Italië beschuldigt ook Rusland BUITENLAND VRIJDAG 9 APRIL 1937 DE LEir,-SCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 o DE THUISKOMST VAN DE „HERTOG HENDRIK" DE STRIJD IN HET BASKENLAND. j Tijdens hun met succes bekroond offen- Bief aan het front van Biscaje zijn de recht schen overal op verbitterden tegenstand igestuit. De infanterie moest om iedere stel ling soms verscheidene uren vechten. Haar taak werd evenwel vergemakkelijkt door de luchtmacht, die een belangrijk aandeel in den strijd had. De resultaten van het offensief kunnen thans als volgt worden samengevat: Twee colonnes rukken op, de eene naar het Noor den, met Durango als einddoel, de andere, die in het Oosten opereert, rukt recht streeks naar Bilbao op. Nu zij den Barazar- pas is gepasseerd, zal haar opmarsch aan zienlijk gemakkelijker verloopen. UIT DEN SECTOR VAN POZOBLANCO. Gistermiddag zijn berichten ontvangen uit den sector van Pozoblanco, volgens welke de regeeringstroepen aangekomen zijn op vier kilometer ten Oosten van Pe- narroya. De in den sector van Morata de Tajuna ondernomen actie is gistermorgen voort gezet. De regeeringstroepen hebben secun daire stellingen bezet. Twee convooien der opstandelingen, welke in allerijl naar de vuurlinies werden gezonden, zijn gedeelte lijk vernield door de regeeringsartillerie Uit Naval Carnero wordt gemeld, dat de rechtschen een nieuwen aanval op Las Ro sas afgeslagen hebben. De dooden, die de rechtschen van het terrein hébben gebor gen, behoorden tot de internationale bri gade, hetgeen doet vermoeden, dat in den sector, die tot dusver uitsluitend door Spaansche miliciens werd bezet, een aflos sing heeft plaats gevonden. Langs den weg naar Estremadura zijn de regeeringsttroepen vierhonderd meter op gerukt. Zij hebben hierbij de verbindings lijnen van de opstandelingen over grooten afstand verbroken. De aanval werd ge steund door vechtwagens. Door deze terreinwinst is het voor de re geeringstroepen gemakkelijker' zich voor te bereiden op een nieuwen aanval. Ook in den sector van den weg naar An- dalusië zijn de regeeringstroepen opgerukt. Zij hebben de opstandelingen hierdoor belet zich gereed te maken tot een aanval. EEN NEDERLANDSCHE KAPITEIN GESNEUVELD? Generaal Queipo de Llano heeft in zijn dageJijksche radiotoespraak gezegd, dat de rechtsche troepen onlangs meer dan 500 ge sneuvelde tegenstanders hebben aangetrof fen, tot wie behoorden een Nederland se h e kapitein, een Russische luitenant en een Fransche luitenant. Verontschuldigingen voor beschieting van Britschen torpedojager. Nadat de commandant van den kruiser „Shropshire" en de Britsche vice-consul te Palma de Majorca de kwestie met den commandant der luchtmacht en den militai ren gouverneur van Majorca hadden be sproken, hebben de Spaansche nationalisten hun verontschuldigen aangeboden voor de beschieting van den Britschen torpedo jager „Gallant". De rechtsche autoriteiten hebben de mogelijkheid erkend, dat de vliegtuigen ongelukkigerwijze de „Gal lant" voor een Spaansch oorlogsschip heb ben aangezien. De bemanningvan de „Andra". Nog steeds is het lot van de bemanning van het s.s. „Andra" in een geheimzinnig duister gehuld. Men heeft de menschen vóór het schip door de „Almirante Cervera" in den grond werd geboord, in de booten zien gaan, doch of zij daarna door den kruiser zijn opgenomen of door een ander schip of wat er verdei mee is gebeurd, daaromtrent is helaas nog niets bekend. We kwamen intusschen in het bezit van de volledige lijst der bemanning van het schip. Er blijkt uit, dat zich inderdaad 17 Nederlanders onder bevonden en 6 Polen. Kapitein was de 41 jarige I. Dragten uit Rotterdam; eerste officier I. P. Gazan, 32 jaar, uit Middelburg; 2e officier de 30-jarige A. A. D. Hulsman uit Den Haag; 3e officier P. D. Pronker, 44 jaar, uit Harlingen, Mar conist was de 26-jarige D. de Vries uit Haar lem; le machinist de 38-jarige