DE EERSTE MISSIOLOGISCHE
WEEK IN NEDERLAND.
28ste Jaargang
MAANDAG 26 APRIL 1937
No. 8708
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
DF ABONNEMENTSPRIJS bedraagt b§ vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent pei week J 2.50 per kwartaal
By onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver-
kriigLaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
Vooruitbetaling. - Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
ventuur, koop en verkoop: 0.50
De jeugd-werkloosheid
In „Sint Bavo" schrijft de redacteur
een artikel over de jeugd-werkloosheid.
Boven dat artikel zijn afgedrukt de be
kende versregels van A. J. D. van Oos
ten, welke wij hier ook weer even in
herinnering willen brengen:
„Niet bitter, Heer, en niet ontdaan
is hun gemoed voor U,
maar wat zij zwijgend ondergaan
eischt recht en eischt dat n u
Wie langer nog verwaarloozen
het heil der jonge werkloozen,
hun ziel, verwaarloost U".
De schrijver van bedoeld artikel laat
zijn lezers klaar inzien en diep voelen de
ellende van de jeugdige werkloozen.
„Daarom" zoo schrijft hij om die
ellende „moet ieder zelfs ten koste van
eigen versobering werk voor de jeugd-
werkloozen steunen en helpen".
En hij wijst op het groote nut, dat de
werk- en leerkampen hebben.
„Het zijn geen noodasyls! Herstellings
oorden, waar de rust en de kracht terug
komt door te werken".
Hoe zegenrijk die leer- en werkkampen
ook zijn en hierbij moeten óók, indien
goed geleid, genoemd worden centrale
werkplaatsen voor jeugdige werk
loozen, zooals die in verschillende steden,
ook te Leiden, zijn opgericht er wordt
ten slotte niet door bereikt, wat bereikt
worden moét.
En dat is: normaal werk, loonende ar
beid.
Als dat niet gegeven kan worden, om
dat het kapitaal ontbreekt, moet dan, zoo
vraagt de schrijver, het kapitaal niet ge
dwongen worden, om in eigen land
werk-gelegenheid te scheppen, loonenden
arbeid mogelijk te maken. Deze vraag
wordt zeer terecht gesteld. Maar hierbij
kan toch volledigheidshalve worden op
gemerkt, dat een dergelijke dwang alléén
gewettigd zou zijn, als het kapitaal, in
een of andere onderneming gestoken, zou
scheppen een productieve, een
vruchtbare werk-gelegenheid, met
inderdaad loonenden arbeid. Werk
gelegenheid scheppen zonder een an
der nuttig gevolg, dan dat ergewerkt
wordt, kan, vanzelfsprekend, niet de nor
male taak en roeping zijn van het kapi
taal in de volkshuishouding. Intusschen
zijn wij het eens met wat de schrijver
o.m. bedoelt: scherp af te keuren, dat
velen, blijkbaar, gemakkelijker hun geld
wagen in buitenlandsche- dan in bin-
nenlandsche ondernemingen!
„A1 s het kapitaal ontbreekt of blijft' ont
breken en niet kan verschaft worden voor
loonenden arbeid, moet dan toch niet
iedereen, die werkloos is, er toe gebracht
worden, om arbeid te verrichten"?
vraagt de schrijver vervolgens en hü be
antwoordt deze vraag bevestigend.
„Werkverschaffing en arbeidsplicht"
zoo schrijf4 hij.
Ja, wij zijn het met hem eens, dat
werkverschaffing dat wil eigenlijk
zeggen: het verschaffen van werk, dat
niet productief, niet loonend is een
eisch is, waaraan de Overheid zoo veel
mogelijk moet voldoen, zoo veel mo-
gelijk en voo ral voor de jeugdige
werkloozen.
Als de schrijver met arbeidsplicht be
doelt, dat alle werkloozen moeten wor
den gedwongen aan die werkverschaffing
deel te nemen, dan zijn wij het voorwaar
delijk met hem eens; in vele gevallen zal
de Overheid een dergelijken dwang niet
kunnen toepassen. Onvoorwaardelijk er
kennen wij echter den moreelen
plicht van iedereen, om, waar mogelijk,
„zich te onttrekken aan al de verderfe
lijke invloeden, die werkloosheid uit
oefent". Bedroevend is het b.v. als wat
wij zelf hebben geconstateerd een moe
der haar jeugdigen zoon niet laat werken,
omdat hij door dat werk nog geen gulden
per week verdient, gezien de aftrek van
den steun, die er plaats heeft. Zoo'n stand
punt is misschien verklaarbaar, maar
verderfelijk voor den betrokkene,
den jeugdigen werklooze.
