De wereldtentoonstelling te Parijs. WOENSDAG 21 APRIL 1937 DE LEIDSCHE COURANT TIERDE BLAD - PAG. 11 De Pauselijke vlag wappert vanaf het Trocadoro. Voor de eerste maal in de geschie denis heeft de H. Vader toestem ming gegeven om de Pauselijke vlag te hijsahen op een wereldten toonstelling. Temidden van de vlaggen der deel nemende naties aan de Parysche Wereldtentoonstelling zal zij het teeken zijn, dat hier niet de Katho lieke Kerk van Frankrijk maar de Wereldkerk exposeert. Dit paviljoen moet supernationaal zijn. Het kreeg een van de schitterendste terrei nen toegewezen van de Tentoonstelling, de hoogten van de Trocadero. De toren, die vanaf den vasten onderbouw in vlammend goud omhoogschiet, bereikt een hoogte van 80 meter en domineert de geheele tentoon stelling. Op de toren staat een Madonna, terwijl de hoofdingang van het gebouw een kruis draagt. De eerste steen van het Katholieke pa viljoen werd op 27 Februari gelegd. Bij deze gelegenheid bood de Fransche Minister van Handel, mr. Bastid, een dejeu ner aan ter eere van den Pauselijken Nun tius mgr. Valeri, waaraan ook de Kardina len Verdier en Baudrillart deelnamen. Reeds op de laatste Parijsche Koloniale Tentoonstelling was zonder meer een plaats Ingeruimd voor de Katholieke Kerk, wier paviljoen volgens de onverdachte getuige nis van de Fransche Minister van Koloniën „een ware sensatie" was. Acht millioen bezoekers bezichtigden het Missiepaviljoen te Vincennes, waar talrijke bekeeringen werden gemaakt. Meer dan 60 priesterroepingen werden hier in de missie- kerk bewerkt, volgens de verklaringen van den Commissaris-Generaal P. de Reviers. Collecte bracht eenlge millioenen op. Voor de tentoonstelllngsbouw van 1937 waren meerdere millioenen francs noodig. De Fransche katholieken moesten dit geld bijeenbrengen. De permanente commissie van Fransche Kardinalen en Aartsbisschop pen vroeg in begin Februari aan alle -bis schoppen van het land om een collecte te laten houden voor de katholieke afdeeling op de tentoonstelling. De Katholieke Kerk mocht de uitnoodi- ging tot deelname niet afslaan. „Hoe kunnen wij de bezoekers niet in on wetendheid laten over hetgeen de Kerk, die in het verleden meesterwerken van kunst hierop, ook nu nog, vooral in de na- oorlogstijd, aan goeds en schoons verwe zenlijkt". De Kardinaal Aartsbisschop van Parijs, Jean Verdier, wees er in een brief aan de geestelijken op, hoe deze wereldten toonstelling temidden van politieke en so ciale onlusten een groot bewijs van ver trouwen is op de vrede der volkeren. De Heilige Stoel zou haar volle steun geven aan het paviljoen, waardoor dit het „Pause lijke Katholieke Paviljoen" zou genoemd worden. Samenwerking tusschen Kerk en Kunst. Kunstenaars hebben het grootste gedeel te van het katholieke paviljoen op zich ge nomen. Overeenkomstig hun beroep zullen zij middelaars zijn, tusschen den priester en het volk, en willen zij de nauwe band tus schen geloof en kunst demonstreeren. Bij het betreden van het gebouw komt de bezoeker eerst in de doopkapel: de poort tot het christelijke leven. De afbeeldingen der christelijke deugden toonen hem de levensweg, dat naar de hoogten der vol maaktheid leidt. Een groote galerij van 40 meter lengte en 12 meter breedte ontleent haar versiering aan de kinderwereld, haar reinheid, frisch- heid, gebeurtenissen op kerkelijke feestda gen, zooals Sacramentsdag en Meimaand viering. Hier kan men alles vinden, wat in de kinderwereld voorkomt speelkamer, speeltuin, studeerkamer en ontspannings lokalen. Een stemmige kapel herinnert aan de dag van de Eerste H. Communie. Symbolische voorstellingen. Het leven gaat verder. Het kinderland is voorbij. In de aansluitende zalen ziet men de arbeid van de Katholieke Kerk ten gun ste van de katholieke scholen, beroepsvoor lichting, godsdienstonderwijs, haar zorg voor goede vrienden en gezelligheid in de moeilijke