DONDERDAG 1 APRIL 1937
DE LEIDSCHE COURANT
Correspondentie.
Li na en Co ba v. cL Akker, Val
kenburg. Dank voor jullie bijdragen.
Zooals je ziet, heb ik er dadelijk werk
van gemaakt. Waarom heeft Lina ook
haar verjaardag niet opgegeven. Wanneer
is dat? Dag jongens! VeeJ groeten aan je
ouders! Ook zusje niet vergeten! Ik zal
Coba's versje eens laten hooren. Zij schrijft
over iemand, waar ze heel veel van houdt.
En dat is van haar zusje. Daar komt Coba!
MIJN ZUSJE.
Ik heb een klein zusje,
Van nog maar één jaar oud.
Zij kan al aardig loopen
En is ook wel 'ns stoutl
En als wij dan gaan bidden,
Dan bid ze ook al mee.
En vouwt haar beide handjes;
Is lief en heel tevrêe.
't Is zoo'n aardig guitje
Het beste kind van moe.
Ons allerliefste spruitje
En zegt wel eens, boe! hoe!
En ligt ze in haar bedje
Dan is ze oh, zoo lief!
Ze lijkt dan juist een engel
Onze kleine hartedief.
Zoo zingt Coba en dien lofzang op haar
zusje hooren we graag! Nu krijg ik van
jullie beidjes zeker eens een langen brief
over de Paaschvacantie en het Paasch-
feest.
Frans Breedeveld, Leiden.
Wel Franske, wordt jij al zeven jaar! Dan
ben je zeker al in de tweede klas en kun
je al aardig goed lezen, zou ik zoo den
ken. En schrijven? Dat zal ook al wel
gaan, maar je moet maar goed je best
doen, dan leer je het zoo goed als vader,
dien ik zeer goed ken. Dag jongen! Veel
groeten aan je ouders!
In a v. d. Berk, Lisse. Wel, Ine
ke, wat heb jij pracht papier! En zoo keu
rig geschreven voor zoo'n kleine meid! Ik
maak je mijn compliment. Jouw verjaar
dag heb ik ingeschreven. Nu hoef je het
volgend jaar dit niet meer op te geven.
Dag Ina! Maak ook van mij veel groeten
aan vadertje en moeder!
Piet Groene wegen, Leiden..
Heerlijk, dat je nu de krant hebt! Nu kun
je iedere week precies zien, wat er in staat.
De raadseltjes laat ik plaatsen! Schrijf eens
een langen brief over alles en nog wat!
Dag Piet! Wederkeerig de beste groeten
aan vader en moeder en broers en zusjes!
Vergeet-me-nietje, Katwijk.
Hoe ik dien schuilnaam vind? Prachtig!
Kan niet mooier! Maar Vergeet-me-nietje
moet niet vergeten me eens vaker te schrij
ven en bovendien eens uitvoerig te schrij
ven over dien storm en de bulderende zee,
waarvan je sprak! Kijk,.dat is mooie stof,
cm een langen brief te schrijven. En je
weet iedere brief wordt beantwoord.
Dag nichtje! Groet moedertje van me en
ook het neefje die nu bij je gelogeerd is.
De hand voor jou!
Cisca Horaan, Sassenheim.
Ik wil wedden voor nog zooveel, dat je
al dikwijls tevergeefs hebt uitgekeken
naar het versje, dat je voor onze afd. D
instuurde en niets vindende allesbehal
ve vriendelijke woorden aan mijn adres-
in stilte richtte. Is dat niet zoo, Cisca? Nu
dan, dan wil ik dat versje van jou tot
slot van deze correspondentie eens laten
hooren. Groet je ouders van me! Dag Cis
ca! Hoor ik nog eens wat?
BE*)E
door Cisca Homan.
O Maria, Maagdelij n,
Wil steeds mijn liefste Moeder zijn;
Eerbiedig vouw ik mijn handjes saam
En fluister teeder Uw zoete naam:
O Maria, Moederzoet!
Aanvaard mijn kinderlijken groet!
Als ik staar naar U omhoog,
Ziet Gij me aan met minnelijk oog;
U wijd ik me toe, in mijn prille jeugd
Geleid me steeds op 't pad der deugd;
Bewaar mijn hartje altijd rein
Laat me steeds Uw kindje zijn!
