STADS
NIEUWS
28ste Jaargang
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
PRINSES EN PRINS IN HET
VADERLAND TERUG
Pater Domingo van Hout
vertelt over den bloedigen
burgeroorlog in Spanje.
WOENSDAG 7 APRIL 1937
No. 8692
S)&Qzidóche(2<yiVt£ink
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij voonutbetaüng:.
Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal
By onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad ia voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarra «•-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoon: 0.50
Door de Koningin op 't „Huis ten Bosch" verwelkomd
Het Prinselijk Paar is gisteravond van
de huwelijksreis in ons land teruggekeerd.
Omstreeks 6 uur arriveerden Prinses Ju
liana en Prins Bernhard bij Wernhout, de
grensplaats op den weg van Antwerpen
naar Breda, waarna zij onmiddellijk hun
autotocht naar Den Haag in snel tempo
voortzetten. Om tien over half zeven is
het Prinselijk Paar per extra-pont van
Dordrecht naar Zwijndrecht overgesto
ken, om goed zeven uur werd Rotterdam
gepasseerd en om tien minuten over half
acht reed de kleine groene auto, met het
Utrechtsche nummerbord voor bij het Huis
ten Bosch in Den Haag, waar H.M. de Ko
ningin het jonge paar op de trap, welke
naar het bordes leidt, hartelijk verwel
komde.
Voorop reed in een grijze auto jhr.
Roëll, vervolgens een nieuw groen Ford-
je V-8, waarin Prinses en Prins, daar ach
ter een auto van de Rijks-recherche.
In Zwijndrecht werd het Prinselijk^paar
hartelijk toegejuicht, doch noch in Rot
terdam, noch Delft werden Prinses en
Prins herkend.
Fietsers en voetgangers, die gepasseerd
werden, zagen in den regel te laat, wie
hen voorbijreed. Konden ze nog een glimp
van Prins Bernhard en Prinses Juliana
zien, dan juichten ze het prinselijk paar
hartelijk toe.
De doorrit door Rotterdam gaf geen en
kele vertraging, ofschoon in het geheel
geen politiemaatregelen waren getroffen.
De verkeersagent, die Prins Bernhard, die
even moest stoppen, met een elegant ge
baar beduidde, dat hij kon doorrijden,
had er geen flauw vermoeden van, wie
in den wagen zaten.
Zonder zich bijzonder te haasten reed
Prins Bernhard de drukke Rotterdamsche
binnenstad door: de Maasbruggen over,
langs de rivier, zoo naar den Coolsingel
en vervolgens naar den grooten verkeers
weg van Rotterdam naar den Haag. Nie
mand herkende de vorstelijke personen
op him doorrit ook niet in Delft, waar
de Prins op een gevaarlijk kruispunt plot
seling moest uitwijken om een niet-ver-
licht verkeerspaaltje te myden. Het gaf
even een kleine verkeersopstopping, doch
zonder beteekenis. Om half 8 passeerde
het gezelschap de Hoornbrug en enkele
oogenblikken later was het prinselijk paar
weer op Haagsch grondgebied gearriveerd.
Langs den Rijswijkschen weg, Rijswijk-
sche plein en Rijnstraat ging het naar het
Bezuidenhout en zoo naar het paleis Huis
ten Bosch.
Even rustig en kalm als deze huwelijks
reis begonnen was, volkomen vrij van pu
blieke belangstelling, even kalm was het
einde: om kwart voor 8 gisteravond re
den vele auto's in file op den Bezuiden-
houtschen weg, niemand schonk er eenige
aandacht aan. Bij het Huis ten Bosch
zwenkten drie auto's uit de file het voor
plein op.
Prinses Juliana en Prins Bernhard wa
ren weer thuis.
Voor het Huis ten Bosch.
Waar het prinselijk paar zijn intrek zou
nemen wist niemand. Dat het Huis ten
Bosch het eindoel van den rit Parys
den Haag zou zijn leek echter nogal waar
schijnlijk. H. M. de Koningin verblijft
daar immers reeds geruimen tijd en men
meende en terecht dat Prinses Ju
liana en Prins Bernhard dus naar het
Huis ten Bosch zouden rijden.
Ook omtrent het uur van aankomst be
stond weinig overeenstemming. Wie half
zes dacht en dat waren er velen, bleek
zich nog deerlijk verrekend te hebben,
want het werd kwart voor 8.
Een feit is echter, dat er om 3 uur al be
langstellenden in de omgeving van het
paleis in het Haagsche Bosch waren.
