De wereldtentoonstelling te Parijs.
WOENSDAG 21 APRIL 1937
DE LEIDSCHE COURANT
TIERDE BLAD - PAG. 11
De Pauselijke vlag wappert
vanaf het Trocadoro.
Voor de eerste maal in de geschie
denis heeft de H. Vader toestem
ming gegeven om de Pauselijke
vlag te hijsahen op een wereldten
toonstelling.
Temidden van de vlaggen der deel
nemende naties aan de Parysche
Wereldtentoonstelling zal zij het
teeken zijn, dat hier niet de Katho
lieke Kerk van Frankrijk maar de
Wereldkerk exposeert.
Dit paviljoen moet supernationaal zijn.
Het kreeg een van de schitterendste terrei
nen toegewezen van de Tentoonstelling, de
hoogten van de Trocadero. De toren, die
vanaf den vasten onderbouw in vlammend
goud omhoogschiet, bereikt een hoogte van
80 meter en domineert de geheele tentoon
stelling. Op de toren staat een Madonna,
terwijl de hoofdingang van het gebouw een
kruis draagt.
De eerste steen van het Katholieke pa
viljoen werd op 27 Februari gelegd.
Bij deze gelegenheid bood de Fransche
Minister van Handel, mr. Bastid, een dejeu
ner aan ter eere van den Pauselijken Nun
tius mgr. Valeri, waaraan ook de Kardina
len Verdier en Baudrillart deelnamen.
Reeds op de laatste Parijsche Koloniale
Tentoonstelling was zonder meer een plaats
Ingeruimd voor de Katholieke Kerk, wier
paviljoen volgens de onverdachte getuige
nis van de Fransche Minister van Koloniën
„een ware sensatie" was.
Acht millioen bezoekers bezichtigden het
Missiepaviljoen te Vincennes, waar talrijke
bekeeringen werden gemaakt. Meer dan 60
priesterroepingen werden hier in de missie-
kerk bewerkt, volgens de verklaringen van
den Commissaris-Generaal P. de Reviers.
Collecte bracht eenlge
millioenen op.
Voor de tentoonstelllngsbouw van 1937
waren meerdere millioenen francs noodig.
De Fransche katholieken moesten dit geld
bijeenbrengen. De permanente commissie
van Fransche Kardinalen en Aartsbisschop
pen vroeg in begin Februari aan alle -bis
schoppen van het land om een collecte te
laten houden voor de katholieke afdeeling
op de tentoonstelling.
De Katholieke Kerk mocht de uitnoodi-
ging tot deelname niet afslaan.
„Hoe kunnen wij de bezoekers niet in on
wetendheid laten over hetgeen de Kerk,
die in het verleden meesterwerken van
kunst hierop, ook nu nog, vooral in de na-
oorlogstijd, aan goeds en schoons verwe
zenlijkt". De Kardinaal Aartsbisschop van
Parijs, Jean Verdier, wees er in een brief
aan de geestelijken op, hoe deze wereldten
toonstelling temidden van politieke en so
ciale onlusten een groot bewijs van ver
trouwen is op de vrede der volkeren. De
Heilige Stoel zou haar volle steun geven
aan het paviljoen, waardoor dit het „Pause
lijke Katholieke Paviljoen" zou genoemd
worden.
Samenwerking tusschen Kerk
en Kunst.
Kunstenaars hebben het grootste gedeel
te van het katholieke paviljoen op zich ge
nomen.
Overeenkomstig hun beroep zullen zij
middelaars zijn, tusschen den priester en
het volk, en willen zij de nauwe band tus
schen geloof en kunst demonstreeren.
Bij het betreden van het gebouw komt de
bezoeker eerst in de doopkapel: de poort
tot het christelijke leven. De afbeeldingen
der christelijke deugden toonen hem de
levensweg, dat naar de hoogten der vol
maaktheid leidt.