L. W. van Schaick uit Rotterdam, 2e machinist H. A. Deckens, 42 jaar, uit Groningen; 3e machi nist de 28-jarige A. J. de Bie, uit Teteringen en hofmeester de 32-jarige B. v. Bennekom uit Rotterdam. Verder maakten deel van de bemanning uit: W. H. van Herk, 32 jaar, uit Rotterdam, messroom-bediende; C. Baten burg, 46 jaar, Scheveningen; G. J. Goeman, 34 jaar, Rotterdam en J. C. Louwerens, 32 jaar, Rotterdam, alle drie matroos; T. J. Stolk, 55 jaar Rotterdam, donkeyman; F. V. de Smet, 31 jaar, Rotterdam, olieman; C. v. d. Watering, 30 jaar, Rotterdam, sto ker en H. Munnink, 38 jaar, Rotterdam, eveneens stoker. Onder de zes Polen be hoorde de kok en voorts twee matrozen, een stoker en twee tremmers. DE CONTROLE OP DE NIET-INMENGING Naar vernomen wordt, zijn thans alle details, van het plan tot controle op de niet- inmenging gereed. Alle administrateurs zijn op de hun aangewezen posten aangekomen en instructies zijn gegeven aan de waar nemers, die nog niet op hun posten zijn aan gekomen, zich daarheen te begeven. DE „GIORNALE D'ITALIA" BLIJFT VAN LEER TREKKEN. Thans beschuldigingen tegen Rusland. De „Giornale d'Italia", die zich Woensdag tegen Frankrijk keerde, komt thans met een geheele reeks beschuldigingen van overtreding der overeenkomst van niet- inmenging aan het adres van Rusland. Na den 20sten Februari, aldus het blad, duurde de toevloed naar Spanje van in Frankrijk vooral te Parijs, Toulouse en Marseille samengekomen Russische „vrij willigers" geregeld voort. De Fransche po litie heeft kunnen waarnemen, dat zich on der degenen, die in Frankrijk kwamen, om zich vandaar naar Spanje te begeven, vele niet-Spanjaarden bevonden. Gedurende de laatste tien dagen van Fe bruari zijn over de Col de Perthus in de Oostelijke Pyreneeën 150 officieren van het geregelde Russische leger naar Spanje ge gaan om als kader voor de internationale brigade te dienen. Langs denzelfden weg kwamen 2000 Russische geweren Spanje binnen. Begin Maart kwamen te Alm ansa vijftig stukken Russisch veldgeschut aan, tusschen 1 en 20 Maart verschenen tien vliegtuigen van het type „Gorki" terwijl uit Klein-Azië 105 Russische toestellen met 210 bestuurders zouden vertrekken. Zeer kort geleden zijn vier A.N.T. 6-toestellen te Praag aangekomen, die met tien Tsjecho- Slowaaksche toestellen met bestemming naar Spanje vertrokken. Het blad drukt vervolgens een lijst af van alle Spaansche schepen, die uit Russische havens aan de Zwarte Zee met ladingen Russische wapens en munitie de Dardanel- len gepasseerd zijn met bestemming naar Valencia, Barcelona en andere havens, die in handen der Spaansche regeering zijn, tusschen einde Februari en begin April. Zeer gespecificeerd wordt een opsomming gegeven van de aantallen kanonnen, tanks, vliegtuigen en de hoeveelheden munitie, die aan boord van deze schepen zouden zijn vervoerd. In totaal worden gegevens gepu bliceerd over 13 schepen, die honderden ka nonnen, tanks en vliegtuigen en ruim 600 vrachtwagens, benevens een enorme hoe veelheid ander oorlogstuig zouden hebben overgebracht. Hieraan voegt het blad toe, dat Moskou bovendien hulp van oorlogschepen ver leent. Behalve de 6 Russische duikbooten, die men vaak in de haven van Barcelona ziet, zouden zich twee lichte kruisers, ver gezeld door vier torpedoboot jagers, gereed maken de Dardanellen te passeeren om zich naar de Spaansche kust te begeven. Hoe lang zal Europa, zoo vraagt tenslotte de „Giornale d'Italia", lijdelijk de Sovjet- Russische bedreiging dulden? DE „HERTOG HENDRIK" WEER THUIS. Na emotie-volle maanden. Donderdagmiddag half vier in Harer Ma- jesteits „Hertog Hendrik" na haar wel zeer emotievolle drie maand elijksche trip in de haven van Nieuwèdiep aangekomen. Direct na aankomst had de „Tijd" een kort onderhoud met den commandant van het schip, kolonel H. Jolles, waaraan wij het volgende ontleenen. Zooals gewoonlijk was het schip op een