Behalve dat zij van een goede plaats ver
zekerd waren, hadden zij het voorrecht de
Koningin in een open auto te zien uitrij
den.
Drie kwartier later kwam Hare Majes
teit met bloemen terug.
Tegen half zes groeide het aantal
nieuwsgierigen aan tot een tweehonderd
tal, welk contingent van de aankomst van
het prinselijk paar getuige was.
Enkele agenten hielden het publiek ach
ter den rijweg onder de boomen om het
voorplein vrij te laten. Achter het stand
beeld van Frederik Hendrik was op de
trap een looper uitgelegd. Twee man
schappen van de militaire politie deden
als schildwachten dienst. De aflossing van
de wacht, om klokslag «es uur, brak den
tijd en ontging niemand. Ook het stram
me heen en weer marcheeren van de
wachten, het ontsteken van de lichten in
het paleis, het inhalen van den koninklij
ken standaard hadden de algemeene aan
dacht.
Precies half 8 herkent iemand van de
groep pers- en cameramenschen het ge
luid van een politiefluitje. Zouden zij in
aantocht zijn? Een grijze cabriolet, uit de
richting van den Bezuidenhoutschen weg
komend, stopt voor een zijvleugel. Twee
gesloten auto's houden achter deze auto
stil. Een chauffeur stapt uit, spreekt even
tot een bediende en stapt dan in. Er zit
nog iemand in deze auto, die als het Ford-
je van Prins Bernhard herkend wordt.
In snellen vaart met verblindende lich
ten trekt de Ford weg gevolgd door de
beide andere auto's, nagekeken door H.
M. de Koningin, die voor een zijraam even
zichtbaar was.
Dat het nu slechts een kwestie van en
kele oogenblikken kan zijn voelt iedereen.
Eindelijk wordt dan het geduld van de
wachtenden beloond.
Kwart voor acht zwenkt een groene
Ford van het nieuwste type, een cabrolet
twee onder de kop, het voorplein op. Ge
juich klink uit aller mond, hoeden gaan
de lucht in: het prinselijk paar is aange
komen. Blootshoofds zit Prins Bernhard
achter het stuur. Prinses Juliana zit naast
hem. Enkele auto's met bagage volgen.
De prinses springt vlug uit de auto, spoe
dig gevolgd door prins Bernhard. De Ko
ningin begroet haar dochter en schoon
zoon op de trap. Voor een zijraam wui
ven Koningin, Prinses en Prins nog tot de
uitbundige toeschouwers, die naar voren
dringen. Dan trekt de Koningin en het
jonge paar zich terug en verspreiden de
wachtenden zich, voldaan het jonge paar
in de residentie terug te weten.
De wereld
in vogelvlucht
Het voornaamste deel van het Spaansche
conflict is niet de strijd in het land zelf,
maar het internationale aanhangsel van
dien strijd, de kwestie der buitenlandsche
inmenging. De Spaansche regeering heeft
gedocumenteerde beschuldigingen geuit
tegen Italië en dit land is nu bezig de schuld
te werpen op Frankrijk, door in de pers
allerlei schendingen van de niet-inmen-
gingsovereenkomst door Frankrijk te publi-
ceeren. Men vraagt zich af, wat de bedoe
ling van deze perscampagne is. Wil Italië
zich schoon wasschen door erop te wijzen,
dat ook de tegenpartij zich niet aan de
overeenkomst houdt? Is het de bedoeling
van Rome om met name Parijs te waar
schuwen niet al te veel aan te dringen op
het onderzoek, dat de niet-inmengings
commissie instelt naar de beweerde inter
ventie van Italië? Of wil Mussolini, nu zijn
troepen bij Madrid zoo smadelijk zijn terug
gedrongen en vriend Franco het maar niet
winnen kan alvast een voorwendsel zoeken
om bij voorbaat Frankrijk verantwoordelijk
te stellen voor zijn plannen tot meerdere
troepenzendingen naar Spanje? Het is niet
onmogelijk, dat het ItaÜaansche volk en
de wereldopinie moeten worden voorbereid
op een openlijke interventie van Italië,
waarvan de schuld op Frankrijk geschoven
moet worden. Dat zou een gevaarlijk spel
zijn.
,De Belgische premier van Zeeland heeft
de Engelsch-Fransche uitnoodiging, om een
enquête in te stellen naar de mogelijkheid
om te komen tot een opheffing der inter
nationale handelsbelemmeringen, aanvaard.
Men hoopt op medewerking van de Vereen.
