Het raadhuis te Nieuw veen geopend VRIJDAG 16 APRIL 1937 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 Vele goede wenschen - Vele hartelijke toespraken Tc Roermond werd, zooals bericht, gisteren het huwelijk voltrokken tusschen jkv. J. Michiels van Kessenich en dr. S. baron van Wijnbergen, burgemeester'van Lisse Er zijn vele goede wenschen geuit bij de opening van het nieuwe Raadhuis te Nieuwveen, heilwenschen voor het wel zijn der gemeente, gelukwenschen voor den burgemeester, die aan de vlugge tot standkoming van dit gebouw rijkelijk aandeel heeft gehad. Het was een glorie dag voor burgemeester Bakhuizen, die zijn een-jarige magistratuur van deze ge meente bekroonde met dit meesterstuk. Ofschoon het raadhuis ruim gebouwd is, konden toch slechts een beperkt getal uitnoodigingen worden gezonden om de plechtige opening bij te wonen. Onder de gelukkigen waren de heeren mr. Slob, burgemeester van Haarlemmermeer, P. A. Colijn, burgemeester van Alphen a. d. Rijn, W. J. Bocxe, burgemeester van Ze venhoven, B. J. Hogenboom, burgemees ter van Ter Aar, P. M. van der Weijden, burgemeester van Nieuwkoop, pastoor Mol, ds. Speelman, de heeren Kooistra, directeur, ir. J. van der Linden Cz. uit Utrecht, bestuurslid van de Johannes- stichting, dr. Nout, dr. Karssemeyer, de hoofden der scholen, de architect en de aannemers en vele anderen. De wnd Commissaris der Koningin was vergezeld van den Kabinetschef, Jhr. Sandberg. Na de verwelkoming voor het Raadhuis en na de toespraak van burgemeester Bakhuizen hield de waarnemend Com missaris der Koningin, Jhr. mr. von Fi- senne een korte rede. TOESPRAAK WND. COMMISSARIS DER KONINGIN. Jhr. Von Fisenne dankte, mede namens den Commissaris der Koningin, voor de uitnoodiging tot hem gericht om deze plechtigheid bij te wonen. Tevens verzocht spr. den Commissaris zijn dank over te brengen aan hen, die de leiding hebben gehad bij de zanguitvoering. Spr. waardeerde deze uunoodiging, om dat zij blijk gaf, dat het gemeentebestuur prijs stelt op contact met de Provinciale en Rijksoverheid. Spr. begreep, dat het voor deze ge meente een vreugdevolle dag was, nu zij in het bezit is gekomen van een nieuw raadhuis. Spr. constateert met vreugde, dat in één jaar tijd de voorbereiding van dezen bouw en de bouw zelve goed en vlug zijn verloopen. De burgemeester heeft in zijn histo risch overzicht het belang van een goed raadhuis voor de gemeente uiteengezet. Maar meer nog dan een goed raadhuis zal de geest, die er in een raadhuis heerscht, aan de belangen van de ge meente ten goede komen. Terecht heeft de burgemeester gezegd, dat van de wieg tot het graf de ingeze tenen met het raadhuis te maken hebben. Herhaaldelijk hebben de ingezetenen toe lichting noodig op de vele Rijkswetten. Spr. vertrouwt, dat zij in dit raadhuis zullen vinden vriendelijke hulpvaardig heid en hartelijke toewijding, zoodat de ingezetenen naar het raadhuis zullen ko men als naar een vraagbaak, waar zij niet alleen zakelijk, maar ook aangenaam zul len worden geholpen. Nog voornamer dan bij het geven van toelichting op de uitvoering der Rijks wetten is het raadhuis als zetel van het bestuur der gemeente. Spr. hoopt, dat de beraadslagingen tusschen de drie be- stuursinstanties burgemeester, wethou ders, raad gedragen zullen worden door een gevoel van voortdurende saam- hoorigheid. Zulks belet niet het beleven van eigen beginselen, evenmin beknot het de vrije critiek, die gelukkig in ons land nog geuit mag worden. Doch bij alle critiek zorge men ervoor, dat deze ge speend blijve va.? persoonlijke sym- of ant.