3)e £eidó<^(Sowlcmk
De nieuwe flottieljeleider .Tromp', die voor rekening van de Neder*
landsche Marine op de werf van de Ned Scheepsbouw Mij. te Am
sterdam in aanbouw is, zal Zaterdag 8 Mei as. te water worden
gelaten Het schip op de helling
Het oude meubilair van Hr Ms. „Gelderland" wordt door nieuw ver
vangen in verband met de reis. welke het vorstelijk echtpaar met dit
schip naar Engeland zal maken, ter bijwoning van de kroningsplechtigheid
De paarden der Londensche bereden
politie worden duchtig getraind voor
den grooten dag van 12 Mei. Een
interessante oetening in het drukke
verkeer op de Mali
Het Duitsche vrachtschip .Nordmark' aan de kade van
Marseille, waar een aanslag op den kapitein werd gedaan,
die gewond werd door een zich noemenden Petro Tonescu
De Ronde van Purmerend, georganiseerd door de Amsterdamsche wielerclub .Le Champion werd
Woensdag wederom verreden. Er waren zeer vele renners van internationale vermaardheid aan
den start
.Hoogstaand" werk. Een overzicht
van den bouw der Wereldtentoonstel
ling 1937 te Parijs, genomen vanat een
der hoooe bouwwerken aan de Seme
FEUILLETON
DE VIERDE MAN
(Een geval uit de practijk van Inspecteui
Sanders, lid der Centrale Recherche),
door
TTDO VAN FWOUD.
(Nadruk verboden).
45)
Ondanks den welgemeenden raad maakte
de reporter toch een onwillekeurige bewe
ging, die men, zooal niet met het altijd wat
kleineerend klinkende woord „schrik", dan
toch met „verrassing" zou kunnen aandui
den. Onmiddellijk had hij zich echter her
steld en toen Sanders me' een veelbetee-
kenend gebaar zijn rechter wijsvinger op
de Lippen legde, nam hij zwijgend naast hem
plaats op een bank, welke in den zich hier
bevindenden erker was aangebracht. Hoe
wel men door een kleine spleet tusschen
de gordijnen de salon niet geheel kon over
zien, bleek het toch zeer goed mogelijk,
den ingang van het vertrek vanaf den gang
in het oog te houden en meer scheen San
ders voorloopig niet te eischen.
Traag kropen de minuten voorbij. Van
uit de zalen beneden klonk het geluid van
stemmen, vermengd met de tonen van een
populaire melodie, tot de wachtenden door,
deuren werden dichtgeslagen, gerinkel van
glazen, schuifelende voeten van dansende
paren, een heldere vrouwenlach die uit
de. hal schee te komenWils onder
scheidde elk geluid en bracht het onmid
dellijk thuis, tot hij plotseling een hand op
zijn arm voelde, die hem als het ware
dwong wat voorover te buigen en een blik
door den gordijnkier te werpen.
Verbaasd staarde de reporter naar de
verschijning, die juist door de geopende
deuren het vertrek was binnengetreden en
na even vluchtig te hebben rondgekeken,
in een der gemakkelijke fauteuils bij den
ingang plaats nam. Het was de dame in
Biedermayer costuum, met wie inspecteur
Sanders zich bijna den ganschen avond had
geoccupeerd. Ze werd nu vrijwel geheel
aan het oog onttrokken door de leuning van
de fauteuil, maar ook wanneer dal niet het
geval was geweest, zou Wils tevergeefs ge
tracht hebben haar identiteit vast te stel
len, daar een deel van haar gelaat nog
steeds door een masker bedekt werd.
Terwijl hy zich nog het hoofd pijnigde
met de vraag, wat Sanders in 's hemels
naam bewoog zich nu zoo zorgvuldig voor
dit „porceleinen figuurtje", zooals Adams
haar genoemd had, te verbergen, terwijl
hij nog geen half uur geleden haar gezel-'
schap zoo bijzonder op prijs scheen te stel
len, trad een tweede persoon het vertrek
binnen en op hetzelfde oogenblik voelde hij
weer de hand op zijn arm, ditmaal echter
kennelijk met het doel om hem tot beheer -
sching aan te manen. Overbodig was deze
waarschuwing niet, want nu had Wils wer
kelijk moeite een kreet i verrassing te
onderdrukken Teneinde beter te kunnen
zien. was hij half van de bank opgestaan,
maar Sanders' hand drukt' hem weer neer
ten terwijl de meest uiteenloopende gevoe
lens hem bestormden, keek hij met wijd
opengesperde oogen naar hetgeen zich daar
afspeelde.
De man, die het laatst was binnengeko
men. bleek niemand anders te zijn dan
Adams in zijn costuum van oud-Holland-
schen meester Hij zelf scheen niet minder
verbaasd dan de man, die hem vanachter
het gordijn observeerde, want, terwijl hij
zijn breedgeranden hoed afnam, bleef hij
bij den ingang staan in de min of meer ver
legen houding van iem na, die tot de ont
dekking komt een verkeerde voor zich te
hebben. Dit duurde slechts een oogenblik.
want het Biedermayer figuurtje was, zoo
dra ze hem zag, uit haar stoel opgespron
gen en liep nu op hem toe.