God-zij-dank is de overgroote meerder-
Van 26-29 Augustus te Nijmegen.
Voor het eerst zal dit jaar de Mis-
siologische Week in Nederland ge
houden worden; vroeger vond uit
Congres steeds in Leuven plaats
waar de Missionarissen hun prak
tische ervaringen aan de gemeen
schap mededeelden.
In het dagelijksch leven worden geluk
kig vele daden reeds gesteld, vóórdat de
theorie haar ja-woord heeft gegeven. Zoo
is het ook met de missieactie gegaan, die
zoo oud is als het Pmksterwonder! En spe
ciaal in ons Nederland met zijn praktisch
aangelegd volk is het zoo geweest. Een
bloeiend katholiek leven heeft een vlam
mende begeestering doen laaien over onze
lage landen. Als in den Spaanschen tijd
de conquistadoren zijn bijna met elk schip
onze Nederlandsche Missionarissen gegaan
naar de verschillende missiegebieden van
heel de wereld om zielen te winnen voor
het Rijk van Christusen thuis heeft
het volk gebeden en veel geofferd: de lief
de dringt immers allereerst tot daden en
niet tot de theorie!
En toch is het nu de tijd, dat ook mis-
sioneerend Nederland, dat door O. H. Va
der den Paus zoo graag als voorbeeld van
missieliefde wordt gesteld, zijn Missiolo-
gische Week gaat krijgen!
Al 14 jaren lang werd er jaarlijks een
bijeenkomst van Missionarissen te Leuven
in België gehouden. Om haar grondige be
handeling van missiologische kwesties en
haar actueele debatten heeft ze ook in
vakkringen algemeene waardeeritg ge
vonden. Deze Leuvensche Missiologische
Week was in beginsel internationaal, prak
tisch echter sterk Belgisch getint. Even
wel recruteerde ze haar leden uit alle
missioneerende Ordes en Congregaties. Er
waren soms 400 a 500 deelnemers. Er ver
schenen baardige mannen in wijde witte
kleeren met roode fez, bruine barrevoe-
ters, Jezuiten, Redemptoristen, School-
broeders en een bonte selectie van zuster-
kens. Men zag er eerbiedwaardige mannen,
vergrijsd in een lang zwaar missieleven,
dcch ook jonge begeesterde gezichten vol
nieuw idealisme!
Op haar laatste bestuursvergadering
heeft het Comité van de Leuvensche Mis
siologische Week besloten, nu voortaan om
de twee jaren haar bijeenkomst in het bui
tenland te houden. Dit jaar zou aan Ne
derland de eer te beurt vallen. Er vormde
zich een Uitvoerend en Eere-Comité, waar
van Zijn Hoogeerw. Excellentie Mgr. Die
pen, als Bisschop van 's Hertogenbosch, het
voorzitterschap aanvaardde.
De Missiologische Week heeft ten doel
om aan de Missionarissen gelegenheid te
geven de meest actueele missievraagstuk
ken onderling te bespreken, steunende op
elkanders ervaring en onder voorlichting
van vooraanstaande missiologen hun mis
sie-methode meer te systematiseeren en
ook om aan de toekomstige missionarissen
al eenigszins een inzicht te geven in de
praktijk van het missiewerk en de proble
men daaraan verbonden. In een eigenhan
dig geschreven aanbevelingsbrief aan
Kard. Mercier naar aanleiding van de eer
ste Missiol. Week (1923) omschrijft Z. H.
Paus Pius XI het doel van deze bijeen
komst zeer juist met de volgende woor
den: „om de kennis, die de missionaris
sen in langdurige ervaring zich hebben
verworven, aan de gemeenschap mede te
deelen".
Het is dus geen propaganda-week. Bij de
menschen, die dit jaar dan naar Nijmegen
zullen komen, wordt verondersteld, dat ze
al belangstelling en liefde voor het Mis
siewerk bezitten. Het is een studie-week.
Er werden dus twee klascen van deelne
mers verwacht: missionarissen en missio
logen, die door hun ervaring in de missie
of door de studie van de vraagstukken
iets hebben mede te deelen, en belang
stellenden, toekomstige missionarissen,
priesters, broeders en zusters, die een rij-
heid van ons volk nog zoo gestemd, dat
het in ieder geval liever werken wil, dan
niets-doen al zou bij werken, helaas,
het inkomen niet veel grooter zijn, dan de
steun.