oefenreis naar de Middellandsche Zee ver trokken, met aan boord, behalve de ge wone opleiding voor matrozen, stokers en kwartiermeesters, een dertigtal adelborsten. Het begin van de reis kenmerkte zich door gunstig weer en tal van plaatsen werden aangedaan. Zooals men weet kwam er bij het eiland Delos een kink in den kabel, doordat een anker brak en het schip aan den grond raakte. Dit oponthoud leverde echter geen averij op. Op de thuisreis, op weg naar Bordeaux kreeg men bericht, dat het schip op patrouille en convooidienst moest gaan en te dien einde vertrok men fullspeed naar de Straat van Gibraltar. Veertien dagen lang heeft men bij de straat gevaren, waarbij meer dan dertig schepen geconvoyeerd werden. Den 30sten Maart werd weer gebunkerd te Gibraltar en loste Harer Majesteits „Java" af. De thuisreis kon toen definitief begon nen worden. Wat de wederwaardigheden in de Spaansche wateren betreft: het is alle maal eigenlijk vrij rustig verloopen. Natuurlijk was men permanent op zijn qui vive, doch geen enkele maal is het noodig gebleken, handelend op te treden, alhoewel men daartoe gereed was. Van het convoyeeren door ande re landen is weinig of niets gebleken. In feite zijn het Engeland en ons land, die hun vloten thans alle waarborgen verschaffen voor ongehinderden door gang. Voor Engeland is dat des te ge makkelijker, omdat dit land een mari ne-basis in Gibraltar bezit. Van den strijd hebben wij weinig be merkt. Natuurlijk waren daar om den ha verklap de gewapende treilers, maar zij hebben onzen schepen geen haarbreedte meer in den weg gelegd, hetgeen hun trou wens geraden was. Van de overige schepen der Nederlandsche marine heeft men be halve de „Java" ook de O 16, O 13 en O 15 gezien. Daarmede stond men natuurlijk bijna doorloopend in draadloos contact. Van de „Java" is nog een aantal manschappen overgezet op de „Hendrik". Dit was een deel van het technisch personeel, de zgn. „bovenrol". Momenteel is de toestand zoo, BELGIE BELGIë EN HET LOCARNO-VERDRAG Fransch-Britsche verklaring te verwachten Britsche officieele kringen geven te kennen, dat begin volgende week een FranschBritsche verklaring openbaar zal worden gemaakt, waarbij België van zijn tegenwoordige uit het verdrag van Lo carno voortvloeiende verplichtingen zal worden ontheven. Deze verklaring is het gevolg van de gedachtenwisselingen, welke sedert eeni- ge weken tusschen Londen, Parijs en Erussel worden gevoerd. Deze zelfde kringen geven nog niet nauwkeurig de definitieve formuleering deze verklaring aan. Niettemin meen men te weten, dat deze diplomatieke daad waarschijnlijk eener zij ds zal bestaan in den FranschBrit schen tekst, waarbij België wordt onthe ven van de verplichtingen, welke het ver drag van Locarno en de besprekingen, welke na de opzegging van dit verdrag door Duitschland op 7 Maart 1936 voor België medebrengen en anderzijds uit een soort Belgisch antwoord. De regeering te Brussel zou er, nadat zij haar vrijheid zou hebben herkregen, op gesteld zijn te bevestigen, dat België trouw blijft aan de verplichtingen, welke het bij het Volkenbondsverdrag heeft aan gegaan en, misschien ook, dat het de doel treffendheid van haar landsverdediging met voldoende zorg za! verzekeren om iederen aanslag op het Belgische grond gebied te ontmoedigen. DUITSCHLAND DUITSCHLAND WIL ZIJN MEDEWERKING VERKOOPEN In ruil voor regeling van grondstoffen- vraagstuk De Deutsche Diplomatisch-politische Korrespondenz houdt zich bezig met de op het oogenblik in Londen bijeen zijnde suikerconferentie en met het door Enge land en Frankrijk aan den Belgischen premier van Zeeland verzochte onderzoek naar een vermindering van de internatio- ale handelsbelemmeringen, terwijl voorts aandacht gewijd wordt aan de laatste ver klaringen over den buitenlandschen eco- nomischen toestand van den Amerikaan- schen staats-secretaris, Hull, die door de Korrespondenz moedig