Een groote galerij van 40 meter lengte en
12 meter breedte ontleent haar versiering
aan de kinderwereld, haar reinheid, frisch-
heid, gebeurtenissen op kerkelijke feestda
gen, zooals Sacramentsdag en Meimaand
viering. Hier kan men alles vinden, wat in
de kinderwereld voorkomt speelkamer,
speeltuin, studeerkamer en ontspannings
lokalen. Een stemmige kapel herinnert aan
de dag van de Eerste H. Communie.
Symbolische voorstellingen.
Het leven gaat verder. Het kinderland is
voorbij. In de aansluitende zalen ziet men
de arbeid van de Katholieke Kerk ten gun
ste van de katholieke scholen, beroepsvoor
lichting, godsdienstonderwijs, haar zorg
voor goede vrienden en gezelligheid in de
moeilijke jeugdjaren. Het Sacrament des
Huwelijks is een keerpunt in het persoon
lijke leven. Er komen jaren van arbeid. De
Kerk uit haar bezorgdheid voor de vergees
telijking en voor de moreele waarde van
het gemeenschaps- en beroepsleven. Men
ziet den Christen in zijn familie, in de kin
deropvoeding, in zijn strijd met tegenspoed.
Tenslotte eindigt het leven. Tevoren komen
de gebreken van den ouderdom. De grijs
aard staat schijnbaar alleen. Slechts schijn
baar! De witte kappen van de Zusters van
Vincentius buigen zioh over zijn ziekbed
en omgeven hem met hun zorgen, als zich
niemand meer om hem bekommert.
In fresco's, beelden en groepen wordt de
hulp der Kerk in alle levensomstandighe
den aangetoond.
Als de middelen toereikend zijn, zal in de
zaal die de hulp aan de ouden van dagen
uitbeeldt, een zusterklooster gebouwd wor
den, om den bezoekers den diepen zin V«n
het kloosterleven duidelijk te maken.
Het missiewerk der Kerk wordt vooral
voorgesteld uit het gezichtspunt van vak
onderwijs aan de inboorlingen. In de toren
zullen wandschilderingen het leven in ver
schillende missies voorstellen, daar in het
paviljoen zelf dit missieleven maar vanuit
een enkel oogpunt gegeven wordt.
In de laatste zaal van het katholieke pa
viljoen zal de bezoeker herinnerd worden
aan de gedachtenis der dooden in het hier
namaals, aan de gemeenschap van levenden
en dooden en aan de christelijke dooden-
vereering. Ook de gevallenen van den we
reldoorlog zullen op indrukwekkende wijze
herdacht worden.
De Kerk en het paviljoen.
In de donkere crypte valt het helle licht
van de Tentoonstellingskerk, het licht der
opstanding.
Deze kerk telt 1500 zitplaatsen, en bij een
groote toeloop kan ook een aangrenzende
gang bij het Godsgebouw getrokken wor
den. De artistieke vensters zullen later in
de Kathedraal van Parijs gezet worden.
Boven het hoofdaltaar staat de Pauselijke
tiaar. Rond het altaar liggen 12 kapellen;
die de deelname van de buitenlandsche na
ties aan de katholieke godsdienst zullen
aantoonen.
De talrijke buitenlandsche katholieken,
die de Tentoonstelling bezoeken, zullen
hier iets van hun Vaderland vinden.
Iedere Katholiek zal op de Tentoonstel
ling zijn Zondagsplicht kunnen vervullen.
In de aangrenzende tuinen van het Tro
cadero zal een klein theater worden ge
bouwd voor het opvoeren van mysteriespe
len.
Het was een alleszins goede gedachte, om
het Katholicisme op de Parijsche Wereld
tentoonstelling niet alleen voor te stellen
in een zuivere kunstuiting, maar vooral in
de nauwe verbinding met haar wezenlijke,
heiligende taak.
SAN FRANCISCO.
Het is soms gevaarlijk, kinderen bepaal
de soorten van speelgoed te geven of te la
ten. De film „San Francisco" is er een be- j
wys van. En de kinderen in casu zijn de
Amerikanen, terwijl al datgene noodig om
een film te maken het speelgoed is.
