3)e £eidóoke 6ou/fcomt Van Vliet, die Zondag te Amsterdam het bil jar tkampioen- schap van Nederland cadre 71/2, behaalde, aan stoot in zijn laatste partij tegen Dommering De gemeenten Baarn en Soest bereiden zich voor op een grootsche ontvangst van het vorstelijk echtpaar, dat binnenkort zijn intrek in het paleis Soestdijk zal nemen Een detail van de illuminatie, die Zaterdagavond proel brandde H. K. H. Prinses Juliana bij het verlaten van het paleis Voorhout te den Haag, waar door de Koninklijke Familie een bezoek werd gebracht, teneinde zich van de inrichting op de hoogte te stellen Het moment, waarop H. M. de Koningin, door het doorhakken van den kabel, Neerlands grootste passagiersschip, de .Nieuw Amsterdam", van de werf der Rotterdamsche Droogdok Mij. van stapel laat loopen In verband met het verblijf van de Engelsche Koninklijke familie op Wind sor Castle, heeft voor het eerst sinds 1935 een dubbele wacht haar post weer betrokken. Door de nationalistische regeering in Spanje worden nieuwe postzegels uit gegeven, welker opbrengst geheel voor liefdadige doeleinden bestemd zal zijn FEUILLETON DE VIERDE MAN (Een geval uit de practijk van Inspecteur Sanders, lid der Centrale Recherche), door UDO VAN EWOUD. (Nadruk verboden). 30) Opnieuw bladerde hij thans in een reis gids, ditmaal in die van de Duitsche Spoor wegen. Om 6.48 vertok de eerste sneltrein van Emmerik. Het beste zou dus zijn nu eerst nog wat rust te nemen en dan om half drie met de auto te vertrekken. Onmiddellijk trof -ij de noodige voorbe reidingen, liet zich met den hoofdcommis saris verbinden, dien hij in korte trekken van een en ander op de hoogte stelde en gaf een der chauffeurs opdracht hem om half drie met een snellen wagen van zijn woning te komen halen. Het was intusschen kwart over elf ge worden. Opnieuw greep hij naar de tele foon, schakelde automatisch het nummer van Wils in en wachtte tot hij diens stem hoorde. „Hallo, ouwe jongen, heb je zin in een nachtelijk auto-ritje?.... Waarheen? Dat zal ik je onderweg wel vertellen. Maar 't kan een paar dagen durenGeen bezwaar? Accoord! Neem je pas en een koffertje met wat toiletbenoodigdheden mee en vervoeg je precies half drie aan mijn huis.... Opblijven? Ben je dwaas kerel. Neem nog een paar uurtje rust, je zult het noodig hebben. Tot straks!" Vijf minuten later zat hij in een taxi die hem naar zijn woning bracht. Emil Wils had zich, overeenkomstig het advies van den inspecteur, ter ruste bege ven doch de snelle opeenvolging van ge beurtenissen was oorzaak, dat hij den slaap niet kon vatten. Zijn gang naar de woning van inspecteur Sanders, wien hij van zijn wantrouwen jegens de verpleegster deelge noot had gemaakt, leek hem reeds eenige dagen geleden en toch waren in werkelijk heid sindsdien niet veel meer dan twaalf uren verloopen. Wat was er in al dien tijd al niet gebeurd: het verwijt van van Manen, die niet hebben kon, dat hij zijn taak als verslaggever wat serieuzer opvatte dan de meesten zijner collega's, het interview met zuster Robert, die hem, blijkens haar over haast vertrek, scheen te hebben doorzien, de ontmoeting met den geheimzinnigen bezoeker op het portaal, die hem opzette lijk den rug had toegekeerd, daarna weer naar de krant om het onderhoud met de verpleegster uit te werken, bezoek aan het hoofdbureau, de club in Palais Royal, wéér naar het bureau en wéér naar de woning van de verpleegsterhet leek een film, waarvan intusschen het eind nog niet te zien was. Zijn voorgenomen reis naar Den Haag, om te onderzoeken waar de pseudo- verpleegster gesolliciteerd kon hebben, was nu overbodig geworden. Juffrouw Martens had immers pertinent beweerd, dat haar huurster precies om 9 uur was thuis geko men. Ze kon dus onmogelijk in Den Haag geweest zijn, zelfs wanneer ze op het per ron onmiddellijk een electrischen trein naar Amsterdam terug had genomen. In dat ge val zou ze toch minstens twee en een half uur noodig gehad moeten hebben om weer thuis te komen en daar ze om 7.10 was ver trokken.... Neen, dat was uitgesloten. Maar hoe had de zaak zich dan toegedra gen? Ze had toch inderdaad in den trein gezeten; de conducteur, zoowel als de fo rens uit Haarlem hadden haar immers ge zien. En wie was de vierde man, die ban kier Leuvensteijn moest hebben