genoemd worden. Hull had in zijn verklaringen het Ver drag van Versailles en zijn materieele en pschologische gevolgen als hoofdzaak van de ineenstorting der wereldeconomie aan geduid. De Korrespondenz constateert daarbij, dat door al deze verschijnselen een geheele reeks opvallende symptomen en initiatieven zichtbaar is geworden, wel ke doet concludeeren tot een versterkte belangstelling voor de problemen van den wereldhandel en de economische samen werking. In Duitschland worden al deze gebeur tenissen en de daarbij zichtbaar worden de tendenties met de grootste belangstel ling waargenomen. Uitgaande van het vaak met nadruk aangegeven principieele standpunt, dat ten doel stelt met de an dere volken van af den grondslag eener gezonde nationale economie een zoo leven dat men den convooidienst als voldoende kan beschouwen. Bonafide schepen zal ze ker geen overlast meer aangedaan worden. De kolonel was zeer te spreken over de prestaties van de bejaarde „Hertog Hen drik". Het is wel is waar geen modern slag schip meer, doch het heeft zich kranig ge houden, ongeacht zijn vijf en dertig jaren dig mogelijk handelsverkeer te onder houden, volgt hieruit ook de bereidheid van Duitschland om van zijn kant een bijdrage te leveren, zoodra het interna tionale saneeringsstreven een feitelijk suc ces belooft. Het wegblijven van Duitsch land van de werkzaamheden van zekere Geneefsche commissies bewijst niet het tegendeel, maar wordt zeer eenvoudig ver klaard door de gemotiveerde Duitsche afkeer van doelloos lijkende discussies en vooral van economische conferenties, die eventueel zouden kunnen worden be schouwd als een omweg voor de bereiking van zeer bepaalde politieke effecten. Het noodzakelijkste en de voornaamste voorwaarde voor het slagen van iedere in ternationale actie is begrip voor eigen aard en de omstandigheden van den an der. Toegepast op Duitschland beteekent dat het volgende: de wereld moet inzien, dat Duitschland zijn bijdrage tot de sanee ring van de wereldhuishouding slechts kan leveren, wanneer bepaalde, uit de bij zonderheid van den Duitschen toestand voortvloeiende voorwaarden vervuld zijn. Daartoe behoort, dat, behalve de regling der buitenlandsche schulden,, een oplos sing van het grondstoffenvraagstuk en in dit kader ook van het koloniale probleem gevonden wordt en dat aan den anderen kant de stabilteit van de Duitsche valu ta gewaarborgd blijft. GOERING OVER HET VIERJARENPLAN Hij garandeert dagelijksch brood, maar meer niet Generaal Goering heeft gisteren tijdens het congres van gemeenten een redevoe ring uitgesproken over de rol, die de ge meenten moeten spelen in het vierjaren plan. Sprekende over de moeilijkheden van dit plan, zeide Goering o.m., dat de leiders de impopulariteit kennen, welke dikwijls het gevolg is van de door den Staat uitgevaardigde maatregelen. De lei ders der gemeentebesturen hebben de plicht voor zoover dit mogelijk is, maatre gelen te nemen, want „ik weet, dat ge durende het vierjarenplan de moeilijkhe- nen niet altijd zullen kunnen worden vermeden. Men zal niet altijd plaatselijke spanningen op de levensmiddelenmarkt kunnen oplossen. Wanneer zich in een of andere stad schaarschte voordoet, zal men niet onmiddellijk hemel en aarde moeten bewegen om aanvullende rantsoenen uit Berlijn te krijgen. De leiders der gemeen ten hebben dan de plicht de bevolking de «oorzaken uiteen te zetten van de schaarsch te, maar ik garandeer het dagelijksch brood". ITALIË ITALIë'S INVLOED IN DE MIDDELLANDSCHE ZEE Uitbreidingspogingen op alle eilanden De „Daily Herald" wijdt een artikle aan de pogingen van Italië, zijn invloed in de Middellandsche Zee te versterken, door een uitgebreide propaganda onder ae bevolking der in deze zee gelegen eilanden. Zoo worden van Italiaansche zijde groo- te sommen gelds besteed om onder de be volking van Malta een anti-Britsche stem ming te kweeken. Al het