WOENSDAG 12 MEI 1937 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 tevens in zijn betrekkelijke eenvoud, ver geleken bij de praal, die nog komen zou, een symbolische weerspiegeling was van de wereldomvattende macht van het Brit- sche rijk. Het was de stoet van eerste mi nisters der Dominions, vertegenwoordigers van Indië en Burma en koloniale bestuur ders, die te ruim kwart over 9 Buckingham Palace verliet. In het eerste rijtuig, geëscorteerd door Londensche bereden politie, zat Stanley Baldwin, de Britsche eerste minister, zich ditmaal nu eens in het publiek vertoonend zonder zijn bekende pijp, en luide door de menigte toegejuicht. Zijn rijtuig werd gevolgd door dat van den Canadeeschen minister-president Mackenzie King, die geëscorteerd werd door een afdeeling van de beroemde Royal Canadian Mounted Police, kranige kerels in khaki-uniform met breedgerande padvindershoeden op. Na elkaar volgen de Australische eerste minister Lyons en zijn Nieuw-Zeelandsche collega Savage, geëscorteerd door bereden Australische- en Nieuw-Zeelandsche de tachementen, welker manschappen, sedert zij in de Paaschweek te Londen zijn aan gekomen, dank zij hun martiale hoeden met vederbos en opgeslagen rand, popu laire verschijningen in de hoofdstad zijn geworden. De Zuid-Afrikaansche minister-presi dent Hertzog wordt geëscorteerd door Zuid-Afrikaansche cavallerie, die evenals het escorte van president Huggins van Zuid-Rhodesië, kenbaar is aan de khaki helm. Sir Muhammad Zafrullah Khan van In dië en dr. Ba Maw van Burma hebben de schilderachtigste begeleiding, bestaande uit een eskadron Indische cavallerie, kra nige Indische ruiters met witte tulbanden op het hoofd. Dan volgen nog de eerste minister van Noord-Ierland Graigavon en de diverse zelfbestuurders, o.a. de emir van Trans- jordanië, de sultans van Zanzibar, van Jo- hore en van Pahang, geëscorteerd door dragonders en lanciers. Zij worden allen luide toegejuicht door het publiek, dat voor de escorteerende troepen vaak een applaus over heeft en dat na de vele uren van niets doen en stilzitten wil juichen en ongeduldig wacht op de koninklijke familie. De koninklijke familie. Het geduld van degenen, die zich langs de Mall en Whitehall bevinden werd niet te lang op de proef gesteld, want kort voor tien uur verlieten de naaste familie leden van het koningspaar Buckingham Palace. Voorafgegaan door een escorte van officieren werd deze stoet geopend door een glazen statiekaros, waarin de beide dochters van den koning gezeten waren, de jeugdige prinses Elizabeth en haar jonger zusje Margaret, met haar tante, de princess royal Mary en het zoontje van deze, lord Lascelles. Uitbundig werden vooral de beide jeug dige prinsesjes toegejuicht, van wie prin ses Elizabeth waarschijnlijk voorbestemd is om eens op haar beurt als hoofdper soon dezen weg te gaan, als zij zelf de kroon van het Britsche Rijk te torsen zal krijgen. In de volgende glazen karos hadden de hertoginnen van Gloucester en van Kent plaats genomen met haar neefje Gerald Lascelles. Het derde rijtuig was een statielandauer waarin gezeten waren de prins en prin ses van Connaught en de gravin van Athlone. Bereden officieren sloten weer den stoet. Uitbundige huldebetuigingen vielen ook ten deel aan koningin Mary, toen deze, voorafgegaan en gevolgd door een escorte van bereden kapiteins te kwart over 10 van Marlborough House in gezelschap van haar schoonzuster, koningin Maud van Noorwegen, met een glazen statiekaros naar de Westminster Abbey reed. DE KONINKLIJKE STOET. Het publiek is langzamerhand in de stemming gekomen en wacht met span ning op het groote moment, dat de koning en de koningin zullen naderen, en dat thans niet ver meer af kan zijn, want te ruim half elf heeft de kop van den ko ninklijken stoet