vermoord? Wat wisten ze nu eigenlijk nog? Goed be schouwd: niets. Nog niet eens, of de ver pleegster werkelijk medeplichtigheid kon worden ten laste gelegd. En toch lag de op lossing van het raadsel alleen in een scher pe bewaking van deze verdachte. Intusschen viel het niet te ontkennen, dat hun kansen om de zaak tot een goed einde te brengen, de laatste uren belangrijk wa ren verminderd. Zoolang de verpleegster in de stad was geweest en onkundig bleef van het feit, dat zij verdacht werd, bestond de mogelijkheid,- dat zij op een of andere ma nier met haar medeplichtigen in aanraking zou komen. Maar nu? Ze had er de lucht van gekregen, dat zij bewaakt werd en had daarom de vlucht genomen naar het buiten land, waar niet alleen haar arrestatie heel wat moeilijker zou zijn, maar bovendien de kens bestond, dat zij alle relaties met haar handlangers voorloopig zou verbreken.... Met dat al bleek het een interessant ge val, dat zeker de moeite waard was om er z'n gewone journalistieke bezigheden een paar dagen voor aan anderen over te la ten en het vooruitzicht, dat het tweede be drijf in het buitenland zou spelen, vermocht de aantrekkelijkheid voor een amateur-de tective als hij nog slechts te verhoogen. 't Was tegen eenen voor hij eindelijk in slaap viel en reeds een uur later waar schuwde hem een ratelend afloopende wek ker, dat het tijd was zich voor den nachte lijken autorit met inspecteur Sanders ge reed te maken. Schier geruischloos gleed de zware acht- cylinder, die uiterlijk in geen enkel opzicht aan een politie-auto herinnerde, de spaar zaam verlichte stad uit. Een stoere chauf feur in 't eenvoudige uniform, dat zijn vak- genooten gewoonlijk plegen te dragen, hield met zekere hand het stuur, terwijl Sanders en Wils, diep in den kraag van hun jas ge doken, de beenen omhuld door een plaid, het zich achterin zoo behaaglijk mogelijk hadden gemaakt. „Ik zou je den raad willen geven voor loopig te trachten nog een paar uurtjes van je verloren nachtrust in te halen, wanneer ik niet wist, dat je natuurlijk smacht naar eenige opheldering met betrekking tot on zen nachtelijken tocht", zei Sanders, ter wijl de laatste lantaarns langs de Amstel voorbij gleden. „Een beetje benieuwd ben ik wel, ja. Overigens ben ik, ondanks je zwijgzaamheid gedurende de vijf minuten, die we in dezen zeer comfortabelen wagen doorbrengen, toch alweer iets wijzer geworden. De reis gaat naar Duitschland enals je nu nog 10 minuten wacht, kan ik je ook vertellen of Rijnland dan wel Westfalen het doel van den tocht is", antwoordde Wils. „Zóó lang zal ik je geduld maar niet op de proef stellen, beste jongen. Je hebt met deze opmerking alweer zoo'n duidelijk be wijs van je scherpzinnigheid geleverd, dat ik me waarlijk gelukkig prijs zoo'n assis tent in m'n onmiddellijke nabijheid te heb ben. Straks zullen we den weg naar Utrecht in slaan en daaruit volgt dus, dat we vermoedelijk eenige dagen in het Rijn land zullen doorbrengen, We gaan naar Dusseldorp, Miel; bij mijn terugkomst op het bureau heb ik bericht gekregen, dat zuster Robert daarheen getrokken is, mis schien wel met het doel om het carnaval mee te vieren." Sanders gaf zijn metgezel nu een volle dige explicatie van hetgeen zich na de mis lukte huiszoeking in de woning van de verdwenen verpleegster had afgespeeld. Deze luisterde aandachtig tot de inspec teur zijn verhaal geëindigd had en dit be sloot met de woorden: Zóó Miel, staan op het oogenblik de za ken en ik heb alle reden om aan te nemen, dat je er geen spijt van hebt aan m'n invi tatie om mee te gaan gevolg te hebben ge geven." „Niet het minst! Alleen hoop ik, dat onze expeditie niet al te lang zal duren, want ten slotte bestaat er ook nog zoo iets van een „Mercuur", die dergelijke uitstapjes van haar redactieleden slechts waardeeren kan, wanneer er voldoende copie inzit." „Man", antwoordde de inspecteur lachend, „als alles achter den rug is, heb je stof genoeg voor eenige tientalen kolom men, waarvan de lezers zullen smullen, 't Moet je directie ten slotte toch ook wat waard zijn iemand in dienst te hebben, die zulke buitengewone speurderskwaliteiten aan den dag legt en zijn relaties met het hoofdbureau zóó netjes weet uit te bui ten." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 8