hun plaatsen hebben
verheven en ontroerend machtig het „Te
Deum laudamus" door de Westminster
Abbey klinkt. Het is ongeveer 2 uur, als
de vorstelijke personen de Abbey verla
ten. maar het duurt nog even alvorens de
tocht naar Buckingham Palace zal aanvan
gen.
DE TERUGTOCHT NAAR BUCKINGHAM
PALACE.
Te ruim kwart over twee verliet de kro
ningsstoet de Westminster Abbey.
Nog schitterender dan de stoet naar de
Westminster Abbey was deze meer dan een
mijl lange optocht, waarin zich alle macht
en rijkdom van het Britsche Rijk concen
treerde. Onafzienbare detachementen mili
tairen van alle afdeelingen van de Britsche
weermacht, uit alle deelen van het Britsche
Wereldrijk, gingen aan de rijtuigen en
koetsen met hoogwaardigheidsbekleders
en vorstelijke personen vooraf. De schitte
rende garde-soldaten in hun roode en wit
te uitmonstering, de gewone en territo
riale troepen voor de eerste maal in hun
nieuwe blauwe uniformen, de linieregimen
ten in groen, slechts de overzeesche troepen
in khaki, de exotisch aandoende Indische
regimenten, de Schotten met hun kilts en
bonnets, het was een zeldzaam imponeerend
schouwspel.
Dan volgden wederom de eerste minis
ters van het Rijk eh de Dominions alsmede
de zelfbestuurders, in dezelfde volgorde en
met dezelfde escorte, waarmee zij naar de
Abbey waren getogen, vervolgens de rijtui
gen van de leden der koninklijke familie,
de stoet van koningin Mary, in wier glazen
karos thans ook de prinsesjes Elizabeth en
Margaret hadden plaats genomen, en ten
slotte, omgeven door de hoogste officieren
en hoogwaardigheidsbekleeders in schitte
rende uniformen, voorafgegaan door adju
danten, lijfwachten en yeomen of the guard,
opnieuw de door acht schimmels getrokken
gouden koets met het gekroonde vorsten
paar, dat buigend en wuivend voortdurend
maar dankte voor de huldebetuigingen van
de millioenen, die geschaard stonden achter
de gelederen militairen, die stram in de
houding het geweer presenteerden als de
rijtuigen met de leden van het koninklij
ke huis naderden.
Het was ongeveer 4 uur toen de stoet bij
Buckingham Palace aankwam, en de me
nigte geleidelijk aan zich weer over de mil-
lioenenstad begon te verspreiden, die zich
opmaakte om vanavond het kroningsfeest
op luisterrijke wijze voort te zetten, al zal
hiermee het plechtigste gedeelte van de
viering wel achter den rug zijn om plaats
te maken voor ongedwongen vroolijkheid.
BETOOGING TEGEN HET
KONINGSCHAP TE DUBLIN.
Gisteravond heeft de politie te Dublin
van de vuurwapenen moeten gebruik ma
ken om bij Butt Bridge een groote menigte
republikeinen te verspreiden, die bijeen
waren gekomen om „te protesteeren tegen
de kroning van den Engelschen Koning
voor Ierland".
Er deden zich botsingen voor tusschen
de menigte en de politie met name bij Li
berty Hall.
Verscheiden demonstranten werden licht
gewond.
FILM DER PLECHTIGHEDEN VOOR DEN
HERTOG VAN WINDSOR.
De hertog van Windsor zal reeds van
avond op het kasteel Candé de speciaal
door hem bestelde film kunnen zien van
I de kroningsplechtigheden en de straatta-
I fereelen te Londen. De film, die een lengte
zal hebben van 1800 meter, zal onmiddel
lijk, nadat zij gereed is, per vliegtuig wor
den overgebracht.
De officieele film der kroning, die in de
Engelsche bioscopen zal worden vertoond,
nadat zij door den aartsbisschop van Can
terbury en den hertog van Norfolk gecen
sureerd zal zijn, zal slechts 300 meter lang
worden.
INDRUK VAN ONGEëVENAARDE
PRACHT.
Uitmuntende verkeersregeling.
Aan een ooggetuige-verslag uit Londen
ontleenen wij nog het volgende:
Ongeëvenaard van praal en schittering,
van rijkdom en kleurenweelde en exoti
sche pracht, was het schouwspel, dat
meer dan drie millioen menschen van
daag hebben gadegeslagen.
Geen ander rijk ter wereld kan zulk
een schouwspel bieden, dat typisch Britsch
is in zijn op traditie berustende schitte
ring, in zijn zelfbewust en toch niet op
dringend machtsvertoon,. in het, als van
zelfsprekend bijeenbrengen van de mach
tigste heerschers over volken van schier
alle landen, die hier echter slechts als "va
zallen aanwezig zijn van het Britsche
Rijk, om door hun aanwezigheid tot de
heerlijkheid daarvan bij te dragen.