PASCHEN
door Toosje van der Salm.
Christus is verrezen!
De Heer is opgestaan.
Weg nu is al het lijden
Door ons menschen aangedaan
Laat beieren de klokken.
Hoog in het blauw verschiet
Laat klinken vreugde-zangen,
Heft aan uw Koningslied!
Ja, laat het blijde schallen
Het lied ter Koningseer.
Hij schonk ons door Zijn bloed,
't Eeuwige leven weer.
WIE ZIJN JARIG?
Van 2 April tot en met 8 ApriL
2 April: Anni v. d. Meer, Oostdwars-
gracht 18.
2 April: Corrie v. d. Kolk, Dorpsstraat,
Zoeterwoude.
2 April: Gijs Klein ,Haarlemmerstr. 46a.
2 Aril: Tootje v. d. Voort, Heemstrastr.
21, Sassenheim.
3 ApriLCorrie van Dijk, Oosteindsche
weg 29. Bergschehoek.
3 April :Henk v. d. BogaercL
3 April:Marie Goddijn, Ambonstr. 34,
Leiden.
3 April: Dora v, d. Weyden, Zuideinde,
Nieuwkoop.
3 April: Dora Kniest, Abspoelweg 5,
Oegstgeest.
4 April: Cato en Anna Mooyman, W.
Einde, Zoeterwoude.
4 April: Frieda Verhoeven, Kruisstr. 10.
4 April: Trees Gras, Raamsteeg 33.
4 April: Gerrit van Ham, Rijksstr.weg
191, Wassenaar.
4 April: Marietje Tuynman, Seringen
straat 65a.
4 April: Jantje de Groot, Benthuizen.
4 April: Tonny Rijsbergen, Celebesstr. 43
4 April: Jo Hosman, Duinzichtstraat 3,
Oegstgeest.
5 April: Theo Angevaer, Zevenhoven 104
5 April: Marti v. d. Steen, Hooge Morsch-
weg 30, Oegstgeest
5 April: Marie Smit, 4de Groenst. 63.
5 April: Bertha Bontje Langeraar A22.
5 April: Leen Onderwater, Zuidbuurt
C35, Zoeterwoude.
5 April: Kees v. d. Meer, Lindeplein 4,
Noordwijk.
5 April: Cor Meyer, Haarlemmermeer.
5 April: Harrie v. d. Berk, Veldhorst-
weg 44, Lisse.
5 April: Nellie van Leeuwen, Voorstraat
127, Noordwijk (B.).
6 April: Clazien Ammerlaan, Weipoort,
Zoeterwoude.
6 April: Ria Jagers, Rijpwetering D164.
6 April: Rietje, Vlasveld, Oranjestr. 35.
6 April: Annie Habraken, Molenstr. 27.
6 April: Coba v. d. Holst, Musschen-
broekstraat 19.
7 April: Dirk van Niekerk, Rijndijk A120
Hazerswoude.
8 April: Louis Creighton, Hooigr. 46.
Ik feliciteer de jarigen.
Wie zyn of haar naam van schoolgaande
kinderen in deze lijst wil opgenomen zien,
of bij het verlaten der school afgevoerd,
schrijve me minstens 14 dagen vóór den
verjaardag. OOM WIM.
Om te probeeren
Jullie hebt misschien wel eens gedacht
bij het zien van een cactusplantje, dat heel
netjes te groeien stond in een flesch: „hoe
kan dat nou?" Nu, dat geheim of beter dat
kunstje wil ik jullie vandaag eens leer en.
Wil je het probeeren, doe het dan en je
hebt er succes mee.
Je neemt een gewone flesch en vult die
voor een deel met cactusaarde, die je
voorzichtig nat spuit. Laat op die natte
aarde eenige - cactuszaden vallen; doe een
kurk op de flesch en de heele operatie is
afgeloopen. Zet de flesch voor het raam
en de zon èn de aarde en de ontkiemende
kracht van het zaad doen de dest.
Nu wacht je maar. trouw af de dingen,
die komen zullen.
Merkwaardig is vooral, dat je de op
schietende plantjes geen water behoeft te
geven. Weet je hoe dat komt? Het vocht
blijft in de flesch; het kan niet verdam
pen. De flesch zit immers gekurkt.