Staten, wier minister van buitenlandsche
zaken Huil zich reeds gunstig heeft uitge
laten voor opheffing der handelsbelem
meringen. Huil erkende, dat Amerika zelf
de ergste zondaar is geweest.
Na de verkiezingen van 1928 zijn de in
voerrechten en andere handelsbelemmerin
gen in de V.S. voortdurend verhoogd, het
geen weer leidde tot een uiterste protectie
in andere deelen van de wereld. De „oorlog
na den oorlog", die hierdoor ontstond, maakt
de regeling van het probleem der handels
belemmeringen thans moeilijker dan in
1927.
De grootste moeilijkheid zal zijn Italië
en Duitschland er toe te brengen hun eco
nomische autarkie op te geven. Men acht,
Duitschland op dat punt minder toegeeflijk
dan Italië, al zal de stijging der grondstof
fen, die het vierjarenplan in gevaar kan
brengen, misschien ook Berlijn inschikke
lijker maken.
HET LAND, DAT HEILIGEN VOORT
BRACHT, TEN PROOI AAN HET
COMMUNISME.
Avond ten bate derSt.EIisabeth
Vereeniging, opgeluisterd
door het Alma-Koor.
De aangekondigde avond der St. Elisa-
bethvereeniging had zich in een drukker
bezoek kunnen verheugen. Er waren nog
veel ledige plaatsen en de avond was toch
zoo leerzaam
Verscheidene eerw. heeren geestelijken
gaven blijk van hun medeleven. We merk
ten o.m. op de zeereerwJieeren pastoors
Beukers, Smitz en Smeets, pater drs. B. de
Goede, directeur der H.B.S., de paters
dr. v. Rooyen en Beyersbergen van Hene
gouwen van het Kruisheerenklooster te
Zoeterwoude en voorts verschillende kape
laans der stad.
De avond werd geopend door den heer
C. Zandbergen, voorzitter van het „Alma
Mater"-koor, die allen een hartelijk wel
kom toeriep en speciaal aan pater van
Hout. Spr. betreurde het, dat niet meerde
ren aan den oproep dezen avond bij te wo
nen hadden gevolg gegeven.
Hierna trad het zangkoor voor het voet
licht onder leiding van den heer Mizee,
waarover onze muziekrecensente hieronder
verslag geeft.
REDE PATER v. HOUT.
Daarna was het woord aan den zeereerw.
pater Domingo van Hout.
In de inleiding tot zijn onderwerp uitte
spr. er zijn groote voldoening over, dat hij
zulk een uitgelezen gehoor mocht toespre
ken. Spr. wist zijn auditorium in-geloovig-
katholiek, terwijl de katholieken hier geor
ganiseerd en vereenigd zijn zoodanig, dat
zij als den oogappel van Z. H. den Paus
konden beschouwd worden.
Na aller clementie te hebben ingeroepen
voor zijn na 28 jaren verblijf buitens
lands eenigszins gebrekkig Nederlandsch
(later bleek, dat het heusch zoo erg gebrek
kig niet was), ving pater van Hout zijn rede
aan.
In Nov. 1908 vertrok spr. naar Spanje,
waar hij geplaatst werd aan een landbouw
school geschenk van een vrijgevig
Spaansch edelman welke gevestigd was
in een dorp van de provincie Santander.
Later heeft spr. als retraite-predikant heel
Spanje doorkruist. Op deze tochten heeft
hij dit land leeren kennen als een der
schoonste van heel Europa. De schoonheid
der Spaansche steden is werkelijk impo
neerend. Kunstschatten en heerlijke Gods
gebouwen stempelen Spanje tot het mu
seum van Europa.
Op deze mooie reizen heeft spr. het ka
rakter van alle lagen der bevolking leeren
kennen.
Later was pater v. Hout pastoor van een
parochie bij Kaap Finistère, een parochie,
die zich uitstrekt over 17 dorpen, gelegen
op bergen en in dalen.
In deze bergdorpen heerscht onwetend
heid, wegens gebrek aan scholen en jonge
krachtige priesters. Over die onwetendheid
vertelt pater v. Hout sprekende staaltjes.
Het karakter van het Spaansche
volk.
Is het Spaansche volk nu goed of slecht?
Spr. meent, dat het in het algemeen een
buitengewoon edel en sympathiek volk is.