jeugdjaren. Het Sacrament des Huwelijks is een keerpunt in het persoon lijke leven. Er komen jaren van arbeid. De Kerk uit haar bezorgdheid voor de vergees telijking en voor de moreele waarde van het gemeenschaps- en beroepsleven. Men ziet den Christen in zijn familie, in de kin deropvoeding, in zijn strijd met tegenspoed. Tenslotte eindigt het leven. Tevoren komen de gebreken van den ouderdom. De grijs aard staat schijnbaar alleen. Slechts schijn baar! De witte kappen van de Zusters van Vincentius buigen zioh over zijn ziekbed en omgeven hem met hun zorgen, als zich niemand meer om hem bekommert. In fresco's, beelden en groepen wordt de hulp der Kerk in alle levensomstandighe den aangetoond. Als de middelen toereikend zijn, zal in de zaal die de hulp aan de ouden van dagen uitbeeldt, een zusterklooster gebouwd wor den, om den bezoekers den diepen zin V«n het kloosterleven duidelijk te maken. Het missiewerk der Kerk wordt vooral voorgesteld uit het gezichtspunt van vak onderwijs aan de inboorlingen. In de toren zullen wandschilderingen het leven in ver schillende missies voorstellen, daar in het paviljoen zelf dit missieleven maar vanuit een enkel oogpunt gegeven wordt. In de laatste zaal van het katholieke pa viljoen zal de bezoeker herinnerd worden aan de gedachtenis der dooden in het hier namaals, aan de gemeenschap van levenden en dooden en aan de christelijke dooden- vereering. Ook de gevallenen van den we reldoorlog zullen op indrukwekkende wijze herdacht worden. De Kerk en het paviljoen. In de donkere crypte valt het helle licht van de Tentoonstellingskerk, het licht der opstanding. Deze kerk telt 1500 zitplaatsen, en bij een groote toeloop kan ook een aangrenzende gang bij het Godsgebouw getrokken wor den. De artistieke vensters zullen later in de Kathedraal van Parijs gezet worden. Boven het hoofdaltaar staat de Pauselijke tiaar. Rond het altaar liggen 12 kapellen; die de deelname van de buitenlandsche na ties aan de katholieke godsdienst zullen aantoonen. De talrijke buitenlandsche katholieken, die de Tentoonstelling bezoeken, zullen hier iets van hun Vaderland vinden. Iedere Katholiek zal op de Tentoonstel ling zijn Zondagsplicht kunnen vervullen. In de aangrenzende tuinen van het Tro cadero zal een klein theater worden ge bouwd voor het opvoeren van mysteriespe len. Het was een alleszins goede gedachte, om het Katholicisme op de Parijsche Wereld tentoonstelling niet alleen voor te stellen in een zuivere kunstuiting, maar vooral in de nauwe verbinding met haar wezenlijke, heiligende taak. SAN FRANCISCO. Het is soms gevaarlijk, kinderen bepaal de soorten van speelgoed te geven of te la ten. De film „San Francisco" is er een be- j wys van. En de kinderen in casu zijn de Amerikanen, terwijl al datgene noodig om een film te maken het speelgoed is. Kinderen zijn zeer naief. Zoo geven de Amerikanen onbewust zeer dikwijls blijk van hun overgroote naiviteit. De naiviteit van kinderen uit zich ge woonlijk in een eenvoudige, probleemloo- ze opvatting van het Leven, dat schijnbaar zoo gecompliceerd is. De Amerikanen uiten hun naiviteit niet alleen, in sommige van hun films, o.a. „San Francisco", dringen ze die naiviteit de Europeanen werkelijk op. En hun naiviteit bestaat niet in een pro- bleemlooze opvatting van het gecompliceer de Leven, maar in de onbewuste eerlijk heid, waarmee ze laten zien, dat ze er niets van begrijpen. Niet als het gaat om big bussiness, auto's of tapdance. Dat gedeelte van het Leven kennen ze in de perfectie. Maar dikwijls ais ze ontdekken, dat er nog andere waarden zijn dan de alles beheerschende Koning Dollar. Dikwijls, niet altijd. Want tegen over „San Francisco" staat in ieder opzicht: Mr. Deeds goes to town, in het Neder- landsch: O. K. Mr. Deeds. De stad San Francisco schijnt in 1906 een vreemd geval geweest te zijn. Ze had zeker niets gemeen met de