De Spaansche non-interventie in practijk - De inspectie van een detachement der garde mobile te Santa Julia de Loria ter speciale bewaking van de Fransch- Spaansche grens De eerste van de 4000 palen voor het nieuwe kantoorgebouw der Rijksver zekeringsbank te Amsterdam Is Dinsdag geheid De pasgeboren Prins Harald van Noorwegen met zijn zusjes, de Prinsessen Ragnhild en Astrid Harald, Ragnhild en Astrid zijn de kinderen van Kroonprins Olav en Prinses Martha De Spaansche vluchtelingen, die in het gebouw van de Nederlandsche Legatie te Madrid asyl hadden gevonden, zijn Dinsdag in Nederland aangekomen. Een kijkje In de wachtkamer te Roosendaal De opperoff icier en van de Koninklijke Nederlandsche Landmacht hebben den scheldenden commandant van hei veldleger, luitenant-generaal jhr. W. Röell (midden zittend), Dinsdag te den Haag een afscheidsdiner aangeboden De noodige formaliteiten worden vervuld door de Spaaniche vluchtelingen, die Dinidag In Nederland arriveerden. Een snapshot te Roosendaal FEUILLETON DE VIERDE MAN (Een geval uit de practijk van Inspecteur Sanders, lid der Centrale Recherche), door UDO VAN EWOUD. (Nadruk verboden). 20) Boven aan de trap klonk nu eenig ge stommel, dat zich langzaam verwijderde, daarop volgde, nauwelijks hoorbaar een stem, die iets scheen te roepen, maar ein delijk kwam dan toch de invitatie: „Komt u maar boven!" Wils voldeed aan het verzoek, kroop onder de fietsen door en bereikte ten slot te, na een ontelbaar aantal treden te heb ben beklommen, amechtig een overloop, waar hij ontvangen werd door een bepaald boosaardig uitziende juifrouw, die hem van het hoofd tot de voeten opnam en hem daarna met een armgebaar een deur wees, waar hij zich blijkbaar moest vervoegen. Op hetzelfde moment echter werd deze deur geopend en verscheen het hoofd van de verpleegster, die hem, wat minder on vriendelijk dan de krijschende hospita, uitnoodigde binnen te komen. „U moet voortaan tweemaal bellen", zei- de de juffrouw nog venijnig, toen hij haar den rug toekeerde. „Het spijt me. dat ik u moet tegenspre.- ken, maar ik heb tweemaal gebeld", ant woordde Wils vriendelijk glimlachend. De juffrouw scheen hem echter geen ant woord meer waardig te keuren, haalde met .een minachtend gebaar haar schouders op en verdween. „U moet haar maar niet au serieux ne men", verzocht de verpleegster fluisterend, terwijl ze zorgvuldig de deur achter zich sloot, 't Is voor ons zóó lastig hierin Am sterdam fatsoenlijke kamers +e krijgen, dat wij het met de gedragingen van de hospita's maar niet zoo nauw nemen. Maar voor de bezoekers is het wel eens vervelend. Waar mee kan ik u van dienst zijn, meneer. „Wils, zuster. Ik zou graag nog eenige inlichtingen van u hebben met betrekking tot uw avontuurlijke treinreis". „Een interview?" vroeg de verpleegster glimlachend, terwijl ze haar bezoeker een stoel wees. „Als u het zoo noemen wilt, ja zuster. U begrijpt, dat het groote publiek buiten gewoon nieuwsgierig is naar de meening der medereizigers van wijlen den heer Leu- vensteyn, temeer, omdat men het lang niet eens is over de vraag, of Hellinger al of niet als de dader moet worden beschouwd." Daaraan behoeft, naar mijn oordeel, geen twijfel te bestaan. Ik heb hem pertinent herkend als de vierde man, die bij ons in den coupé zat, toen we uit Amsterdam ver trokken en die alleen met den heer Leu- vensteyn achterbleef, toen ik in Den Haag uitstapte". „Mag ik u vragen, wat u in Den Haag ging doen?" vroeg Wils, zijn gastvrouw een veroveraarsblik toewerpend, die zijn uit werking niet scheen te missen. Zuster Ro bert mocht dan het praatgrage van vele harer sexegenooten bezitten, zooals ze hier zat in haar flatteerende verpleegsterscos- 1 tuum, met in haar houding een tikje over- winnelijke terughoudendheid, kon zij on getwijfeld aanspraak maken op de kwali ficatie „interessante vrouw". „Moet dat ook in de krant?" vroeg ze met een schalksch lachje, waarop de re porter zich haastte te antwoorden: „Pardon, het is geheel aan u ter be oordeeling, wat u wel en wat u niet voor publicatie geschikt acht. Als u er mij dan maar even op attent maakt, wanneer u zich iets mocht laten ontvallen, dat u liever niet in de krant ziet". Zuster Robert, die