mogelijk wordt gedaan om de 250.000 Maltezers te over tuigen, dat Engeland's invloed aan het tanen is, en dat hun streven gericht moet zijn op het verkrijgen van autonomie. De klenie Italiaansche bevolking van het eiland, die slechts 600 zielen telt, vormt een belangrijke steun voor de Italiaan sche propaganda. Corsica wordt overstroomd door Itali aansche kranten, die aan de bevolking tegen uiterst lage prijzen verkocht wor den. In propaganda-baadjes wordt gespro ken van de macht van Napoleon en ver klaard, dat Mussolini zijn opvolger is in vereldbeteekehis. Op Cyprus, dat tegenwoordig beschouwd wordt als de sleutelpositie van de Brit sche belangen in de Middellandsche Zee, is de activiteit van Italië verdubbeld. Het blad is van meening, dat Cyprus tot het belangrijkste punt zou kunnen worden ge maakt, vanwaar aan de Italiaansche ex pansie paal en perk zou kunnen worden gesteld, en wijst er in dit verband op, dat dit eiland den toegang tot het Suez-kanaal en de olie-pijpleiding te Haifa beheerscht, en tegelijkertijd de beteekenis van de Ita liaansche eilanden in de Aegeische Zee, die thans zwaar versterkt worden, aanzien lijk doet verminderen. De Italianen trachten voortdurend de Kretensers voor zich te winnen, doch de ruwe methoden, die tegen de Grieksche bevolking van de Dodekanesos zijn toege past, zijn op Kreta te zeer bekend, dan de Italiaansche propaganda veel uitwer king zou kunnen hebben. Majorca, eens Spaansch, wordt thans door Italië geregeerd. De tegenstanders van Italië worden ruw behandeld, en soms gefusilleerd. De troepen, zee- en lucht strijdkrachten op het eiland, ofschoon in naam deel uitmakend van het Spaansche opstandelingenleger, staan onder leiding van Italiaansche officieren. De Italianen dragen voor het meerendeel Spaansche uniformen, doch sommigen vinden deze vermomming niet eens meer noodig. „Wij zijn, zoo verklaarde een Majorcaansche politie-autoriteit, gevangenen op eigen eiland". RUSLAND HET BOLSJEWISME VERSLINDT ZICH ZELF De „Popoio d'Italia" over de afzetting van Jagoda. In een hoofdartikel schrijft de „Popoio d'Italia" o.a. dat het einde van Jagoda, „een der grootste heiligen uit het bolsje wistisch paradijs", een der oudste volge lingen van Lenin en een der deelnemers aan de revolutie van 1917, het derde be drijf vormt van het groote Thermidori- aansche drama, dat zich, sedert Trotsky de onverzoenlijke vijand van Stalin is ge worden, in Rusland afspeelt. Van de 21 leden van het centraal bolsjewistisch co mité, dat aan den vooravond van de revo lutie Werd gevormd, is alleen Stalin staande gebleven. De arrestatie van Ja goda kondigt de voorbereiding aan van het derde proces tegen het Trotskistische kwaad, dat de nachtmerrie van de nieuwe tsaren in het Kremlin is geworden. Het blad merkt op, dat Jagoda, die ge tracht heeft Rusland van alle Trotskisti sche smetten te zuiveren, alvorens gefusil leerd te worden, als een schurk en een losbol aan den schandpaal wordt gesla gen,, waarover de proletariërs, die hem eerden als den onkreukbaren en meedoo- genloozen verdediger van het Sovjet-va derland, wel bijzonder gesticht moeten zijn. AFRIKA PROTESTANTSCHE ZENDELINGEN UIT ABESSINIë VERDREVEN Dr. Barlett, voorzitter van de „Bible Churchmens Missionary Society" heeft in een openbare vergadering te Bath mede gedeeld, dat de Britsche zendelingen aan den vooravond van het Paaschfeest uit Abessynië zijn gezet, zonder eenige ophel dering, nadat hun een respijt van zeven dagen was toegezegd om het land te ver laten. Twee weken voordat hun het uitzettings bevel was medegedeeld, heeft men hun de leerlingen ontnomen: zij hebben deze niet teruggezien. Zij gelooven, dat deze men schen over verschillende verafgelegen dorpen verdeeld zijn. De zendelingen heb ben reden om aan te nemen, dat drie in boorlingen. die bekeerd waren, ter dood gebracht zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 5