het plein voor Bucking ham Palace verlaten. Militaire muziek kondigt reeds uit de verte de nadering van de troepen, die den stoet openen, aan. Het zijn detachementen van de yeoman ry, van artillerie-regimenten en van ver schillende regimenten cavallerie- en li nietroepen, voorafgegaan door de com- mandeerende officieren en eenige malen onderbroken door bereden militaire mu ziekcorpsen. Dan volgen, in een bonte mengeling van kleuren en in een schittering van de prachtigste uniformen, fonkelend van scharlaken, goud en zilver, de ordonnans officieren en adjudanten des konings, of ficieren van het territoriale, koloniale, Dominiale en Indische leger, de opperbe velhebbers van deze legers, de veldmaar schalken sir Philip Chetwod? en sir Claude Jacob, de opperofficieren van den generalen staf, van Army en Air Council, en de hoogste vlagofficieren der marine, de leden van de admiraliteit en de chefs van den marinestaf. Prachtig als altijd zijn de horseguards in hun opvallende uniform, scharlaken jas met witleeren rijbroek en witleeren uit monstering, blinkend kuras en blinkende helm met vederbos, den martialen scha kelband over de kin. Niet minder schil derachtig is de lijfwacht van yeomen of the guard, in hun rood en zwart gestreep te, middeleeuwsche tudor-dracht, met hooge kraag, vierkante hoed en kuitbroek. En eindelijk, omringd door hooge offi cieren in blinkende uniformen, de gouden koets met koning George en koningin Elizabeth. Het is een schouwspel van bijna onwezenlijke, middeleeuwsche praal. Acht prachtige, twee aan twee aangespannen schimmels, waarvan de bijdehandsche vier door postillons worden bereden en die elk door een scharlaken met goud ge- kleede lakei bij den teugel worden geleid, trekken de groote, zware gouden, koets, die rijk versierd is met symbolisch beeld houwwerk, dat boven de assen gevormd wordt door vier tritons, die de macht van het Britsche Rijk over de Oceanen ver kondigen. Door de groote glasruiten ziet men den koning en de koningin, die onder daverende vreugdekreten en toejuichin gen hun tocht naar de Abbey maken, goed zitten. Ter weerszijden van de koets loo- pen drie lakeien en daarnaast aan eiken kant twee yeoman met lange hellebaar den. Aan eiken kant van de koets rijdt een officier van de .lijfwacht met blinkend borstkuras en getrokken zwaard, terwijl de koets gevolgd wordt door acht vier aan vier voortschrijdende yeomen of the guard. Een officier te paard draagt den ko ninklijken standaard achter den gouden koets aan. Te paard volgen ook de beide broers des konings, de hertog van Kent in den uniform van kapitein, de hertog van Gloucester in den uniform van gene- raal-majoor, en hun zwager, de Earl of Harewood. Een aantal adjudanten, vier volgrijtui- gen met leden van de hofhouding en we derom een afdeeling horseguards beslui ten den stoet. Het is een schouwspel, dat men niet licht vergeet. De glanzende pracht der uniformen wordt omlijst door het rood en goud van vlaggen en drape rieën, waarmee de tribunes getooid zijn langs de fraaie, breede avenue van de Mall, met op den achtergrond de even eens prachtig versierde, monumentale Admirality Arch, waar de stoet onderdoor rijdt, rechtsaf buigend over Trafalgar Square, dat zwart van de menschen ziet en waar de gelukkigsten een plaatsje heb ben veroverd aan den voet van het Nel son-monument, naar Whitehall, dat met zijn imposante regeeringsgebouwen en fraaie versieringen eveneens een passen de omlijsting biedt aan de bonte kleuren mengeling van den schitterenden stoet. Is de Engelschman koud en flegmatiek? Men zou het niet zeggen als men hoort, hoe overal waar de gouden koets langs rijdt de daverende toejuichingen zich voortplanten, hoe men zich de kelen heesch schreeuwt en hoe uitbundig de menigte zwaait met de tallooze