-pathieën en steeds zakelijk blijve Indien gij op deze wijze uw taak opvat beslcot spr. ben ik ervan overtuigd, dat m dit huis veel in het belang der ge meente Nieuwveen zal worden tot stand gebracht. Ik hoop, dat Gods zegen op uw werkzaamheden mogen rusten. Met het uitspreken van deze hoop, verklaar ik dit raadhuis geopend. Van oud in nieuw. De Gemeente-Secretaris, de heer J. J. R o o v e r s, sprak vervolgens een woord van gelukwensch. Dc dag van heden is voor ons ambte naren. zeide spr., zeker niet in de laatste plaats een zeer belangrijke en gedenk waardige dag. Immers, het behoort toch 4 tot de uitzonderingen, dat de ingebruik neming van een geheel nieuw Raadhuis met een geheel nieuwe inrichting, juist valt in een periode dat men in die ge meente als ambtenaar werkzaam is. Belangrijk en gedenkwaardig is voor al voor mij dezen dag, omdat ik aan de totstandkoming van dit nieuwe gebouw en aan de inrichting daarvan heb mogen medewerken. Een dergelijk feit vergeet men niet licht en te meer niet omdat de totstand geko men verbeteringen zoo overweldigend zijn. Ik kan u toch niet voldoende duide lijk maken hoe hoogst gebrekkig de oude toestand was en hoeveel ongemakken el- ken dag bij onze werkzaamheden daar door overwonnen moesten worden. Men moet die zelf hebben meegemaakt om de beteekenis daarvan volkomen te begrij pen. Door uw besluit van 20 Augustus 1936, is nu tot stand gekomen, dit mooie ge bouw eri deze voortreffelijke inrichting. En vooral dit laatste is voor ons ambte naren van meer beteekenis dan een mooi gebouw alleen. Immers, niet alleen is het voor ons een dagelijks terugkeerend genot in frissche, ruime lokalen te werken, doch bovendien is de geheele nieuwe inrich ting van dien aard, dat wij onze werk zaamheden op de meest vlugge en vlotte wijze kunnen verrichten. Dat u aan dit onderdeel zooveel aan dacht heeft besteed, daarvoor zijn wij u zeer dankbaar. Namens de ambtenaren bood spr. als geschenk een karaf met twaalf drinkglazen aan. Het raadslid, de heer Plomp, voerde daarna nog het woord, die na herin nerd te hebben aan de zorgen met het oude raadhuis de hoop uitte, dat de voorzitter nog vele jaren met genoegen in dit raadhuis mag arbeiden en dat onder de raadsleden een goede verstandhouding zal heerschen. De burgemeester sprak een woord van dank tot den wnd. Commissaris der Koningin, er met voldoening op wijzend, dat de gemeente gelukkig nog in geen enkel opzicht noodlijdend was. Een nieuw raadhuis, symptoom van herlevend nationaal bewustzijn. Hierna werd den wnd. Commissaris uit geleide gedaan. Nadat verfrisschingen waren rondge diend, voerde het woord de burgemeester van Alphen a. d. Rijn, de heer P. A. C o- 1 n, voorzitter van den Kring Rijn streek van burgemeesters. Spr. zeide, dat al is burgemeester Bakhuizen geen trouw bezoeker van de vergaderingen van den kring, hij in ieder geval een graag ge zien bezoeker is. Spr. wenschte den burgemeester en ge heel Nieuwveen geluk met dit nieuwe, zeer mooie raadhuis. Dit raadhuis is tot uitvoering gekomen in één jaar tijd. Spr. die weet wat het zeggen wil: een raadhuis bouwen noemt dit een knap stuk werk. Waar dit succes voor een groot deel te danken is aan de stuwkracht van den burgemeester, wenscht hij hem hiermede van harte ge luk. Men zegt, dat dit raadhuis tot stand ge komen is in een slechte tijd. Een econo misch slechte tijd, zeer