Wij hebben hier eenige kantteekeningen
gemaakt bij het sympathiek artikel in de
„St. Bavo" welk veertiendaagsch or
gaan (dit moge even terloops opgemerkt),
officieel tijdschrift van het Bisdom Haar
lem, in ons Bisdom nog veel meer abon
né's behoorde te hebben, dan het feitelijk
al telt!
ker en ruimer inzicht in missiologische
vragen wenschen mee te nemen.
Welk onderwerp zal de Missiologische
Week te Nijmegen in studie nemen? Na
rijp overleg heeft men als hoofdthema
vastgelegd: het godsdienstonderricht in de
missie. Elke Missionaris staat door zijn
roeping als Geloofsverkondiger voor de
belangrijke vraag: hoe kan ik de geloofs-
en zedenleei van het Christendom het bes
te aan mijn volk duidelijk maken? Welke
middelen (catechismus, bijbelsche geschie
denis, platen, zang enz.) moet ik hiervoor
gebruiken? Hoe pas ik mij aan in de ge-
dachtengang van deze vaak primitieve
heidenen? Hoe vorm ik mijn hulpkrachten
de catechisten? Hoe richt in mijn catechu-
menaten in? Enz. enz. Over catechese
weet elke Missionaris te vertellen; met dit
vraagstuk heeft elke missiepracktijk eiken
dag te doen. Het onderwerp is dus wel een
gelukkige keuze geweest. Binnenkort zal
over de organisatievorm van de Week in
dc Pers en in de vooraanstaande missie-
literatuur nog nadere mededeeling wor
den gedaan.
Deze eerste Missiologische Week in Ne
derland staat onder het beschermheer
schap van Zijne Hoogeerw. Excellentie
Mgr. Dr. de Jong, voorzitter van den Ne-
derlandschen Priestermissiebond.
We hopen vele missionarissen en missie
vrienden van Nederland en uit het bui
tenland van 2629 Augustus te Nijmegen
bijeen te zien-
Het Uitvoerend Comité:
P. Geurtjens M.s.s.C., Voorzitter.
P. Dr. Gregorius O.M. Cap., Secretaris.
Prof. Dr. Alph. Mulders
Father Kiggen (Mill-Hill).
P. C. Wessels S.J.
P. Dr. B. Zuure W.P.
P. Popelier (Sparrendaal).
P. Paternus Geise O.F.M.
De wereld
in vogelvlucht
De nota, waarin Engeland en Frankrijk
verklaren, dat de verplichtingen van Lo
carno voor België zjjn upgeheven, is thans
gepubliceerd.
Wat de beteekenis van deze gemeen
schappelijke verklaring betreft, schrijft de
„Times", dat aeze de onafhankelijkheid van
België moet versterken en het in de ge
legenheid moet stellen zijn krachten te
concentreeren op zyn economische politiek,
welke België, evenals de overige mogend-
l.eden, een veilige toekomst moet garan
deeren.
De correspondent van de „Times" te
Brussel verwacht nog een eenzijdige ver
klaring van Duitschland, welke het Fransch-
Britsche document zal vervolmaken, zonder
hierbij als voorwaarde te stellen een ab
solute neutraliteit van België ten aanzien
van zijn verplichtingen overeenkomstig het
Volkenbondshandvest.
De „News Chronicle" verklaart: Vanaf
dit oogenblik verkeert België in dezelfde
omstandigheden als de overige leden van
den Volkenbond. Indien Duitschland Frank
rijk aan zou willen vallen, kan het niet
meer door België trekken met de veront
schuldiging, dat het de bondgenoot is van
Frankrijk.
Het artikel van de „Giornale dTtalia",
waarin gezegd werd, dat de Oostenrijksche
nationaal-socialisten binnenkort zouden
deelnemen aan de Oostenrijksche regeering,
blijkt toch onjuist te zijn. Het heeft in
Weenen heel wat stof doen opwaaien; men
was daar niets over te spreken. Van
Italiaansche zijde is het direct tegenge
sproken; bedoeld artikel zou niet de mee-
r.ing weergeven van de Italiaansche regee
ring. Ook Schuschnigg zelf heeft zich ge
haast om de zaken recht te zetten. Er is
slechts sprake van de benoeming van een
functionaris bij het Vaderlandsche Front,
die het vertrouwen van den bondskanse
lier heeft en die behoort tot de uitgespro
ken nationale kringen. Gelijke pogingen
worden trouwens in het werk gesteld "om
de vroegere sociaal-democraten te brengen
tot het Vaderlandsche Front.