vlagge tjes, waarvan men zich heeft voorzien. In Westminster Abbey. DE PLECHTIGE INTOCHT. In de Westminster Abbey bevinden zich reeds sedert uren de hooggeplaatste perso nages, wier rang of positie hun aanspraak konden doen maken op het voorrecht, aan wezig te mogen zijn bij de plechtigheid, die zich hier aanstonds zal voltrekken. Te ongeveer 11 uur zijn de koning en de koningin, blijkens het gejuich, dat men in de statige kathedraal, waar men een keur van prachtige toiletten en de schitterend ste, meest fantastische uniformen ziet, vaag heeft kunnen hooren, aangekomen bij den Westelijken ingang, waar zij zijn ontvangen door den earlmarshal, den hertog van Nor folk. De deken van Westminster en de dom- heeren hebben zich van het altaar naar de Westelijke deur begeven en er hangt merk bare spanning in de gruote ruimte, waar iedereen de komst van het koningspaar ver wacht. In het midden van het schip, tegenover het altaar, bevindt zich een verhooging, waarop twee gouden troonzetels staan, en daarvoor de eeuwenoude, zware eikenhou ten stoel van King Edward, waarin over eenkomstig de traditie reeds 600 jaar lang alle Engelsche koningen worden gekroond. Tusschen deze verhooging en het altaar staan links tegen den wand twee andere troonzetels, waarop het koninklijk paar voor üe kroning plaats zal nemen Er staan twee lage bidbankjes voor. Dicht bij de verhoo ging, vooraan in den zuidelijken zijbeuk, staan drie troonzetels. In de middelste heeft koningin Mary plaats genomen, en ter weerszijde van haar zitten de prinsesjes Elizabeth en Margaret. De stoet komt binnen. Zacht preludieert het orgel als plotseling bazuingeschal weerklinkt, dat luide door de hooge ruimte schalt. Allen verheffen zich van hun plaatsen en door de Westelijke zijdeur, die wijd wordt opengeworpen, komt de koninklijke stoet binnen. Vooraan schrijden koorknapen in witte gewaden. Een hunner draagt een gouden kruis, en daarachter volgt de geestelijkheid, eerst de lagere, dan de hoogere geestelijken, in witte- of lichtpaarse gewaden, waar over de bisschoppen goud-geborduurde mantels dragen. Een groot gouden kruis wordt uitgedragen voor den aartsbisschop van Canterbury. Op de geestelijkheid vol gen de peers, die over hun prachtige uni formen scharlakenroode. meest met herme lijn afgezette fluweelen mantels dragen. Hofdignitarissen en herauten, die de re galia van de koningin dragen, een ivoren staf met de symbolische duif, een scepter en de koninginnekroon, gaan de koningin vooraf, die zichtbaar onder den indruk, maar desondanks statig binnenschrijdt. Zij is gekleed in een cremekleurige zijden ja pon, die echter bijna geheel schuilgaat on der den zwaren, goud-geborduurden pur peren mantel, die met hermelijn is afgezet en een sleep heeft, welkt meer dan vier el lang is, zoodat zij gedragen moet worden aoor acht dames, die zelf eveneens in roode mantels van scharlaken kleur zijn gehuld. Achter haar schrijdt de lady-in-waiting, wier mantel eveneens een lange sleep heeft, welke echter door memand wordt opgehouden. Twee bisschoppen in wit en goud gewaad begeleiden de koningin. Voorafgegaan door den deken van West minster schrijden de peers en herauten, die de regalia van den koning dragen, de zwaarden, de scepters, den rijksappel er. St. Edwards kroon. Op goudoverdekle kus sens draagt men daarachter den avond maalsbeker, den hostieschotel en den bijbel. Dan volgt de koning, eveneens gehuld in een zwaren, purperen mantel. Terwijl machtig en schoon de door het koor gezongen woorden van psaim 122 door de ruimte klinken: „Verheugd was ik tien men mij zeide: Wij zullen opgaan tot het huis des Heeren", schrijdt de stoet naa: het midden der kerk, die een schitterende men geling is van kleuren, wit en goud, zi'ver en purper, scharlaken en blauw. Evenals