zeker. Doch spr. wil erop wijzen, dat deze tijd zich op merkwaardige wijze onderscheidt van een voorafgaande periode. Er is een reeks van jaren geweest, dat men in een gemeenteraad overal over kon spreken, behalve over den bouw van een nieuw raadhuis. In menige gemeente was alles mogelijk behalve dat ééne: een behoorlijk gebouw voor de overheid. Daarin is kentering gekomen. Dat men den bouw van nieuwe raadhuizen aan durft, houdt verband met een wijziging in de mentaliteit van het Nederlandsche volk, met een herleefd nationaal bewust zijn. Menigmaal is de klacht gehoord, dat er weinig eerbied is voor het gezag. Maar een eerste vereischte voor het respect van de overheid is dat: dat de overheid zichzelf respecteert en zorgt voor een be hoorlijke huisvesting van "het bestuur. Daarom kunnen wij met blijdschap dit raadhuis openen, omdat niet alleen vol doende werkruimte thans aanwezig is, maar ook om deze vergaderzaal want 1 DOCHTERTJE VAN DEN LOCO-BURGEMEESTER BIEDT DF SLEUTEL AAN. DE PLECHTIGHEID OF HET STADHUIS. BIJ HET VERLATEN VAN DE KERK. Hoofdpijn, Kiespijn. tlTlntï pijnen te verdrijven is een Mijnhardt's poeder. Per stuk 8 ct.; dooB 45 ct. Bij Uw Drogist. aan het hoofd van de gemeente staat de Raad. Spr. wenscht nogmaals Nieuwveen geluk met dit raadhuis, welks voorspoe dige bouw een diepere beteekenis heeft. De gemoedelijkheid van Nieuwveen- sche raadsleden. Burgemeester mr. Slob van Haarlem mermeer, voorzitter van den Kring Haar lemmermeer, merkte op, dat hij vandaag tegenwoordig is geweest bij de opening van twee raadhuizen te Uithoorn en te Nieuwveen. Ofschoon spr. nog geen tijd heeft gehad om koffie te drinken, had hij hier niet gaarne willen ontbreken. Bur gemeester Bakhuizen heeft bij zijn colle ga's een wit voetje. Spr. prees de raads leden van Nieuwveen als gemoedelijke menschen. („Dat zal tegenvallen!" in terrumpeerde burgemeester Bakhuizen) en spr. kan zich niet anders voorstellen, of in dit gebouw zullen wonen rust, vriendelijkheid, gezelligheid en medele ven. Na aldus de toestanden in Nieuw veen en in den Nieuwveenschen raad, tot groote vreugde van de toehoorders, geidealiseerd te hebben, besloot burge meester Slob zijn geestig woord met har telijke gelukwenschen voor de gemeente. Namens de Johannesstichting spraken de heeren Van der Linden en Kooi stra; de eerste, na de nadruk gelegd te hebben op het huis en het huiselijke in het woord gemeentehuis, uitte de ver wachting, dat goede verstandhouding tus schen gemeente en stichting bestendigd zou blijven; de heer Kooistra hield een met oud-vaderlandsche dichtwerken door spekte toespraak en wenschte den burge meester toe, dat hij nog veel voor de ge meente zou tot stand brengen. De heer S a m s o m uit Alphen a. d. Rijn deed toezegging van een geschenk: de portretten in lijst van Prinses en Prins. Dr. Nout die het ongeloofwaardig getuigenis aflegde, dat hij behoorde tot de oudste inwoners sprak een goed woordje voor het afgedankte raadhuisje. „Wij waren ermee vertrouwd, en het oude, rustieke landhuisje paste in de omgeving". Maar nu in de gemeente twee groote stichtingen van barmhartigheid gevestigd zijn, kon spr. dezen nieuwbouw toch wel apprecieeren. Spr. hoopte, dat in deze raadzaal, die gelegen is boven het alle- daagsche vele wijze besluiten zullen worden genomen in het belang van beide stichtingen. De oud-gemeentesecretaris van Am sterdam, de heer Roovers, sprak als oud-leeraar van burgemeester Bakhuizen, dien hij noemde een