Het Oostenrijksche regiem sluit iedere
coalitieregeering uit. De partijen of haar
vertegenwoordigers zullen trouwens nooit
erkend worden.
Alleen het Vaderlandsche Front bestaat.
Het artikel van Gayda, voor zoover het de
binnenlandsche zaken van Oostenrijk be
treft, dwaalt en wijkt duidelijk af van de
lijn, die bij de besprekingen te Venetië ge
volgd is.
Vliegende mensch dood
gevallen
Hij zweefde 300 maal
vleermuisvleugels
VALSCHERMEN WEIGERDEN.
Tijdens den luchtvaartdag te Vincennes
is gisteren de parachutist Clem Sohn, die
„de menschelijke vogel" genoemd werd, om
het leven gekomen, doordat de valscher
men aan rug- en borstzijdr zich niet open
den.
Clem Sohn, bekend parachutist en we
reld beroemd als de „gevleugelde mensch",
had sinds zijn eerste „gefladder" op 24 Fe
bruari 1934 meer dan 300 maal zijn vin
ding gedemonstreerd. Verleden jaar in de
lente was hij naar Engeland overstoken,
had er verschilende exhibitions gegeven,
doch was tijdens een daarvan zwaar ge
wond, zoodat hij niet eerder aan zijn plan,
ook in Frankrijk demonstraties te geven,
gevolg kon geven. Hij was 26 jaar oud.
Toen de noodlottige afloop van zijn laat
ste vlucht onvermijdelijk bleek, steeg er één
kreet van ontsteltenis uit de menigte op.
Een gedeelte van het publiek trachtte de
afzetting te verbreken in een ondoordach
te, edelmoedige, maar absoluut nuttelooze
opwelling om hulp te verleenen, doch de
ruiters van de republikiinsche garde en de
motorrijders van de politie-prfectuur wis
ten een gevaarlijke paniek te voorkomen.
En diep onder den indruk, bijna zwijgend
en zonder belangstelling voor de acrobatie
van Paulhan en zijn kameraad, die onmid
dellijk ter afleiding opstegen en een won
derlijke caroussel-vlucht uitvoerden, ver
lieten de tienduizenden het terrein. Een
droevig einde van een stralenden Zondag.
Wat de menschelijke vogel dezer dagen
nog vertelde.
Aan den luchtvaartcorrespondent van
een Fransch blad vertelde Clem Sohn eeni
ge dagen geleden, dat het ongeveer twee
jaar geleden was, dat hij op het denkbeeld
gekomen was te duikelen met vleugelen.
Als parachutist had hij vastgesteld, dat hij
zich al vallend, door het bewegen van ar
men en beenen, min of meer kon besturen.
Dit bracht hem op de ingeving door de
lucht als 't ware te leeren zwemmen. Toen
herhaaldelijk proeven hem het bewijs ge
leverd hadden dat dit ging, stelde hij zich
in betrekking met een vriend, ingenieur
Art. Davis, die hem een span vleugels con
strueerde, die treffend geleken op die van
een vleermuis.
Voor de eerste beslissende proef steeg hij
tot op 4000 meter.
Toen kwam de groote dag. Ik steeg tot
ongeveer 4000 meter en sprong. Ik wist
niet hoe de vleugelen zouden werken. En
gedurende de eerste seconden wist ik niet
hoe het uitvallen zou. Ik zag het vliegtuig
boven mij wegdrijven. Dan remde ik gaan
deweg mijn val door het uitspreiden van
mijn beenen en het spannen van mijn
staartvin.
Hierdoor buitelde ik niet langer hals
over kop, doch nu stuikte ik loodrecht. Dan
spreidde ik, langzaam, één vleugel. Het val
len vertraagde, en ik begon horizontaal te
zweven, licht deinend omdat al het ge
wicht op één zijde rustte. Toen opende ik
den anderen vleugel. En ik vloog. Ik moest
net zoo verwonderd zijn als de lieden bene
den. Ik bevond, dat ik kon zweefvliegen,
zwenken, duikelen, zelfs licht stijgen en
een looping uitvoeren.