heilige waar naar ze genoemd werd, althans niet na diens bekeering. En zoo heeft de naar haar genoemde film eigenlijk niets met film te maken. Zeker, er is een celluloidband van de res pectabele lengte van 1500 of misschien zelfs 2000 meter, die men een film kan noemen. Er is een knappe foto- en geluidsreportage van het nachtleven in Frisco in het jaar 1906, van de die stad toen beroerende ver kiezingsstrijd, van de geschiedenis van het meisje uit de provincie en nieuw ontdekt zangwonder Mary Biake, dat bezwijken gaat voor de verleiding van de nachtkroeg exploitant Blackie Norton, echter door den invloed van Blackies jeugdvriend Rev. Fa ther Mulin doorslaat naar den goeden kant, in casu mr. Burley, directeur van een opera, verder van de uit die geschiedenis natuur noodzakelijk ontstane verwikkelingen en ten slotte de werkelijke verfilming van de niet natuurnoodzakelijke tenminste door de film niet als zoodanig bewezen aard beving die de stad aan de Golden Gate grondig verwoest maar de bewoners niet berooven kan van hun optimisme, ook een trek aan Amerikanen en kinderen gemeen. En al is naast enkele andere momenten de verfilming van de aardbeving b.v. de gevelschragende Titan, die neerstort op een wagen, deze verplettert, uitrolt en stil lig gen blijft, terwijl naast hem het afgebro ken wiel langzaam tegen den grond wankelt film van het zuiverste water, die voor geen Rus onderdoet toch is dat alles bij elkaar geen film in eigenlijken zin te noe men. Hoogstens aan elkaar gelijmde stuk ken journaal, gefotografeerd tooneel, opera en een beetje film. Maar nooit of te nim mer film. Want film is film. Namelijk een uitdrukkingsmiddel, dat om iets mede te deelen uitsluitend en alleen gebruik maakt van rythmisch bewogen bewegende beelden en het door hen veronderstelde geluid. Daarom ook kan „San Francisco" nooit een meesterwerk zijn, al kostte het mil lioenen dollars aan moedwillige vernieti ging. Immers een meesterwerk is de weer gave in een meesterlijke vorm van een grootsch gegeven, zoo, dat het ongeschon den kan overgaan op hem die het wil on dergaan. Daartoe is noodig dat degene, die het schiep, een groot mensch was in de wordingstijd van het werk en een meester in het vak van zijn uitdrukkingsmiddel. Of de makers van „San Francisco" groote menschen zijn of waren kan ik niet beoor- deelen. Maar wel is hun film het overtui gende bewijs, dat ze ongetwijfeld knappe fotografen en sound technici zijn, van fil men echter geen grein verstand hebben. Terwijl hun werk bovendien overduidelijk laat zien, dat zij niet begrepen hebben waarom het eigenlijk gaat: dat wat zij hun publiek wilde mededeelen. Want het is niet de goede fotografie en het zuivere geluid, die de film maken, dat is slechts het materiaal dat de cineast aan- eenpast, zoo, dat het in de harmonie van beeld en geluid weergeeft wat hij weerge ven wil. En hoe grootscher het gegeven, hoe grootscher de cineast als mensch en film vakman, des te grootscher de innerlijke ontroering en het daaruit geboren onbe wuste en onverantwoorde rylhmegevoel. Het resultaat: een Meesterwerk. Een wer kelijk grootsche film als „Mayerling", maar nooit „San Francisco". In zich is het idee wat „San Francisco" geven wil zeer wijdsch van opvatting. De afstraffing door God van 4en goddelooze en lichtzinnige stad door een aardbeving en de daaropvolgende inkeer, verbeeld in de strijd tusschen Blackie Norton en Father Mulin om Blackie's bekeering en de rein heid van de door Blackie begeerde Mary Blake. Een natuurcatastrofe van reusach tige omvang, gezien, niet als een bloote toe valligheid, maar als een door God gewilde of gedulde gebeurtenis. De grootschheid van deze idee is de ma kers van „San Francisco" ontgaan. Al is hier en daar merkbaar, dat zy een vaag vermoeden ervan moeten gehad hebben. Bijvoorbeeld in de prachtige figuur van Father Mulin. Of op het oogenblik