„Gunst was. jij dat?" begroette ze den
verbaasden Adams, die bij het hooren van
deze woorden plotseling zyr zelfbeheer-
sching scheen te herwinnen en een paar
stappen op haar toetrad. Doch nog voor
hij had kunnen antwoorden, vervolgde ze:
„Ik heb je al een paar maal gezien, maar
ik had er geen idee van, dat jij dat was.
Waarom heb je me niet vroeger gewaar
schuwd?"
Wils zag. hoe Adarrs met een heftige be
weging zijn masker afrukte en daarop de
dame tegenover hem ruw aan haar arm
pakte
„Jij?!", siste hij, terwijl hij een schu
wen blik in de richting vai de deur wierp
„Wat kom jij hier doen? Vertel op, vlug! Is
de zaak scheef gegaan?"
Doch nu scheen de beurt aan het Bie
dermayer-figuurtje om verbaasd te zijn.
„Je hebt me toch zelf geseind hier te ko
men om nadere L st-uctier in ontvangst te
nemenik heb het geld meegebracht
zooals je me hebt opgedragen...." En
toen Adams, die een oogenblik wankelde
nog steeds bleef zwijgen: „Wat is er nou..
wat heb je? Alles is toch in orde. Ze zijn
in Dusseldorf het spoor bijster geraakt
aan de grens heb ik niet de minste last ge
had en ik vond het juist een'pracht idee
van je om elkaar hier tt uitmoeten
Het volgende oogenblik gebeurde er iets,
dat Wils zich nog jaren later tot in de
kleinste bijzondeineden herinnerde.
Met twee, drie sprongen was Adams, na
een verwilderden blik om zich heen te heb
ben geworpen bij den -chakelaar van hel
electrisch licht welke naast de deur was
aangebracht, maar nog voor hij gelegen
heid had gevonden den knop om te draaien,
trad Sanders van achter het gordijn te
voorschijn en terwijl hij een revolver op
den vluchtende richtte, zei hij:
„Doe geen moeite, vriend Adams. Het
spel is uit. Handen op!"
Met een schier verbijsterende snelheid
veranderde plotseling de houding van den
man, die nog slechts enkele seconden ge
leden in de vlucht de eenige kans op red
ding had meenen te zien.
Hoewel hij geen oogenblik aarzelde aan
't bevel van den inspecteur te voldoen, ver
scheen daarbij op zijn gelaat een trek van
zoo intense verbazing, dat zeker menigeen
in twijfel zou hebber verkeerd of in dezen
man inderdaad de dader van een zoo ern
stig misdrijf moes» worden gezien. Met een
tegenwoordigheid van geest, waarvoor men
bewondering zou kunnen hebben, wanneei
zij onder andere omstandigheden aan hel
licht ware getreden, wendde hij zich glim
lachend tot den inspecteur, wien hij toe
voegde:
„Werkelijk een niet onaardige grap. San
ders! Alle achting, niettegenstaande ik er
zelf het slachtoffer van ben geworden!
Maar tegenover deze bekoorlijke en mij he
laas nog steeds onbekende jongedame
vind ik je handelwijze toch niet bepaald
kiesch".
„Het spijt me, dat ik je meening in deze
niet kan deelen, Adams", antwoordde de
inspecteur rustig. „En ik ben bang, dat je er
zelf ook anders over zult denken, wanneer
je polsen eenmaal gesierd worden door de
ze armbanden."
Bij het zien van de handboeien, die San
ders te voorschijn had gehaald, overtoog
een doodelijke bleekheio Adam's gelaat. Hij
deinsde eenige schreden achteruit tot hij
vlak bij de deuropening stond, waar hij zich
vliegensvlug omdraaide, maai op hetzelf
de oogenblik traden hem vanuit de gang
twee rechercheurs, eveneens met revolvers
gewapend, in den weg, zoodat de kans om
in die richting te ontvluchten, ?eheel ver
keken was. Slechts eenige tellen later zaten
hem nu ook de handboeien om de polsen,
waardoor Sanders gelegenheid kreeg zijn
antwoord, dat hij nad moeten afbreken, te
vervolgen.
„Ik kan het feit, verdacht te worden van
den moord op bankier Leuvensteyn, kwa
lijk als een grap beschouwen, Adams", zei
hij, „en ik vrees, dat de rechtbank er
straks evenzoo over zal denken."
Hoewel het luchtige uit zijn houding van
zooeven was verdwenen, bewees de wijze,
waarop hij den .nspecteur van repliek
diende toch wel, dat hij niet van plan was
zich nu reeds over te geven.
„Dwaasheid, Sanders", snauwde hij. „Je
bent bezig de grootste blundr van je leven
•te begaan. Hoe kan ik aan den moord op
Leuvensteyin debet zijn geweest, terwijl ik
op het tijdstip, vaarop de moord plaats
had, op het kantoor can de hank in Am
sterdam zat? Je zul» me toch moeten toe
geven. dat dit alibi voldoende zaJ zijn om
elke rechtbank van mijn onschuld te over
tuigen."
(Wordt vervolgd).