man van stevige be ginselen, in wiens ontwikkelingsgang hij niet is teleurgesteld. Spr. hoopte, dat God den burgemeester nog vele jaren zou ge ven om deze gemeente te besturen en met al zijn energie te brengen tot den hoogsten staat van welvaart. Spr. dankte tenslotte ook voor de waardeering, die men voor de arbeid van zijn neef, den gemeentesecretaris, heeft getoond. De architect, de heer Pieterse, dank te voor het vertrouwen, dat het gemeen tebestuur hem heeft geschonken en alle medewerkers aan den bouw. Hij dankte ook voor de critiek, want gezonde critiek brengt ons tot wijsheid en houdt ons met beide beenen op den grond. De burgemeester bedankte de rij van sprekers, dankte voor de bloemen, van vele zijden bezorgd, voor de geschen ken en voor de belangstelling op dezen heugelijken dag. Hierna was gelegenheid het Raadhuis te bezichtigen. Van ex- en interieur heb ben wij gisteren reeds een vlotte en nauwkeurige beschrijving gepubliceerd. HET JEUGDKAMP TE EGMOND Zooals gemeld, is gisteren te Egmond het R.K. Jeugdwerkkamp „Vredesteyn" door Z. H. Exc. mgr. J. P. Huibers, bisschop van Haarlem plechtig ingezegend, waarna het om half twaalf door Z. Exc. minister M. Slingenberg is geopend. Nadat mgr. Huibers ontvangen was door den Hoogeerw. heer Rengs, deken van Alk maar. Praeses H. Drost, voorzitter van de diocesane commissie, Pater Tesser, den ziel zorger van het kamp en Broeder Ireneus, den directeur met zijn broeders van de congregatie van O. L. Vrouw van Lourdes die de leiding van het kamp op zich heb ben genomen, begaf mgr. zich naar de kapel, die in het midden van „Vredesteyn" is opgericht en waar de jongens zich reeds verzameld hadden. Aan het kleine altaar van het sobere Godshuis droeg mgr. een stille H. Mis op met assistentie van Deken Rengs en Pater Tesser. Onder de H. Mis heeft mgr. een korte toespraak gehouden, waarin hij wees op den zegen van den arbeid. Ondanks de ar- beidsschuwheid, die de menschen vaak blij ken te bezitten, kunnen wij, aldus mgr., zonder arbeid geen geluk vinden. Het ligt in de natuur, God zelf werkt altijd en over al volgens het woord van den Goddelijken Zaligmaker: „Mijn Vader werkt te allen tij de en Ik werk ook te allen tijde", hetgeen mgr. nader verduidelijkte door er op te wijzen, dat God geen oogenblik Zijn schep selen los laat en de geringste Zijner schep selen steunt en helpt. Door den arbeid, zoo ging de bisschop verder, moeten wij God verheerlijken. De arbeid is ons niet gegeven als een straf. Voor Adam moet hij een genoegen zijn ge weest, dat hem geen moeite koste. Door den zondeval echter werd de arbeid zwaar. Dat was de straf. In onzen tijd is daar nog een nieuwe beproeving bijgekomen. De mensch, die door zijn arbeid zijn brood verdient, kan in vele gevallen met den besten wil geen werk vinden. Als een groot geluk beschouwde mgr. dit kamp, waar de jongens bijeen zijn om te werken op een plaats, die door de eeuwen heen rijk gezegend is door den Hemel, om mede te werken aan den opbouw van een groote toekomst. Al weet de wereld hier weinig van, God ziet het en daarom zal deze arbeid haar loon ook brengen. Het voorbeeld van den Zaligmaker leert ons hoe aangenaam het in het oog van God is veel en eenvoudig werk te doen. Tot slot sprak mgr. den wensch uit, dat de jongens de leuze van den H. Benedic- tus „Ora et Labora" mogen volgen, opdat hun arbeid den rijksten zegen des hemels moge deelachtig worden voor hun zielen en voor deze plaats. Na afloop van de