Kinderen zijn zeer naief. Zoo geven de
Amerikanen onbewust zeer dikwijls blijk
van hun overgroote naiviteit.
De naiviteit van kinderen uit zich ge
woonlijk in een eenvoudige, probleemloo-
ze opvatting van het Leven, dat schijnbaar
zoo gecompliceerd is. De Amerikanen uiten
hun naiviteit niet alleen, in sommige van
hun films, o.a. „San Francisco", dringen ze
die naiviteit de Europeanen werkelijk op.
En hun naiviteit bestaat niet in een pro-
bleemlooze opvatting van het gecompliceer
de Leven, maar in de onbewuste eerlijk
heid, waarmee ze laten zien, dat ze er niets
van begrijpen.
Niet als het gaat om big bussiness, auto's
of tapdance. Dat gedeelte van het Leven
kennen ze in de perfectie. Maar dikwijls ais
ze ontdekken, dat er nog andere waarden
zijn dan de alles beheerschende Koning
Dollar. Dikwijls, niet altijd. Want tegen
over „San Francisco" staat in ieder opzicht:
Mr. Deeds goes to town, in het Neder-
landsch: O. K. Mr. Deeds.
De stad San Francisco schijnt in 1906
een vreemd geval geweest te zijn. Ze had
zeker niets gemeen met de heilige waar
naar ze genoemd werd, althans niet na
diens bekeering. En zoo heeft de naar haar
genoemde film eigenlijk niets met film
te maken.
Zeker, er is een celluloidband van de res
pectabele lengte van 1500 of misschien zelfs
2000 meter, die men een film kan noemen.
Er is een knappe foto- en geluidsreportage
van het nachtleven in Frisco in het jaar
1906, van de die stad toen beroerende ver
kiezingsstrijd, van de geschiedenis van het
meisje uit de provincie en nieuw ontdekt
zangwonder Mary Biake, dat bezwijken
gaat voor de verleiding van de nachtkroeg
exploitant Blackie Norton, echter door den
invloed van Blackies jeugdvriend Rev. Fa
ther Mulin doorslaat naar den goeden kant,
in casu mr. Burley, directeur van een opera,
verder van de uit die geschiedenis natuur
noodzakelijk ontstane verwikkelingen en
ten slotte de werkelijke verfilming van de
niet natuurnoodzakelijke tenminste door
de film niet als zoodanig bewezen aard
beving die de stad aan de Golden Gate
grondig verwoest maar de bewoners niet
berooven kan van hun optimisme, ook een
trek aan Amerikanen en kinderen gemeen.
En al is naast enkele andere momenten
de verfilming van de aardbeving b.v. de
gevelschragende Titan, die neerstort op een
wagen, deze verplettert, uitrolt en stil lig
gen blijft, terwijl naast hem het afgebro
ken wiel langzaam tegen den grond wankelt
film van het zuiverste water, die voor
geen Rus onderdoet toch is dat alles bij
elkaar geen film in eigenlijken zin te noe
men. Hoogstens aan elkaar gelijmde stuk
ken journaal, gefotografeerd tooneel, opera
en een beetje film. Maar nooit of te nim
mer film. Want film is film. Namelijk een
uitdrukkingsmiddel, dat om iets mede te
deelen uitsluitend en alleen gebruik maakt
van rythmisch bewogen bewegende beelden
en het door hen veronderstelde geluid.
Daarom ook kan „San Francisco" nooit
een meesterwerk zijn, al kostte het mil
lioenen dollars aan moedwillige vernieti
ging. Immers een meesterwerk is de weer
gave in een meesterlijke vorm van een
grootsch gegeven, zoo, dat het ongeschon
den kan overgaan op hem die het wil on
dergaan. Daartoe is noodig dat degene, die
het schiep, een groot mensch was in de
wordingstijd van het werk en een meester
in het vak van zijn uitdrukkingsmiddel.