Naar mate ik mij met d? vleugels oefen
de, ondervond ik dat ik mijn proefveld kon
vreruimen, leerde ik hoe ver ik mocht gaan
en wanneer ik moest stoppen.
Wanneer ik den top van den looping be
reik, verlies ik snelheid. En snelheid ver
liezen is bijna fataal. Met het kleine vlieg
tuig, dat ik ben, moet ik wervelen. Ik dui
kel, met het hoofd naar beneden, en wen
tel'over en over als een tol. Daar er geen
bepaalde controle bestaat, is het zeer moei
lijk uit dit wervelen te geraken."
Na nog meer over zijn bevindingen ver
teld te hebben, vervolgde de koene acro
baat:
„Een van de bezwaren is het groot ge
wicht dat ik moet meenemen. De twee val
schermen één voor het geval dat de an
dere moest dienst weigeren wegen 75
pond, zij alleen. Ik zou verder kunnen vlie
gen, indien het gewicht kon verminderd
worden.
Ik hoop dat ik eenmaal zal in staat zijn
te landen zonder valscherm, doch ik zal
een groot vleugelspan behoeven om dit te
wagen.
Doch met een groot vleugelspan is er
steeds het gevaar, dat een van de vleugelen
zou afgerukt worden. Ik moet daar erg
mee opletten. Dit gevaar is steeds aanwe
zig, zelfs met het stel dat ik nu gebruik.
Zijn indruken vatte hij aldus samen:
„Wanneer ik zoo vlieg, is het alsof ik mij
Dit nummer bestaat nit
vier bladen.
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
Massa-audienties bij den Paus. (2de
blad).
Eden op bezoek te Brussel. (2de blad).
De ontheffing van België's Locarno-ver-
plichtingen. 2(de blad).
Nieuwe verzoeningspoging tusschen
Kerk en Staat in Duitschland. (2de blad).
Het artikel van de „Giornale d'Italia"
gedesavoueerd. (2de blad).
Rechtsche successen ln Biscaye. (2de
blad).
De „menschelijke vogel" dood gevallen.
(1ste blad).
Ernstige mijnramp in Bohemen. (1ste
blad).
BINNENLAND.
De Tempo-Landdag te Den Haag. (2de
blad).
Verlaging van crisisheffingen en crisis
toeslagen. (3de blad).
Verhooging prijzen bacon-varkens en
spek. (3de blad).
Het Nederlandsch paviljoen op de We
reld-tentoonstelling te Parijs. (3de blad).
LEIDEN.
De Commissie voor de Meer-Werk-Actie
door den Burgemeester geinstalleerd. (lste
blad).
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
Voetbal: Overwinningen van H.B.C.
en V.V.A. in de Kampioenscompetitie I.
V. C. B. Het Ned. Elftal tegen België
samengesteld. Ajax en Feijenoord win
nen in den kampioensstrijd van den K.
N. V. B.; beslissingswedstrijd tusschen
Quick en Hengelo in Afd. III noodzake
lijk; mooie kans op promotie van L. D.
W. S. Duitschland wint met 10 vtsi
België, Italië met 20 van Hongarije.
(2de blad).
Hockey: Het Ned. elftal versloeg gis
teren de Duitschers met 10. (2de blad).
Schermen: Het Ned. Kampioenschap
sabel door den Utrechtenaar Schrievers
gewonnen. (2de blad).
Roeien: De modelroeibaan van Europa
in Amsterdam's Boschplan voltooid. (2de
b.ao).
Dammen: De R. K. Leidsche Dam
club „Gezellig Samenzijn" verliest met
146 van de Utrechtsche om het Kam
pioenschap van Nederland. (2de blad).
WIJ SCHRIJVEN OVER:
De eerste missiologische week ln Neder
land. (lste blad).
De Jeugd-werkloosheid. (2de blad).
De vraag, of er omstandigheden kunnen
zijn, waaronder revolutie geoorloofd is.
(3de blad).
in een andere wereld bevind. Er is geen
gerucht dan het suizen van den wind langs
mijn lichaam en het verre gezoem van den
vliegtuigmotor. En wanneer ik snelheid
verlies, valt de wind en is er heelemaal
geen geluid.
Ik meen dat er een dag zal komen dat
iedereen vleugels zal hebben. Doch eerst
moeten er nog heel wat proeven genomen
worden."
Helaas, Clem Sohn zal geen enkele proef
meer nemen, want zijn laatste is mislukt.