alle anderen maken de koning en de koningin als zij aan de Zuidzijde vai het altaar opgestelde kioonzetels naderen, een eerbiedige buiging in de richting van het altaar en knielen dan op de bidbankjes voor hen neer en zijn gedurende eenige oogenblikken in gebed verzonken. God save the king. Koor en orgel zwijgen, en het is doodstil geworden in de Westminster Abbey, als de aartsbisschop van Canterbury, gevolgd door de vier voornaamste hoogwaardighe.dsbe- kleeders, n.l. den lord Kanselier den lord great Chamberlain, den lord high constable en den earl marshal, zich naar den Oost kant van de verhooging in het midden van de kerk begeeft. Met gedragen stem vraagt hij of allen, die gekomen zijn om den ko ning hulde te brengen hem erkennen als hun rechtmatigen koning. Op deze vraag schalt uit honderden kelen als bevestigend antwoord een daverend: „God save the king". Opnieuw schallen bazuinen, en de aartsbisschop begeeft zich achtereenvolgens naar de drie andere zijden van de verhoo ging, om naar de vier hoeken der Abbey dezelfde vraag te herha'en, waarop hij het zelfde antwoord krijgt. De „recognition' is hiermee afgeloopen. De aanwezigen hebben George VI als hun rechtmatigen koning er kend en thans kan de eigenlijke kronings plechtigheid een aanvang nemen. DE KRONINGSPLECHTIGHEID. De aartsbisschop begeeft zich opnieuw naar den zetel des konings, die thans, met den bijbel in de hand ,den eed aflegt. Plech tig klinken de vragen vat. den aartsbisschop, of de koning bereid is, naar recht en recht vaardigheid en mét genade te regeeren over Groot-Brittannië en Ierland, over Canada, Australië, Nieuw Zeelard en de Unie van ZuidrAfrika, over alle andere bezittingen en Britsche gewesten en over het rijk van Indië, overeenkomstig de wetten van elk dezer gebieden. Of de koning in het Ver- eenigde Koninkrijk de wetten van God en het Evangelie zal eerbiedigen, den protes- tantschen godsdienst zal handhaven, de kerk van Engeland zal beschermen en de privileges der geestelijkheid onaangetast zal laten. Plechtig klinkt het laatste antwoord des konings: „Alle geloften, die ik hier heb afgelegd, zal ik houden; zoo waarlijk helpe mij God". De koning kust den bijbel, die hij in de hand heeft gehouden, onderteekent het boek met de eedsformule en neemt weer op zijn zetel plaats, terwijl de aartsbisschop naar het altaar terugkeert om den dienst te leiden. Dan is het oogenblik van de zalving ge naderd. Onvergelijkelijk schoon zet het koor met meer dan vierhonderd stemmen de hymne „Veni Creator Spiritus" in, terwijl de koning en de koningin op hun bid bankjes knielen. De koning staat vervolgens op, legt zijn purperen mantel af en schrijdt blootshoofds naar de verhooging, waar hij plaats neemt op de aloude stoel van koning Edward. Rondom hem staan in hun luister rijke kleedij vier ridders van de orde van den kouseband, die de regalia torsen. De deken van Westminster reikt den aarts bisschop den gouden ampulla aan, die ge smeed is in den vorm van een arend en de gewijde olie bevat. Terwij) de koning voor het altaar knielt zalft de aartsbisschop hem vier maal, n.l. in de palmen van zijn beide handen, op de borst en op het hoofd. Als de koning terugtreedt naar King Edwards stoel, werpt de deken van Westminster een anderen purperen mantel, met goud afge zet, om hem heen. De knights of the garter naderen en overeenkomstig de eeuwen oude traditie worden den koning de gouden sporen omgegespt en wordt hem een der kostbare zwaarden, die tot de regalia be- hooren, aangegord. Opnieuw spreekt de aartsbisschop een gebed uit en eeit opwek king tot den koning, om met dit zwaard recht en rechtvaardigheid te betrachten. Vol zin en beteekenis zijn de traditioneele handelingen, die op elkaar volgen en ge schieden met een plechtigheid, die