Of de makers van „San Francisco" groote
menschen zijn of waren kan ik niet beoor-
deelen. Maar wel is hun film het overtui
gende bewijs, dat ze ongetwijfeld knappe
fotografen en sound technici zijn, van fil
men echter geen grein verstand hebben.
Terwijl hun werk bovendien overduidelijk
laat zien, dat zij niet begrepen hebben
waarom het eigenlijk gaat: dat wat zij hun
publiek wilde mededeelen.
Want het is niet de goede fotografie en
het zuivere geluid, die de film maken, dat
is slechts het materiaal dat de cineast aan-
eenpast, zoo, dat het in de harmonie van
beeld en geluid weergeeft wat hij weerge
ven wil. En hoe grootscher het gegeven, hoe
grootscher de cineast als mensch en film
vakman, des te grootscher de innerlijke
ontroering en het daaruit geboren onbe
wuste en onverantwoorde rylhmegevoel.
Het resultaat: een Meesterwerk. Een wer
kelijk grootsche film als „Mayerling", maar
nooit „San Francisco".
In zich is het idee wat „San Francisco"
geven wil zeer wijdsch van opvatting. De
afstraffing door God van 4en goddelooze
en lichtzinnige stad door een aardbeving
en de daaropvolgende inkeer, verbeeld in
de strijd tusschen Blackie Norton en Father
Mulin om Blackie's bekeering en de rein
heid van de door Blackie begeerde Mary
Blake. Een natuurcatastrofe van reusach
tige omvang, gezien, niet als een bloote toe
valligheid, maar als een door God gewilde
of gedulde gebeurtenis.
De grootschheid van deze idee is de ma
kers van „San Francisco" ontgaan. Al is
hier en daar merkbaar, dat zy een vaag
vermoeden ervan moeten gehad hebben.
Bijvoorbeeld in de prachtige figuur van
Father Mulin. Of op het oogenblik waar
Blackie aan Mary zijn geloof aan z'n her
sens en z'n hart belijdt tegenover het hare
aan een onzichtbare God. Of bij het „Nearer
my God to Thee", gezongen in het tenten
kamp na de aardbeving bij het sterven van
een kind, echter onmiddellijk weer bedor
ven door het allerongelukkigste „happy
end".
Du sublime au ridicule il n'y a q'une pas.
Wel zeer duidelijk werd deze waarheid ge-
illustreerd in „San Francisco". Soms ver
hief de film zich tot een groote hoogte om
dan even abrupt weer te verzinken in haar
erger dan middelmatig niveau.
Inderdaad, het blijft gevaarlijk kinderen
sommige soorten speelgoed te geven of te
laten. Zooals aan de Amerikanen de film.
Want dit bij uitstek suggestieve uitdruk
kingsmiddel bezit de fatale macht fataal
om de kracht van zijn uitwerking van
drager te kunnen zijn van ideeën. En het
is het volkseigen worden van de ideeën,
dat de oorzaak is van de omwentelingen in
de menschelijke samenelving.
Oswald Spengler had helaas gelijk toen
hij na den oorlog zyn boek „Untergang des
Abendlandes" schreef.Europa, erfgenaam
van de cultuur van Babyion, Egypte, Grie
kenland en Rome, draagster en verspreid-
ster van de door Gods Zoon geopenbaarde
Waarheid, heerscheres in haar volkeren
over heel Afrika, Australië en half Azië,
slaapt langzamerhand in op het eeuwig
herhaalde refrein van den strijd tusschen
Frankrijk en Duitschland en de ikzucht van
Engeland.
Misschien moet het zoo zyn. Immers wat
eens als het uitschot van haar volkeren
haar verliet, stichtte in Amerika de Ver-
eenigde Staten. En juist de kinderlijkheid
van de Amerikanen geeft de gegronde
hoop, dat zij, ontdaan van hun minder
waardigheidscomplex tegenover Europa, in
de frischheid van hun jeugd zonder traditie
en vooroordeelen, de dragers en voortzet
ters zullen worden van de wezenlijke
waarden der Europeesche cultuur. Het
wordt echter tijd te beginnen. En het ma
ken van kinderachtigheden als showfilms
en het filmisch vast leggen van niet ver
teerde idees te laten varen.