De plantjes groeien door tot de grond
volkomen uitgeput is en dat kan heel lang
duren; jaren soms. Zie je eindelijk dat de
cactusplant in de flesch niet meer wil,
dan sla je heel voorzichtig de flesch stuk
en zet de planten in een pot en ze groeien
weer verder.
Noodig is alleen een beetje geduld! Maar
dit verspreek ik je wel: komen ze eenmaal
op, dan zie je ze groeien bij den dag en
hebt er dagelijks pleizier van.
Probeeren! Oom WIM.
HET OUDE STADJE
door Anton Roels.
Een aardig stadje aan de vliet
Een laan met hooge hoornen.
Waarlangs de kooplui van de streek
Naar 't oude marktplein komen.
De tijd schijnt er nog stil te staan,
Men leidi er 't oude leven,
De mensch daar zegt: „Och nieuwigheid,
Die brengt ons land geen zegen!"
Ze zijn gehecht aan 't oud stadhuis,
Aan al hun oude spullen,
En denk maar niet, dat zij hun plaats
Zoo licht verand'ren zullen.
Maar tóch is alles er zoo goed!
Ook daar zijn blijde dagen,
Men is er rustig èn tevrêe
En, wat men hoort, geen klagen....
Het stadje ligt zoo knus en klein,
Temidden van de weiden,
En 't loont den tijd, dien men besteedt,
Er eens naar toe te rijden.
VERGEVING
IV. (Slot).
Moeder, lieve beste trouwe moeder ik
ben teruggekomen om nu mijn vergeving
te bekomen van U, voor al het verdriet,
dat ik u heb aangedaan. En snikkend viel
hij in haar armen. Zoo stonden zij eenige
oogenblikken. Moeder mengde haar tranen
bij die van haar zoon. Toen zien verman
nend, sprak zij. „Kom binnen mijn jongen,
laten wij niet langer hier in da sneeuw
blijven staan, maar laten wij naar het
goed verwarmde woonvertrek gaan." Daar
kun je mij alles vertellen, war je in die
vijf jaren van scheiding hebt beleefd". En
hjj volgde zjjn moeder en toen zy te 23-
men hand in hand voor den hairj zaten,
vertelde hij haar alles wat hij had gedaan
in den vreemde om op haar vergeving
aanspraak te kunnen maken „Veel :ieb ik
meegemaakt, moeder", sprak hij, „en hard
gewerkt en gezwoegd om hei geld wa4 ik
verspeeld had en verbrast weer terug te
verdienen. En dit is mij gelukkig meege-
loopen. Door noeste vlijt en grooten ar
beid, ben ik nu op het oogenblik een wel
gesteld man en heb ik het geld. dat ik
verspeeld heb, meerdere malen terugver
diend. Moeder, sprak hij, ten laatste",
kunt U mij nu vergeven? Smeekend zag hij
haar aan. „Mijn jongen, sprak zijn moeder
zacht, dacht je dan werkelijk, dat een
moederhart na vijf jaren van scheiding
nog eenige wrok kan koesteren jegens een
eenigen zoon? August, mijn jongen ik ver
geef je van harte alles, wat gij jegens mij
hebt misdaan." „Moeder", sprak hij jui
chend, „nu heb ik een heulijk Kerstfeest.
Ik zal zorgen dat de vergeving die ik na
veel str.id Von U verkregen het niet zal
gegeven zijn als aan een nietsnut, maar
door voorbeeldig op te passen, mijn vader
na te volgen en als het kan vooruit te stre
ven in zijn hartelijke genegenheid jegens
andere menschen en in zijn rechtvaardig
heid. Ontroerd had mevrouw Lansen ge
luisterd toen haar zoon over haar man en
zijn vader had gesproken. Een pijnlijke
snaar had hij daardoor aangeroerd, want
zij sprak toen hij uitgesproken had. „Mijn
jongen, kon je vader eens zien hoe geluk
kig ik op dit oogeblik was!" „Tevreden zal
hij van boven uit den hemel op je neder-
zien als je datgene wat je hebt beloofd,
ook uit zult voeren." „Moeder", sprak hij,
ik zal door goede daden toonen uw vertrou
wen waardig te zijn!"