in deze hooge kathedraal een sfeer van wijding schept, welke verhoogd wordt door het be sef van de historische beteekenis dezer ge beurtenis, dat leeft bij de achtduizend menschen, die hier aanwezig zijn en die tezamen het meest luisterrijke schouwspel opleveren, dat men zich kan voorstellen. Als men de koning den zwaren, goud met purperen konirigsmantel heeft omgehan gen ,als hij den gouden rijksappel in de hand heeft gehad en de beide scepters, is tenslotte het groote oogenblik aangebroken, dat de aartsbisschop den kroon van St. Ed ward in de hand neemt en deze onder dood- sche stilte op het hoofd van den koning plaatst. Tegelijkertijd zetten alle peers, die de bij hun rang en titel behoorende kroo- nen in de hand hebben gehouden, deze eveneens op en luid schallen de bazuinen door de Westminster Abbey, doch zij wor den overstemd door de juichkreten van de aanwezigen in de kathedraal, die uitbarsten in een vele malen herhaald: „God save the king". Een salvo van de kanonnen in St. James Park en in de Tower doet den volke kond, dat George VI is gekroond tot koning van Engeland. Maar hiermede is de plechtigheid nog niet afgeloopen. De koning heeft thans plaats genomen op den troon, die op de ver hooging in het midden der kerk staat, en achtereenvolgens komen nu eerst de prin sen van koninklijken bloede, vervolgens de peers en tenslotte het hoogste lid van iedere adellijke orde met ontbloot hoofd en knie lend voor den troon hun hulde betuigen, terwijl machtig en aangrijpend het koorge zang door de Westminster Abbey klinkt. Dan geschiedt, eenigszins eenvoudiger dan bij den koning, maar toch nog met tal van symbolische, voorgeschreven hapdelin- gen, de zalving van koningin Elizabeth, die vervolgens voor het altaar door den aarts bisschop gekroond wordt. Op het oogenblik, dat de aartsbisschop haar de kroon op het hoofd drukt, zetten ook de aanwezige pee resses haar kroontjes op en het is een zeld zaam schouwspel als blanke armen van on der de scharlakenroode fluweelen mantels omhoog worden geheven om de kronen op het hoofd te zetten. Omgeven door bisschoppen en gevolgd door de acht sleepdraagsters begeeft de ko ningin zich naar den troon des konings, maakt daar een diepe buiging en zet zich vervolgens op haar eigen troon, die rechts naast die van den koning staat. Opnieuw vervullen de machtige tonen van koor en orgel de ruimte. Ontdaan van kroon en statiemantel gaan koning en koningin ter communie voor het altaar. De dienst duurt voort, en tegen het slot, voordat de aartsbisschop het „Onze Vader" zegt, wor den de beide vorstelijke personen opnieuw gehuld in de kostbare purper en hermelij nen mantels en worden hun de kronen op het hoofd gezet, waarmee zij in den kro ningsstoet terug naar Buckingham Palace zullen rijden. Dan nadert de plechtigheid het einde. Er vormt zich een stoet van vorstelijke personen, gevolgd door peers en hooge geestelijken, temidden van wie de koning en de koningin naar buiten schrijden, ter wijl allen zich van hun plaatsen hebben verheven en ontroerend machtig het „Te Deum laudamus" door de Westminster Abbey klinkt. Het is ongeveer 2 uur, als de vorstelijke personen de Abbey verla ten. maar het duurt nog even alvorens de tocht naar Buckingham Palace zal aanvan gen. DE TERUGTOCHT NAAR BUCKINGHAM PALACE. Te ruim kwart over twee verliet de kro ningsstoet de Westminster Abbey. Nog schitterender dan de stoet naar de Westminster Abbey was deze meer dan een mijl lange optocht, waarin zich alle macht en rijkdom van het Britsche Rijk concen treerde. Onafzienbare detachementen mili tairen van alle afdeelingen van de Britsche weermacht, uit alle deelen van het Britsche Wereldrijk, gingen aan de rijtuigen en koetsen met hoogwaardigheidsbekleders en vorstelijke personen vooraf. De schitte