waar Blackie aan Mary zijn geloof aan z'n her sens en z'n hart belijdt tegenover het hare aan een onzichtbare God. Of bij het „Nearer my God to Thee", gezongen in het tenten kamp na de aardbeving bij het sterven van een kind, echter onmiddellijk weer bedor ven door het allerongelukkigste „happy end". Du sublime au ridicule il n'y a q'une pas. Wel zeer duidelijk werd deze waarheid ge- illustreerd in „San Francisco". Soms ver hief de film zich tot een groote hoogte om dan even abrupt weer te verzinken in haar erger dan middelmatig niveau. Inderdaad, het blijft gevaarlijk kinderen sommige soorten speelgoed te geven of te laten. Zooals aan de Amerikanen de film. Want dit bij uitstek suggestieve uitdruk kingsmiddel bezit de fatale macht fataal om de kracht van zijn uitwerking van drager te kunnen zijn van ideeën. En het is het volkseigen worden van de ideeën, dat de oorzaak is van de omwentelingen in de menschelijke samenelving. Oswald Spengler had helaas gelijk toen hij na den oorlog zyn boek „Untergang des Abendlandes" schreef.Europa, erfgenaam van de cultuur van Babyion, Egypte, Grie kenland en Rome, draagster en verspreid- ster van de door Gods Zoon geopenbaarde Waarheid, heerscheres in haar volkeren over heel Afrika, Australië en half Azië, slaapt langzamerhand in op het eeuwig herhaalde refrein van den strijd tusschen Frankrijk en Duitschland en de ikzucht van Engeland. Misschien moet het zoo zyn. Immers wat eens als het uitschot van haar volkeren haar verliet, stichtte in Amerika de Ver- eenigde Staten. En juist de kinderlijkheid van de Amerikanen geeft de gegronde hoop, dat zij, ontdaan van hun minder waardigheidscomplex tegenover Europa, in de frischheid van hun jeugd zonder traditie en vooroordeelen, de dragers en voortzet ters zullen worden van de wezenlijke waarden der Europeesche cultuur. Het wordt echter tijd te beginnen. En het ma ken van kinderachtigheden als showfilms en het filmisch vast leggen van niet ver teerde idees te laten varen. Want Japan is wakker geworden en druk bezig zich Westersch aan te kleed en. Zelfs China wordt onrustig in zijn slaap van eeuwen. Beide zyn de dragers van een voor-Europeesche cultuur en beangstigend beangstigend om het fanatisme van de zucht naar verwezenlijking en versprei ding grootsche ideeën. Terwijl het Wes ten draagster en verspreidster is van het Christendom, de Waarheid. J Het is jammer, dat Sint Paulus niet meer leeft. Hij zou vast journalist of cineast ge worden zyn. Na verloop van tijd zeker en uitsluitend het laatste. Maar hij zou nooit iets als „San Francisco" klaar krygen. Om dat het een filmisch meesterwerk preten deert te zyn, terwijl het alle teekenen heeft van de halfgare uiting van een over het paard getilden gymnasiast. CINEAST. Inzender ziet in de film „San Francisco" geen meesterwerk; hy zou gewild hebben, dat er wat anders van gemaakt was. Echter erkent hy, dat er grootsche momenten in zijn, zooals de aardbeving. Onze meer.ing is, dat er inderdaad nog meer van het gegeven had kunnen zijn gemaakt, wanneer men de ramp van San Francisco had willen weergeven als een straf voor de zondige stad. Wij gelooven echter, dat de opzet beperkter was. Het hoofdmotief was de bekeering van Blackie en de zondigheid van de stad diende als achtergrond. De film heeft o.i. teveel goede hoedanigheden om haar af te maken als „een halfgare uiting van een over het paard getilden gymnasiast". REDACTIE. UIT DE RIJNSTREEK Besluiten van den gemeenteraad niet goedgekeurd. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben goedkeuring onthouden aan twee besluiten van den gemeenteraad van Bos koop, n.l. strekkende: 1. tot vaststelling van voorgevelrooilij nen voor het gemeentelijk bouwterrein, ge legen tusschen de JulianastraatEmma- kade en de Boezemlaan; 2. tot vaststelling van een verordening, als bedoeld in artikel 43 der woningwet, voor het onder 1 bedoelde terrein. De goedkeuring is o.m. onthouden op de volgende gronden: dat geen waarborg bestaat, dat tenge volge van de door den raad bij zijn onder havige besluiten gegeven en de naar den wensch van burgemeester en wethouders nog in het leven te roepen incidenteele re gelingen een juiste verdeeling van de be bouwing over het geheele grondgebied der gemeente niet zal worden verijdeld; dat tegen de onderhavige verordening, behalve het bezwaar van haar incidenteel karakter en het ontbreken van eenigen waarborg, dat zy in een algemeenere, in ruimer verband overwogen regeling zal passen, bovendien tal van andere bezwaren bestaan, o.m. dit, dat de gronden, waarvoor zij is vastgesteld, weliswaar gelegen zyn in de bebouwde kom in den zin der ge meentelijke bouwverordening, doch niet, hetgeen voor de beoordeeling harer rechts geldigheid beslissend is, in de bebouwde kom in den zin van artikel 43 der woning wet. WOERDEN. Rede van het Kamerlid v. d. Weyden. Gisteravond sprak voor de R.K. Kiesver- eeniging alhier, in hotel „Neuf" de heer v. d. Weyden, lid der Tweede Kamer. De heer v. d. Weyden begon met te wij zen op de beteekenis van de politiek. Hier bij wees spr. erop, dat op het oogenblik, in tegenstelling met vroeger, deze beteekenis dikwijls wordt overschat. De politiek is niets anders dan de kunst van het bereik bare. In de toepassing ervan is er een groot verschil tusschen de Katholieke en de Na- tionaal-Socialistische opvatting. De Katho lieken moeten op het politiek terrein den juisten middenweg bewandelen; noch een te hooge waarde hechten aan de politici, noch deze geringschatten. Na deze algemeene wenken behandelde spr. uitvoerig het beleid van de R.K. Ka merfractie, vooral ook het verschil van in zicht, dat bestaat betreffende meerdere punten, tusschen onze fractie en het Kabi- net-Colijn. Hierbij kwam o.a. ook ter spra ke het Vastelasten-ontwerp. In deze kan de Kath. fractie nimmer aangewreven wor den, dat zij op het punt van verlaging der vaste lasten in het algemeen niets heeft willen doen. Door de R.K. fractie is ook voorgesteld, na de devaluatie, om de econo mische weerkracht van ons volk te verhoo- gen. Ten aanzien van den landbouw, aldus spr., heeft de regeering na de devaluatie een verkeerd beleid gevoerd. Hier is ge werkt met onjuiste reacties. Men heeft van de devaluatie gebruik gemaakt om het te kort in het Landbouwcrisisfonds van 26 millioen te verminderen. Na aldus over meerdere practische pun ten van politiek te hebben gesproken, ging spr. in op de beteekenis van de geestelijke vrijheid van ons volk, die belaagd wordt door de N.S.B. Tenslotte wijdde spr. nog zijn aandacht aan de Katholieke solidariteit, die er onder ons moet bestaan. Meeningsverschil, aldus spr., zal er al tijd zijn, maar critiek moet dikwijls een beetje geremd worden, als het betreft kleinigheden, die toch altijd ondergeschikt zijn aan het groote belang der Katholieke zaak. Met een ernstige vermaning om zich toch vooral te scharen om het Kerkelijk Gezag eindigde spr. zijn korte en klare uiteen zetting. Hierna was er ruime gelegenheid tot vra gen stellen. Deze vragen, die in talrijke ma te waren gesteld, werden op zeer eenvou dige en duidelijke wijze beantwoord. Er werden vragen te berde gebracht o.a. be treffende de margarine-politiek, de orde ning, het egalisatiefonds, de positie der kath. ministers in het kabinet-Colijn, de de valuatie enz. De onomwonden beantwoor ding ervan bracht groote bevrediging bij de vergadering. De voorzitter sloot dezen leerzamen avond, die flink bezocht was, met den christelyken groet. De hertenkamp. Naar wij vernemen I zal de opening van ons nieuwe hertenkamp eerlang tegemoet kunnen worden gezien. Dit kamp, dat op initiatief van de Vereeni- ging „Woerdens Bloei" is gesticht, is in staat van voltooing. De opening zal waar schijnlijk op het eind van deze maand