De „Hertog Hendrik"
te Nieuwediep terug
Hr. Ms. .Hertog Hendrik", die in de Spaansche wateren vele Nederlandsche
schepen veilig heeft geconvooieerd, is Donderdag onder groote belangstelling
te den Helder teruggekeerd
Om de Engelsche legerpaarden, die op 12 Mei a.s. voor politie
diensten bij de kroningsfeesten te Londen gebruikt zullen worden,
aan de drukte te gewennen, hebben in de politie-rijschool in de
Engelsche hoofdstad dagelijks repetities plaats
ÏSSEN
In Frascati te Amsterdam werd Donderdag de kijkdag voor de
Sumatra-tabak gehouden, waarbij vele prominente figuren aanwezig
waren. In colbertcostuum de heer Herbert Cremer, directeur van de
Deli-Mij.
Het uit het begin der 17de eeuw dateerende huis te Groningen,
waar Rabenhaupt woonde, is onder leiding van Monumenten
zorg gerestaureerd
Het stotteiijk overschot van den overleden Belgischen gezant, den heer
Ch. Maskens, wordt na den rouwdienst in de Boschkant-kerk te den Haag
uitgedragen, om naar Brussel te worden overgebracht
Minister-president dr. H. Colijn arriveert aan de Boschkant-kerk te
den Haag, waar Donderdag de plechtige uitvaartdienst plaats had voor
den overleden Belgischen gezant, den heer Ch. Maskens
FEUILLETON
DE VIERDE MAN
(Een geval uit de practijk van Inspecteur
Sanders, lid der Centrale Recherche),
door
UDO VAN EWOUD.
(Nadruk verboden).
28)
Ze maakte een veelzeggende beweging
met duim en wijsvinger.
De inspecteur, die voelde, dat hij terrein
begon te winnen, haastte zich de juffrouw
er van te overtuigen, dat hij de laatste was,
die aan haar eerbaarheid en onbesproken
levenswandel zou kunnen twijfelen.
„We komen ook niet voor u; we komen
voor zuster Robert. We moeten huiszoe
king doen op de kamers van de zuster. Als
u ons nu kalm even boven laat komen, zal
ik u het bevel van den Officier laten zien.
Of hebt u liever, dat ik het in het mandje
leg. U hebt het maar voor het zeggen!"
„Huiszoeking doen?" herhaalde ze. „Dan
moet u maar komen, als de verpleegster er
zelf is. De heele boel overhoop halen....
Ik geef er geen toestemming voor."
„IVFn lieve mensch", antwoordde Sanders
zuchtend, „ik vermoed, dat je zuster Ro
bert vandaag voor het laatst gezien hebt. 't
Is ook in je eigen belang, dat je me eens
kalm te woord staat."
Zonder een nadere toestemming af te
wachten, vervolgde hij nu z'n tocht naar
boven, waar hij door de hospita met een
open mond van verbazing werd ontvangen.
„Ziezoo", trachtte hij haar te kalmeeern,
„kijk me nu maar eens goed aan. Zie ik er
nu uit als iemand met slechte bedoelin
gen? M'n naam is inspecteur Sanders van
de centrale recherche en hier heb ik m'n
penning. Die beide heeren zijn m'n assis
tenten".
De nog steeds lichtelijk verbijsterde juf
frouw wierp een wantrouwenden blik op
het metalen plaatje, dat Sanders haar on
der den neus hield, keek daarna schichtng
naar de beide andere mannen, die intus-
schen eveneens boven waren gekomen en
wendde zich eindelijk, nog steeds met zicht
bare achterdocht, Lot den inspecteur.
„Nou goed; ik geloof nu wel, dat u van
de politie bent. Maar wat zou dat nou? Wat
moet dat nou? Ik heb niks op m'n gewe
ten".
„Juffrouw Martens" Sanders klopte de
geagiteerde hospita gemoedelijk op den
schouder ....„wees nu eens even kalm.
Nogmaals: we komen hier uitsluitend voor
de verpleegster, die in den vooravond is
weggegaan en, zooals ik al zei, waarschijn
lijk niet meer zal terugkomen. Er is u
toch wel wat aan gelegen, dat u de hum-
van uw kamer krijgt, met? Welnu, maakt
u het ons dan niet nopdeloos moeilijk en
wijs ons even waar de zuster gewoond
heeft.
Onwillekeurig had de inspecteur hier den
juisten toon getroffen. Vooral de laatste
woorden schenen een machtigen indruk te
maken op de hospita, die tot dusver, zij het
dan ook wellicht meer uit een ingeboren
afkeer van alles, wat met recht en wet in
verband staat, dan uit sympathie voor de
verpleegster, deze laatste in bescherming
had genomen.
„Gewoond heeft.stamelde ze. „Wilt
u daarmee zeggen, dat ze er tusschen uit
gegaan is zonder te betalen? Man, ik heb
zeven en twintig jaar m'n kamer aan hee
ren verhuurd, zonder dat er ooit één het
hart in z'n lijf heeft gehad om me ook maar
één dag op m'n geld te laten wachten. En
zou nou de eerste vrouw, die ik liefderijk
opneem, het durven wagen, van m'n goed
heid misbruik te maken
Sanders kon, ondanks den ernst van de
situatie, een glimlach niet onderdrukken.