rende garde-soldaten in hun roode en wit te uitmonstering, de gewone en territo riale troepen voor de eerste maal in hun nieuwe blauwe uniformen, de linieregimen ten in groen, slechts de overzeesche troepen in khaki, de exotisch aandoende Indische regimenten, de Schotten met hun kilts en bonnets, het was een zeldzaam imponeerend schouwspel. Dan volgden wederom de eerste minis ters van het Rijk eh de Dominions alsmede de zelfbestuurders, in dezelfde volgorde en met dezelfde escorte, waarmee zij naar de Abbey waren getogen, vervolgens de rijtui gen van de leden der koninklijke familie, de stoet van koningin Mary, in wier glazen karos thans ook de prinsesjes Elizabeth en Margaret hadden plaats genomen, en ten slotte, omgeven door de hoogste officieren en hoogwaardigheidsbekleeders in schitte rende uniformen, voorafgegaan door adju danten, lijfwachten en yeomen of the guard, opnieuw de door acht schimmels getrokken gouden koets met het gekroonde vorsten paar, dat buigend en wuivend voortdurend maar dankte voor de huldebetuigingen van de millioenen, die geschaard stonden achter de gelederen militairen, die stram in de houding het geweer presenteerden als de rijtuigen met de leden van het koninklij ke huis naderden. Het was ongeveer 4 uur toen de stoet bij Buckingham Palace aankwam, en de me nigte geleidelijk aan zich weer over de mil- lioenenstad begon te verspreiden, die zich opmaakte om vanavond het kroningsfeest op luisterrijke wijze voort te zetten, al zal hiermee het plechtigste gedeelte van de viering wel achter den rug zijn om plaats te maken voor ongedwongen vroolijkheid. BETOOGING TEGEN HET KONINGSCHAP TE DUBLIN. Gisteravond heeft de politie te Dublin van de vuurwapenen moeten gebruik ma ken om bij Butt Bridge een groote menigte republikeinen te verspreiden, die bijeen waren gekomen om „te protesteeren tegen de kroning van den Engelschen Koning voor Ierland". Er deden zich botsingen voor tusschen de menigte en de politie met name bij Li berty Hall. Verscheiden demonstranten werden licht gewond. FILM DER PLECHTIGHEDEN VOOR DEN HERTOG VAN WINDSOR. De hertog van Windsor zal reeds van avond op het kasteel Candé de speciaal door hem bestelde film kunnen zien van I de kroningsplechtigheden en de straatta- I fereelen te Londen. De film, die een lengte zal hebben van 1800 meter, zal onmiddel lijk, nadat zij gereed is, per vliegtuig wor den overgebracht. De officieele film der kroning, die in de Engelsche bioscopen zal worden vertoond, nadat zij door den aartsbisschop van Can terbury en den hertog van Norfolk gecen sureerd zal zijn, zal slechts 300 meter lang worden. INDRUK VAN ONGEëVENAARDE PRACHT. Uitmuntende verkeersregeling. Aan een ooggetuige-verslag uit Londen ontleenen wij nog het volgende: Ongeëvenaard van praal en schittering, van rijkdom en kleurenweelde en exoti sche pracht, was het schouwspel, dat meer dan drie millioen menschen van daag hebben gadegeslagen. Geen ander rijk ter wereld kan zulk een schouwspel bieden, dat typisch Britsch is in zijn op traditie berustende schitte ring, in zijn zelfbewust en toch niet op dringend machtsvertoon,. in het, als van zelfsprekend bijeenbrengen van de mach tigste heerschers over volken van schier alle landen, die hier echter slechts als "va zallen aanwezig zijn van het Britsche Rijk, om door hun aanwezigheid tot de heerlijkheid daarvan bij te dragen. Nergens ter wereld vindt men een zoo groote keur van de prachtigste unifor men, zelfs voor de manschappen van de geringste rang, die deel uitmaken van schier alle regimenten, waarvan vele ge worteld zijn in de historie en de traditie van het Britsche Rijk. Toen deze bonte mengeling van kleuren van uniformen, wapenstukken en paarden tegen half elf over de Mali trok, slaagde de zon er juist in door