H. Mis heeft mgr. Hui bers in plechtigen omgang het kamp inge zegend. De openingsplechtigheid. Om half twaalf kwamen allen bijeen in de recreatiezaal, waar zich onder de ge- noodigden o.a. bevonden de waarnemend prior van de Benedictijner Priory, Dom. Schutte, burgemeester G. Bos van Egmond, verschillende burgemeesters uit de omlig gende gemeenten. Voorts vertegenwoordi gers van het Provinciaal Waterleidingbe drijf, van den R.K. Volksbond en het R.K. Werkliedenverbond, van de Graal enz. Minister Slingenberg arriveerde in gezel schap van den heer Draayer, directeur-ge neraal van sociale zaken en den heer Meyer de Vries, hoofdinspecteur der rijkswerk- verschaffing. Nadat de minister naast mgr. Huibers zijn zetel had ingenomen, werden door de aanwezigen twee coupletten van het Wilhelmus gezongen. Praeses Drost verwelkomde vervolgens de gasten en dankte in het bijzonder in de persoon van den minister de regeering voor haar voortdurende zorg voor de werkver- Dr. W. Braat, die benoemd is tot conservator aan het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden i schaffing aan jonge werkloozen. In niet mindere mate gaat spr.'s dank naar den bisschop, met wiens voortdurenden steun en vaderlijke aanmoediging de voorberei ding van het werkkamp heeft plaats ge had. Dank had spr. voor allen, die dit kamp hebben mogelijk gemaakt. De jongens wees hij er op, dat in dit kamp de Christelijke beroepsgedachte triomfeert: de arbeid in den dienst van God. Tevens meende spr. dat de jongens hier hun vertrouwen in de menschen zullen herwinnen, doordat zij zien, dat hun geestelijke en werelldijke overheden hen niet alleen laten. Hierna was het woord aan den minister van Sociale Zaken, wiens rede wij gisteren hebben vermeld. Mgr. Huibers spreekt een slotwoord. Tot slot heeft mgr. Huibers een korte toespraak gehouden, teneinde een woord van diepgevoelden dank te brengen voor de goede en schoone dingen, die hij van daag gezien en gehoord heeft. De werkloos heid, aldus mgr., is een groote geesel van dezen tijd. Daarom ben ik innig dankbaar voor hetgeen hier gebeurt om onze jonge werkloozen door de crisis heen te heipen. Mgr.'s dank ging vooral uit naar de regee ring, die op dit gebied voorgaat op een wijze, waardoor het mogelijk is in de ver schillende gezindten de geestelijke belan gen veilig te stellen. De Bisschop wensch te de regeering dan ook toe, dat zij mede als gevolg van dit werk moge zien den opbloei van een gezond, jong geslacht. Mgr. verheugde zich ook over dit werkobject, dat hij beschouwde als het begin van den werkelijken opbouw van de oude abdij, dit stuk vaderlandsche kerkgeschiedenis van de allerschoonste soort. Zal de abdij ooit tot stand komen, zoo vroeg spr. zich af, wij weten het niet, doch wel weten wij, dat in de prachtige wijze waarop het werk tot nu toe is verloopen, de Goddelijke Voorzienigheid zich doet kennen. Dit stemt ons tot blijdschap. In de erkenning van het feit, dat achter de wol ken toch de zon schijnt, eindigde de bis schop met de leuze: Onder den zegen Gods, moedig vooruit. Na dit met luid applaus begroete slot woord zongen de aanwezigen het „Aan U o Koning der eeuwen", waarna allen zich naar buiten begaven, waar de minister on der het zingen van het Wilhelmus de natio nale vlag met den oranje-wimpel heesch aan den mast, die midden in het kamp staat. Vervolgens vereenigden allen zich aan een geanimeerde koffietafel in het kamp.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 5