Want Japan is wakker geworden en druk
bezig zich Westersch aan te kleed en. Zelfs
China wordt onrustig in zijn slaap van
eeuwen. Beide zyn de dragers van een
voor-Europeesche cultuur en beangstigend
beangstigend om het fanatisme van de
zucht naar verwezenlijking en versprei
ding grootsche ideeën. Terwijl het Wes
ten draagster en verspreidster is van het
Christendom, de Waarheid.
J Het is jammer, dat Sint Paulus niet meer
leeft. Hij zou vast journalist of cineast ge
worden zyn. Na verloop van tijd zeker en
uitsluitend het laatste. Maar hij zou nooit
iets als „San Francisco" klaar krygen. Om
dat het een filmisch meesterwerk preten
deert te zyn, terwijl het alle teekenen heeft
van de halfgare uiting van een over het
paard getilden gymnasiast.
CINEAST.
Inzender ziet in de film „San Francisco"
geen meesterwerk; hy zou gewild hebben,
dat er wat anders van gemaakt was. Echter
erkent hy, dat er grootsche momenten in
zijn, zooals de aardbeving.
Onze meer.ing is, dat er inderdaad nog
meer van het gegeven had kunnen zijn
gemaakt, wanneer men de ramp van San
Francisco had willen weergeven als een
straf voor de zondige stad. Wij gelooven
echter, dat de opzet beperkter was. Het
hoofdmotief was de bekeering van Blackie
en de zondigheid van de stad diende als
achtergrond. De film heeft o.i. teveel goede
hoedanigheden om haar af te maken als
„een halfgare uiting van een over het paard
getilden gymnasiast". REDACTIE.
UIT DE RIJNSTREEK
Besluiten van den gemeenteraad niet
goedgekeurd.
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
hebben goedkeuring onthouden aan twee
besluiten van den gemeenteraad van Bos
koop, n.l. strekkende:
1. tot vaststelling van voorgevelrooilij
nen voor het gemeentelijk bouwterrein, ge
legen tusschen de JulianastraatEmma-
kade en de Boezemlaan;
2. tot vaststelling van een verordening,
als bedoeld in artikel 43 der woningwet,
voor het onder 1 bedoelde terrein.
De goedkeuring is o.m. onthouden op de
volgende gronden:
dat geen waarborg bestaat, dat tenge
volge van de door den raad bij zijn onder
havige besluiten gegeven en de naar den
wensch van burgemeester en wethouders
nog in het leven te roepen incidenteele re
gelingen een juiste verdeeling van de be
bouwing over het geheele grondgebied der
gemeente niet zal worden verijdeld;
dat tegen de onderhavige verordening,
behalve het bezwaar van haar incidenteel
karakter en het ontbreken van eenigen
waarborg, dat zy in een algemeenere, in
ruimer verband overwogen regeling zal
passen, bovendien tal van andere bezwaren
bestaan, o.m. dit, dat de gronden, waarvoor
zij is vastgesteld, weliswaar gelegen zyn
in de bebouwde kom in den zin der ge
meentelijke bouwverordening, doch niet,
hetgeen voor de beoordeeling harer rechts
geldigheid beslissend is, in de bebouwde
kom in den zin van artikel 43 der woning
wet.
WOERDEN.
Rede van het Kamerlid v. d. Weyden.
Gisteravond sprak voor de R.K. Kiesver-
eeniging alhier, in hotel „Neuf" de heer v.
d. Weyden, lid der Tweede Kamer.
De heer v. d. Weyden begon met te wij
zen op de beteekenis van de politiek. Hier
bij wees spr. erop, dat op het oogenblik, in
tegenstelling met vroeger, deze beteekenis
dikwijls wordt overschat. De politiek is
niets anders dan de kunst van het bereik
bare. In de toepassing ervan is er een groot
verschil tusschen de Katholieke en de Na-
tionaal-Socialistische opvatting. De Katho
lieken moeten op het politiek terrein den
juisten middenweg bewandelen; noch een
te hooge waarde hechten aan de politici,
noch deze geringschatten.