plaats hebben. Flesschentrekkers. Door de politie, alhier is aangehouden een zekere H. J. v. S. uit Wychèl wegens flesschentrekkerij. In hotel Ruys had hij eenige tijd gelogeerd zonder te betalen, terwijl zich eveneens voor niets had laten scheren. Hy is naar Utrecht overgebracht om voor de Officier van Justitie te worden voorgeleid. ZOETERWOUDE. Poldervergadering. In de gehouden vergadering van stemgerechtigde Ingelan den van den Zwet en Grooten Blankaart- polder waren 45 van de 82 uit te brengen stemmen aanwezig. De rekening 1936 werd vastgesteld aan inkomsten op ƒ2319.31, uit gaven ƒ2303.13, saldo ƒ17.18. De Begroo- tin gvoor 1936 werd aan inkomsten en uit gaven bepaald op 2390.88, waarbij de om slag voor den Zwetpolder op 8.en voor LOONEN IN BROODBAKKERIJEN, OCTOBER 1936. Loondaling in verschilende steden sedert 1935. Het Departement van Sociale Zaken en het Centraal bureau voor de statistiek heb ben in 1936 hun onderzoek in onderlinge samenwerking naar de loonen, verdiend in industrieele bedryven, voortgezet. De 3de aflevering van het maandschrift van het Centraal-Bureau bevat de resulta ten van het loononderzoek in broodbakke ryen in October 1936, terwijl ter vergelij king ook gegevens vermeld zijn met be trekking tot de verdiensten in October 1935. Geoefende arbeiders, tot welke categorie in hoofdzaak bankmannen gerekend wor den, verdienden gemiddeld de hieronder vermelde loonen. Bij deze cijfers zijn noodhulpen en ar beiders, die korter dan 20 uur per week werkten, buiten beschouwing gelaten. sa i ii» i |gs N i* 5. Oct. '35 Oct. '36 Oct. '35 Amsterdam 194 53 59 24.61 27.13 Haarlem 150 57 61 26.17 27.89 Den Haag 459 56 61 24.63 26.47 Rotterdam 314 54 56 24.85 26.29 Delft, Dor drecht, Vlaar- dingen. Leiden Zwijndrecht 161 58 60 27.10 28,29 Utrecht 124 56 59 27.21 27.86 Groningen 47 56 57 26.90 28,28 Leeuwarden 30 54 58 24,37 25.77 Almelo, Apel doorn, Deven ter, Hengelo Zwolle 126 54 57 25.15 17.59 Enschede 41 53 60 25.08 27.26 Arnhem, Nij megen 74 50 55 23,86 16.37 Breda, Eind hoven, 's-Herto- genbosch, Til burg 72 50 56 23,52 26.75 Maastricht, Heer- len, Sittard, Roermond, Te- gelen, Venlo 73 44 48 31.28 12.96 Blijkens deze cijfers zijn de loonen se dert October 1936 in verschillende gemeen ten niet onbelangrijk gedaald. Broodbezorgers, welke de geheele week uitsluitend als zoodanig werkzaam waren, verdienden in enkele groote steden bij een werkweek van 48 uur of langer de vol gende loonen. 2 ,2 -S gemidd. week-ink. s 111 gkL a aantal bezorgers v. 21 j. en ouder gemidd. week-ink. a In gld. 3 aantal bezorgers v. 21 J. en ouder 4> c3 j gemidd. week-ink. 3 in gld. g «o 3 aantal bezorgers 2 o> v. 21 jaar en ouder gemidd. week-ink. in geld. p. aantal bezorgers van 21 j. en ouder fiS SS ss: den Groote Blankaart op f 10.50 werd ge steld (even hoog als vorig jaar). Met alge meene stemmen werd een wijziging van het contract met de Sted. Lichtfabrieken goedgekeurd, waarbij de vergoeding voor kabelrecht komt te vervallen zoolang als de aansluiting op de bestaande kabel moge lijk zal zijn. Bij gebleken noodzakelijkheid tot het leggen van een hoogsapnningskabel en plaatsen van een transformator zal de vergoeding weder betaald moeten worden. Eveneens wordt besloten tot verkoop van eenige perceelen grond voor den Provincia len weg voor 0.30 per M2., totaal 630. Tot leden van de commissie van onder zoek voor de in het volgend jaar af te leg gen rekening werden benoemd de heeren A. L. van Wijk, M. Overdevest te Stompwijk en Jac. de Jong te Zoeterwoude. P. van der Poel. t Op 62-jarigen leef tijd is overleden de heer Petrus van der Poel P.J.zn. Gedurende een lange reeks van jaren vervulde de overledene het pen ningmeesterschap van de Sint Vincentius- vereeniging. De overledene had ook zitting in het bestuur van den Oost en Westbroek polder.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 11