En toen zij beiden, moeder en zoon, dien
Kerstnacht het verlichte kerkgebouw bin
nentraden en te zamen voor de Kerst
kribbe knielden toen juichte het in het
hart van Mevrouw Lansen en dankend zong
zij mede met het koor en de menigte ge-
loovigen: „Eere zij God in den Hooge en
vrede op aarde."
LENTEDRADEN
door Diederik.
Alles is thans aan het groenen,
Want de Lente is er weer;
Tulpen, crocus en narcissen,
Vogelein's gekwinkeleer!
Ja. wie zou er nu niet blij zijn,
Wie zingt niet zijn Lentelied?
Als natuur weer gaat ontwaken,
Men alom jong leven ziet!
Knoppen aan de boomen zwellen,
Vlugge zwaluw komt in 't land;
Madeliefjes in de weide,
Boterbloem aan waterkant.
Deze feiten, o, zy zegg°n
Tot ons duidelijk en klaar:
Dat de Lente is gekomen,
't Heerlijk voorjaar is weer daar.
Lente, Lente, mooie Lente,
Wat zijt gij toch altijd schoon;
Als wij alles zien ontspruiten,
Bloemenpracht zich spreidt ten toon.
Laat dan gaan gedachten verder,
Naar den Schepper van dit al;
Dank gebracht Hem voor dit alles.
Voor wat is en komen zal!
Hoe komt men er aan?
Toen ik laatst in Dordrecht gelogeerd
was, trof me een buitengewone vreemde
naam voor een gehucht van Sliedrecht en
wel „Niemandsvriend". Ik ben toen aan 't
snuffelen gegaan en vond nog andere even
vreemde namen èn voor buurtschappen of
gehuchten èn voor polders. Wat ik zoo-
al vond, wil ik jullie eens laten hooren:
1. Engeland. Een Buurt onder Apeldoorn.
2. Goedentijd. Buurt bij Alfen (N.B.).
3. Weipoort. Gehucht van Zoeterwoude.
4. Hangop. De Buurt onder Anna Pa
rochie.
5. Hongarije: Gehucht onder Bergeik
(N.B.).
6. De Hel: Gehucht van Hulsberg (L.).
7. Kortjakje: Buurt bij Harmeien (U.).
8. Muggebeet: Gehucht bij Giethoorn (O.)
9. Pruttelaar: Buurt van Zeeland (N.B.).
10. Lamoor: Gehucht bij Akersloot (N.H.)
11. De Schelm: Gehucht onder Deurne
(N.B.).
12. De Grauwe Kat: Gehucht bij Westr
hem (Fr.)..
13. De Schapenbout: Gehucht onder Axel
(Z.).
14. De Zeezuiper: Een polder by Bergen -
op-Zoom (N.B.).
15. De Nachtmerrie: Polder bij Heerjans-
dam (Z.H.).
Hierbij zullen we het laten. Wie nog
meer van dergelijke bijzondere namen wil
weten, zie eens te krijgen het boek van
Dr. E. Laurillard en wel het werk dat ie
schreef onder „Op uw stoel door uw
land". Dit werkje is zeer interessant.
Oom WIM.
Door Greet Krol opgegeven;
ONZIN OF NIET?
Ik zei verleden week dat ik een boek
uitloofde aan hem of haar die het bewuste
stukje van Greet wist te lezen zóó. dat het
geen onzin was, maar een goed samenhan
gend geheel werd. Greetje heeft nu het
voor ons als volgt ingestuurd.
Waarheid of niet?
Op den weg reed een auto in een vaart
van 50 km. per uur. Daar kwam een elec-
trische tram aan. bestuurd door een con
ducteur. De autobestuurder zag de tram
niet en reed tegen hem op. Zij werden
beide erg beschadigd. In de tram zat een
longeman V» lezen in een spannend boek.
Hij schrok van de schok; keek net op zijn
horloge, slingerde uit de tram en viel in
een plas. Hij overleed een paar uur daarna
aan de bekomen verwondingen en werd
met veel droefheid door familie en vrien
den op het kerkhof begraven.
Zoo zegt Greet ervan! Er is in ieder
geval zóó weergegeven, hoe het ongeluk
zich kan hebben voorgedaan.
