De voetbalwedstrijd Nederland-België 3)e £cidóch<i De zeilwedstrijden op de Kaag, de zgn. .voor Kaag", zijn Zaterdag aangevangen. Eenige deelnemers trachten elkaar de loef af te steken Een overzicht tijdens de partij Hughan (achter) en Fannin bij de tenniswed strijden om de Davis Cup tusschenNederland en Zuid-Afrika te Amsterdam Het Regiment Wielrijders te Den Bosch vierde Zaterdag zijn derde lustrum, ♦er gelegenheid waarvan een défilé werd gehouden, dat door de autoriteiten vanaf het bordes van het raadhuis werd gadegeslagen FEUILLETON DE VIERDE MAN (Een geval uit de practijk van Inspecteur Sanders, lid der Centrale Recherche), door UDO VAN EWOUD. (Nadruk verboden). 48) „Hij is dus, wat men zou kunnen noe men, door de practijk geinspireerd", con cludeerde Wils. „Dat schijnt wel zoo", beaamde Sanders. „Reeds toen echter werd alle correspon dentie gevoerd onder den naam Adams en in 1921 heeft hij zich als Johan Robert Adams in het bevolkingsregister van Osten- de laten inschrijven. Hoewel ik dat nog niet met zekerheid heb kunnen vaststel len, vermoed ik, dat hij hierbij eenvoudig een kleine pasve>"valsching heeft gepleegd, door achter zijn voornaam een s en een komma te zetten, waardoor de betreffen de ambtenaar den eersten naam voor zijn familie naam heeft aangezien. Waarschijn lijk zal de belanghebbende hem zelf wel in de overtuiging hebben gesterkt. Een ver- huisbiljet bezat hij na zijl» vlucht uit Ne derland natuurlijk niet en daarnaar zal in het midden van een seizoen in een bad plaats als Ostende, ook wel niet worden gevraagd. Vanaf dien tijd ongeveer schij nen zoowel Robert als zijn zuster, die hem later is gevolgd, deel te hebben uitge maakt van een wijdvertakte oplichtersben de, waarvan reeds menig *'d door de poli tie uit andere landen is ingerekend. Tot dusver is men er ter nog steeds niet in geslaagd dit gezelschap in zijn geheel ach ter slot en grendel te zet.en, daar de we gens een of ander misdrijf gearresteerde leden weigerden ook maar één woord over hun colega's of leiders los te 'aten. In Dusseldorf hebben we dat beleefd en ik verwacht, dat de beide Roberts, die we nu in handen hebben, te dezen opzichte niet veel mededeelzamer zullen zijn. Intus- schen is hun arrestatie echter ook daarom van zooveel belang, wijl zij, voorzoover mij bekend, de eersten waren, die in opdracht var de bende, waartoe zij behooren, ons land als operatieterrein kozen. Met hoeveel geduld en geraffineerdheid die beiden daarbij te werk zijn gegaan, blijkt niet al leen uit de opzet van het plan, maar ook uit de wijze, waarop dit werd uitgevoerd." Sanders zweeg even, als om den repor ter gelegenheid te geven hetgeen nu volg de goed in zich op te nemen. Na een klei ne pauze, welke hij zich ten nutte had ge maakt om een versche sigaar op te ste ken, vervolgde hij. de blauwe rookwolkjes in gedachten nastarend: „Vergeet niet, dat Han Adams al meer dan een jaar bij de Hollandsche Hypo theek- en Voorschotbank in dienst was. Hij is daar aangenomen op uitstekende getuig schriften van soortgelijke instellingen in België, die gedeeltelijk vervalscht waren en genoot al spoedig het volle vertrouwen van de directie. Het werk, dat hem werd opgedragen, verrichtte hij tot aller tevre denheid, hetgeen op zichzelf geen verwon dering behoeft te baren, omdat hij deze branche aanvankelijk als dijn beroep heeft gekozen, en ook in België, zij het met min der goede bedoelingen, wel op bankinstel lingen schijnt te zijn werkzaam geweest, waar hij dan, na eenmaal zijn slag te heb ben geslagen, weer vertrok, meestal zelfs in het bezit van een behoorlijk getuig schrift. In Amsterdam heeft hij zijn kans rustig afgewacht tot hij die gevonden meende te hebben in de transactie met de heeren Hel- linger en Goldschmidt". „Neem me niet kwalijk, dat ik je nog maals in de rede val", onderbrak hier Wils zijn verhaal, „maar is Hellinger nu op vrije voeten gesteld?" „Die bevindt zich reeds sinds Maandag aan de Rivièra, waar hij op rijkskosten her stel