In het algemeen, maar niet als het is op
gehitst en misleid. Geef het idealen, goede
leiders, dan is het in staat tot alle groote
daden. Ridderlijkheid is den Spanjaard
eigen; hy is een hidalgo. Zijn ridderlijkheid
uit zich vooral in grooten eerbied voor de
vrouw. Die vrouw is voor hem de „Signo-
ra", wat beteekent vorstin. In geen land ter
wereld wordt de huismoeder zóó geëerd
door haar talrijk kroost. Wat een verschil
het aantal kinderen in Frankrijk en Spanje!
In deze ridderlijkheid en eerbied voor de
vrouw ligt de grond voor den grooten eer
bied voor O. Li. Vrouw. Soms, op het plat
teland, gaat dit vertrouwen wel eens wat
te ver.
Van de tien geboden raakt het zevende
wel eens in verdrukking: „Wat in Spanje
is, is immers voor de Spanjaarden!" Men
durft wel de bescherming van O. L. Vrouw
te vragen voor een kleinen diefstal, om
de stierengevechten te kunnen bezoeken!
Er zijn nog andere gebreken. Daar is de
bekende luiheid. Arbeid is voor hen een
noodzakelijk kwaad.
Die luiheid maakt, dat de rijke bodem
schatten door hen niet voldoende geëxploi
teerd worden.
Maar dit is niet zijn grootste gebrek. Het
is zijn eerzucht, zijn grenzenlooze vrijheids
drang. Geen volk ter aarde is moeilijker te
besturen. Vandaar nergens meer revoluties
dan in Spanje. Deze eigenschappen zijn de
bron van alle ellende. Voeg daarbij hun
vurigheid en onstuimigheid, dan begrijpt
men, dat zooveel gebeurtenissen eindigen
met een drama. Zelfs processies eindigen
soms met kloppartijen.
De oorzaken van den oorlog.
Welke zijn de oorzaken van den droeven
burgeroorlog? Daar is eerst de revolutie van
October 1934. Die is onderdrukt door de
Marokkaansche troepen. Toen in het voor
jaar 1936 de onderdrukte revolutionnairen
aan het bewind kwamen, was hun eerste
werk, de militaire autoriteiten van Marok
ko ter verantwoording te roepen.
Dan is daar de afgrijselijke moord op
Calvo Sotelo, Spanje's hoop en toekomst.
De roode revolutie is lang voorbereid en
werd gesteund door de aan vrijmetselarij
en Moskou verknochte Madrileensche re
geering.
Spr. stond als Rector bij Zusters in de
nabijheid van Valencia. Daar zag hij de
klauwen van het revolutie-monster reeds
lang te voren. De regeering legde de macht
van de stad in handen van pistoleros.
Kruisbeelden werden verbrijzeld, kerkklok
ken moohten niet luiden, katholieke lijk
stoeten werden met schoten uit elkaar ge
dreven. Uit hospitalen werden de Zusters
verdreven. Priesters moesten hun preeken
door godloochenaars laten keuren. Het in
komen der priesters werd hun ontnomen;
als kellners of mijnwerkers moesten zij hun
brood verdienen.
Buitenlanders zagen in al deze voortee
kenen de klauwen van het naderende
monster, maar de Spanjaarden bemerkten
het niet. Dit is een les voor de Katholieke
Nederlanders, om het gevaar niet te on
derschatten. Waant u niet veilig, zooals het
Spaansche volk tot zijn eigen ongeluk zoo
lang deed, roept spr. uit.
Het monster werpt het masker af.
Toch was alles nog maar een voorspel. In
Juli 1936 wierp het monster het masker af.
Het brak los en begon zijn werk van ver
nieling en dood. Reeds op den eersten re
volutiedag werden in sprekers stad 30 ker
ken verwoest. De oude Aartsbisschop moest
vluchten als metselaar verkleed. Of hij nog
leeft, weet men niet.
In een paar dagen waren 400 kerken en
kloosters in de asch gelegd, nadat 21 eerst
op de walgelijkste wijze waren ontheiligd.
Spr. verhaalt van de gruwelijkste heilig
schennissen. Nooit ter wereld zijn er zoo
vele en zoo droeve onteeringen van de H.
Eucharistie gepleegd.
Op onmenschelijke wijze werden tallooze
priesters in hun eigen biechtstoel levend
verbrand of gekruisigd.
Het monster was losgebroken!
Reeds op den eersten revolutiedag werd
door het gemeentebestuur verordend bin
nen drie uur alle wapenen uit te leveren.
De rechtschen deden dat.maar de wa
penen werden uitgedeeld aan het gepeupel.
Kinderen van 12 jaar kregen een revolver
in handen. Toen begon het neerschieten
van onderwijzers, ingenieurs, bezitters enz.
De moordenaars werden door de over
heid niet gestraft!