En nu zal ik nog eens zoo'n stukje opge
ven en wel ingestuurd door Toosje van der
Salm. die later op haar beurt weer dit
stukje geven zal, zóó, dat het geen onzin
is, maar een stuk realiteit. Wie wil dit ook
eens probeeren?
Hoe moet het?
't Was op een mooie Zaterdag-nacht. De
zon stond hoog aan den hemel, toen liep ik
gehaast te wandelen. Daar hoor ik een
auto bellen en een fiets tuft voorbij in
een trage vaart en een man lag voorover
gebogen op de band. Maar op eens, wat is
dat? Een knal en zijn stuur springt! Ver
schrikt kijkt hij op zijn fiets en gaat naar
een horlogemaker. Die zet er een paar
nieuwe wijzers aan. En de kosten bedra
gen 50 fietsen. Hij betaalt en bedankt met
een vriendelijke trap! Hij springt op zijn
centen en groet welgemoed verder. Toen
hij een eindje gepeddeld had, verschijnt
daar plotseling weer een auto maar te laat.
Hij schiet met auto en al onder de fiets en
werd met een paar gebroken wielen onder
de auto vandaan gehaald, terwijl de bee-
nen van de fiets totaal verbrijzeld waren.
Zoo werd hij naar het doktershuis ver
voerd, waar hij door een gast behandeld
werd. Zoo ligt de stakkerd nu te wachten,
tot hij weer genezen is, om later vol goede
moed huiswaarts te keeren.
Ziedaar, wat Toosje voor U ter correctie
verzonnen heeft. Wie wil probeeren! Ik
verloot onder de besten weer een boek.
Oom W i m.
U vraagt?
1. Hoe komt men erbij te zeggen: hy is
goed uit de kluiten gegroeid?
2. Hij is goed op dreef; hoe komt men aan
die uitdrukking?
3. Hoe kan men zeggen: „Muizenissen in
*t hoofd hebben?
4. En hij komt van Kleef, als hij niet
graag betaalt.
5. En wat is eigenlijk chaos?
Wij antwoorden.
1. di. hy is flink gegroeid. De uitdruk
king is oorspronkelijk gebruikt van boomen
en planten, die flink uit de aarde, de klui
ten, opgroeien. In fig. zin kan men nu ook
van iemand zeggen, dat hij flink uit de
kluiten gegroeid of gewassen is, als hij
flink, ferm gegroeid is als hij voor zijn
jaren erg groot ia.
2. Dit beteekent, goed aan den gang zyn,
op gang helpen. Het zelfst.nw, dreef komt
van 't werkw. drijven in den zin van voort
drijven, voortgaan. Denk eens aan het
Fransch: être en train en de Duitschers zeg
gen in Flusz kommen (bringen) Is het nu
duidelijk?
3. d.w.z. over iets peinzen, mijmeren;
meestal zwaar denken over allerlei kleinig
heden. Muizenis is een afleiding van het
werkw. musen dat peinzen, nadenken betee
kent.
4. d.w.z. hij is gierig, met een zinspeling
op het w.w. kleven. Eigenlijk wil men zeg
gen: het geld kleeft hem aan zyn vingers;
hij laat niet gauw los; hij is deun (stijf, vast,
houvast).
5. Chaos is Grieksch (.spreek uit ka-os)
bet. de vormlooze klomp, waarin alle hoofd
stoffen, voor de schepping der wereld, on
der elkaar vermengd waren, fig. wanorde,
verwarring, warboel. Chaotisch is wanorde
lijk verward.
Jeugdherinneringen
door Jo Wokke.
„Zeg An, heb ik je wel eens verteld dat
ik deze boom geplant heb?" Wij stonden
bij 'n jong lindeboompje.
Een vragend, ongeloovig gezicht, waar
spoedig 'n hartelijke lach op verscheen.
„Maak dat jullie kat wijs, maar mij niet".
„Toch is 't zoo! We zaten in de 6e klas,
toen op 'n morgen Pastoor in de klas kwam
en tot ons zei: „Ja kinderen, 't spijt mij
zeer, maar jullie mogen vanmiddag niet op
school komen, jullie moeten den burge
meester helpen".
Het klonk toen net zoo gek voor ons, als
't nu voor jou.
„Den burgemééééster helpen?" klonk 't in
koor, waarop ook wij 't allen uitschaterden.