zoekt van zijn geschokte zenuwen", antwoordde Sanders. „Dergelijke justitio- neele vergissingen zijn altijd reer onaange naam en gewoonlijk niet meer goed te ma ken, hoewel ik geloof, dat dit slachtoffer er wel weer overheen zal komen." „Ik was dus thans", zoo vervolgde San ders na eenige flinke trekken aan zijn si gaar, „zoover met mijn onderzoek gevor derd, dat ik een oplossing moest trachten te vinden van het raadsel hoe Adams den moord op Leuvensteyn kon hebben ge pleegd, terwijl de concierge van de Voor schotbank hem ongeveer op hetzelfde tijd stip, waarop de moord plaats had, in hel kantoor had gezien. Ik stelde me daarom in de eerste plaats met dezen concierge in verbinding. Zooals je je misschien herin neren zult, vertelde Adams mij den avond waarop wij hem voor het eerst op het bu reau lieten komen, ongevraagd, dat hij ziel tegen 8 uur naar zijn kantoor had begeven Om ruim 8 uur, zoo zei hij toen verder bracht de concierge het teiegram van Hel linger, waarin deze meldde, dat de komst van Leuvensteyn niet meer noodig was. De concierge legde gelijkluidende verklaringen af, maar toen ik hem vroeg, of hem dien avond niets bijzondere aan meneer Adams was opgevallen, kreeg ik dingen te hooren, die mijn inmiddels reeds gerezen vermoe dens althans gedeeltelijk bevestigden. Na dat de man eenigen tijd zijn geheugen had geraadpleegd vertelde lij mij, dat hij zich wel even verwonderd had over het feit, dat meneer Adams, toen hij dezen om ongeveer vijf minuten over a' het telegram bracht later is inderdaad gebleken, dat dit te legram te laat door den, door Hellinger ge- requireerden jongen is aangeboden met zijn hoed op en zijn pas aan, aan de schrijf tafel zat en blijkbaar een belangrijke tele fonisch gesprek voerde. Het eerste feit vond de congierge daarom vreemd, wijl Adams toen reeds bijna een kwartier in het kantoor was, zoodat hij ruimschoots gele genheid had gehad zich van hoed en jas te ontdoen. Bovendien had de houding, waarin me neer Adams aan de telefoon had gezeten, op hem veel meer den indruk gemaakt, dat deze op het punt hao gestaan te ver trekken, toen het telefoongesprek hem hier van weerhield en ook daarover had de concierge zich eenigszins verwonderd, om dat meneer Adams gewoonlijk, wanneer hij 's avonds op kantoor kwam, niet vóór 10 uur vertrok. Op m'n vraag, of de man den procuratiehouder ook in het gelaat gezien en zijn stem gehoord had, antwoordde hij ontkennend. Hij had de jas en de hoed herkend, maar het loket waar hij het tele gram doorheen had geschoven, bevond zich ünks van het schrijfbureau van den procu ratiehouder en waar het telefoontoestel rechts op diens schrijftafel stond, had hij vrijwel geheel met den rug naar het lokei en daarmee naar den concierge gezeten Deze had het draadbericht met de woor den: „Menee een telegram", naar binnei geschoven en was daarop weer vertrokken. Achteraf zoo besloot de concierge echter toch gebleken, dat meneer Adamj niet op het punt itond weg te gaan, wanl ik heb eerst om kwart voor negen de bui tendeur hooren dichtslaan. Ook op dit laat ste punt was de man volkomen zeker van zijn zaak. Wanneer je je nu nog herinnert, dat juffrouw Martens haar „verpleegster" om 9 uur hoorde thuis komen, zal het ji niet verwonderen, dat ik als vaststaand be gon aan te nemen, dat niet de echte pro curatiehouder Adams, maar diens zuster, zij het dan ook in zijn hoed en jas dien avond op de bank is geweest." Wils knikte begrijpend. „Het alibi was noodzakelijk voor het geval verdenking te gen den procuratiehouder mocht rijzen". „Juist, en het feit, dat de concierge zich van zijn of beter: van haar aanwezig heid kon overtuigen, was slechts een toe vallige omstandigheid. Wanneer de tele gram echter niet gekomen was, zou zij op een andere wijze tegenover den concierge van haar aanwezigheid hebben blijk gege ven, want deze moest later kunnen verkla ren, dat de procuratiehouder inderdaad op het kantoor was geweest. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 12