allerminst onder den indruk scheen van dit persgesprek ver moedelijk toch het eerste in haar leven aarzelde even, alvorens te antwoorden. Waarschijnlijk vroeg ze zich af, of het an dere menschen iets aanging met welk doel zij op den bewusten avond naar Den Haag was gereisd, maar om de vraag van den reporter botweg te negeeren, leek haar toch ook niet verkieslijk. Ten slotte koos ze den gulden middenweg: „Als het u interesseert, wil ik u wel ver tellen, waarom ik naar Den Haag ging. maar ik denk dat het uw lezers toch bitter weinig belang zal inboezemen. Bij een fa milie in de Laan van Meerdervoort werd de vorige week door middel van een adver tentie in de Haagsche bladen voor een be jaarde dame een particuliere verpleegster gevraagd. Ik kreeg deze advertentie echter eerst Maandag onder de oogen en waar het toen reeds te laat was om nog schriftelijk te solliciteeren, zooals verlangd werd, trok ik de stoute schoenen aan en reisde des avonds naar Den Haag om me persoonlijk aan te melden Wils glimlachte. „U hebt gelijk, dat zullen v, zen le zers maar niet als een werelcL „ukkende primeur voorzetten. Ik hoop, dat uw ener gieke poging om die betrekking te bemach tigen met succes bekroond is...." „Helaas niet, want m'n reis was ver geefs. De familie bleek niet thuis, zoodat ik onverrichterzake naar Amsterdam moest terugkeeren. Achteraf heb ik er echter niet zoo heel veel spijt van, dat het zoo geloo- pen is, want vermoedelijk zou ik met m'n brutaliteit reeds aan de deur zijn afge poeierdMaar nu zou u zeker graag iets weten, wat u wel in de krant kunt zet tentja, u hebt eigenlijk gisteren alles reeds in de wachtkamer gehoord, maar ik wil het u met pleizier nog eens vertellen". „Als het niet te veel moeite is graag; maar laten we dan bij het begin beginnen. U kwam op het perron van het Centraal Station en zocht in den reeds gereedstaan- den trein een le klas coupé „Juist en deze coupé was, toen ik instap te geheel leeg. Ongeveer een minuut later kwam de heer Leuvensteyn binnen. Hij legde zijn actetasch in bet bagagenet en stapte daarna weer op het perron, waar hij eenigen tijd rondkeek, alsog hij iemand zocht". „Dat klopt", zei Wils. „Er is n.l. geble ken dat Hellinger den heer Leuvensteyn heeft uitgenoodigd met den trein van 7.10 te reizen om elkaar jp het perron te ont moeten". „O ja? vroeg de verpleegster belangstel lend en bijna onmiddellijk liet zy er op volgen: „Ziet u wel, dat ik dan gisteren niet te veel gezegd heb, toen ik beweerde, dat Hellinger en de vierde man één en dezelf de persoon waren?" „Het schijnt inderdaad, dat u het volko men aan het rechte eind hebt gehad, zus ter", gaf de reporter, ernstig knikkend toe. „Maar laten we niet afdwalen, de heer Leuvensteyn stond dus op het perron en wie verscheen er toen ten tooneele?" „Die meneer uit Haarlem, die zich giste ren gedrongen voelde mij op zoo'n onheb belijke manier een terechtwijzing toe te dienen", antwoordde de verpleegster, die het den heer Van Hagen nog niet vergeven bleek te hebben, dat hij haar meening over de identiteit van den vierden man niet wil de onderschrijven. „En daarna", vervolg de zij, zonder een antwoord van haar be zoeker af te wachten, „kort voor het ver trek van den trein werd de vierde hoek- plaats ingenomen door.den grooten on bekende, zullen we "maar zeggen". „En is er geen woord tusschen u en uw medereizigers gewisseld?" „Neen, behalve de gebruikelijke begroe ting bij het binnentreden, geen woord." „Wanneer speelde zich dan het incident af met den conducteur, die hem er op wees, dat hij in een coupé „niet rooken" zat?" - „Dat was misschien een minuut voor het vertrek. De heer Leuvensteyn had toen ook alweer plaats genomen. Hij had juist een sigaret opgestoken en ik zocht reeds met een demonstratief gebaar, zooals dat in der gelijke gevallen te doen gebruikelijk is, naar het bordlje „Verboden te rooken", toen de conducteur de kaartjes kwam con troleeren. De wijze, waarop hij op de aan merking van den conducteur reageerde, vestigde bij mij den indruk, dat de man niet wist, dat het een niet-rookcoupé was. Hij maakte z'n sigaret dan ook onmiddel lijk uit en mompelde een excuus". (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 5