Afijn, Pastoor vertelde, dat we 's middags
allen 'n spit of 'n kolenschep moesten mee
brengen, want we moesten boompjes plan
ten langs den nieuwen weg, die juist vol
tooid was. Nu zeg, je had die bende moetep.
zien, die toen voor de schoolpoort stond
's middags. Een buitenstander zou gedacht
hebben, dat er 'n schoolopstand was uitge
broken, of 'n schoolstaking. Ieder was ge
wapend met 'n spit en sommige hadden
zoo'n groote, alsof ze van plan waren Lim-
men in 'n reuzen woud te herscheppen.
In optocht ging 't nu naar 't gemeente
huis. Hier werden we opgesteld in 'n wijde
halve kring. Heel statig verscheen de bur
gemeester in tenue, daarachter de ambte
naren. De burgemeester stak 'n speech af,
waarvan ik me helaas geen woord meer
kan herinneren. Met-'n sierlijk gebaar werd
de flesch ter aarde gesteld en 'n jong
boompje moest met z'n beschuttende wortel
tjes de flesch beschermen.
Ik kan me nog goed herinneren dat ik
toen visioenen kreeg van 'n stokoud dame
tje, die bij deze boom haar jeugdherinne
ringen ophaalde en dat was ik.
Na 't zingen van 'n paar vaderlandsche
liedjes werden we in groepjes van vier ge
deeld en ieder kreeg 'n gat en 'n boom.
Hier en daar werd er gekibbeld, wie de
boom moest vasthouden, maar daar hun
taak was de boom te planten en niet al
leen 't gat te spitten, moest er één den
boom „recht-op" houden. De burgemeester
en meer voorname personen, liepen lachend:
op en neer langs de ry boomen, die door
ons niet volgens de regels van 't perspectief
werden geplant. Dat konden ze van ons
ook niet verlangen, wjj keken alleen naar
onze eigen boom en niet naar 'n andere, of
die soms horizontaal bekeken, een hoek
maakte met de voorgaande of volgende.
Toen de plechtigheid was afgeloopen,
werden we getracteerd op limonade en ge
bak. Hier bereikte de feeststemming haar
hoogtepunt. Een boerenbruiloft was er
niets bij.
Hoe trots bekeken wij ons werk en wij
konden toch maar niet begrijpen, dat de
volgende dag arbeiders bezig waren, de
boomen in 't fatsoen te zetten, daar de bur
gemeester 't risico niet wilde loopen in de
toekomst Limmen ontsierd te zien met
boomen, die elkaar dwars over den weg zou
den kruisen, of dat de fietsrijders er hun
hoofd tegen zouden stooten. Wij waren al
len hoogst verontwaardigd, kan je wel be
grijpen ook. Nu en dit is nu mijn boom. Hoe
vind je hem?"
„Och, wat leuk, wat eenig zeg", was alles
wat An kon zeggen.
NIEUWE RAADSELS*
Raadsel I: Hoe luidt dit spreekwoord?
Ore Tobei W
Hd Foo Hn Jiz P
Ute om Tfee
Bnoze Dti
Nev Jil.
Raadsel II: Wat staat hier? Het is een
spreekwoord.
.e.d.c.t m kt c t
we d c t br kt k a ht
Raadsel III. Hoeveel is
4 5 6 7X8?
Raadsel IV: Welke plaats in de provincie
Groningen kun je maken van de letters:
n-r-g-o-i-e-g-n-n?
Raadsel V: Zoek uit de volgende zinnen
namen van vruchten.
1. Jan woont in Ootmarsum.
2. Een diepe erker is maar wat leuk.
3. Jaap ruimt eindelijk de rommel van
de tafel.
4. In de Kerstvacantie hebben we niet
kunnen schaatsenrijden.
5. Is de school al begonnen?
Ja, man, de lessen zijn reeds begon
nen.
De oplossingen niet opsturen. Deze
geef ik de volgende week zelf.
Oom WIM.
De oplossingen van verleden week waren:
A 1. Hoogtijd om naar den klokkenmaker
te gaan.
2. De mond.
3. Babbelkousen.
4. Toon-noot.
B 1. De mond.
2. Een vork.
3. De lamp.
4. Het a-b-c.