Vier en twintig keer heeft men spr. de
revolver op de borst gezet. Soms geschiedde
dit door meisjes van 1718 jaar. Men be
denke, dat spr. evenmin als de andere
priesters in het kleed zijner waardigheid
zich op straat vertoonde. Enkel omdat men
er netjes uitzag, dreigde de dood.
Op de zwarte lijst.
Men kreeg thuisgestuurd een uittreksel
uit de zwarte lijst, dat was de doodenlyst.
Pastoors, kloosterlingen, eigenaars, zij kre-
Dit nummer bestaat uit
drie bladen.
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
De Italiaansche pers beschuldigt Frank
rijk van schending der non-interventie
overeenkomst. (2de blad).
De Belgische premier van Zeeland neemt
de uitnoodiging van Londen en Parijs aan.
(2de blad).
Zal Berlijn den Paus een scherp antwoord
geven? (2de blad).
De crisis in Japan. (2de blad).
Het wrak van het vermiste Douglas-
vliegtuig In de bergen gevonden. (Luchtv.
2de blad).
BINNENLAND.
Prinses Juliana en Prins Bernhard zijn
gisteren van hun huwelijksreis te den Haag
teruggekeerd. (1ste blad).
Het overlijden van den heer
Van Haselen
Aan cholera gestorven
Gelijk reeds werd gemeld, is de heer J. S.
van Haselen van de K. L. M., die per s.s.
„Kedah" op weg was van Penang naar Sin
gapore, in het zicht van laatstgenoemde
plaats overleden.
De heer Van Haselen is aan de cholera
bezweken. -
Als gevolg hiervan zijn de Europeesche
passagiers van de „Kedah" ingeënt, terwijl
de dekpassagiers in quarantaine zijn ge
steld. Ook de inspecteur van de lijn, de heer
H. Haas, bevindt zich in quarantaine.
De heer Van Haselen, die chef was van
de handelszaken van de NederlandIndië-
lijn der K. L. M. heeft met de „Kievit" ge
vlogen, van Bangkok tot Penang. Dit toe
stel is na aankomst op het vliegveld Tjima-
hi ontsmet, terwijl de bemanning is geïso
leerd.
De heer Van Haselen had drie dagen te
Bangkok doorgebracht, vanwaar hij, zooals
reeds gezegd, naar Penang was doorgevlo
gen. Hij werd 5 April, kort na de insche
ping op de „Kedah" ziek, doch knapte toen
weder op. Dinsdagochtend werd hij echter
opnieuw ziek, waarbij cholera werd gecon
stateerd; hij overleed des middags om half
één.
De heer Van Haselen, die 30 jaar oud was
en gehuwd, wordt heden, 7 April, te Sin
gapore begraven, waarvoor zijn broeder,
de kapitein-vlieger M. van Haselen, per
K. L. M. van Bandoeng is overgekomen.
Naar aanleiding van dit bericht hebben
wij ons tot de K. L. M. gewend, om nadere
inlichtingen. Men deelde ons daar mede, dat
uit niets blijkt, dat de besmetting aan boord
van het vliegtuig heeft plaats gehad. Voor
alle veiligheid is de bemanning echter voor
den tijd van vijf dagen geïsoleerd. Deze ter
mijn loopt Zaterdag af.
Voorts heeft de K. L. M. van den inspec
teur der Indië-lijn, den heer H. Haas, een
telegram ontvangen, meldende, dat de
quarantaine waarvan in bovenstaand tele
gram sprake is, reeds is opgeheven.
gen een kruisje achter him naam, wat be-
teekende het doodvonnis.
Waarom? Om de „veroordeelden" dagen
lang in doodsangst te doen verkeeren. Dat
is Spaansch.
Op een nacht bracht men een bom in
sprekers venster tot ontploffing. Alles weTd
verwoest, maar als door een wonder werd
zijn leven gered.
Eenige nachten later werd de geheele
communiteit van het klooster op straat ge
zet, waarbij vrouwen de mannen aanspoor
den om de zusters nu meteen af te slachten.
Met de zusters heeft spr. toen langen tijd
bij bevriende families als de eerste Christe
nen in Catakomben moeten leven.
Dat leven was verschrikkelijk. Telkens
kwamen benden gewapenden in den nacht
huiszoeking doen. De eene bende vindt
niets, maar verbergt wapenen. Een tweede
bende ontdekt dit wapen ende eige
naar van het huis wordt weggevoerd, het
huis verbrand. Men stelt den vader voor
de keus: voor de revolutie het geweer op