Nergens ter wereld vindt men een zoo
groote keur van de prachtigste unifor
men, zelfs voor de manschappen van de
geringste rang, die deel uitmaken van
schier alle regimenten, waarvan vele ge
worteld zijn in de historie en de traditie
van het Britsche Rijk.
Toen deze bonte mengeling van kleuren
van uniformen, wapenstukken en paarden
tegen half elf over de Mali trok, slaagde
de zon er juist in door het wolkendek
heen te breken.
Tienduizenden stonden ter weerszijden
van de Mali geschaard. De met rood en
blauw gedrapeerde tribunes waren tot de
laatste plaats bezet en de machtige Admi
rality Arch, versierd met bloemen en de
witte marinevlag der Britsche admirali
teit vormde een monumentale afsluiting
van de breede avenue, welke van begin
tot eind gevuld was met ruiters in de
bontste kleedij, officieren in rood, goud
en blauw, de schitterendst uitgedoste
bands van de bereden garderegimenten op
blinkend witte schimmels met hun indruk
wekkende paukenisten te paard en de
Oosterscho pracht van de voor de konink
lijke koets uitrijdende Indische vorsten.
De muziek der militaire bands, het ner
veuze gehinnik en getrappel der paarden
en het geroezemoes van de menigte, ver
vult de lucht. Dan klinken commando's
en de matrozen, die aan weerszijden van
den rijweg in dubbele rij front maken,
presenteeren in twee stramme bewegingen
het geweer.
Het voorbijtrekken van de gouden ka
ros met het koninklijk paar is een sym-
phonie van goud, wit en rood en een da
verend gejuich, dat geen einde wil ne
men.
Koning George en koningin Elizabeth,
beiden gehuld in een mantel, waarvan
men slechts de wit-hermelijnen kragen
ziet, buigen en wuiven.
Het verstervende gejuich leeft op, als
men onder de hooge officieren, die de
koets volgen den hertog van Kent en den
hertog van Gloucester herkent, de eerste
in blauwe kapitein's-, de tweede in roode
generaal's uniform.
Er volgen nog eenige staatsiekoetsen
en ruiterescadrons, maar dan is alles
voorbij en het schouwspel, waarvoor ve
len van gisterenmiddag of op straat heb
ben gewaakt, is voorbij.
De meesten trachten de Mall en White
hall te verlaten en aangezien langs de rest
van den weg de afzetting gehandhaafd
blijft tot vanmiddag als de stoet van
Westminster Abbey naar Buckingham
Palace, zal terugkeeren, kan men slechts
in de richting van St. Jamespark en Vic
toria wegkomen.
Bewonderenswaardig is de verkeersre
geling van de Londensche politie, waar
door ondanks de reusachtige menschen-
menigte, die op de been was, vanmorgen
tot het laatste uur elk punt van de route
nog te bereiken was en men eigenlijk
voortdurend „doorlaat"-wegen heeft kun
nen openhouden. Ondanks alles, dat van
hun geëischt wordt, blijven de bobbies
vriendelijk, zachtmoedig, beleefd en hulp
vaardig. Bewonderenswaardig is ook de
zelfdiscipline en humor van het publiek,
dat elke aanwijzing met volmaakte rust
terstond opvolgt en daardoor de taak van
de politie belangrijk verlicht, zoodat vaak,
zelfs op de drukste punten, opvallend
weinig politiepersoneel aanwezig behoef
de te zijn.
Natuurlijk vallen op veel plaatsen men
schen flauw, vooral vrouwen, gewoonlijk
als gevolg van de te lange nachtwake.
Slechts voor de nauwe ingangen der
ondergrondstations, welke waren aange
wezen, om de menigten af te voeren, ont
stond af en toe een zeer hevig gedrang,
waardoor soms de treinen half leeg moes
ten wegrijden, terwijl buiten honderden
worstelden om er in te komen. Dit houdt
echter weinig verband met de busstaking,
omdat in dit stadsdeel vandaag toch ook
geen autobussen zouden zijn toegelaten,
terwijl de ondergrond het voordeel biedt,
dat hij onder de voor alle rijverkeer ge
sloten stadsdeelen doorrijdt, naar de bui
tenwijken en de buiten de route gelegen
stadsdeelen.
Een wanklank
BLOEDIGE VECHTPARTIJ TE LONDEN
Een doode, drie ernstig gewonden.
Bij een vechtpartij, welke zich vanoch
tend vroeg heeft voorgedaan, is een per
soon gedood, terwijl verscheidene perso
nen gewond werden. De twist ontstond
toen de menigte haar plaatsen ging inne
men langs den weg, welke de stoet zou
volgen.
Drie personen moesten naar het zieken
huis worden overgebracht.
Niemand werd gearresteerd.