„Komaan, juffrouw Martens, zoo'n vaart
zal het misschien wel niet loopen. Laten
we nu maar eens even op haar kamer gaan
kijken. Wie weet, heeft ze wel iets voor je
achtergelaten".
Een verdere aanmoediging bleek overbo
dig. Zonder nader te informeeren naar het
doel van de huiszoeking, slechts vol van
haar eigen belangen,' die alle, eventueel
vroeger opgekomen gemoedsbezwaren over
boord wierpen slofte zij op een drafje naar
de deur, die toegang gaf tot de bescheiden
appartementen van de verpleegster, waar
zij, zonder zich den tijd te gunnen om haar
bezoekers voor te laten gaan, binnenviel.
Sanders kon slechts met moeite voorko
men, dat zij op haar eigen houtje een huis
zoeking begon. Nu de gedachte eenmaal bij
haar had post gevat, dat haar huurster met
de Noorderzon was vertrokken, ging haar
belangstelling nog slechts uit naar hetgeen
deze had achtergelaten en waarmee zij zich
eventueel schadeloos ozu kunnen stellen.
Doch waai; het noodlot wilde, dat ook de
inspecteur zich hiervoor in het bijzonder
interesseerde, zag ze zich genoodzaakt haar
nieuwsgierigheid nog eenigen tijd te be
dwingen.
„Doet u me één genoegen, juffrouw Mar
tens", zei Sanders, die haar op den voet
gevolgd was, „en laat u het onderzoek aan
ons over. Ik beloof u, dat wij ons niets
zullen toeëigenen en u over het resultaat
zoo volledig mogelijk Zullen inlichten."
De hospita bleek zich echter slechts met
moeite in de haar toegedachte passieve rol
te kunnen schikken. Hevig geagiteerd volg
de ze vanuit een hoek van het vertrek de
bewegingen van het drietal, van wie Wils
en Adams zich al spoedig eveneens tot lij
delijk toezien bepaalden.
Het eerste, wat Sanders vond, was een
briefje, dat aan de pensionhoudster gericht
bleek te zijn.
„Geachte Mejuffrouw", aldus luidde het
epistel. „Een dringende boodschap riep me
onverwacht eenige dagen naar Rotterdam.
Ik weet op dit oogenbilk nog niet wanneer
ik weer terug zal zijn, maar ik zal u mijn
terugkomst tijdig berichten. Mocht ik den
28sten nog in Rotterdam zijn, dan zal ik u
de huur over deze maand per postwissel
overmaken.
Hoogachtend, E. Robert."
De inspecteur had het briefje hardop
voorgelezen en juffrouw Martens was daar
bij, bevend van opwinding, wat naderbij
gekomen. Over z'n schouder kijkend, tracht
te ze den inhoud te ontcijferen, welke in
spannende bezigheid tot gevolg had, dat zij
vrijwel niets gehoord, noch gezien had, toen
Sanders zich met een vragenden blik naar
haar omwendde.
„Wat zeit ze?" drong ze ongedudig, hem
met een onbeheerschte beweging het pa
pier uit de handen graaiend.
„Ze zegt, dat ze u de kamerhuur wel per
postwissel zal overmaken", antwoordde
Sanders, zijn onderzoek uitsterkkende tot
een kast, waarin zich slechts wat oud lin
nengoed bleek te bevinden.
„Niks hoor! Zoo benne we niet ge
trouwd", meende juffrouw Martens, die
thans het epistel nog eens met eigen oogen
verslond. „Contant geld wil ik hebben.
Geen postwissel. Er is hier nog nooit
iemand geweest, die met postwissels be
taald heeft."
Wils trachtte de opgewonden hospita te
kalmeeren en haar de beginselen van het
postwisselverkeer bij te brengen, terwijl
Sanders zijn ontdekkingstocht voortzette.
Eindelijk wendde de laatste zich weer tot
de pensionhoudster.
„Vertelt u me eens, juffrouw Martens:
hoe lang woont de zuster al bij u?"
,,'s Kijken...." De aangesprokene bezon
zich peinzend. „Dat is Dinsdag drie weken
geweestIk had er eerst niet veel ooren
naar, dat ze hier kwam, dat heb ik u al ver
teld hè, maar ze hield zoo aan, ziet u en,
affijn, de kamer was toch leeg. Maar later
zei ik nog tegen de juffrouw hier naast,
ik zeg, mensch zeg ik, zoo'n verpleegster
over de vloer, je weet wel wat je in huis
haalt, maar niet, wat je d'r nog krijgt. Ja,
zegt u nou zelfdat geloop van al die
menschen, 't geeft allemaal maar extra
werk
„Zoo, ontving zuster Robert zooveel be
zoek?" vroeg Wils, plotseling geïnteres
seerd, maar de hospita haastte zich dezen
bij allen gewekten indruk weg te nemen.
(Wordt vervolgd)