Na deze algemeene wenken behandelde
spr. uitvoerig het beleid van de R.K. Ka
merfractie, vooral ook het verschil van in
zicht, dat bestaat betreffende meerdere
punten, tusschen onze fractie en het Kabi-
net-Colijn. Hierbij kwam o.a. ook ter spra
ke het Vastelasten-ontwerp. In deze kan
de Kath. fractie nimmer aangewreven wor
den, dat zij op het punt van verlaging der
vaste lasten in het algemeen niets heeft
willen doen. Door de R.K. fractie is ook
voorgesteld, na de devaluatie, om de econo
mische weerkracht van ons volk te verhoo-
gen. Ten aanzien van den landbouw, aldus
spr., heeft de regeering na de devaluatie
een verkeerd beleid gevoerd. Hier is ge
werkt met onjuiste reacties. Men heeft van
de devaluatie gebruik gemaakt om het te
kort in het Landbouwcrisisfonds van 26
millioen te verminderen.
Na aldus over meerdere practische pun
ten van politiek te hebben gesproken, ging
spr. in op de beteekenis van de geestelijke
vrijheid van ons volk, die belaagd wordt
door de N.S.B. Tenslotte wijdde spr. nog
zijn aandacht aan de Katholieke solidariteit,
die er onder ons moet bestaan.
Meeningsverschil, aldus spr., zal er al
tijd zijn, maar critiek moet dikwijls een
beetje geremd worden, als het betreft
kleinigheden, die toch altijd ondergeschikt
zijn aan het groote belang der Katholieke
zaak.
Met een ernstige vermaning om zich toch
vooral te scharen om het Kerkelijk Gezag
eindigde spr. zijn korte en klare uiteen
zetting.
Hierna was er ruime gelegenheid tot vra
gen stellen. Deze vragen, die in talrijke ma
te waren gesteld, werden op zeer eenvou
dige en duidelijke wijze beantwoord. Er
werden vragen te berde gebracht o.a. be
treffende de margarine-politiek, de orde
ning, het egalisatiefonds, de positie der
kath. ministers in het kabinet-Colijn, de de
valuatie enz. De onomwonden beantwoor
ding ervan bracht groote bevrediging bij
de vergadering.
De voorzitter sloot dezen leerzamen
avond, die flink bezocht was, met den
christelyken groet.
De hertenkamp. Naar wij vernemen
I zal de opening van ons nieuwe hertenkamp
eerlang tegemoet kunnen worden gezien.
Dit kamp, dat op initiatief van de Vereeni-
ging „Woerdens Bloei" is gesticht, is in
staat van voltooing. De opening zal waar
schijnlijk op het eind van deze maand
plaats hebben.
Flesschentrekkers. Door de politie,
alhier is aangehouden een zekere H. J. v.
S. uit Wychèl wegens flesschentrekkerij.
In hotel Ruys had hij eenige tijd gelogeerd
zonder te betalen, terwijl zich eveneens
voor niets had laten scheren. Hy is naar
Utrecht overgebracht om voor de Officier
van Justitie te worden voorgeleid.
ZOETERWOUDE.
Poldervergadering. In de gehouden
vergadering van stemgerechtigde Ingelan
den van den Zwet en Grooten Blankaart-
polder waren 45 van de 82 uit te brengen
stemmen aanwezig. De rekening 1936 werd
vastgesteld aan inkomsten op ƒ2319.31, uit
gaven ƒ2303.13, saldo ƒ17.18. De Begroo-
tin gvoor 1936 werd aan inkomsten en uit
gaven bepaald op 2390.88, waarbij de om
slag voor den Zwetpolder op 8.en voor
LOONEN IN BROODBAKKERIJEN,
OCTOBER 1936.