het wolkendek heen te breken. Tienduizenden stonden ter weerszijden van de Mali geschaard. De met rood en blauw gedrapeerde tribunes waren tot de laatste plaats bezet en de machtige Admi rality Arch, versierd met bloemen en de witte marinevlag der Britsche admirali teit vormde een monumentale afsluiting van de breede avenue, welke van begin tot eind gevuld was met ruiters in de bontste kleedij, officieren in rood, goud en blauw, de schitterendst uitgedoste bands van de bereden garderegimenten op blinkend witte schimmels met hun indruk wekkende paukenisten te paard en de Oosterscho pracht van de voor de konink lijke koets uitrijdende Indische vorsten. De muziek der militaire bands, het ner veuze gehinnik en getrappel der paarden en het geroezemoes van de menigte, ver vult de lucht. Dan klinken commando's en de matrozen, die aan weerszijden van den rijweg in dubbele rij front maken, presenteeren in twee stramme bewegingen het geweer. Het voorbijtrekken van de gouden ka ros met het koninklijk paar is een sym- phonie van goud, wit en rood en een da verend gejuich, dat geen einde wil ne men. Koning George en koningin Elizabeth, beiden gehuld in een mantel, waarvan men slechts de wit-hermelijnen kragen ziet, buigen en wuiven. Het verstervende gejuich leeft op, als men onder de hooge officieren, die de koets volgen den hertog van Kent en den hertog van Gloucester herkent, de eerste in blauwe kapitein's-, de tweede in roode generaal's uniform. Er volgen nog eenige staatsiekoetsen en ruiterescadrons, maar dan is alles voorbij en het schouwspel, waarvoor ve len van gisterenmiddag of op straat heb ben gewaakt, is voorbij. De meesten trachten de Mall en White hall te verlaten en aangezien langs de rest van den weg de afzetting gehandhaafd blijft tot vanmiddag als de stoet van Westminster Abbey naar Buckingham Palace, zal terugkeeren, kan men slechts in de richting van St. Jamespark en Vic toria wegkomen. Bewonderenswaardig is de verkeersre geling van de Londensche politie, waar door ondanks de reusachtige menschen- menigte, die op de been was, vanmorgen tot het laatste uur elk punt van de route nog te bereiken was en men eigenlijk voortdurend „doorlaat"-wegen heeft kun nen openhouden. Ondanks alles, dat van hun geëischt wordt, blijven de bobbies vriendelijk, zachtmoedig, beleefd en hulp vaardig. Bewonderenswaardig is ook de zelfdiscipline en humor van het publiek, dat elke aanwijzing met volmaakte rust terstond opvolgt en daardoor de taak van de politie belangrijk verlicht, zoodat vaak, zelfs op de drukste punten, opvallend weinig politiepersoneel aanwezig behoef de te zijn. Natuurlijk vallen op veel plaatsen men schen flauw, vooral vrouwen, gewoonlijk als gevolg van de te lange nachtwake. Slechts voor de nauwe ingangen der ondergrondstations, welke waren aange wezen, om de menigten af te voeren, ont stond af en toe een zeer hevig gedrang, waardoor soms de treinen half leeg moes ten wegrijden, terwijl buiten honderden worstelden om er in te komen. Dit houdt echter weinig verband met de busstaking, omdat in dit stadsdeel vandaag toch ook geen autobussen zouden zijn toegelaten, terwijl de ondergrond het voordeel biedt, dat hij onder de voor alle rijverkeer ge sloten stadsdeelen doorrijdt, naar de bui tenwijken en de buiten de route gelegen stadsdeelen. Een wanklank BLOEDIGE VECHTPARTIJ TE LONDEN Een doode, drie ernstig gewonden. Bij een vechtpartij, welke zich vanoch tend vroeg heeft voorgedaan, is een per soon gedood, terwijl verscheidene perso nen gewond werden. De twist ontstond toen de menigte haar plaatsen ging inne men langs den weg, welke de stoet zou volgen. Drie personen moesten naar het zieken huis worden overgebracht. Niemand werd gearresteerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 6