Loondaling in verschilende steden sedert
1935.
Het Departement van Sociale Zaken en
het Centraal bureau voor de statistiek heb
ben in 1936 hun onderzoek in onderlinge
samenwerking naar de loonen, verdiend in
industrieele bedryven, voortgezet.
De 3de aflevering van het maandschrift
van het Centraal-Bureau bevat de resulta
ten van het loononderzoek in broodbakke
ryen in October 1936, terwijl ter vergelij
king ook gegevens vermeld zijn met be
trekking tot de verdiensten in October
1935.
Geoefende arbeiders, tot welke categorie
in hoofdzaak bankmannen gerekend wor
den, verdienden gemiddeld de hieronder
vermelde loonen.
Bij deze cijfers zijn noodhulpen en ar
beiders, die korter dan 20 uur per week
werkten, buiten beschouwing gelaten.
sa i
ii» i
|gs N
i*
5.
Oct.
'35 Oct. '36 Oct. '35
Amsterdam 194
53
59
24.61
27.13
Haarlem 150
57
61
26.17
27.89
Den Haag 459
56
61
24.63
26.47
Rotterdam 314
54
56
24.85
26.29
Delft, Dor
drecht, Vlaar-
dingen. Leiden
Zwijndrecht 161
58
60
27.10
28,29
Utrecht 124
56
59
27.21
27.86
Groningen 47
56
57
26.90
28,28
Leeuwarden 30
54
58
24,37
25.77
Almelo, Apel
doorn, Deven
ter, Hengelo
Zwolle 126
54
57
25.15
17.59
Enschede 41
53
60
25.08
27.26
Arnhem, Nij
megen 74
50
55
23,86
16.37
Breda, Eind
hoven, 's-Herto-
genbosch, Til
burg 72
50
56
23,52
26.75
Maastricht, Heer-
len, Sittard,
Roermond, Te-
gelen, Venlo 73 44 48 31.28 12.96
Blijkens deze cijfers zijn de loonen se
dert October 1936 in verschillende gemeen
ten niet onbelangrijk gedaald.
Broodbezorgers, welke de geheele week
uitsluitend als zoodanig werkzaam waren,
verdienden in enkele groote steden bij een
werkweek van 48 uur of langer de vol
gende loonen.
2
,2 -S gemidd. week-ink.
s 111 gkL
a aantal bezorgers
v. 21 j. en ouder
gemidd. week-ink.
a In gld.
3
aantal bezorgers
v. 21 J. en ouder
4>
c3 j gemidd. week-ink.
3 in gld.
g
«o 3 aantal bezorgers
2 o> v. 21 jaar en ouder
gemidd. week-ink.
in geld.
p.
aantal bezorgers
van 21 j. en ouder
fiS
SS
ss:
den Groote Blankaart op f 10.50 werd ge
steld (even hoog als vorig jaar). Met alge
meene stemmen werd een wijziging van
het contract met de Sted. Lichtfabrieken
goedgekeurd, waarbij de vergoeding voor
kabelrecht komt te vervallen zoolang als
de aansluiting op de bestaande kabel moge
lijk zal zijn. Bij gebleken noodzakelijkheid
tot het leggen van een hoogsapnningskabel
en plaatsen van een transformator zal de
vergoeding weder betaald moeten worden.
Eveneens wordt besloten tot verkoop van
eenige perceelen grond voor den Provincia
len weg voor 0.30 per M2., totaal 630.
Tot leden van de commissie van onder
zoek voor de in het volgend jaar af te leg
gen rekening werden benoemd de heeren A.
L. van Wijk, M. Overdevest te Stompwijk
en Jac. de Jong te Zoeterwoude.
P. van der Poel. t Op 62-jarigen leef
tijd is overleden de heer Petrus van der
Poel P.J.zn. Gedurende een lange reeks
van jaren vervulde de overledene het pen
ningmeesterschap van de Sint Vincentius-
vereeniging. De overledene had ook zitting
in het bestuur van den Oost en Westbroek
polder.